Op de wallen van Goes
groeien vreemde bomen
PZC
Vogeltrek blijft een raadselachtig verschijnsel
ONDERWEG
dinsdag 5 juli 2005
Omstreeks 1417 kreeg
Goes het privilege 'de
stad te vesten'. Eerst wer
den als verdedigingswerk al
leen grachten aangelegd, in
de zeventiende eeuw kwa
men er aarden wallen bij.
De resten ervan vormen een
fraai voorbeeld van natuur
en landschap in de stad. Te
danken aan tuinarchitect
L.A. Springer (en de ge
meentelijke plantsoenen
dienst), die veel verschillen
de en bijzondere boomsoor
ten plantte. De wandelroute
Bomen op de wallen van
Goes vertelt erover.
Ze stelt zich bescheiden op.
Maaike de Wilde van het
IVN de Bevelanden, vereniging
voor natuur- en milieueducatie,
vindt dat ze van bomen niet zo
gek veel afweet. Ze is ze in de
loop van de tijd wel steeds meer
gaan waarderen. „Het mooie
van bomen is dat ze bescher
ming bieden, sierwaarde heb
ben en zorgen voor zuurstof. En
als ze doodgaan, geven ze alles
weer terug aan de aarde."
Ze voegt er meteen aan toe dat
het misschien wat al te filoso
fisch klinkt. „Ik heb ze nog niet
omhelsd hoor", lacht Maaike.
Samen met Désirée Theodorou
stelde ze de nieuwe uitgave van
de wandelgids Bomen op de wal
len van Goes samen, uitgegeven
ter gelegenheid van de viering
van het 600-jarig bestaan van
de stad Goes. Toepasselijk,
want de wallen zijn historische
overblijfselen, die de sloopwoe
de van vele generaties Goese be
stuurders deels wisten te weer
staan.
Op herhaling
Met de samenstelling van de
gids is Maaike de Wilde op her
haling gegaan. Al eerder ver
scheen van haar hand (samen
met Ella van der Laan) een be
schrijving van de bomen op de
Goese wallen. „In het kader van
mijn opleiding tot natuurgids
heb ik me in bomen verdiept. Ik
was al toeristisch gids, maar ik
voelde me tekort schieten op het
gebied van natuur en land
schap. Bij het maken van mijn
werkstuk kreeg ik veel steun
van de natuurhistorische vereni
ging de Bevelanden. Het resul
teerde in 1997 in een boekje."
Bij de verschijning was de in
houd al achterhaald, vertelt
Maaike.
Uitgerekend op de dag van de
presentatie werden drie indruk
wekkende bomen langs de vest
aan de Jacob Valckestraat door
een storm ontworteld. Daarna
verzamelde ze nieuwe feiten
over het groen op de wallen en
vergaarde ze meer kennis over
bomen. Alle aanleiding voor een
nieuwe uitgave, waarvoor ze sa
men met de nieuwe natuurgids
Désirée Theodorou de ongeveer
twee kilometer lange route vele
malen afliep.
De mooiste boom is voor haar
een grootse bruine beuk, halver
wege de Oostwal. Maar ook de
Anna Paulownaboom achter de
bankjes waarop sinds jaar en
dag verliefde stelletjes nader
kennismaken, mag er zijn, stelt
Maaike. „Die is in het voorjaar
tijdens de bloei om zijn mooist.
Je ziet dan een paarse boom met
grote, kelkachtige bloemen, die
echt lekker ruiken. De zaaddo
Oostwal, Goes.
zen zijn snavelvormig. Er staan
ook verschillende tulpenbomen
die fantastisch mooi bloeien."
Het bijzondere van de bomen op
de wallen is volgens haar de
enorme verscheidenheid aan
soorten. „Heel veel uitheemse
soorten en een enkele inheemse
boom, zoals de es en de beuk,
maar dan vaak als variëteit. Op
merkelijk zijn ook de berkpopu
lieren, die behalve de lange, iets
kleverige knoppen, niet veel op
de algemeen bekende populier
lijkt." De Wilde heeft de indruk
dat er tegenwoordig meer in-
dan uitheemse soorten toege
past worden. „Het is geen mode
om exoten te planten, maar hier
op de stadswallen vind ik het
wel mooi."
Plantsoenaanleg
Het was in 1919 toenmalig direc
teur gemeentewerken
F.G.C. Rothuizen die voorstelde
aan de bekende tuinarchitect
Springer een plan te vragen
'voor een geheel nieuwen plant
soenaanleg'. De iepziekte had
danig huis gehouden en het was
een aardig werklozenproject.
De Wilde: „De iepen werden ge
kapt en met het geld werden
nieuwe bomen gekocht. Er was
nog genoeg over voor een hek en
bomen rond de kerk."
foto's Willem Mieras
gen. Dit jaar heb ik bewust ge
zien op hoeveel verschillende
manieren de paardekastanjes
bloeien, er staat zelfs een geel-
bloeiende. Juist in de winter is
het ook heel leuk. Rode knopjes
aan de linden, grote, kleverige
knoppen aan de paardekastan-
je. Voor mij is dat altijd een ge-
rustelling: het is alvast voor vol
gend jaar. De cyclus gaat door.
Een boomjaar begint en eindigt
met knoppen."
De bomenroute vangt aan bij
het beeld van Ceres, Romeins go
din van de vruchtbaarheid op
de Dam en voert de wandelaar
via'de Valckestraat en Oostwal
naar de Mathheus Smallegan-
gesbuurt en de Westwal, om te
eindigen op het Ravelijn de Gre
nadier. De wandeling kan mak
kelijk zelfstandig worden gelo
pen, maar het IVN de Bevelan
den wil ook rondleidingen met
gids voor groepen gaan organise
ren (zie ivn@zeelandnet.nl).
Rinus Antonisse
Bomen op de wallen van Goes.
Samenstelling Maaike de Wilde
en Désirée Theodorou, fotogra
fie Albert Boonman en Janneke
Huijs, illustraties Sander Lilipa-
ly. Uitgave gemeente Goes, prijs
2,95.
Stichting Het Zeeuwse Land
schap (HZL) heeft voor mor
gen een excursie georganiseerd
in het Verdronken Land van
Saeftinge. Vertrekpunt: bezoe
kerscentrum aan de Emmaweg
4 bij Nieuw-Namen (0114-
633110). Vertrektijd: 9.30 uur.
Kosten: 5,-, kinderen van 10
tot 16 2,50, donateurs van
HZL gratis.
Ook in de Verdronken Zwarte
Polder bij Nieuwvliet-Bad
houdt Het Zeeuwse Landschap
morgen een excursie. De wande
ling over het schor met struwe
len en zilte plantensoorten be
gint om 19.30 uur bij het par
keerterrein tegenover Fritura
't Gemaal, aan de Zeedijk bij
Nieuwvliet-Bad. Kosten: 2,-,
kinderen tot 16 jaar 1,-, dona
teurs van HZL gratis.
Het Zeeuwse Landschap houdt
donderdag een volle-maan-wan-
deling op Neeltje Jans. De excur
sie begint om 22.00 uur op de
parkeerplaats, bij het startbord
van Het Zeeuwse Landschap/-
Natuurmonumenten. Kosten:
2,-, kinderen tot 16 jaar 1,-,
donateurs van HZL gratis.
Donderdag wordt in natuurge
bied Het Zwin een excursie ge
houden onder leiding van een
gids van Het Zeeuwse Land
schap. De wandeling door dit
duingebied met strand, schor en
struweel begint om 10.00 uur bij
het bezoekerscentrum aan de
Gerrit van Hoekestraat 2, tus
sen Retranchement en Cad-
zand-Bad. De tocht duurt onge
veer 2,5 uur. Kosten: 3,50, kin
deren tot 16 jaar 2,-, dona
teurs van HZL gratis.
IVN houdt donderdag vanaf
19.30 uur een natuurwandeling
langs duinen en strand bij Zou-
telande. Vertrekpunt is het
speeltuintje op de dijk. Dit is te
vinden via de Duinweg en op
gang 't Martgat of via de tr,ap in
het dorp en dan ongeveer hon
derd meter richting Dishoek lo
pen. Deelname is gratis. Meer
informatie: 0118-561475.
Vereniging Natuurmonumenten
houdt zaterdag een excursie
over de bloemdijken van
Zuid-Beveland. De wandeling
begint om 13.30 uur bij het be
zoekerscentrum van de Zeeuwse
schaapskudde aan de Nieuwka-
merseweg 3 tussen Heinkens-
zand en Nisse. Kosten 7,-, kin
deren t/m 12 jaar 2,-, leden Na
tuurmonumenten en stichting
Zeeuwse Schaapskudde 4,-.
Aanmelden bij het bezoekerscen
trum (0113-655268).
Op Neeltje Jans wordt zondag
een excursie gehouden over het
onderwaterleven in de Ooster-
schelde. De excursie bestaat uit
een wandeling over het eiland
en het bekijken van aquaria
waarin duikers hun vangsten to
nen. De excursie begint om
14.00 uur bij het bord Startpunt
natuurexcursies op de parkeer
plaats. Kosten: 2,-, kinderen
t/m 16 jaar 1,-, leden van een
Provinciaal Landschap en Na
tuurmonumenten gratis. Meer
informatie: 0113-569110 (HZL).
Maaike de Wilde: „Het mooie van bomen is dat ze bescherming bieden, sierwaarde hebben en zorgen
voor zuurstof. En als ze doodgaan, geven ze alles weer terug aan de aarde."
Zoals ook in steden als Breda en
Deventer is te zien, hield Sprin
ger van 'vreemde' bomen. Daar
mee was de basis voor de huidi
ge beplanting gelegd, al is er in
de afgelopen tachtig jaar wel
het een en ander veranderd. Bij
het bomen planten werden ook
schoolkinderen ingeschakeld,
weet Maaike. „De paardekastan
jes aan de Oostsingel werden in
1928 door bijna driehonderd
schoolkinderen geplant. Een
vroege voorloper van de huidige
boomfeestdag."
De bomen op de wallen zijn
haar in alle seizoen even lief.
„Je ontdekt steeds nieuwe din-
Tweemaal per jaar wordt het
Europese luchtruim be
volkt door miljarden vogels, zo
wel overdag als 's nachts. Som
mige trekken niet ver en blijven
in Europa, naar andere reizen
naar Afrika of zelfs tot bij het
met ijs bedekte Antarctica.
Met die mededeling opent het
boek De Grote Trek van Guil-
hem Lesaffre. Een indringend,
uitvoerig, verhelderend en zeer
fraai geïllustreerd overzicht van
de vogeltrek in najaar en voor
jaar, met aandacht voor routes,
pleisterplaatsen en voortplan
ting. Ook wordt ingegaan op de
drijfveren van de trekvogels en
hun vermogen om (soms) enor
me afstanden af te leggen en
toch op de juiste plaats terecht
te komen.
De vogeltrek is een verschijnsel
dat, ondanks groeiende kennis
en hulpmiddelen (zoals satellie
ten) nog altijd met veel raadsels
omgeven is. Vogelaars zijn druk
doende die geheimen te ontrafe
len. Als weer een stukje van de
puzzel past, levert dat vaak fas
cinerende verklaringen op, die
welbeschouwd de mens maar
een zielig schepsel doet zijn ten
opzichte van de grote en kleine
vliegende nomaden.
De Nederlandse Delta is één
van de belangrijke onderdelen
in het wereldwijde netwerk van
de vogeltrek. 'De Zeeuwse Delta
is net als de Waddenzee een van
de West-Europese toplocaties
voor doortrekkende en overwin
terende steltlopers en watervo
gels', vermeldt het boek. Bres-
kens en Westkapelle zijn als
waarnemingsposten in Neder
land hoog genoteerd.
Over de mens gaat het door Na
tional Geographic uitgegeven
boek nauwelijks. Terecht staan
de vogels en hun uitgekiende ge
drag centraal. Of ze nu tien
gram wegen of een vleugelspan-
ning hebben van meer dan twee
meter - ze kunnen duizenden ki
lometers afleggen. Eén onweer
staanbare, mysterieuze drang
leidt tot de eb- en vloedbewe
ging van de vogeltrek, consta
teert Lesaffre.
Hoewel gebonden aan diverse
wetmatigheden, veranderen mi
gratieroutes en bestemmingen
in de loop van de tijd. Voor dat
gedrag is - soms meteen, soms
pas na veel onderzoek - altijd
een logische verklaring te vin
den. Bijvoorbeeld de beschik
baarheid van voedsel, het aan
wezig zijn van leefgebieden en
de klimaatsituatie.
Als met het vallen van de blade
ren in ons land de eerste ganzen
uit het noorden komen aanvlie
gen, is het najaar weer aangebro
ken. De najaarstrek is omvang
rijker dan die in het voorjaar.
Er gaan dan veel meer vogels op
de wieken. Het aantal Europese
vogels dat in Afrika overwin
tert, wordt geschat op vijf mil
jard, verdeeld over circa twee
honderd soorten. Dan gaat het
nog maar om ééntiende van alle
trekvogels wereldwijd.
De meeste trekvogels vliegen na
afloop van de nestperiode, waar
in voor de voortplanting is ge
zorgd, naar het zuiden. Vanuit
het hoge noorden tot in
West-Europa, vanuit die regio
naar de Middellandse Zee of ver
der naar Afrika, tot aan Kaap
stad toe. Deze afstanden van en
kele honderden tot vele duizen
den kilometers vallen onder de
zogenaamde wegtrek. Vogels
doen dat, omdat het weer ver
slechtert of er steeds minder
voedsel voorhanden is.
Een trekvogel die een bepaalde
streek passeert, en alleen stopt
om bij te tanken, wordt een
doortrekker genoemd, bijvoor
beeld de rosse grutto. Als hij
zich er in het koude seizoen ves
tigt, is hij een overwinteraar, bij
voorbeeld de gans. Na de winter
zetten de vogels koers naar het
noorden, naar de gebieden waar
ze zich hebben voortgeplant. De
ze beweging heet de terugtrek.
Dat de voorjaarstrek minder om
vangrijk is, heeft ermee te ma
ken dat uitputting, honger, onge
lukken, roofvijanden en de jacht
door de mens hun tol hebben
geëist. Het drukste deel van de
voorjaarstrek ligt in april en
mei. Voor de najaarstrek zijn de
eerste vluchtbewegingen al eind
juli waar te nemen en het gaat
door tot eind november. Vanaf
augustus is het in de lucht het
drukst. De vraag waarom trek
vogels zulke energieverslinden
de trektochten ondernemen, is
nog altijd niet met sluitende fei
ten te beantwoorden, ook al om
dat gegevens uit het verleden
ontbreken. Tot in de 19e eeuw
werd het verschijnsel van de vo
geltrek ontkend.
Ijstijden
Lesaffre houdt het erop dat de
ijstijden (waarvan de laatste on
geveer 15.000 jaar geleden ein
digde) een belangrijke rol speel
den bij het bevorderen van de
trek en de wetmatigheden. Door
het ijs werden vele vogelsoorten
voor eeuwen naar het zuiden ge
dreven. Toen de ijskappen smol
ten konden ze weer terug naar
het noorden, maar na de nestpe
riode verlieten ze die gebieden
weer vanwege de kou.
Maar het klimaat is niet de eni
ge factor, want ook een deel van
de vogels in tropische gebieden
vertoont trekgedrag. Het groot
ste raadsel noemt Lesaffre het
mysterie van de oriëntatie. Navi
gatie op de sterren (veel vogels
trekken 's nachts), zich richten
op de zon, herkenning van land
schappen, het magnetisch veld
van de aarde, waarneming van
trillingen en geluid: ze hebben
er alle mee te maken.
Ondanks alle vei'klaringen blij
ven er vragen. Voorbeeld: het
wonderbaarlijke gedrag van jon
ge koekoeken vindt Lesaffre
wonderbaarlijk. Ze vliegen uit
zichzelf van hun geboorteplek
in Europa naar tropisch Afrika
om te overwinteren. De ouders
zijn doorgaans enkele weken eer
der vertrokken. Hoe weten de
jonge koekoeken wat hun eind
bestemming is en welke route ze
moeten volgen?
Rinus Antonisse
De Grote Trek, vogelsoorten,
routes, pleisterplaatsen. Door
Guilhem Lesaffre. Uitgave Na
tionaal Geographic, in Neder
land via Uitgeverij Muntinga,
Amsterdam. Prijs 45,50.
Vogeltelpost bij Breskens. archieffoto Peter Nicolai