Soms heb ik wel wat van Idi Amin
PZC
De Faeröer-eilanden willen het heft in eigen hand nemen
27
Bob Geldof heeft
de wereldsterren
aan een touwtje
zaterdag 2 juli 2005
Een tweede Live Aid achtte
Bob Geldof vorig najaar
nog zo goed als uitgesloten.
Toch gaat de zanger, Derde We
reld-activist, strijder voor de
rechten van vaders en gearri
veerd zakenman er twintig jaar
later weer tegenaan. De Ierse
rockster heeft de wereldsterren
aan een touwtje en op zijn ver
zoek treden ze vandaag maar
wat graag op in Londen, Phila
delphia, Tokio, Johannesburg,
Berlijn, Parijs, Toronto of Ro
me. „Zo is het leven nu een
maal. Het is een soapopera.
Het overkomt je en je hebt
geen controle over wat daarna
komt."
Het kan me niet schelen of de Derde
Wereld in brand staat.
Zelfs als het daar nog warmer wordt,
ben ik niet verbaasd.
Schat, ik kijk toe als hele naties ster
ven.
Het maakt me geen moer uit.
Dit is, vrij vertaald, een couplet
uit The Great Song of Indifferen
ce, liet Grote Lied van de Onverschil
ligheid. Het was een van de spaarza
me hits die ex-Boomtown Rats-zanger
Bob Geldof nog scoorde in de jaren na
de Live Aid-concerten in Londen en
Philadelphia op 13 juli 1985.
Het evenement, zestien uur live mu
ziek van 63 groepen en artiesten
bracht alleen al op die gedenkwaardi
ge dag 144 miljoen dollar op ter be
strijding van de honger in Afrika. Het
veranderde niets, nog steeds geldt het
werelddeel als het continent van de ar
moede. Geldofs hitje was een regel
rechte aanval op de apathie die zich
van de mensheid meester maakte. Ook
dat hielp niets, het spekte alleen de
bankrekening van de voormalige
Rats-voorman.
Of Live 8 op korte termijn wèl hel en
verdoemenis verdrijft uit de Derde
Wereld valt nog te bezien. Het is geen
tweede Live Aid, benadrukt Geldof,
er wordt geen geld gevraagd. „De con
certen moeten het startsein geven
voor De Lange Mars naar Gerechtig
heid."
Live 8 is voornamelijk gericht op de
leiders van de rijkste landen die op 6
juli bijeenkomen in het Schotse
Gleneagles. Zij kunnen volgens Gel
dof geschiedenis schrijven door hulp
te verdubbelen en een systeem van eer
lijke handel voor Afrika in het leven
te roepen. Geldof: „Just give the
fucking money."
Laurel Hardy
Een eerste succesje hebben Geldof en
medecampagnevoerder U2-zanger Bo
no (Geldof: „Wij zijn de Laurel en Har
dy van de Derde Wereld.") al geboekt.
Anderhalve week na de bekendma
king van de concerten sloten de lei
ders van de G8 een overeenkomst,
waarmee een einde werd gemaakt aan
ruim 33 miljard euro aan schulden
van veertien landen in Afrika en vier
in Latijns-Amerika. Een makkelijk ge
baar. Het was de formalisering van
een al bestaande praktijk: veel van de
betrokken schulden waren al onin
baar. Geldof vindt het akkoord nog
den van schoonheid. „Ik denk niet dat
ik dat ooit zal meemaken. Mijn hele
leven heb ik te maken gehad met ver
schrikkingen en lelijke dingen."
De eerste dramatische ervaring deed
hij al op jonge leeftijd op. Robert Fre
derick Zenon Geldof werd op 5 okto
ber 1951 geboren in Dun Loaghaire,
in de buurt van Dublin. Zijn moeder
stierf aan een hersenbloeding toen hij
zeven was. Zijn vader, een vertegen
woordiger en daardoor vaak van huis,
zorgde nauwelijks voor hem.
„Ik was al vroeg onafhankelijk", zegt
hij in een interview met The Observer.
„Er was niemand als ik 's avonds
thuis kwam. Ik deed de boodschap
pen, maakte het eten klaar en gooide
kolen in de kachel. We hadden geen
geld voor een televisie. Ik luisterde
naar Radio Luxemburg en ik las." Gel
dof heeft sindsdien altijd gezegd dat
zijn grootste angsten armoede en een
zaamheid waren. „Ik voelde me de he
le tijd alleen en was in paniek."
Na baantjes als grondwerker en arbei
der in een conservenfabriek blufte
Geldof zich naar een plek op de redac
tie van een Canadees muziektijd
schrift. Terug in Dublin ging hij wer
ken in een abattoir en richtte hij de
Boomtown Rats op. Tijdens hun eer
ste optreden, voor een man of dertig,
was hij zo nerveus dat hij met zijn rug
naar het publiek stond, totdat hij zich
realiseerde dat ze applaudisseerden.
Het waren de hoogtijdagen van de
punk en de muziek van de Rats viel
precies in het pulletje. Ze scoorden
hits met I Don't Like Mondays, Rat
Trap en She's So Modern.
Na een paar jaar stokte de hitmachine
en viel de groep uiteen. Geldof voelde
zich in de war, weer alleen en richting
loos. Maar een documentaire uit 1984
over de hongersnood in Ethiopië zorg
de ervoor dat zijn naam voortaan sy
noniem werd met armoedebestrijding.
„Ik schaamde voor wat er in Afrika
gaande was en ik vond dat als ik er
niets aan deed ik medeschuldig was."
Geldof schreef samen met Ultra-
vox-zanger Midge Ure het lied Do
They Know It's Christmas dat eind
1984 een gigantische hit werd voor de
sterrenformatie Band Aid en nog ie
der jaar rond Kerstmis te vaak wordt
gedraaid. Het succes van de single in
spireerde hem tot het organiseren van
Live Aid in juli 1985.
Na Live Aid kon Geldof op wat be
scheiden hits na muzikaal geen potten
meer breken. „Live Aid betekende de
doodssteek voor mijn muzikale ambi
ties."
Als armoedebestrijder timmerde hij
des te meer aan de weg. Hij werd in
1986 geridderd, kreeg een gouden
plak van de Europese Gemeenschap,
stond diverse malen op de shortlist
voor de Nobelprijs voor de Vrede en
ontving tal van andere onderscheidin
gen. „In West-Soedan ben ik ook nog
een Toeareg-prins. Ik draag al mijn
medailles als ik naar een feestje van
Elton John ga. Dan lijk ik wel op Idi
Amin."
Andere successen boekte Geldof met
zijn tv-productiemaatschappij Planet
24. De populaire ochtendserie The Big
Breakfast in 1992 betekende zijn door
braak als tv-maker. Daarna startte hij
deckchair.com - een website voor
goedkope vluchtten - en WapWorld,
een provider die nieuws en entertain
ment voor mobieltjes verzorgt. De kas
sa rinkelde toen hij voor zo'n zeven
miljoen euro zijn aandelen in Planet
24 verkocht.
Overdosis
Diep geschokt was hij toen zijn huwe
lijk met tv-presenta'trice en voormalig
rockchick Paula Yates op de klippen
liep. Yates verliet hem voor Michael
Hutchence, de zanger van de band
Inxs. Hutchence werd in 1997 dood
aangetroffen in een hotelkamer in
Sydney, vermoedelijk als gevolg van
een uit de hand gelopen eenpersoons
seksspelletje.
Drie jaar later stierf Yates aan een
maar een begin.Geldof accepteert niet
gauw een nee. Sting is vandaag een
van de optredende artiesten in Hyde
Park in Londen. „Bob belde me op en
zei dat ik zou meedoen. Hij heeft me
niet gevraagd, hij heeft het me opge
dragen." Met dezelfde overredings
kracht wist Geldof ook R.E.M. Dido,
Shakira, The Cure, Joss Stone, Cold-
play, Madonna, Robbie Williams, El
ton John, UB40, Bon Jovi, Maroon 5,
Zucchero, Stevie Wonder en tiental
len andere artiesten aan zich te bin
den. Zelfs het ruziënde Pink Floyd
komt voor het eerst sinds 1981 in de
complete bezetting - dus met bassist
Roger Waters - opdraven.
Maar de kritiek groeit op Saint Bob,
zoals hij na Live Aid wordt genoemd.
David Steel, voormalig leider van de
Liberalen, vindt het allemaal maar
één grote egotrip. „Het gevaar bestaat
dat het een groot mediacircus om zijn
persoon wordt."
Inhakend op die mediahype eisen vier
leden van de Boomtown Rats alsnog
miljoenen ponden aan royalty's die ze
van Geldof te goed denken te hebben.
De Schotse autoriteiten raken in pa
niek na zijn oproep om met een mil
joen mensen naar Edinburgh te mar
cheren. Volgens Geldofs kompaan
Midge Ure ging het slechts om een
symbolische oproep 'aan mensen om
op te staan en van zich te laten horen'.
Ernstiger was de kritiek dat er aan
vankelijk maar één xAfrikaanse artiest
was uitgenodigd om op Live 8 op te
treden. Voorman Damon Albarn van
de groep Blur vond de line-up te An
gelsaksisch. Geldof reageerde daarop
met: „Als we een'concert gaven met
alleen Afrikaanse artiesten, hoeveel
mensen zouden er dan komen?"
Inmiddels is hij wat bijgedraaid. In
Cornwall treedt een aantal kleurrijke
artiesten op, onder wie Youssou
N'Dour, Angelique Kidjo eriSalif Kei-
ta. Dat gebeurt bij hefEden Project,
een complex van reusachtige kassen
waar men zo veel mogelijk planten
soorten uit diverse klimaatzones culti
veert.
Geldof heeft eens tegen een leraar ge
zegd dat Ki]"wilde opgroeien te mid-
foto Stephen Ilird/Reuters
overdosis heroïne. Met zijn ex-vrouw
had Geldof drie dochters, later ont
fermde hij zich ook over Tiger Lily,
het dochtertje van Yates en Plutchen-
ce. Het leverde hem prompt de status
van strijder voor vaderrechten en de
prijs voor een van de beste opvoeders
van het land op.
Geldof benadrukt op zijn website dat
hij op de eerste plaats nog steeds een
popmuzikant is. Dat beroep staat ook
in zijn paspoort. „Muziek maken
voldoet psychologisch, is fysiek
uitputtend en levert financieel ook
nog wat op, Dat is alles wat ik ooit wil
de."
Bovenal blijft hij een Rusteloze Rid
der, die Afrika blijvend op de politie
ke agenda wil hebben.
„De Live Aid-generatie is nu aan de
macht. Nog altijd sterven in Afrika
dertigduizend mensen per dag aan
honger of ziekten die bij ons prima te
behandelen zijn." Dat is een taak van
de politiek, vindt Geldof. „Mensen
met een gitaar en een vreselijk kapsel
kunnen misschien de massa bewegen,
maar niet werkelijk iets veranderen."
Peter Kuijt
Bob Geldof
Na bijna duizend jaar onder de Deense
kroon gaan er op de Faeröer-eilanden
stemmen op voor onafhankelijkheid. Globa
lisering, olieboringen en een uitgebreid net
werk van tunnels geven de eilanders hoop
voorde toekomst. „Het is fantastisch in
Gasadalur: een uur rijden van Torshavn en
tweeënhalf uur vliegen van Kopenhagen!
„De eerste auto kwam twee jaar geleden
naar Gasadalur", vertelt Marner Vidskupa
trots. Niet dat ze ouderwets zijn op de Fae
röer-eilanden, die halverwege Schotland en
'IJsland in de Noord-Atlantische Oceaan lig
gen. „We hebben nu pas een tunnel die ons
met de rest van ons eiland verbindt."
Vidskupa is een van de zestien inwoners
.van het dorpje Gasadalur. Voorheen moest
hij anderhalf uur over de met gras begroei
de vulkanische klippen klauteren om bij
het volgende gehucbt, te komen. In geval
van nood, en dan nog alleen bij goed weer,
wordt gebruik gemaakt van het piepkleine
[helikopterhaventje op een vlak stuk in het
dorp. „Nu hebben we onze 1700 meter naar
ide toekomst gekregen."
Tunnels staan op de Faeröer symbool voor
[Ontwikkeling. Ze verbinden een deel van de
achttien eilanden, hun 48.000 inwoners en
1100.000 schapen. Ze zorgen er voor dat
dorpjes als Gasadalur niet alleen maar af-
j hankelijk zijn van vis-, vogel- en walvis
vangst.
Dankzij het ondergrondse en onderzeese
gangenstelsel wordt het steeds eenvoudiger
om in een dorp te wonen en in Europa's
kleinste hoofdstad Torshavn (19.000 inwo-
jners) te werken.
De zeventien tunnels met een totale lengte
|Van 34 kilometer staan ook symbool voor
iunionisten die graag willen dat de archipel
deel blijft uitmaken van het Deense konink
lijk. Miljoenen euro's heeft het moederland
de afgelopen twintig jaar besteed aan de
wegverbindingen. Geld dat de Faeröerders,
afhankelijk van visserij, visverwerking en
de export van postzegels en boten, nooit
hadden kunnen ophoesten. Verpleegster He
lena vraagt zich ook hardop af of de eilan
den zich alleen zouden redden. Ze heeft zo
als de meeste Faeröerders in Denemarken
gestudeerd, maar is toch teruggegaan. „Dit
is mijn thuis en mijn land. Natuurlijk ben
ik voor onafhankelijkheid, maar alleen als
we honderd procent zeker weten dat we het
economisch redden."
Helena staat met zoon Jakup op haar arm
op de kade van Fuglafjordur (het vogel
fjord) te wachten op aankomst van een an
der symbool voor de verbondenheid met De
nemarken: koningin Margrete II. Hoewel de
Faeröer een eigen parlement met 32 leden
en een zevenkoppige regering hebben, wor
den buitenlands - en defensiebeleid en een
deel van het justitiebeleid vanuit Kopenha
gen gevoerd.
De Deense koningin voert tijdens haar rond
reis in het buitengebied samen met man,
zoon en schoondochter een charme-offen
sief. Gehuld in Faeröese klederdracht steelt
vooral kroonprinses Mary harten. „Ach, het
is een curiositeit. Het koningshuis hoort bij
ons, maar is niet echt van ons," bekijkt He
lena het nuchter.
Het bezoek van het staatshoofd is oppositie
politicus Hogni Hoydal van de Faeröerse
Republikeinse partij een doorn in het oog.
In Torshavn kijkt hij minzaam toe hoe ko
ningin Margrete de eerste steen van een
nieuwe kerk legt. „Het feit dat zij die steen
legt, is een steun voor de politieke krachten
cüe de banden met Denemarken willen be
houden. Natuurlijk is de koningin hier wel
kom. Als we onafhankelijk zijn, kan ze ge
woon officieel op staatsbezoek komen."
Als toenmalig onafhankelijkheidsminister
nam Hoydal in 2000 deel aan de onderhan
delingen met Denemarken. Hij had een
plan dat de Faeröer binnen een paar jaar
één van de tien kleinste staten ter wereld
zou maken. De reactie van Denemarken
was dat de subsidiekraan, nu goed voor een
derde van het Faeröerse staatsbudget, dan
binnen drie jaar volledig dicht zou gaan.
Begin jaren negentig ging het slecht met de
vissector en klapte de Faeröerse bank in el
kaar. Van de ene op de andere dag stonden
mensen op straat en sommigen moesten
zelfs hun huizen verlaten. Vijftien procent
van de bevolking emigreerde. Met dit nog
vers in het achterhoofd werden het Deense
subsidieplan en het idee van Hoydal snel
naar de prullenbak verwezen en werd een
referendum over onafhankelijkheid ge
schrapt.
De meeste Denen liggen tegelijkertijd niet
wakker van de stemverheffingen op de wat
zij zien als geldverslindende buitengebie
den. Van de gewone bevolking mogen de
Faeröer-eilanden vertrekken uit het konink
rijk. De politici weten alleen nog niet hoe
dat moet gebeuren.
Pas dit jaar is de impasse doorbroken om
dat het Deense parlement, waar Hoydal als
Faeröers afgevaardigde deel van uit maakt,
een wet heeft aangenomen die de archipel
in de toekomst meer vrijheden gééft. Zo
kunnen de eilanders indien ze willen bij
voorbeeld het politie- en justitieapparaat
overnemen. Dat gaat Hoydal echter niet ver
genoeg: „Kleine of grote naties, alle mensen
in de wereld hebben hetzelfde recht op vol
ledige zelfbeschikking."
Net als veel Faeröerders vindt Hoydal de
toenemende globalisering een steun in de
rug voor de onafhankelijkheidsbeweging.
„Als de relatie met andere landen goed is,
wordt Denemarken minder belangrijk."
Faeröerders zijn echte wereldburgers aan
het worden en niet meer halve Denen, stel
len ze tevreden vast.
Olie
Een keer eerder in de geschiedenis namen
de eilanden al het heft in eigen handen:
toen de Denen in 1973 bij de Europese Ge
meenschap kwamen, besloten de Faeröer
ders uit onvrede over de visserijpolitiek
niet mee te doen. De heropleving van dit
zelfvertrouwen komt nu mede door zwar-
te-goudkoorts op de eilanden.
Proefboringen wijzen uit dat er olie in de
zeebodem zit. Momenteel blijft het echter
bij technisch onderzpek; er is nog niet ge
noeg gevonden om productie winstgevend
te maken. Olie zou de archipel in één klap
van de afhankelijkheid van vis afhelpen.
Politieke impasse of niet, op het gebied van
nationalisme hebben de Faeröer de afgelo
pen jaren niet stilgezeten. Trots wappert de
eigen witte vlag met een rood met blauw
kruis op elke hoek. Mensen praten nog
steeds over de eerste (en laatste) legendari
sche internationale voetbaloverwinning op
Oostenrijk (0-1) in 1990. Design kleding
van Faeröerder schapenwol is bezig Scan
dinavië te veroveren, en hoewel alle bewo
ners vloeiend Deens spreken, worden meer
en meer boeken ook in het Faeröers ver
taald.
Vasthouden aan de traditionele cultuur is
ook de reden dat de eilandbewoners nog
steeds met speren op walvissen jagen. Twee
Tvoroyl
weken geleden werden bij de zuidelijke ei
landen nog vijftig walvissen de baai inge
dreven en afgeslacht. Bankdirecteur, minis
ter, leraar of visser: ze doen allemaal mee
en verdelen het vlees na afloop onder de be
volking. Een Faeröerder eet per jaar gemid
deld vijftien kilo gedroogde of verse walvis.
Het optimisme over de mengeling vari tradi
tioneel en modem leven is ook te zien aan
de demografie. In een paar jaar tijd is de be
volking met 3000 mensen toegenomen. Jon
geren besluiten na hun studie niet meer in
Denemarken te blijven hangen, maar remi
greren.
Stemmen in de rode, houten en met gras be
groeide huizen van het regeringskwartier
fluisteren dat er een generatieverandering
aankomt. De jonge zelfverzekerde politici
zullen over een paar jaar korte metten ma
ken met de Denen.
Ook Marner Vidskupa in Gasadalur, het
dorp aan het einde van de wereld, maakt
zich geen zorgen. „Ook al gaat het niet met
een lukken, een crisis is in dit dorp nooit
echt een crisis, we zijn zelfvoorzienend."
Zo niet, dan brengt de tunnel hem gauw
naar elders. „Het is fantastisch: één uur rij
den van Torshavn en tweeënhalf uur vlie-
gen van Kopenhagen!
Windy Kester