pzc
Grygera
heeft alle
problemen
overwonnen
Timmy Simons: Niet dromen maar doen
21
Van Hooijdonk
heeft grootse
plannen bij NAC
donderdag 11 augustus 2005
r7denek Grygera (25) lijkt dit
/j seizoen bij Ajax af te steve
nen op een basisplaats. De Tsje
chische verdediger heeft in Am-
q (gterdam de afgelopen twee jaar
heel wat problemen moeten
overwinnen.
Wakker in een vreemde wereld. Het
valt niet mee voor een jonge voetballer
om voor het eerst huis en haard te verla
ten en alle beren op je pad te verjagen
zonder dat je spel eronder lijdt. Zéker
niet als je een taalbarrière moet over
winnen.
■De voorbeelden liggen voor het op
rapen. Van spelers die een geweldig sa-
lans beuren, maar in hun eigen huis
onder een koude douche staan om
dat ze hun post niet (kunnen) lezen. Of
die, zoals Cristian Chivu in zijn
u Ajax-tijd, om de haverklap verdwalen
mde stad. „Ik reed vaak de AIO weer
op", zei Chivu. „Net zolang tot ik het
j Rolliday Inn zag, dan wist ik weer
waar ik was." De voetbaltaal heet uni
verseel te zijn. Maar toch ontstaat soms
de nodige verwarring. Toen Fred Grim
nog keeper was van Ajax en de Fransta
lige Hatem Trabelsi net zijn opwach
ting had gemaakt, deed de volgende si
tuatie zich voor in een trainingspartij.
Grim tegen Trabelsi, die aan de bal
was: „Easy, easy!Trabelsi schoot de
bal prompt terug op zijn doelman.
Grim boos, Trabelsi verontwaardigd.
De Tunesiër hoorde immers 'ici, ici', en
e hij deed wat hem werd opgedragen. Op
het moment dat Zdenek Grygera in de
izomervan 2003 de overstap maakte
van Sparta Praag naar Ajax sprak hij
niet meer dan een klein mondje Duits.
Dat is lastig in het veld én in de kleed
kamer. Hij volgde daarom trouw zijn
Nederlandse les. 'Niet opgeven, positief
blijven' was het advies van ploeg-» en
landgenoot Tomas Galasek. Toch heeft
[Grygera in zijn eerste jaar overwogen
[de boel de boel te laten en naar huis te
Het was héél moeilijk. Je kent
niemand, je verstaat niemand. De club
probeert je wel te helpen, maar hoe
goed bedoeld ook: je bent op jezelf aan-
van zijn zoontje David, kon ook maar
moeilijk aarden in Nederland. Ze
vloog, na een weekje in Nederland, tel
kens voor een dag of veertien terug
naar Tsjechië. Er was één voordeel
voor de voetballer: hij kon rusten zon
der zich bezwaard te voelen. „Want als
we samen waren, plofte ik 's middags
na de training vaak doodop in mijn ho
telbed. Saai? Ja, maar wat kon ik er
aan doen?"
Een transfer naar het buitenland bete
kent óók wennen aan de arbeidsomstan
digheden. „Bij Ajax moet elke training
honderd procent zijn", zegt Grygera.
„In Tsjechië geldt dat alleen voor wed
strijden. Maar Ronald Koeman zei al
tijd: 'Je bent in de wedstrijd zo goed als
je traint'." Of er een verband is, valt
niet te bewijzen, maar feit is wel dat
i's vriendin Lucie, tegenwoor
dig zijn vrouw en sinds 21 juni moeder
Grygera vaak geblesseerd was. Rug,
bil, hamstring. Altijd spierblessures.
Als rechtsback kon hij maar moeilijk
wennen aan de manier waarop Ajax
speelt. Er werden op die positie andere
dingen van hem gevraagd dan in de na
tionale ploeg van Tsjechië,'waarin hij
meer een veredelde rechtshalf is.
Wenden, keren, aanzetten. Het explosie
ve spel bij Ajax was een aanslag op zijn
gestel, maar Grygera wilde van geen
wijken weten en hij keerde telkens zo
snel mogelijk terug in de boezem van
de selectie. Bang om in de vergetelheid
te raken. Er is hem alles aan gelegen te
slagen als profvoetballer.
Grygera werd geboren in Helosova, een
stad van twintigduizend inwoners.
Daar, en in het nabije Zlin, bracht hij
zijn eerste voetbaljaren door. De keuze
voor Petra Drnovice in 1998 was voor
hem de opmaat naar een internationale
carrière. „Het was een clubje van niks
dat door een ambitieuze en rijke zaken
man naar de hoogste divisie was ge
loodst. Het stadion waarin we speelden
was bijna net zo groot als het dorp. Met
Drnovice haalden we nog wel Uefa Cup
Zdenek Grygera wil in zijn derde Ajax-jaar oogsten.
voetbal, maar de financiële basis was
wankel. De ballon spatte uit elkaar."
Grygera speelde zich wel in de kijker
bij Sparta Praag, een club die al voor
zoveel Tsjechische voetballers de poor
ten naar Europa opende. Na drie seizoe
nen stapte hij over de drempel. Gryge
ra kon naar Borussia Dortmund en AS
Monaco. Ook Juventus had via Pavel
Nedved al eens een balletje bij hem op
gegooid, maar Grygera koos voor Hol
land. Voor Ajax.
Een sprong in het diepe, die hem deed
beseffen dat hij opnieuw moest leren
zwemmen. De Ajax-mentaliteit - het
kan altijd mooier en beter - deed hem
wankelen. En toen hij de taal beetje bij
beetje machtig werd, stond hij versteld
van wat de jonge spelers allemaal durf
den te zeggen. „Ik ben dat niet gewend.
In Tsjechië luisteren de jongeren naar
de ouderen. Dat respect is hier ehh... an
ders. Maar voor mij ook een kwestie
van leren begrijpen."
De ommekeer kwam vorig seizoen, na
de ontluisterende nederlaag die Ajax in
de Champions League leed tegen Mac-
cabi Tel Aviv. Koeman zegde zijn ver
trouwen op in het centrale verdedi
gingsduo John Heitinga/Nigel de Jong
en hij greep terug op Grygera die al een
tijdje de reservebank warmhield. De on-
foto Bastiaan Heus/GPD
wennige en in zichzelf gekeerde rechts
back met een taalprobleem heeft plaats
gemaakt voor een zelfverzekerde cen
trale verdediger die zijn troepen in dui
delijk Nederlands tot de orde roept.
Grygera staat midden in de groep, en
midden in het leven. Vol vuur praat hij
over zijn pasgeboren zoon en over het
feit dat hij en zijn vrouw hun draai heb
ben gevonden in Ouderkerk aan de Am-
stel. Met een knipoog: „Als ik nu thuis
kom van de training kan ik misschien
even een uurtje met de kinderwagen
buiten lopen. Kan mijn vrouw rusten."
GPD
Dick Sintenie
Irpimmy Simons is deze zomer voor-
i. alsnog de grootste aankoop van
PSV. De 28-jarige Vlaming moet een
van de pijlers onder de vernieuwde
ploeg worden. Een vraaggesprek. „Ik
zal nooit iets roepen om het roepen
In de eerste wedstrijd om de Peace Cup
in Korea stond je centraal op het mid
denveld, daarna telkens achterin. Een
fositie als centrale verdediger lijkt dus
een serieuze optie. Waar neig je zelf het
meest naar?
„Het is een kwestie die mij in België al
vaak is voorgelegd. Bij Club speelde ik
op het middenveld, bij het nationale elf
tal centraal in de defensie. Ik heb op
de automatismen onder de knie te heb
ben. Het zijn twee totaal verschillende
plaatsen, dat wel. Op het middenveld
bun je je echt uitleven. Loopvermogen
is een van mijn sterke punten. Zolang
dat het geval is, is het lekker spelen op
het middenveld. Maar een echte voor
beur heb ik niet. Deze groep heeft veel
mogelijkheden, de trainer zal straks
wngoede oplossing vinden."
In België word je de 'stille kapitein' ge-
•noemd, Guus Hiddink zei na afloop van
de eerste training juist datje 'extra
ct' naar je ploeggenoten toe bent.
-«aar ligt de waarheid?
Ergens in het midden, denk ik. Ik ben
recht door zee, als ik ergens een duide
lijke mening over heb zal ik die ook ui
ten. Maar ik zal nooit iets roepen om
het roepen zelf. In de rol van kapitein
ben ik bij Brugge zeker geëvolueerd. Je
bunt iemand niet geforceerd in een rol
duwen, het zit in je karakter of niet en
'kben toch wel iemand die veel coacht
m het veld, iemand die veel tracht te
sturen en te praten."
Want buiten het veld kom je heel rustig
«Ik ben in principe een rustige man.
at zal ook niet veranderen, ik ben wie
1 ben. Zeker nu, in het begin, houd ik
ogen en oren goed open. Als straks al-
ei draait, zal ik me stillekes aan inle-
tven in de groep, me aanpassen en mijn
Plaatsvinden."
Timmy Simons wil met PSV opnieuw prijzen pakken.
foto ProShots/GPD
Je carrière heeft geen 'logisch' verloop
in die zin datje pas laat doorgebroken
bent. Op je 21e speelde je nog anoniem
voor Diest in de derde klasse.
„Ik ben zeer laat prof geworden, daar
na is het binnen zes a zeven jaar snel
gegaan. Maar inderdaad, alles stapsge
wijs. Toen ik op mijn 21e van Diest
naar Lommei ging, had ik geen hogere
doelen dan me in de
basis te spelen. Hetzelfde gold toen ik
twee jaar later van Lommei naar Brug
ge ging. Het is toch een flinke stap; van
een ploeg die tegen degradatie vocht
naar Club dat elk jaar Europees speel
de. Ik dacht: als ik de helft van de wed
strijden bij de selectie van achttien of
twintig man kan zijn,
dan ben ik tevreden. Maar ik heb dat
zeer goed verteerd. Vanaf het eerste mo
ment heb ik het vertrouwen van de trai
ner gekregen. Uiteindelijk heb ik in vijf
jaar bij Brugge slechts zeven wedstrij
den gemist."
Voel je het als een gemis dat je pas laat
fullprof bent geworden?
„Toen ik bij Diest zat, nam mijn pa al
tijd de beslissing om daar te blijven.
Op zich had Diest ook een goede jeugd
opleiding. Hij dacht: als het erin zit,
komt er ooit wel uit. Ik heb veel jon
gens op jonge leeftijd naar de eerste
klasse zien vertrekken, jongens met
meer talent dan ik, maar velen redden
het niet en kwamen terug. Ook voor
mij waren er wel mogelijkheden, maar
ik heb eerst mijn plaats afgedwongen
en ben daarna pas hogerop gegaan. Ik
denk dat het de ideale manier is. Je
moet niet proberen te lopen als je pas
net kan stappen. Ik heb achteraf geen
enkele seconde spijt gehad van welke
nieuwe club dan ook."
Je hebt jezelf telkens weer moeten over
tuigen?
„Ik heb altijd de ambitie gehad, maar
of het ook lukt, weet je op voorhand
nooit. Bescheiden? Och, ik ben liever te
voorzichtig dan te euforisch. Ik weet op
welke manier ik er
gekomen ben en dat zal ik nooit verge
ten.
In Diest heb ik naast het voetbal ook
vijf jaar gewerkt bij mijn pa, die een be
drijf heeft in ramen en deuren. Van ze
ven tot vijf, daarna trainen. Ik weet
ook hoe het anders kan, besef dat het
ook snel afgelopen kan zijn en geniet
daarom ten volle van dit bestaan."
Als Vlaming kun je de stap naar PSV
nauwelijks een 'buitenlands avontuur'
noemen. Toch heb je niet getwijfeld
toen PSV aan de bel trok.
„Een aantal factoren speelde mee. PSV
heeft een hoog aanzien in Europa. Het
is een topclub, maar familiaal en met
een goede sfeer. Wat dat betreft lijkt
PSV wel op Brugge, waar je op dezelf
de manier kunt werken. Als je je ergens
niet goed voelt, verlies je van je moge
lijkheden. Eindhoven is bovendien niet
ver van m'n familie (die woont in Ril-
laar, tussen Aarschot en Leuven). Daar
hecht ik veel belang aan. Ik had ook
voor een lucratieve transfer naar de
'middle of nowhere' kunnen kiezen,
maar daar had ik totaal geen zin in. Bo
vendien wil ik prijzen pakken. Dat kan
bij PSV."
PSV heeft een prachtig seizoen achter
de rug. Hoewel een aantal dragende
spelers is vertrokken, blijven de ver
wachtingen hoog. Te hoog?
„Och, dat weet ik niet. Na een schitte
rend jaar heb je altijd hoge verwachtin
gen. Op zichzelf is dat geen probleem,
maar we moeten ook realistisch zijn.
Het was pas de eerste keer dat PSV de
tweede ronde van de Champions Lea
gue haalde. Dat is opnieuw de doelstel
ling, maar we moeten nu niet gaan dro-
Hoe kijk jij tegen het proces van hervor
men aan?
„We zijn op de goede weg, elke dag
voel je dat het iets beter loopt. In Korea
zag het er in de wedstrijden bij vlagen
aardig uit, maar door de intensieve fy
sieke arbeid werd het op het laatst
vaak slordiger, vooral door de ver
moeidheid. Pure resultaten in de voor
bereiding zeggen me overigens niet
veel. PSV verloor vorig jaar zo'n beetje
alles in de voorbereiding, heb ik ge
hoord. Zie wat volgde. ,Ook bij Brugge
heb ik dat ervaren: in de aanloop alles
winnen en vervolgens loopt het vier
kant mis als de competitie begint. Of
andersom. De aanpassing zal zijn tijd
nodig hebben en die ontwikkeling
stopt niet als de competitie begint."
Frank van den Heuvel
Pierre van Hooijdonk
Hij was geen exceptioneel talent, geeft
Pierre van Hooijdonk (35) ruiterlijk
toe. Maar het bijzondere killersinstinct om
te scoren liet hem nooit in de steek. Door
verder keihard te werken aan 'zwakke pun
ten' keert de aanvaller nu als 46-voudig in
ternational met veel Europese ervaring te
rug in het vertrouwde Breda. Om als het
even kan NAC weer de hoogte in te stuwen.
Een voetbalelftal, zo legt hij uit, is soms net
een schoolklas. Je hebt altijd een klein
groepje dat talent genoeg heeft, maar een
zesje genoeg vindt en geen zin heeft om te
leren. Zo'n groep die weigert het goede voor
beeld te zijn voor anderen, stelt Van Hooij
donk. Voor de mensen die hard moeten wer
ken om een krappe voldoende te halen. Ster
ker nog: ze verpesten de sfeer in de klas,
waardoor de harde werkers hun zesje niet
eens halen.
Dat groepje, doceert Van Hooijdonk, mag
nooit de overhand krijgen. „Vorig jaar lie
pen er zo zes jongens rond met een sik en
dan krijgt die groep de overhand. Da's niet
goed. Daarom is het prima dat niet alleen
ik, maar ook andere winnaarstypes als Pa
trick Zwaanswijk, Tony Vidmar en Sander
van Gessel naar NAC kwamen. Het is nu af
vallen of meegaan, voor iedereen."
Hij ziet het nu als een van zijn belangrijkste
taken om te zorgen dat iedereen de goede
kant op gaat. „Het belangrijkste is dat de
jongeren er zelf voor open staan, het moet
uit hen zelf komen." Precies zoals hij zelf ei
genlijk was, toen de lange aanvaller in 1991
van RBC naar Breda verkaste. Hij kwam te
recht bij routiniers als Ton Lokhoff, John
Lammers, Peter Remie en Ruud Brood. „In -
je carrière moet je ook het geluk hebben te
gen zulke spelers aan te lopen. Ik keek te
gen hen op, vanwege de professionele ma
nier waarmee ze met hun sport omgingen.
Of je bij RBC nu won of verloor, het was al
tijd prima. Bij NAC moesten we altijd win
nen."
Hij leerde in die periode hoe je je als prof
moet gedragen om beter te worden. Klinkt
vaag, maar het is volgens hem heel simpel.
„Ik zal altijd zeggen dat je met hard werken
ver kunt komen. Mede door mijn mentali
teit en instelling kon mijn carrière zo
groeien."
De jongen uit Welberg was, zo geeft hij rui
terlijk toe, helemaal geen exceptioneel ta
lent. Alleen zijn vermogen tot scoren, dat
was uitzonderlijk. In zijn tweede seizoen bij
RBC prikte De Lange, zoals Lokhoff hem
steevast noemt, liefst 27 keer raak. Het
bleek een kwaliteit die hem nooit meer in de
steek liet.
Ondertussep werkte hij permanent aan het
verbeteren van de zwakkere facetten van
zijn spel. Nog steeds trapt de spits tijdens
elk onbewaakt moment van een training
even een bal tegen de netten. En na afloop is
het minimaal een kwartiertje oefenen op
vrije trappen. „Iets wat je niet beheerst, kun
je geen top maken, maar misschien wel bo
vengemiddeld. Koppen kon ik bijvoorbeeld
helemaal niet zo goed. Maar mede door mijn
trip naar het eiland leerde ik dat ik de bal
moest aanvallen", vertelt hij, refererend
aan zijn periode bij Nottingham Forest en
Celtic.
Zijn opvattingen over wat een goede prof is,
komen behoorlijk overeen met die van Lok
hoff. Van de twee vrienden wordt vaak ge
zegd dat ze vrijwel dezelfde voetbalvisie
hebben. Maar wat houdt die visie dan in?
Het is volgens hem heel simpel: je kijkt naar
de kwaliteiten van de spelers die je hebt en
daarmee formeer je een elftal dat goed ren
deert. Zelf is hij wel het meest gecharmeerd
van een systeem met twee spitsen, maar dat
heeft ook puur met zijn eigen kwaliteiten te
maken. „Ik functioneer nu eenmaal het bes
te met een speler naast mij."
Zo ging het in Schotland, in Engeland en
het eerste halfjaar bij Vitesse. „Bij Feye-
noord deden we het helaas niet. Veel men
sen riepen tegen me dat het 4-3-3 in Rotter
dam op mijn lijf geschreven was. Maar als
de buitenspelers hun man niet voorbij ko
men, heb je een probleem. In de eerste vijf
tien duels kreeg ik van Kalou en Leonardo
amper een bruikbare voorzet. Dan sta ik al
leen met mijn rug naar de goal te kaatsen,
terwijl ik op mijn sterkst ben als ik met
mijn gezicht richting goal sta. Dan ben je
veel vrijer en minder positiegebonden."
Van Hooijdonk heeft grootse plannen bij
NAC. „Structureel willen we naar de vierde
tot zesde plaats. Het verbaast me dat we
qua toeschouwersaantallen nog steeds op
het niveau van de Beatrixstraat zitten. Als
er één voetbalstad is in Brabant, is het Bre
da wel. We lagen altijd voor op clubs als
Utrecht en Heerenveen, die zijn ons nu voor
bijgestreefd. Daarom hoop ik van harte dat
we dit seizoen goed beginnen. We hebben
een kwalitatief goede groep. Dan wil ik nog
wel eens zien of we richting vijftienduizend
toeschouwers kunnen. Structureel, en niet
alleen maar tegen Ajax, PSV en Feye-
noord."
Bas Timmers