>2C
De liefste
omhelzing
ter wereld
Middeleeuwse beelden in Uden
jensdag 27 juli 2005
Schotse kilt
wappert
op Peerock
Adriaen van Wessel (beeldsnijder); De ontmoeting van Maria met haar nicht Elisabeth
e wonderbaarlijke
vermenigvuldiging
van het Rijksmu
seum. Vanwege de ingrijpen
de verbouwing is het beroem
de instituut naar tien andere
musea uitgezwermd. Het
mooiste verhaal hoort bij de
presentatie in Uden: Rijksmut
seum in de Abdij. Voor even
is een prachtige verzameling
beelden weer thuis.
Geloof, het is het hoogste en
het laagste in mensen.
Godsdienst, niets kan zo walge
lijk zijn en niets zo ontroerend.
Geloof, dat is bommen en bloed.
Godsdienst, het staat voor verbe
ten en verboden. In naam van de
Barmhartige de onbarmhartig-
ste dingen doen. Met een beroep
op God de meest goddeloze mis
daden begaan. De hatelijkste
haat, maar ook de lieflijkste lief
de. Wie de liefde wil zien, moet
naar Uden, naar het Museum
.voor Religieuze Kunst, onderge
bracht in de abdij 'Maria Réfu
gié'.
Een ver verhaal komt ineens
dichtbij door een beeld van
Joachim en Anna, van om
streeks 1470. Wie is de maker?
Een naamloze, door allerlei on
derzoek misschien wel naamlo-
zer dan ooit, maar ondanks zijn
zeer kleine oeuvre een zeer gro
te naam in onze beeldhouw
kunst. Aangeduid als 'Meester
van Joachim en Anna' werd hij
een begrip, of zou hij een begrip
moeten zijn. Het beeldje, op de
tentoonstelling helaas be
schermd dan wel gevangen in
een kooi van plexiglas, toont
misschien wel de allerliefste, al
lertederste, allerinnigste omhel
zing ter wereld.
We zien een vrouw en een man.
Hij is al oud, een gezicht met
rimpels. Zij is jonger maar veel
wijzer, ze heeft iets beleefd wat
ze hem nooit kan uitleggen. Hun
gezichten zijn vlak bij elkaar.
Wil hij haar kussen of iets
toefluisteren? De handen waar
mee ze elkaar vasthouden, zeg
gen het meest. Woorden van
dankbaarheid en verwachting.
Dit is een uur van verzoening,
van weerzien, en vooral van
goed nieuws. Hij begrijpt tóch.
Een kindje! Een kindje! Toch
nog een kind, voor de dood mij
neemt. En wat voor een kind.
Onbevlekt ontvangen. Maar dan
kijken we al naar het bijbeho
rende verhaal in plaats van naar
het beeld. Een verhaal waar
naar je vergeefs zult zoeken in
de officiële evangeliën. De mooi
ste bijbelverhalen staan name
lijk vaak niet in de bijbel.
Gevaarlijk bijgeloof
Met diezelfde bijbel in de hand
kun je de verering van Maria tot
een gevaarlijk bijgeloof verkla
ren. Nog veel verder afgedwaald
lijk je, wanneer je Anna vereert.
En toch gebeurt dat nog steeds.
In Noord-Brabant tenminste,
waar alles een beetje anders is.
Zo wordt in de kapel van de
Udense abdij elke dag tussen
drie en vier het allerheiligste
aanbeden, een hostie in een mon
strans. In Brabant kun je ook
Meester van Joachim
Joachim en Anna
nog met eigen ogen een heilige
eik aanschouwen of vrouwen ho
ren prevelen: 'O Sinte Anneke,
gift me toch een manneke'. An
na geldt als de moeder van Ma
ria. Tegen 1500 was ze heel ge
liefd. De zogenaamde 'An-
na-te-drieën' is dan ook een
veel voorkomende voorstelling.
De drie figuren zijn grootmoe
der Anna, de jeugdige moeder
Maria en Jezus als kind.
Wat we op het beeld in Uden
zien, is de ontmoeting van Anna
en Joachim, haar echtgenoot.
Een symbool van een dwaas leer
stuk: Maria's Onbevlekte Ont
vangenis. Ook aan haar concep
tie, zo meende men, kon geen
seks te pas zijn gekomen.
Joachim had Anna verlaten, zo
willen apocriefe geschriften als
het Voor-evangelie van Jacobus,
omdat kinderen uitbleven. Van
de priester had hij te horen ge
kregen: 'Het is u niet geoorloofd
eerst uw offers te brengen, om-
Anoniem (beeldhouwer); Christus, afdalend in het voorgeborchte van de hel.
i Anna (beeldhouwer), De ontmoeting van
dat gij geen zaad hebt verwekt
in Israël.' Hij wanhopig, zij wan
hopig, maar hun gebeden wor
den verhoord. Ze wordt zwan
ger zonder hem, zonder enige
man, dat is de onbevlekte ont
vangenis. Engelen roepen haar,
engelen roepen hem, en zo zien
ze elkaar terug bij de Gouden
Poort in Jeruzalem.
De beeldhouwer laat het alle
maal weg: geen Gouden Poort,
geen engelen, geen vertoon van
wonder. Of eigenlijk beperkt hij
zich tot het grootste wonder:
dat twee mensen elkaar zó kun
nen verstaan. Met als voertaal
die handen op eikaars rug. Zo
doende hoef je als kijker niets te
weten om alles te weten. Wat
voor heel deze expositie geldt.
Natuurlijk zijn er overal fascine
rende en curieuze theologische
details. Maar bij onbevangen be
schouwing ontdek je misschien
het meest. De grootste ontdek
king zal voor menigeen zijn dat
Adriaen van Wessel (beeldhouwer); De aanbidding van het Christuskind,
musicerende engelen en Jozef
Nederland óók een land is van
beeldhouwers, van beeldhou
wers die niet voor de geniaalste
schilders hoeven onder te doen.
De tentoonstelling heeft een bij
zonder verhaal, de beelden heb
ben een bijzonder verhaal. Beel
den op de vlucht, later verkocht
en nu tijdelijk verhuisd naar
hun land van herkomst. In ja
nuari 1875 stonden twee heren
voor de poort van 'Maria Réfu
gié', de abdij in Uden. Het was
én is (er wonen nog zes zusters)
een klooster van birgittijnen. Ze
waren zo arm dat ze zelfs het
beeld van hun beschermster, de
heilige Brigitta, moesten verko
pen. Dat staat tegenwoordig in
een museum in New York. De
twee mannen waren Pierre Cuy-
pers en Victor de Stuers, letter
lijk en figuurlijk bezig met het
opbouwen van de nationale
trots, het Rijksmuseum. Ze wil
den zaken doen en ze konden za
ken doen. De rector van het
klooster benadrukte dat het
ging om 'onaanzienlijke ver
molmde en voor de Religieuzen
genoegzaam doelloze voorwer
pen.' De koop klinkt nu als een
koopje. Maar als je bedenkt wat
destijds de prijzen op de kunst
markt waren, valt dat mee. Vijf
tig objecten verwisselden van
eigenaar voor ruim tweeduizend
gulden. Nu zijn de meeste voor
even terug, herenigd met beel
den die bleven.
De geschiedenis van de kunst
werken is nog woeliger: Uden
was een toevluchtsoord. Het bir-
gittijnse klooster, oorspronke
lijk een dubbelabdij, met afde
lingen voor mannen en vrou
wen, floreerde sinds de vijftien
de eeuw op het landgoed 'Koude-
water', bij Den Bosch. Het begin
van het einde kwam in de Tach
tigjarige Oorlog, toen de stad
van de Sint Jansbasiliek in Hol
landse handen viel. Den Bosch
kreeg een zware militaire bezet
ting. Weg met de katholieken,
de mannelijke geestelijken moes
ten meteen verdwijnen, de non
nen werden nog even geduld.
Uiteindelijk vertrokken ook zij,
met al hun bezit, met hun beel
denschat naar de vrije streek
rond Uden.
We moeten het verhaal niet té
romantisch maken. Een aantal
beelden op de expositie, bijvoor
beeld het beeld van Joachim en
Anna, heeft nooit tot de inventa
ris van 'Koudewater' behoord.
Maar het is heel bijzonder dat
zoveel topstukken van de 'Mees
ter van Koudewater' samen zijn
gebracht. Ook weer zo'n naamlo
ze, in dit geval vernoemd naar
het klooster waar zijn beelden
stonden, en omstreeks 1470 mis
schien ook ontstonden. Een zaal
vol met beelden van hem. Nog
meer dan een zaal vol. In twee
zijvertrekken krijg je een prach
tig fragment te zien en een onbe
holpen kruisiging, een optimisti
sche toeschrijving vermoed ik.
Want de kunstenaar was aller
minst onbeholpen.
Kijk naar zijn Michaël, de engel
in harnas. Zie zijn Barbara, met
haar prachtige krullenkapsel,
haar kleed, haar gordel, haar
bidsnoer, haar halssieraad met
drie rijen parels en een een
hoorn. Wat gebeurt er onder
haar voet? Waarom vertrapt ze
dat mannetje met z'n zwaard?
Meester van Koudewater
houwer); Barbara
Het gebeurt achteloos. Dat is
óók heiligheid, zoiets geen blik
waardig keuren. Het slachtoffer
is de vader van Barbara die
haar met dat zwaard onthoofde,
omdat ze het christelijk geloof
niet wilde afzweren. Het beeld
is in behoorlijke staat, de kleu
ren zijn de kleuren van toen,
maar haar armen zijn afgebro
ken. Ongetwijfeld zullen die an
dere attributen hebben gedra
gen, bijvoorbeeld een toren, een
verwijzing naar de toren waarin
vhderlief haar opsloot.
Catharina, zij vertrapt een kei
zer, lijkt een zuster van haar. Zo
als alle engelen en heiligen bij
deze beeldhouwer familie zijn.
Dat het werk betreft van een en
dezelfde kunstenaar is duide
lijk, wie weet al te duidelijk, je
gaat zelfs een beetje aan serie
productie denken. Dat komt ook
door de statische statigheid van
de figuren. Ze staan plechtig in
de houding, ze reageren niet, ze
staren zonder uitdrukking, ze
toeven in een andere wereld.
Vrijpostig
Heel anders gaat het toe bij
Adriaen van Wesel, ook promi
nent aanwezig, onder meer met
zijn meesterwerk 'Jozef en de
musicerende engelen'. De enge
len maken muziek voor de pas
geboren Jezus en kijken heel
vrijpostig naar hem. Het beeld
is zo aanstekelijk dat je in de
stille abdijzalen bijna mee zou
zingen met de vedel, de luit en
het clavichord. Van Van Wesel
zijn er verder fragmenten van
het beroemde, in 1475 bestelde
Maria-altaar van de Illustere
Lieve Vrouwe Broederschap in
Den Bosch. Jeroen Bosch be
schilderde de buitenkanten. De
rekeningen zijn er nog, het al
taar zelf raakte verspreid.
Het Rijksmuseum leende nog
veel meer uit, werk uit Brabant
se en Vlaamse ateliers, werk
voor de kerk maar ook voor per
soonlijk gebruik. Zo zijn er twee
'gebedsnoten', het geloof in een
notendop, overigens gemaakt
van buxushout. De diameter
van het spectaculairste exem
plaar is, schat ik, nog geen vijf
centimeter, maar het lijdensver
haal wordt in alle stadia ver
teld.
Een tentoonstelling met veel An
na, Maria en Jezus. Vooral de
laatste uiteraard, bijvoorbeeld
als aandoenlijk naakt jochie.
Een kind van hout om te vertroe
telen door de nonnen, aan te kle
den en uit te kleden. Maar foei
Dit exemplaar heeft z'n piemel
tje nog, vaak werden de beelden
hiervan ontdaan. Heel kuis,
maar vooral dunkt me heel on
eerbiedig.
Deze goed bedoelde verminking
maakt nog eens duidelijk hoe
het wrikt. Hoe mooi en hoe le
lijk geloof kan zijn. Hoe vroom
heid en wreedheid zich mengen.
Een roes, een waan. Alleen om
dat we niet zonder kunnen. Zon
der oorsprong, zonder kern, zon
der verhaal, zonder God, zonder
verklaring voor wat onverklaar
baar is.
Mario Molegraaf
Rijksmuseum in de Abdij - tot begin
2007 te zien in het Museum voor Reli
gieuze Kunst, Vorstenburg 1, Uden -
open dinsdag t/m vrijdag 10.00 tot
17.00 uur, zaterdag, zondag en feest
dagen 13.00 tot 17.00 uur - toegang
4,-