Sporen wijzen op een rijk verleden
Vlinders voelen zich thuis op populieren en wilgen
weerwoord
namen
Wandelen
langs
buitenplaatsen
Juli met
kouwelijk weer
brengt de boeren
in de weer
<bz J8U
Twee keer per dag liep
De Buck zijn ronde
door Veere. Een van de wei
nige dingen waar Jaapje
(zoals hij zijn hele lange le
ven genoemd werd) goed in
was. Hij begon om een uur
of zes 's morgens bij de slui
zen, hep naar de Campveer-
se toren. Vervolgens over
de kaai naar het bruggetje,
om direct daarna naar het
andere havenhoofd te lo
pen langs d' Ouwe Werf.
Daar stond hij dan even te
kijken. Naar het water en
d' overkant. Vanavond tus
sen 7 en 8 deed het nog een
keer.
Zo'n honderdzestig fami
lies De Buck geeft de Fami
lieatlas. Daarvan woont de
helft in Zeeland, vooral re
delijk verdeeld over Mid
den- en Oost-
Zeeuws-Vlaanderen en Wal
cheren. In Vlaanderen zit
ten er meer dan 1500.
'Waar ze vandaan komen,
is duidelijk, zou Jaapje
zeggen. Ondertussen is-t-ie
bij het bruggetje aangeko
men. Hij spuugt een paar
keer in het water, zegt 'zie
zo' en gaat verder.
Namen met een verschillen
de oorsprong kunnen er na
eeuwen hetzelfde uitzien.
Van vele De Bucken zal de
naam afgeleid zijn van het
bokkige dier, in
West-Vlaamse dialecten is
dat de buk. Daarvan zijn al
voorbeelden van omstreeks
1300. Misschien speelt hier
het karakter van sommige
dragers mee. Ook kan de
naam wel een beroepsnaam
geweest zijn, bijvoorbeeld
voor slachters. Er bestaat
echter ook een voornaam
Bokke, Boeke die voor veel
namen kan hebben ge
zorgd: de Boeks, de Boks
en nog veel meer. Sommige
van die namen kunnen uit
eindelijk ook De Buck zijn
geworden.
Jaapje de Buck is nu op de
terugweg. Als hij weer
thuis is, ligt de krant op de
mat. Het eerste wat hij zal
doen, is naar de familiebe
richten en de overlijdensad
vertenties kijken. 'Of 't er
een De Buck bie staet,
Lo van Driel
edactie bijlagen: 0113-315680
pzc.nl
BMgaBfflfe@PZC.nl
stbus31,4460 AA Goes
vertentie-exploitatie:
,en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Peuws-Vlaanderen: 0114-372770;
|*Jat,onaal: 020-4562500.
dinsdag 5 juli 2005
In de loop der eeuwen
moeten er vijfendertig
buitenplaatsen en landste
den in de polder Noordgou-
we rondom het huidige
Schuddebeurs hebben gele
gen. Een gigantisch aantal,
zeker als je dat afzet tegen
een eiland als - buiten-
plaatsgebied bij uitstek -
Walcheren. Een nieuwe
wandelroute voert langs
sporen die al dan niet na
drukkelijk wijzen op het le
ven der welgestelden in een
ver verleden. Op drie nog al
tijd bestaande buitenplaat
sen in het Schouwen-Duive-
landse Schuddebeurs wor
den bovendien rondleidin
gen georganiseerd.
Op buitenplaats Bleykzigt
aan de Donkereweg ligt in
de verte een groot landhuis ver
scholen in het groen. Het auto
matisch te bedienen toegangs
hek zit ingeklemd tussen twee
opgemetselde hekpijlers. Een
metertje daarvoor staan de in de
loop der jaren werkeloos gewor
den toegangspalen er nog altijd
sierlijk bij. De eigenaar van
Bleykzigt heeft ze laten staan en
draagt daarmee bij aan het in
dit gebied wonderlijk samenko
men van verschillende momen
ten in de tijd. Het is die beleving
die aanzet de route door buiten-
plaatsengebied Noordgouwe te
volgen. Ook al kost die wande
ling - over Kloosterweg, Donke
reweg, Heesterlustweg en Groe-
neweg - al snel een kleine drie
uur.
Zierikzeeënaar Sander den
Haan, archivaris bij het Zeeuws
Archief, stelde aan de hand van
onder meer oude kadastrale
kaarten de route samen in het
kader van het Jaar van het Kas
teel (en de Historische Buiten
plaats) 2005. Hij schetst het
beeld van een toentertijd la
waaierig en stinkend Zierikzee.
Waar smid en (scheepstimmer
man hun beroepen binnen de
stadsmuren uitoefenden en
waar de stank van bijvoorbeeld
de aan de Lange Nobelstraat ge
vestigde leerlooierijen bij warm
weer niet te harden moet zijn ge
weest.
Dat was een van de redenen dat
er landsteden werden gesticht;
van enig comfort voorziene boer-
dei'ijen waar welgestelde inwo
ners van het stadje vanaf het
laatste kwart van de zestiende
eeuw hun zomerse vertier kwa
men zoeken. Uit enkele van die
landsteden kwamen volwaardi
ge buitenverblijven voort. En er
werden nieuwe landhuizen neer
gezet, al dan niet met torentjes
op het dak en theekoepels in
parkachtige tuinen. Den Haan
kan er mooie verhalen over ver-
Buitenplaats Heesterlust bij Schuddebeurs. foto's Dirk-Jan Gjeltema
Het oude en nieuwe hek van Bleykzigt. Vijver met rijen leilinden tegenover buitenplaats Welgelegen.
tellen. Over het onwaarschijn
lijk statige Heesterlust, dat ech
ter - in verhouding - tamelijk on
diep is. De oorspronkelijke eige
naar heeft met die haast deco
rachtige bouw vermoedelijk wil
len imponeren, zegt de archiva
ris. Het vanaf de weg bezien al
zeer indrukwekkende terrein
was omstreeks 1810 slechts als
overturn van het aan de andere
kant van de weg gelegen Weel-
zicht in gebruik. Pas zeven jaar
later werd Heesterlust een zelf
standige buitenplaats en werd
het landhuis verhoogd en het
park uitgebreid. Of neem de bui
tenplaats Oud Schuddebeurs,
het huidige Zorgvlied, dat enke
le honderden meters van Hostel-
lerie Schuddebeurs ligt. De aan
wezigheid in Üe achttiende
eeuw van vleii keukens in dit ge
bouw duidt epop dat 'Schodde-
borsse' nog vérder terug in de
geschiedenis misschien wel de
plaatselijke hérberg is geweest.
Flarden historie
En zo liggen er veel intrigerende
flarden historie langs de weg. Al
dan niet diep weggestopt onder
de grond, want van lang niet al
le voormalige landsteden en bui
tenplaatsen zijn zichtbare res
ten overgebleven. Daar droeg on
der meer de ecènomische achter
uitgang in de Bataafs-Franse
tijd aan bij. Hooguit wijst een
naambord op eèn moderne gevel
- want ook wat dat betreft valt
er heel wat te zien langs de rou
te - op wat er ooit geweest is.
Daarnaast zijn er elementen in
het gebied teruggebracht, die
eerder waren verdwenen. Zoals
de langgerekte vijver met rijen
leilinden aan weerszijden tegen
over de buitenplaats Welgele
gen. In de jaren zestig van de
achttiende eeuw moet er aan de
andere kant van de weg bij het
later tot villa verbouwde Welge
legen een overplaats met thee
koepel hebben gelegen. In op
dracht van de gemeente Brou
wershaven werd in 1990 het
grootste deel van de oude vijver
en begroeiing op dit perceel in
oude glorie hersteld.
Nieuw en oud. Zichtbaar en ver
borgen. De wandelkaart, die
wordt uitgegeven door de Vere
niging Stad en Lande van
Schouwen-Duiveland, brengt al
die verschillende dimensies wat
dichter bij elkaar.
Rondleidingen
Daarnaast worden er deze
maand vier rondleidingen gege
ven over de grotendeels particu
liere terreinen van de buiten
plaatsen Bleykzigt, Heesterlust
en Mon Plaisir. Naast Sander
den Haan is Betty Blikman-Rui-
terkamp als gids van de partij.
De rondleidingen worden gege
ven op de woensdagavonden 6,
13, 20 en 27 juli en duren van
19.30 tot ongeveer 21.45 uur.
Vertrokken wordt steeds vanaf
het parkeerterrein naast de op
rijlaan van het landhuis van
Mon Plaisir. Voorafgaand aan
de eerste wandeling, morgen,
wordt de nieuwe wandelkaart
door voorzitter Hans Erbrink
van Stad en Lande aangeboden
aan oud-Tweede-Kamerlid Jan
Geluk. Hij is bewoner van het
vroegere buiten Weelzicht. Een
deel van de opbrengst van de
nieuwe wandelkaart is bestemd
voor de Stichting Steunfonds
Stad en Lande, voor behoud van
monumentaal Schouwen-Duive
land.
Esme Soesman
Rups van de hermelijnvlinder.
Vlinders: boven mannetje, onder vrouwtje.
illustraties Adri Karman
^POLDERPEIL
Natuurtekenaar Adri Kar
man woont in Colijnsplaat,
op Noord-Beveland. Voor
Buitengebied trekt hij er
elke week op uit. In deze
rubriek vertelt hij in woord
en beeld over de natuur in
de polder.
Een zonovergoten morgen
aan de Stekeldijk die van
Kamperland naar Geersdijk
loopt. Een matige zuidwesten
wind lispelt door de blader
kroon van de populieren waar
mee de dijk voor een groot deel
is beplant. Richting Geersdijk
staan in een dubbele rij een
groot aantal knotwilgen. De po
pulieren hebben statig oprijzen
de stammen, de veel lagere knot
wilgen hebben meer overhellen
de stammen.
Populieren. Een groot deel van
de dijken op het eiland is er
mee beplant en bijna overal
valt hun statige, recht omhoog-
groeiende vorm op. Zij kennen
daartoe een geheim. De stengels
van de bladeren zijn aan een zij
de afgeplat, zodat ze op de wind
kunnen draaien. Hun jasje
waait zogezegd zoals de wind
waait. Daardoor is de weer
stand van de kruinen veel min
der dan bijvoorbeeld van de wil
gen, die zich massaal naar één
richting keren en een massa vor
men, waar de wind vat op kan
krijgen. De populier laat de
wind zijn gang gaan, de blade
ren richten zich onafhankelijk
van elkaar daarnaar. De totale
bladerkroon is hierdoor veel
transparanter wat windvang be
treft. Het onafhankelijk van el
kaar draaien van de bladeren,
waardoor ze elkaar steeds ra
ken, veroorzaakt het veel bezon
gen lispelen van de peppels.
Niet minder bezongen of ge
waardeerd zijn de knotwilgen.
Ze doen ons denken aan de tijd
waarin er nog steenuiltjes voor
kwamen in dorp en polder, die
dikwijls in de kopbomen hun
schuil- en nestplaats vonden.
Die tijd is echter wat Noord-Be
veland betreft al heel wat jaren
geleden en alleen verhalen van
roepende 'poepuultjes' in de
avond herinneren er nog aan.
Talloze malen zijn we alert ge
weest op het voorkomen van de
vogels in de knotwilgen langs
de Stekeldijk. Wetend dat ze
zich niet gauw laten zien was er
altijd weer de hoop hun aanwe
zigheid een keer vast te kunnen
stellen. Helaas we hebben ze
nooit kunnen waarnemen.
Voor een goed begrip moeten
we even weg van de Stekeldijk.
Het gebeurt nogal eens dat we
tips krijgen of zelfs dat mensen
met levende dieren aankomen.
Zo kwamen we in het bezit van
een doorzichtig doosje met daar
in een middelmatig grote vlin
der, gevonden in een vrachtwa
gen die de plaatselijke super
markt bevoorraadde. De lichtge
kleurde nachtvlinder (te herken
nen als nachtvlinder aan de ach
terwaartse vleugelstand) kon
den we daardoor van alle kan
ten bekijken. Een paar zwarte
ogen keken ons kwaadaardig
aan en luid protesterend tegen
zijn gevangenschap vloog hel
dier van de ene naar de andere
kant. Snel een paar foto's ge
maakt en de zwart-witte vlin
der zijn vrijheid hergeven. Geen
enkel idee echter met welke
soort we te maken hadden. Een
oproep aan de regionale vlinder
werkgroep bracht helderheid.
Het bleek een mannetje (brede
gevlagde antennen) van de her
melijnvlinder te zijn. Ziet de
vlinder er van bovenaf vrij on
schuldig en kwetsbaar uit, bij
nader onderzoek blijkt de rups
van de hermelijnvlinder wat af
schrikking betreft over doelma
tige eigenschappen te beschik
ken. Bij gevaar richt het fel ge
kleurde dier zich aan voor- en
achterzijde op en aan de kopzij-
de staren twee zwarte ogen je
aan terwijl uit het achterlijf
twee 'staarten' waarschuwend
heen en weer zwiepen.
En waar leven de vlinders
hoofdzakelijk? U raadt het al:
op populieren en wilgen. Deze
boomsoorten - dikwijls als dijk-
beplanting - bieden een onder
komen aan allerlei organismen,
ook al nemen we ze misschien
zelden waar. Behalve de herme
lijnvlinder zijn er nog vele soor
ten die zich erin ophouden.
Het afgelopen jaar moesten
vooral veel populieren vanwege
hun ouderdom worden gekapt.
Gelukkig worden de dijken
weer herbeplant en zien we
zelfs hier en daar de knotwilgen
weer verschijnen. Het zal enige
tijd duren voor ze groot genoeg
zijn om onderdak te bieden,
maar wie weet zien we ook na
verloop van tijd de steenuil
weer terug.
Adri Karman