De paalhoofden, dat zijn wij Oosterscheldedijken krijgen nieuwe glooiing ONDERWEG dinsdag 16 augustus 2005 Al honderden jaren strekken op de Zeeuwse stranden rijen paalhoofden zich uit naar de Noordzee. Ze zijn net zo vanzelfsprekend als het getij. Aangelegd door de mens om het afkalven van de kust in te dammen. Voor hoelang nog? Het wa terschap Zeeuwse Eilan den onderzoekt nut en noodzaak en de kans is groot dat in elk geval een deel verdwijnt. Kunstena res Pauline van Lynden maakte zo'n 5000 foto's van de paalhoofden, met het oog op een door haar samen te stellen boek. Van jongs af aanbrengt ze vakanties door in Veere en daar hoort ook strandbezoek bij. Er is een foto bewaard met de achtjarige Pauline van Lyn den zittend op een strandpaal. Onwetend van haar latere fasci natie voor de paalhoofden. Schrijvend aan haar boek Ra- jasthan - beelden en woorden over India - in het familiehuis naast het historische Veerse stadhuis, waaide ze uit op het strand. Daar drongen ineens de paalhoofden zich onweerstaan baar op. „Ik weet niet wat er met me ge beurde. Ik zag de palen en het hout van dichtbij en dacht: mor gen neem ik mijn camera mee. In de kortste keren had ik twaalf rolletjes vol. Ik durfde ze aan niemand te laten zien, want ze zouden me vast voor gek ver klaren. Schoorvoetend heb ik de foto's toch hier en daar laten zien en de reacties waren zeer positief. Zo ontstond het idee voor een boek." Dat was 2,5 jaar geleden en Van Lynden gaat er van uit dat het Engelstalige When man meets the sea vol gend jaar verschijnt. Geheim Dat ze kiest voor een buitenland se uitgever heeft te maken met de contacten die ze legde voor de verschijning van het zeer ge prezen Rajasthan, uitgekomen in een Engelse, Franse en Neder landse editie. Van Lynden re kent erop dat ook van het boek over de Walcherse paalhoofden een Nederlandstalige versie komt. Ze hoopt dat het boek bij draagt aan een bredere kennis over de paalhoofden. Zelf heeft ze, pratend met allerlei mensen, veel informatie vergaard. Die krijgt zijn weerslag in het boek, met de vele foto's, gemaakt in alle seizoenen. Tot die tijd blij ven de foto's nog 'geheim'; om een indruk te geven wil ze er eentje alvast aan de openbaar heid prijsgeven. Pauline van Lynden werkt aan een fotoboek over Zeeuwse paalhoof den. foto Lex de Meester Pauline Everts, barones Van Lynden - haar familie heeft al eeuwenlang banden met Zee land; ze woont in Doom - stu deerde politieke wetenschappen aan de universiteit van Leuven. Daar doet ze niet zoveel mee: ze schrijft, fotografeert, schildert en is kunst-boekbinder. Die kunstzinnige uitingen zijn terug te vinden in haar benadering van de paalhoofden. Maar ook een fikse dosis realiteitszin: ze heeft zich verdiept in het 'hoe en waarom' van deze typisch Ne derlandse vorm van kustverdedi ging. Van Lynden weet nu dat er verschillende soorten paal hoofden zijn en waar gordingen en kespen toe dienen. Dat vergt enige uitleg. Langs de kust ligt 254 kilometer duin, waarvan 31 procent verdedigd wordt, met strandhoofden en 7 procent met paalrijen. In Zee land zijn ruim tweehonderd paalhoofden te vinden. Een strandhoofd is een stenen dam tussen twee houten schermwan- den. Een paalscherm wordt ge vormd door een meestal dubbele paalrij, zonder stenen berm. Een paalhoofd is een strand hoofd, gecombineerd met twee paalschermen en meestal voor zien van een kopbestorting. Een gekoppeld hoofd is een paal scherm waarvan de palen onder ling met gordingen en kespen zijn verbonden, beschermd met zinkstukken en bestorting. Van Lynden vat ze samen onder de noemer paalhoofden. De constructies, die nogal eens aan veranderingen onderhevig waren, bestaan sinds de 16e eeuw, met als doel vasthouden van het zand, om te voorkomen dat de zee landwaarts opdringt. Dat is met wisselend succes ook gebeurd, echter in onvoldoende mate. Nu is gekozen voor het massaal en regelmatig opspuiten van zand. waardoor de functie van paalhoofden in een ander licht is komen te staan. Waterschap Zeeuwse Eilanden wil bij Westkapelle en Vlissin- gen 20 gekoppelde paalhoofden vervangen door stenen strek dammen, zeer tegen de zin van veel Westkappelaars. Die be schouwen, net als trouwens Van Lynden, de houten hoofden al onlosmakelijk verbonden met hun kust. Het is historisch erf goed. Ze hebben ook een naam, zoals het Van Lyndenshoofd, Hurgronjeshoofd, Oud Poppes- hoofd. Het waterschap onder zoekt nog of de paalhoofden be waard kunnen worden, maar dan is wel een oplossing nodig voor de hogere kosten van in standhouding. Van Lynden houdt zich buiten die discussie. „Ik besef dat het een ongelooflijk gevoelig onder werp is." Ze weet wel dat het niet de eerste keer is dat de posi tie van de paalhoofden aan de orde is. De waterbouwkundige Andries Schraver zorgde er be gin 19e eeuw voor dat de paal hoofden werden afgezaagd en omgevormd tot stenen hoofden. Van Lynden: „Maar ze zijn bin nen de kortste keren weer begon nen palen neer te zetten." Ze wijst erop dat de paalhoof den een puur product zijn van de mens. Iemand zei ook tegen haar: 'de paalhoofden, dat zijn wij - de mensen'. Van Lynden bewondert de houding van onze voorouders tegenover het water. „Ze hadden een groter respect voor de zee dan nu. De schoon heid van hun werk - de paalhoof den - heeft te maken met het on verwachte van de natuur." Ze weerspreekt de opvatting dat de zeewering noch landschap, noch archeologie is. „Het is allebei." Hoeveelheid Wat voor haar de paalhoofden zo bijzonder maakt is vooral de hoeveelheid. „De repetitie er van, de schaal waarop ze zijn toegepast. En de constante ver andering. Het is de hele tijd an ders. Daarom is het zo leuk rond te lopen en te fotograferen. Je ziet het veranderen. Een vier foto Pauline van Lynden kante paal bij Westhove ken ik nu drie jaar. Daar heeft het weer behoorlijk aan gewerkt, het hout begint te barsten. Door de zandverplaatsingen is hij in middels helemaal verdwenen." Het verzamelen van materiaal over de paalhoofden ervaart Pauline van Lynden als 'een fan tastische zoektocht'. Ze beseft dat voor veel Zeeuwen de be scherming tegen de zee voorop staat; die kijken daar heel nuch ter tegen aan. „Die zijn het land schap zo gewend, dat ze verge ten dat er paalhoofden zijn. Ik vind dat we in alle redelijkheid moeten proberen ze te bescher men." Rinus Antonisse Het Zeeuws Biologisch Mu seum bij Oostkapelle houdt morgenavond de activi teit korren en zeesehuimen. Van af het strand wordt een sleepnet door het water getrokken. Daar na wordt met een gids gekeken naar de vangst. Vertrek is om 19.15 uur bij het museum. Kos ten €2,-. Aanmelden via 0118-582620. IVN houdt donderdag voor de laatste keer dit seizoen een wan delexcursie door de duinen en langs het strand bij Zoutelande. Vertrek is om 19.30 uur bij het speeltuintje op de dijk. Dit is te vinden via de Duinweg en op gang 't Martgat of via de opgang in het dorp en dan 100 meter richting Dishoek lopen. Deelna me is gratis. Informatie: 0118-561475. Natuurmonumenten houdt vrij dagavond de excursie muizen en vleermuizen spotten. Deze vindt plaats bij de Zwaakse Weel, in de Zak van Zuid-Beveland. De excursie o.l.v. een gids begint om 20.30 uur bij de werkschuur van Natuurmonumenten aan de Zwaaksedijk 5 bij Kwadendam- me. Aanmelden bij bezoekers centrum van de Zeeuwse Schaapskudde (0113-655268). Kosten: €7,-, leden Natuurmonu menten en Zeeuwse Schaaps kudde €4,-, kinderen t/m 12 jaar €2,-. Natuurmonumenten, stichting Het Zeeuwse Landschap en de Nederlandse Onderwatersport bond houden zondag op Neeltje Jans weer de excursie wandelen rondom de vloedlijn. Eerst wordt gewandeld over het ei land, daarna worden aquaria be keken die door duikers gevuld zijn met hun vangst uit de Oos- terschelde. Vertrek is om 14.00 uur bij het bord 'startpunt na- tuurexcursies', op de parkeer plaats van Neeltje Jans. Informa tie en aanmelden kan via 0113- 569110. Kosten: €2,-, kinderen t/m 16 jaar €1,-, leden van een provinciaal landschap of Na tuurmonumenten gratis. Tijdens de kunst- en natuurrou- te in Wemeldinge (komend week einde) is ook de tuin van de fami lie Zwaan aan de Kerk weg 14 geopend voor publiek. Openings tijden: zaterdag van 10.00-17.00 uur, zondag van 12.00 tot 17.00 uur. Toegang kost €4,-. Stichting Het Zeeuwse Land schap heeft ook voor deze week weer een aantal excursies geor ganiseerd. Het gaat om: -Duingebied Oranjezon, Vrou wenpolder: di. 16 en 23 aug., 19.15 uur; -Verdronken Zwarte Polder, Nieuwvliet: wo., 19.30 uur; -Verdronken land van Saeftin- ge: wo., 18.30 uur; -Het Zwin: do., 10.00 uur; -Neeltje Jans: vr., 22.00 uur; -Slikken van De Heen, Sint Phi- lipsland: za., 13.30 uur. Informatie: www.hetzeeuwse- landschap.nl of 0113-569110. Volgend jaar begint op de dij ken langs de Oosterschelde een tienjarig precisie-karwei: het vernieuwen van de glooiin gen. De huidige steenbekleding voldoet niet aan de veiligheids norm. De dijken moeten een stormvloed die eens in de vier duizend jaar kan optreden, kun nen weerstaan. In de Wester- schelde is het vervangen van de glooiingen al sinds 1997 aan de gang, nu is driekwart van de Oosterschelde-dijken (175 kilo meter) aan de beurt. In 2015 moet het werk gereed zijn. Bij het vernieuwen van de dijk- g'looiingen in de Oosterschelde staat de veiligheid op de aller eerste plaats, verzekert Joris Perquin, secretaris van het Pro jectbureau Zeeweringen (waar in Rijkswaterstaat Zeeland en de twee waterschappen samen werken). Er is bepaald een 'dwingende reden van openbaar belang', zoals Nederlandse en vooral Europese regels voor in grijpende werkzaamheden in een beschermd natuurgebied noodzakelijk achten. Maar bij het aanpakken van de steenbekleding krijgt ook de na tuur nadrukkelijk aandacht, zegt Perquin. Niet alleen omdat de regels dat voorschrijven, ook omdat de Oosterschelde - per slot van rekening Neerlands grootste nationale park - dat zonder meer waard is. „We zijn ons ervan bewust dat het om een bijzonder gebied gaat. Dat geeft verplichtingen en die wil Steenbekleding op de Oosterscheldedijk tussen Kats en Colijnsplaat; links basaltsteen, rechts vilvoordesteen. len we nakomen." Het zijn dan ook vooral de natuurbelangen - en dan in het bijzonder die van de vogels, waaronder dertig be schermde soorten - die de voort gang van de werkzaamheden be palen. De planning is zodanig, dat er zo min mogelijk versto ring optreedt. En daar waar flo ra en fauna - denk aan wieren en zoutplanten, schelpdieren, anemonen en insecten - met de oude glooiing verdwijnen, wordt dusdanig nieuw materi aal gebruikt, dat dezelfde en zelfs betere natuuromstandighe- den kunnen terugkeren. Is het kostbare vervangen van de glooiingen eigenlijk wel no dig? Nog geen 25 jaar geleden zijn de dijken (gedeeltelijk) ver sterkt en sinds 1986 is de storm vloedkering Oosterschelde een onneembare barrière voor hoge waterstanden. Klopt allemaal, maar het is niet voldoende om aan de veiligheidseisen te vol doen, blijkt uit de toelichting van Perquin. „Bij de dijkverster kingen ging het vooral om het op Deltahoogte brengen van de dijken, net als in de Wester- schelde is gebeurd. Toen is er wat minder rekening gehouden met de glooiingen. De storm vloedkering zorgt er voor dat hoge waterstanden tegen gehou den worden. Dat is vooral van invloed op de hoogte van de dij ken. De stormvloedkering heeft, ook in open toestand, maar ten dele een dempende werking. De kering dempt wel de korte golven en niet de lange golven. Die geven de zwaarste belasting op de glooiing. Dus moet die, ondanks de kering toch verbeterd worden." Als eerste zijn volgend jaar de Oud-Noord-B'evelandpolder, tussen de oude veerhaven Kats en Zeelandbrug, en drie polders aan de zuidkant van Tholen vanaf de Pluimpot (de Noord-, Oudeland- en Muijepolder) aan de beurt. Het werkschema is al tot en met de laatste dijk vakken in 2015 vastgelegd. Sluitstuk zijn de glooiingen langs de Oosterscheldekering foto's Willem Mieras (Neeltje Jans, Roggenplaat).Er is heel bewust zo ver vooruit ge pland, vertelt Perquin. Er is voor de aannemers niet zo gek veel ruimte. Alleen van april tot oktober - buiten het zogenaam de stormseizoen - mag er aan de zeewering gewerkt worden. Vanwege de natuurbelangen gaat er van die zes maanden nog flink wat af. Bij broedgebie den kan tot juli niets gedaan worden en ook trekvogels mo gen in voor- en najaar niet ver stoord worden. Perquin: „We kunnen geen lange dijkvakken ineens doen, maar moeten veel meer van het ene naar het ande re stuk switchen. Afgelopen tijd zijn alle natuur waarden op en langs de Ooster schelde in kaart gebracht. Die ren, planten, schorren en slik ken zijn geteld en onderzocht. Het rapport hierover verschijnt dit najaar, maar het Projectbu reau Zeeweringen heeft er bij het werkschema al dankbaar ge bruik van gemaakt. „We sprei den het werk zodanig, dat we geen hoogwater-vluchtplaat- sen, broed- en foerageergebie- den verstoren", meldt Perquin. „Het zwaarwegendst zijn toch de vogelgebieden, die zijn het gevoeligst voor verstoring." Hij heeft de indruk dat er geen onoplosbare problemen zullen optreden. Wel is het mogelijk dat enige natuurschade gecom penseerd moet worden, waar voor mogelijkheden aanwezig zijn. Voor alle zekerheid denkt een ecoloog mee over de juiste uitvoering van een dijkvak. „We zijn ons ervan bewust dat we op de vingers gekeken wor den. Dat is ook terecht, gelet op de waarde van het gebied", vindt de secretaris. Mooi meegenomen is dat ook de voortwoekerende wilde Japanse oesters verdwijnen. „Ze zijn in elk geval tijdelijk weg", lacht Perquin. „De vernieuwing van de glooiingen is geen blijvende oplossing voor dat probleem." Rinus Antonisse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 22