Geloof is
voor mij
vrijheid
ümnen ze het barbecuen hier niet verbieden?
25
Ineke Ludikhuize
Potje
parkvoetbal
zaterdag 23 juli 2005
Ineke Ludikhuize (48) zet zich met hart en ziel in voor
de vrouwenbeweging. Dat is nog altijd erg nodig,
vindt de directeur van de christelijk-maatschappelijke
vrouwenbeweging Passage. Een gesprek over (onder
meer) emancipatie, geloof én over haar huwelijksleven
met de 82-jarige oud-CDA-politicus Willem Aantjes.
„Ik heb een fantastische huisman aan hem."
Ja, het is dus nog steeds nodig
dat vrouwen leren nadenken
over de keuzes die ze in hun le
ven maken, zegt Ineke Ludikhui
ze gedreven. En nee, de vrou
wenemancipatie is niet gestopt
nu mannen en vrouwen gelijk
behandeld worden. „Als ik zie
dat jonge vrouwen nog altijd to
taal onvoorbereid aan de keu
kentafel gaan zitten om te onder
handelen met hun man, dan zeg
ik: 'Dat gaat dus niet werken.'
Daar moet je namelijk goed
over nadenken. Zeker nu de
overheid je dwingt levensloop
keuzes te maken, die allemaal
financiële gevolgen hebben.
Maar de meeste vrouwen weten
t geen bal van hun pensioen af en
hebben vaak geen idee wat er ge
beurt als hun man overlijdt, of
hoe het zit met de financiële con
sequenties bij echtscheiding.
Dan zeg ik: 'Vrouwen kom op,
ga er eens even achterheen.'
Zorg dat je overwogen keuzes
maakt, zeg ik altijd en ga niet
zeuren van het overkomt me al
lemaal en nu ben ik ontevre
den."
U bent getrouwd met oud-politi
cus Willem Aantjes, die nu 82 is
- dus 34 jaar ouder. Was dat ook
een overwogen keuze
In de lach schietend: „Jazeker,
we kenden elkaar al een tijd uit
het kerkelijke werk, voordat we
een relatie kregen. Inmiddels
wonen we vijf-jaar samen, maar
vóór die tijd bemoeide hij zich
al veel met mijn leven, dus ik
wist waar ik aan begon. Omdat
Wim niet meer werkt en in een
andere levensfase zit, heeft dat
invloed op wat we samen doen.
Eigenlijk heeft het voor mij
vooral voordelen, want ik heb
een fantastische huisman aan
hem, die alles regelt: de bood
schappen, de loodgieter en de
opvang van mijn zoon als ik
werk.
Statistisch gezien is de kans na
tuurlijk groot dat de rollen ooit
omgedraaid worden als hij iets
gaat mankeren en uiteraard
houd ik daar rekening mee.
Maar tot nu toe valt het erg mee
met de ouderdomskwalen. Nou
ja, onlangs heeft hij voor een
nieuwe heup even in het zieken
huis gelegen, maar voor de rest
ben ik vaker mijn bril kwijt dan
hij, hoor. Leeftijd vind ik daar
om een nogal relatief begrip.
Niet iedere man van mijn leef
tijd is even spannend, sommigen
zitten al behoorlijk ingedut ach
ter de begonia's. Wat dat betreft
is Wim veel interessanter en al
helemaal geen doorsneebejaar-
de, die wil nog steeds vooruit en
nieuwe dingen ontdekken."
En kan hij u op elk gebied nog
bijbenen?
„Nou, niet letterlijk natuurlijk,
Wim loopt niet meer zo hard als
ik, maar wel figuurlijk. Hij
denkt even snel als ik, overziet
alles goed, we delen veel interes
ses en dat kan ook, omdat hij
niet meer druk is met zijn werk.
Bovendien hebben we veel in te
halen, omdat we grote delen van
eikaars leven hebben gemist.
Daarom kijken we veel terug en
dat is spannend om te delen.
Ook met mijn ouders - die inmid
dels zijn overleden - was het con
tact daardoor leuk. Natuurlijk
moesten ze wel even slikken,
toen ik thuiskwam met een man
van-hun eigen leeftijd, vooral
mijn vader moest eraan wennen.
Maar het klikte meteen, mijn va
der was erg dol op Wim. Hij kon
met hem praten over de oorlog
en heeft Wim zelfs dingen ver
teld, die hij altijd voor zich had
gehouden. Voor mijn 15-jarige
zoon Jeroen, die de helft van de
tijd bij ons woont, was het eigen-,
lijk ook niet zo'n verandering,
hij kent Wim al zijn hele leven.
Ze hebben dezelfde humor en
zijn erg goed in het 'pesten' van
hun moeder of vrouw. En Wim
blijft op het gebied van jonge
ren flink bij de les, hij weet nu
alles van Ali B.
Ja, mijn familie moet vaak vrese
lijk lachen over alle verwarring
die onze relatie veroorzaakt.
Mensen vroegen ooit aan mijn
vader of Wim zijn broer was.
'Nou, nee, mijn schoonzoon', ant
woordde die toen en daarop zag
je de monden openvallen. En
mij vragen ze natuurlijk stee
Ineke Ludikhuize: „Ze vragen me steevast of ik Wims dochter ben.
vast of ik Wims dochter ben. Ie
mand vond zelfs dat ik veel op
m'n vader lijk, waarop ik vroeg
of hij die dan kende. Het gevolg
is meestal totale verbijstering,
want mensen verwachten het
niet. Wim is nog altijd een be
kende Nederlander, allerlei men
sen komen geregeld naar hem
toe om met hem te praten, voor
al over de oorlog en de politiek.
'Nou sorry hoor, maar ik vind
het lijden van de kinderen in Bi-
afra stukken actueler; daar moe
ten we wat aan doen!' Maar als
ik dat dan zei, werden mijn
ouders daar bijna onpasselijk
van. Die vonden dat zo vreselijk
en zo moeilijk dat ik merkte dat
dergelijke vragen als té lastig
werden afgedaan. Terwijl ik
juist iets had van: laten we daar
Daarom gebruik ik in mijn werk
mijn meisjesnaam - Ludikhuize
- anders vragen ze me ook daar
voortdurend of ik soms 'de doch
ter van' ben.
In 1974 studeerde Ineke Ludik
huize theologie in Utrecht.
De keuze voor theologie, zegt
ze, had alles te maken met haar
orthodox-hervormde opvoeding
en de rebelsheid die daardoor
ontstond. Al jong zette ze vraag
tekens bij sommige dogma's uit
haar geloof.
„Ik zag altijd behoorlijk op te
gen de tijd voor Pasen. Dan
kreeg je weer al die verhalen
over Jezus en hoe erg dat lijden
was. Dan dacht ik steevast:
eens over nadenken. Tot aan de
dag van vandaag zie ik dat veel
mensen nog steeds vervelend
kunnen reageren als je op een
andere manier gelooft dan zij."
„Ik ben tot de ontdekking geko
men dat geloof voor mij vrijheid
is. Je moet wel willen nadenken
over de regels, maar die niet aan
anderen willen ppleggen. Ook
wil ik nadenken over wat de bij
bel mij te zeggen heeft, maar ik
wil dat vooral niet te letterlijk
nemen. Er zijn nu eenmaal meer
vragen dan antwoorden en dat
is niet erg. Wat de zin van ons
bestaan is en of er een hierna
maals is, vind ik niet interes-
sant. Voor mezelf hak ik de gro
te vragen over De Zin Van Het
Leven liever in stukjes, zo van:
'Heb ik vandaag een zinvolle
dag gehad', of: 'Heeft dit of dat
project zin gehad.' Zo denk ik
ook over het einde van het le
ven. Tegen de tijd dat het daar
is, heb ik misschien geen idee,
maar misschien ook wel. Voor
mij gaat geloof over hoe wij hier
met elkaar leven en niet over
hoe we hierna leven.
Het geloof staat zonder meel
centraal in mijn leven en ook bij
Wim. Het is een onderwerp
waar wij veel en graag over pra
ten. We leerden elkaar kennen
op de redactie van wat toen Her
vormd Utrecht heette. Ook hij
heeft die weg afgelegd naar een
vrijzinnige manier van denken
en geloven."
„Wat mijn werk betreft, heb ik
uiteindelijk gekozen voor be
stuurlijke functies, want tijdens
mijn studie theologie kreeg ik
zo'n afkeer van de kerk dat ik
dacht: 'Jongens, de groeten.' Nu
ben ik inmiddels weer zo ver,
dat ik terug ben gekeerd, maar
predikant zou ik nooit willen
worden. Ik heb andere talenten,
ben vooral een manager, dus
achteraf gezien is het goed dat
het zo gelopen is. Met Passage
zijn we bezig - nu onze subsidie
wordt stopgezet - om met ande
re plattelandsvrouwenorganisa
ties na te denken over hoe we
slim kunnen samenwerken. Die
organisaties zijn nog sterk ver
zuild en als je die allemaal sa
menvoegt, kom je op een hoop
leden."
Versloffen
„Dat er nu in Nederland veel tu
mult is over het moslimgeloof
vind ik een voordeel. Het bete
kent dat het geloof weer op de
agenda staat. De christenen heb
ben het totaal laten versloffen,
alsof het een soort taboe-onder
werp was, waar je het vooral
niet meer met elkaar over moest
hebben. Hele generaties groeien
nu op die er niets van weten en
geen idee hebben waar bepaalde
uitdrukkingen, een denkwijze,
het ritme van het leven of som
mige cultuuruitingen vandaan
komen. Dat is jammer, want het
is leuk als we met elkaar onze
geloofsuitingen kunnen.delen,
zoals we nu allemaal kerstfeest
vieren; dat zou ook zo moeten
gebeuren met het suikerfeest.
Want de starheid in de leer is
eng. Daarom ben ik vrijzinnig
en blijf ik in de kerk, omdat ik
vind dat ik dat geluid moet la
ten klinken.
Dat is ook mijn drijfveer om me
in te zetten voor Passage, want
ik vind dat veel meer vrouwen
hun stem moeten laten klinken.
foto Inge van Mill/GPD
Natuurlijk wordt me vaak ge
vraagd waarom wij uitsluitend
met vrouwen onder elkaar wil
len zijn en of dat niet erg uit de
tijd is. Nou nee, want vrouwen
zijn op die manier vrijer. Ik
merk het ook als een van mijn
afdelingen Wim als spreker
vraagt; dan verordonneert hij
onmiddellijk dat mannen wel
mogen komen, maar niks mogen
zeggen. Zo komen de vrouwen
tenminste aan het woord.
We moeten die ontwikkeling
van vrouwen blijven stimuleren,
want helaas is de invloed van
vrouwen op onze maatschappij
nog te gering. Mijn droom is dat
vrouwen plekken blijven zoeken
waar ze met elkaar praten over
hun eigen levenskeuzes en hoe
zij willen dat de maatschappij
er uitziet.
Mannen doen dat veel beter, die
zijn altijd bezig de zaken in him
leven goed te regelen. Daar kan
ik dan zelf een voorbeeld aan ne
men, want Wim maakt zich er
heel druk over om mij goed ach
ter te laten. Dan denk ik wel
eens beschaamd: 'Wat regel ik
eigenlijk voor hem?' Ja, ik heb
een testament, dat is alles. Daar
om is het dus zaak dat we ook
als vrouwen de dingen eens be
ter gaan aanpakken."
Margriet Hunfeld
/Todder, gras, kuilen, zon, zweet en blo-
Ltemannenbenen. Zodra de klok een
rvooruit gaat, komen de échte parkvoet-
Iers uit de kast. Iedereen doet het, van
[grafisch ontwerper tot de schaker. Geen
pijnen, geen scheidsrechter, geen twee
fsr45 minuten met blessuretijd. Héérlijk!
in ode aan het zomeravondvoetbal. „We
ibben hier het ziekenhuis aan de over-
Het Rotterdamse Vroesenpark is het Nou Camp voor de parkvoetballers; het veld is groen, redelijk egaal en er zijn weinig obstakels als
drollen en takjes. foto Willem v.d. Polder/Cor Vos/GPD
groen, redelijk egaal en er zijn weinig obsta
kels als drollen en takjes. Alleen cle tiendui
zenden toeschouwers ontbreken.
Op 'veld 1' wordt de hoofdwedstrijd ge
speeld: zes tegen zes. 'Veld 2' begint met
een ongelijke strijd: twee tegen drie.
In de parkteams loopt van alles rond: veel
blanke studentikoze typjes, tropische ver
rassingen, Marokkanen en af en toe een spe
ler van middelbare leeftijd. We zien broek
jes, shirts en schoenen in alle soorten en ma
ten, soms met tenenkrommende kleuren
combinaties. Professionele shirts (Barcelo
na, Fiorentina, Manchester United, Sparta
en Feyenoord), polo's, T-shirts, sportbroek-
jes, strandshorts, professionele Nike-kicks
met noppen en witte gympies. Het enige dat
bij iedereen uniform is, zijn de afgezakte
kousen en het ontbreken van scheenbescher
mers. In deze kleurrijke brij gaat de witte
bal van voet naar voet. Wie bij wie hoort op
veld 1 is voor toevallige passanten een raad
sel. Trouwens, de eerste onwennige minu
ten na het vormen van de teams weten de
voetballers ook niet altijd naar wie ze de
bal moeten spelen.
Na enig oberserveren blijkt dat de witte
shirtjes - of iets wat daarop lijkt - spelen te
gen alles wat zeker niet wit is. 'Niet-wit'
rukt voortdurend op richting het vijandelij
ke doel, maar kans op kans wordt ver
prutst. En dan geldt de oude voetbalwet
dat het slim counterende 'wit' aan de ande
re kant er wél lustig op los scoort. De bal
verdwijnt herhaaldelijk tussen de twee tas
sen.
Op veld 2 zijn ze met minder mensen, maar
de attributen zijn professioneler. Hier zijn
van pvc-buizen kleine doeltjes gemaakt. Bij
de eerste de beste bal tégen het doel valt de
ingenieuze constructie in drieën uiteen,
maar de reparatiepauze wordt dankbaar ge
bruikt om even op adem te komen.
Jochem de Swart, Jochem Huijsmans, Cor
Rops, Remko Weijers en Rik Prins zijn vas-
te bespelers van het Vroesenpark. Al meer
dan tien jaar. Na het werk naar het park,
voetballen en daarna pasta bunkeren.
Parkvoetbal leent zich niet voor mooi spel
en uitgebreide analyses. Er wordt met een
grenzeloos enthousiasme getikt, maar spel
systemen zijn nauwelijks te ontdekken. Je
hebt een meevoetballende doelman (vliegen
de keep) en een luie spits - meestal degene
met de slechtste conditie - die afvallende
balletjes afwacht.
In het park gelden ook (bijna) geen regels.
Een tikje tegen de enkels of schenen wordt
morrend geïncasseerd. De meeste blessures
ontstaan doordat een speler zich verstapt
in een van de verraderlijke kuiltjes. Geen
hinderlijke onderbrekingen door een
scheidsrechter. Natuurlijk wordt er soms
heftig gediscussieerd. Is die bal nu wel of
niet achter, is het nu wel of geen vrije trap,
en is die bal nu wel of niet via de denkbeel
dige binnenkant van de paal het doel in ge
gaan?
Hoewel het deze avond niet echt zomers is,
laten de parkvoetballers zich niet afschrik
ken door de donkere wolken. „We hebben
zelfs een keer even in de bosjes geschuild
tot de bui over was!
Het Park is voor échte mannen, vinden
Jaap, Nils, 'Pino', Jurgen, Joost, Dennis,
Daniel en Alex. „We zijn niet van suiker."
Dit stel jonge voetbalhonden is reeds uitge
laten. Na 2,5 uur ballen genieten ze na in
het gras van Het Park bij de Euromast; „Je
bent net te laat! Hoeveel het geworden is?
We houden de stand nooit bij."
Deze vriendenclub doet het al jaren in Het
Park. Zodra de zomertijd ingaat, gaan ze
naar buiten; tijdens de wintertijd voetbal
len ze in verschillende zaaltjes. Het begon
ooit met enkele horecamedewerkers en ont
werpers van bedrijven in de buurt die gere
geld met elkaar afspraken. Het is uitge
groeid tot een traditie.
„Dit is lekker relaxed, gezellig en ontspan
nen. Er kunnen tenminste slidings worden
gemaakt. Het Vroesenpark hebben we wel
eens geprobeerd, maar dat was niks. Ze had
den er toen net geulen getrokken."
Niet dat het gras van Het Park nu zo prach
tig is, integendeel. Het zit vol hobbels en
kuilen, en vanavond heeft de bal twee keer
in de vijver gelegen. „We hebben ook altijd
meerdere ballen bij ons. We hebben wel
eens blessures, maar we hebben hier het zie
kenhuis aan de overkant. Trouwens, kan
dat veld hier niet eens egaal worden ge
maakt?"
Een ander hinderlijk obstakel zijn de barbe
cuende recreanten in het park. Soms plan
ten ze him braadstel midden in het speel
veld. „Kunnen ze het barbecuen hier niet
verbieden tuissen 7 en 10 uur 's avonds? Oh
ja, en we willen ook graag meer dames er
bij. En laat die Gullit nu maar komen!"
Tonny van der Mee