Klavertje vijf brengt ongeluk Elke dag even naar de beuse Nieuwe raadkaart Pas nao tienen vaoren ze mee twi booten c^EK\ dinsdag 19 juli 2005 Aardbeiklaver foto Het Zeeuwse Landschap Het mooie weer lokt ons naar buiten. Buiten eten, buiten koffie drinken, buiten spelen of buiten een boek lezen. Of we zitten ge woon lekker, zonder iets te moeten doen. De stoelen zijn op het terras of het gras in de tuin gezet, of ze staan op de camping. De stenen ondergrond van het terras biedt stabiliteit. Maar het gras is ook een goede onder grond. Zelden bestaat een grasveld louter uit gras. Di verse gewenste en onge wenste plantjes maken de grasmat dicht. Bijvoorbeeld mos, boterbloemen of kla vers. Wie tijd heeft voor enig speurwerk vindt mis schien wel een klavertje vier. Da's geluk! Het feit dat een klavertje vier symbool staat voor ge luk, dateert al van rond'het jaar 400. In Schotland werd een jongen geboren die later bekend zou staan als St. Patrick. Op oudere leeftijd probeerde hij in Ierland het christendom te ver spreiden, maar dat bleek niet zo makkelijk. De Ieren toonden geen begrip voor de heilige drie-eenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest. Het was de na tuur die de heilige drievuldig heid symboliseerde in het klaver tje drie. Toen de Ieren zich lang zaamaan tot het christendom be keerden, werd het klaverblad hun gelukssymbool. Een klaver tje vier was een nóg groter ge schenk van de natuur. Maar, zo als overal, geldt ook hier dat aan een overtreffende trap gren zen zitten. Een klavertje vijf brengt ongeluk. Het klavertje drie komt tot ui ting in de naam van de plant. De planten die behoren tot het geslacht klaver, dragen de La tijnse naam trifolium. Tri bete kent drie en folium betekent 'bladig'. Wereldwijd omvat het klavergeslacht ongeveer 240 soorten. In Nederland zijn er dertien vertegenwoordigers. De bekendste zijn de witte klaver, de rode klaver, de aardbeiklaver en de ruwe Mayer. Ook de draad klaver behoort ertoe. Het is een typische bewoner van het kust gebied en daarom een soort waar Zeeland trots op kan zijn. Alle Mavers hebben een penwor- tel zodat ze goed verankerd zijn in de grond. Het lijkt alsof ze een mooi rond bloemetje heb ben, maar wie goed kijkt, ziet dat zo'n bolletje bestaat uit alle maal kleine bloemetjes. Het bol- letje wordt een bloemhoofd ge noemd. Ieder afzonderlijk bloe metje heeft een langwerpige vorm. In de late zomer verdort het bloemhoofd. Dit valt er niet af en beschermt zo de vrucht. De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In 'Natuurlijk Zeeland' doen medewerkers van deze stichting verslag van wat er speelt in de Zeeuwse na tuurgebieden: onverwachte vondsten en bijzondere ge dragingen passeren weke lijks de revue. En natuur lijk ook de successen en mislukkingen in het be heer. Dat is een soort nootje, dat dooi de wind verspreid wordt, De rode en de witte klaver zijn de bekendste soorten. Hun na men verraden het opvallendste kenmerk. Beide soorten komen zeer algemeen voor, onder ande re in wegbermen, hooiweilan- den en gazons. De blaadjes van de rode klaver hebben v-vormi- ge witte vlekken op de blaadjes. Omdat de blaadjes altijd per set van drie aan een steeltje zitten, 'vertellen' zij hun toepassing: Voer Voor Vee. De rode en witte klaver zijn geliefd en gezond voedsel voor vee. Al in de oud heid was de rode Maver als vee- voederplant in cultuur. Vanwe ge de vele andere voedselbron nen behoren de vroeger algeme ne Mavervelden grotendeels tot het verleden. Een vlinder waarvan de rups voornamelijk leeft op Mavers is de bruine daguil. Het is een goudbruine, fraai gebaande vlin der met een spanwijdte van on geveer drie centimeter. Anders dan de meeste uilvlinders vliegt deze soort overdag. Een andere typische bewoner van de Ma vers is, de naam zegt het al, de klaverbladgalmug. De larve leeft in de vouw van een dichtge- Mapt blaadje. De aardbeiMaver is minder be kend, maar niet minder herken baar dan de rode en witte kla ver. Tot in het begin van de bloei lijkt de plant veel op de witte klaver. Maar in bloei lijkt het vruchthoofdje op een aard- bei. Echter, wie kritisch Mjkt, vindt meer overeenkomst met een framboos. Een ander voorkomend ge slacht, naast de 'gewone' klaver, is de rolklaver. De planten beho rend tot deze soort hebben de Latijnse naam Lotus. Ze zijn herkenbaar aan het feit dat ze vijftallige blaadjes hebben. Een derde geslacht planten, die in de volksmond ook bekend staan als klavers, is het geslacht honing- klaver. Hiertoe behoren de in Nederland bekende soorten wit te-, akker- en gele honingMa- ver. Deze soorten worden graag bezocht door honingbijen. Van wege het feit dat ze lang bloeien, zijn ze een goede en langdurige nectarbron. Een vierde soort Maver is de rupsklaver, met als Latijnse naam Medicago. Daartoe beho ren onder andere de hopMaver, de sikkelMaver, de gevlekte en de kleine rupsMaver en luzerne. Carolien van de Kreeke Twee vrouwen zitten gezellig te praten bij de ingang van de boot, bij de wachtruimte in Breskens. Het is nog rustig. Er staan nog maar een paar auto's op de parkeerplaatsen en van een boot is nog niets te zien. Hie docht zeker ook, zegt één van de dames, dat 'r al 'n bööt zou vaoren, mao die binnen d'r pas om kwart over tiene ee. In derdaad had ik dat gedacht en met mij natuurlijk nog meer mensen. Hét is midden in het sei zoen en dan is het best druk op de boot. Nêê, zegt één van de vrouwen die zeker uit het Land van Cadzand komt, nêê, dan is 't 'r volk op de bêên en dan vaoren ze pas nao tienen mee twi bóó ten. Wudder waoren van plan om nao Vlissiengen te gaon wienkelen. Amme dao geweeten 'aon, dan waoren me deu de tun nel gereejen ee? Haar vriendin knikt. Intussen komt er een lijnbus aangereden. Twee passagiers ko men eruit en haasten zich naar het loket van de boot. Een vader met z'n zoon, denk ik. Ongetwij feld mensen uit een ander deel van Nederland, die straks de trein in Vlissingen proberen te halen. Met hun koffers en tassen wurmen ze de trap op. Vooral de oude man 'eit 'r z'n bos an. On wennig kijken beiden rond in de wachtruimte en lezen de bordjes en de tarievenlijst. En er valt daar wat te lezen. Maar... wan neer de boot vaart of liever ge zegd, niet vaart, is maai* moei lijk te vinden. Een man en vrouw in een blauw uniform verkopen de kaartjes en staan de twee toeristen te woord. Weer komt het verhaal tevoorschijn, dat de volgende boot pas over een half uur zal vertrekken. De twee met de zwa re tassen en koffers Mjken me kaar vertwijfeld aan en begin nen te discussiëren over de aan sluitingen in Roosendaal en Rot terdam. Dan gaan ze naar bui ten en zoeken een koel plekje in de schaduw. Ze pakken elk een pakje sap uit hun rugzakje en zuigen rustig het pakje leeg. Te vreden Mjken ze rond. Zonder nog een woord met mekaar te spreken. Tassen en koffers staan een eindje verderop. De jongste kijkt op z'n horloge en zegt een paar woorden tegen de oudere man. Die knikt. Dan staat de jongste op, pakt de lege pakjes en brengt die naar de prullen bak in de wachtruimte. Daar loopt hij naar de vrouw in het blauwe uniform en vraagt iets aan haar. Ze wijst in de richting van Vlissingen. Die most het ze kere voor 't onzekere weten ze ker, denk ik, en daorom vroeg tie nog maor 's vaneigen. Opge wekt stapt hij op de oude man terug: Noe ei tie wellicht de bóót gezien en da gaot ie dien ouwen zeggen. Da kan nii missen. Intussen is er bij de twee vrien dinnen een sportieve wielrenner aangeschoven. In zijn sappig Brabants dialect vertelt hij, dat de familie een weekje in Bres kens heeft gezeten en dat ze nu op pad zijn naar Tiel. Hij op de racefiets, Dan binne hie nog nii thuus joengen, zegt één van de vriendinnen. Het blijken 170 ki lometers te zijn. En je vrouwe? 'Oenêêr kom tie dan? De ama teurwielrenner vertelt dat die nog een morgentje in het huisje aan het werk is, samen met doch terlief om alles op orde te ma ken. A ma hie bin ook 'n schöönen: hie gaot 'r vandeu en zudder kunnen de rotzooi an kant doen. Onze sportman gaat er niet op in. Het wachten is nog altijd op de boot. Een gezin met drie kleine kinderen komt binnenwande len. Moeder heeft het fototoestel in de aanslag. Vóór de trappen van het gebouw wordt halt ge houden. Die gaon nog 's even 'n verkansiefoto maoken, zegt één van de vriendinnen, die blijk baar de spraokzaomste is. De kindertjes worden naast mekaar gezet en moeder gaat erachter staan. Pa knipt en de foto is ge maakt, Dan gaan ze de trappen op. Vooral de oudste heeft er ple zier in. Met grote stappen pro beert ze telkens een tree over te slaan. Als ze boven is, draait ze zich om en komt met even grote stappen omlaag. Tot ze weer be neden is. En dan weer omhoog. Kinders maoken overa 'n sport van, denk ik. Kaartjesknipper Als ik even later door de contro le de boot op ga, staan de drie kinderen met hun ouders bij Pa trick de kaartjesknipper. Eén voor één gaan ze weer op de foto als hun kaartje wordt geknipt. En de oudste - van het springen op de trappen - knipt zelf haar kaartje. Da's vast een bijdehan- tetante. De twee vriendinnen komen aan gestapt. Schööne ee, hoor ik ze tegen mekaar zeggen. Als de kaartjes geknipt zijn, gaat het richting boot. 't Is daorom druk 'óór, hoor ik iemand achter me zeggen. Jao, wa dienke je we. 't Is midden in 't seizoen. Dan is 't 'r wa volk op gang 'óór. Het blij ken de twee vriendinnen te zijn. Onze man uit Tiel schiet naar vo ren. Die moe natuurlijk voo de finish van de Tour vanmiddag thuus ziin, denk ik, maor of ta sa lukken? Maor ier is tie bie êên van d'êêste op de bööt. Rinus Willemsen Onmiskenbaar de oude veer haven van Bruinisse, schrijft M. van der Maas-de Korte uit Zierikzee over de raadkaart van vorige weèk. „Het gedeelte waar gelost en ge laden werd. Het huis is het Veer huis, met mogelijkheid tot lo gies. Rechts een stukje van het kleine beursje en erachter de grote beuze. In het kleine beus- je - eigenlijk maar een afdakje - kon men schuilen, evenals in de grote beuze." Volgens deze inzender hebben de inwoners van Bruinisse - Bruenaren - van alles te bespre ken. „Elke dag even naar de beuse. Heden ten dage staat er nog een beusje, nu op de Noord- dijk. Vaag op de achtergrond de scheepswerf van de firma Van Duivendijk. Kinderen uit die tijd liepen altijd op de haven of op de dijk. Er was altijd wel wat te beleven." J. Pleune uit Bruinisse merkt op dat de raadkaart precies op het juiste moment verscheen, vlak voor de jaarlijkse mosselfeesten in het vissersdorp (overigens een toevallige samenloop van omstandigheden). „Dat zal het mosselfeestcomité wel kunnen waarderen." Pleune wijst erop dat café 't Veerhuis nog het eni ge bestaande gebouw is, ten op zichte van honderd jaar gele den. „Het andere gebouw is on langs gesloopt", weet D. van Wolferen uit Bruinisse. De vis sersboot op de voorgrond komt uit Bruinisse zelf; het nummer is niet te lezen." C. van Weele-de Koning uit Ter- neuzen dateert de raadkaart om streeks 1904. „De havenkade was de plaats waar de landbou wers hun producten aan de beurtschippers afleverden. Op de voorgrond de boot van een beurtschipper. Op de achter grond het Veerhuis, café annex herberg. In die tijd werd het geëxploiteerd door mijn over grootouders, de familie Pad mos. Het bestaat nog steeds als café. Op een gravure uit 1745 is het Veerhuis al te zien, maar het had toen nog een andere vorm." Ook deze inzender wijst op het beursje. „Ernaast het pakhuis van beurtschipper Schilperoort." C. P. Fase uit Sint-Annaland en C. F. Stevense uit Middelburg, vaste leveranciers van informa tie, duiken in de geschiedenis van het dorp. Dat ontstond door bedijking van de schorren beoosten Duiveland door Adriaan van Borssele in 1468. Het dorp werd gesticht door zijn weduwe Anna van Bourgon- dië en haar tweede echtgenoot Adolf van Kleef. Het dorp heeft een halve ring om de kerk - ge bouwd in 1467 en afgebroken in 1945 - en een straat naar de ha ven. Ook voor Bru geldt dat het werd achtervolgd door rampen, zoals inundatie, oorlogen en stormvloeden, de laatste in 1953, stelt Fase. Berucht is die van september 1911. „Doordat de havendam wegsloeg, raakten de mosselschepen op drift. Van de 160 boten liepen er meer dan 100 zware schade op." Fase noemt ook het pakhuis van de gebroeders Schilperoort, dat in 1953 een grote rol speelde. „Op het moment dat het woeste zee water Bruinisse dreigde binnen te stromen, was het pakhuis vol gestouwd met steenkolen. Zo vormde het een massief blok te gen het water. Was het leeg ge weest dan was het ongetwijfeld weggespoeld en was Bruinisse veel erger door het water getrof fen." Inzender Stevense situeert het Veerhuis aan de Oudestraat en hij geeft naast Leendert Pad mos als exploitanten A. Hoek (tevens veerman) en C. Jumelel. „Van hier vertrokken de veer schuiten naar onder meer Sint-Annaland, Oud-Vosse- meer en Herkingen. De am- bachtsheerlijke veerrechten wa ren oorspronkelijk eigendom van jonkheer Paulus van Herts- beeke, koopman te Antwerpen en ambachtsheer." De in 1657 gebouwde handels beurs werd in 1959 als gevolg van de verbreding van de Oude straat afgebroken. Beurtdien sten waren er op Zierikzee, Dor drecht en Rotterdam. Behalve Schilperoort waren bekende beurtschippers J. van den Berge en L. Bouwens. Volgens Ste vense zijn er op de raadkaart di verse beurtschepen te zien, even als vissersboten met het kente ken Bru. Rinus Antonisse De waardebonnen zijn voor: T. C. Gebraad, Bruinisse, E. Zwart-van der Blom, Middel burg en A. J. Eckhardt, Yerse- ke. Het is vakantietijd. De raadkaart uit de collectie van Hans Lindenbergh is er een van een plaats waar het dan veel drukker is dan anders. Om wel ke plaats gaat het? Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn welkom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 23 juli worden gestuurd naar: Redactie PZC, post bus 31, 4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl (graag adres erbij vermelden). Onder inzenders van een goede oplossing worden drie waardebonnen verloot.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 20