[zc Onderga de kersenweelde Kuifeend duikt graag in de oude getij denkreek r WssrwDord namen Open dag in Serooskerke Noordenwind in juni, da's bekend, verschaft de boeren krent en cent dl/linneljo De hele morgen had Willem Minneboo thuis wat gekeu teld. De was, stof gezogen, de groente, een stukje vlees voor vanavond. De SRV-man, naar de Meer- markt. Daarna had hij kof fie gemaakt. Tegenover zijn vrouw zittend voor het raam met uitzicht op een grasveldje dronk hij zijn koffie. Zwijgend. In de Zeeuws-Vlaamse ka naalzone wonen zo'n tien families Minnebo met één o. Evenveel Minneboo's met twee oo's moeten er in die streek zijn. Ook elders wonen Minnebo's, voorna melijk op Walcheren en Noord-Beveland. Het blij ven echter schappelijke plukjes. In Vlaanderen daarentegen zijn er meer dan vijfhon derd families Minnebo. Vooral in Oost- en West-Vlaanderen. Nauwe lijks Minneboo's met twee oo's. Er zijn wel andere va rianten: Minnebois, Meene- boo, Mennebode De verklaring van de naam ligt voor de hand: minnen is hier mennen. Dat is 'rij den op een paard of een ezel'. Het laatste deel van de naam Minnebo is een verkorting van bode. Daar mee betekent de naam Min nebo: 'bode te paard, bode op een lastdier'. Omdat Minnebo en zijn vrouw nog steeds koffie drinken, is er nog wat ruim te. Al in Middeleeuwse tek sten uit de 13e eeuw wordt Minnebo, de 'bode te paard', opgevat als liefdes bode. Zo komt Willem der Minnen bode voor en hij kwam natuurlijk een brief brengen. Een brief verwacht onze Willem Minnebo niet. Toen hij op de klok keek, zag hij dat het bijna tijd voor de boterham was. De morgen ging vandaag nog betrekke lijk snel. De middag had hij voor zichzelf. Hij zou maar eens weggaan. Aan de over kant van het grasveldje zag hij de postbode al. Lo van Driel jactie bijlagen: 0113-315680 «pzc.nl wil:redactie@ pzc.nl jbus 314460 AA Goes lertentie-exploitatie: ord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; Kjws-Vlaanderen: 0114-372770; jonaak 020-4562500. nsdag 28 juni 2005 Wie een aanval op het record wil doen, moet van goeden huize komen. Drie jaar geleden is bij het kersenpitspugen in boom gaard De Zoete Kers halver wege Serooskerke en Vrou wenpolder een schier onver beterbare topprestatie neer gezet: 17,10 meter. Onover trefbaar, zou je denken. Maar ach, gold dat ook niet voor het olympisch en we reldrecord verspringen dat Bob Beamon in 1968 vestig de. Drieëntwintig jaar hield het stand en toen was het ook historie. Een gunstige rugwind, de juiste em bouchure, een kersenpit met een ideale stroomlijn en wie weet gaat zaterdag op de open dag van De Zoete Kers ook dit record eraan. Hans Hoekman, die samen met partner Cynthia Bal de boomgaard annex boerderij winkel met eigen fruit, groente van bedrijven uit de omgeving en andere streekproducten drijft, heeft bij de selectie van zijn veertien kersenrassen op veel eigenschappen gelet, maar niet op de luchtweerstand van de pit. Dat blijft dus een kwes tie van geluk. Het is in deze tijd van het jaar een genoegen een boomgaard te bezoeken. Het blad oogt nog fris en het fruit begint aangenaam te kleuren. In de kersenboom gaard van Hoekman en Bal is het kleurenspel intens. Het smal le donkergroene blad van de ker senbomen, het felle rood van plukrijpe kersen en de strak blauwe lucht boven het gaas dat de kersen moet beschermen te gen de vraatzucht van spreeu wen, merels, lijsters en andere gevleugelde liefhebbers van de ze steenvruchten. Er zijn plek ken waar het minder plezierig toeven is. Uitzondering Hoekman en Bal hebben hun be drijf opgezet met de bedoeling hun producten rechtstreeks aan de consument te verkopen en die klanten te laten genieten van het Zeeuwse platteland. Dat betekent dat ze ook veel con tact hebben met de bezoekers van De Zoete Kers en graag ver tellen over het bedrijf en de waar die ze verkopen. Het hek van de boomgaard blijft daarbij doorgaans dicht. Ook zonder kwade bedoelingen kan daar veel schade worden aangericht. De kersendag is een uitzonde ring op deze regel. Dan leiden Hoekman en zijn zoon André, fruitteler op Zuid-Beveland, groepjes belangstellenden door de kersenweelde. Hans Hoek man: „Dat is meestal een dag waarop ik niet aan eten toe kom." Voordat hij in 1999 de kersen boomgaard inplantte, heeft Hoekman op Zuid-Beveland ap Boomgaard De Zoete Kers telt veertien kersenrassen: de eerste zijn begin juni rijp, de laatste in de tweede helft van augustus. foto's Lex de Meester pels en peren geteeld. Hij heeft het fruit dus in zijn vingers. De overschakeling op de teelt van kersen op tamelijk grote schaal (op 2 hectare zijn 2500 bomen ingeplant) maakte het noodzake lijk studie te verrichten naar ras sen en de verzorging van de ker senboom. De veertien rassen ge ven Hoekman en Bal een ruim oogstseizoen. De eerste zijn be gin juni rijp; de laatste in de tweede helft van augustus. De kersen die aan het eind van het seizoen worden geplukt, hangen nu nog hard en geel aan de bo men. Het is een ras waarvan de vruchten enkele weken in de koeling kunnen worden be waard. Zo wordt de kersentijd bij De Zoete Kers met nog een paar weken verlengd. Ecologisch Hans Hoekman teelt zijn kersen op ecologische basis. Hij geeft de bomen op het blad vloeibare mest die van zeewier is gemaakt („we letten erop dat het wier is uit schone zeeën") en strooit na tuurlijke fosfaten op de grond. Die fosfaten zorgen ervoor dat de kersen zoet zijn' en wapenen de bomen tegen schimmels en insecten. Aan chemische gewas beschermingsmiddelen doet Hoekman niet. Alles wat kruipt en vliegt en schade kan veroor zaken, wordt bestreden door na tuurlijke vijanden. Spinnen, ke- dan met de motormaaier een rondje door de boomgaard om ze op te schrikken. Om de een of andere reden vluchten ze altijd in dezelfde hoek. Daar trek ik een klep open en dan kunnen ze eruit." Hoekman volgt de ontwikkelin gen op het gebied van nieuwe kersenrassen en andere nieuwig heden rond de teelt van deze vruchten op de voet. Hij weet dat er veelbelovende rassen op komst zijn. Nederland, België en Duitsland hebben volgens hem het ideale klimaat voor de teelt van kersen. Om opkomen de concurrentie uit Griekenland en Turkije hoeven Nederlandse kersentelers zich volgens hem geen zorgen te maken. Daar is het 's zomers te warm, waar door de kersen veel vocht ver dampen. Het resultaat is een vle zige vrucht. Hoekman haalt een paar kersen van een boom en laat proeven. „Zo moet een kers smaken. Volop sap in je mond." Ben Jansen Tijdens de kersendag van De Zoete Kers (zaterdag 2 juli) zijn behalve versgeplukte kersen ook kersentaart, -jam, -wijn, -bier, -sap, -ijs en -lollies te proeven. Er worden tevens ande re streekproducten gepresen teerd. De wedstrijden kersenpit- spugen beginnen om 12 uur. vers, oorwurmen en andere nut tige helpers vinden een gastvrij onderkomen in de houtwal on der aan het windscherm om de boomgaard. Ondanks die nijve re insectenbestrijders staat hier en daar een boom waarvan som mige bladeren onmiskenbaar door luizen zijn aangetast. Hoek man maakt zich er niet druk om: „Oorwurmen moeten ook wordt op prijs gesteld. Menig koppel koolmezen zorgt drie keer per broedseizoen voor nage slacht. Kersenetend gevogelte is om begrijpelijke redenen min der welkom. Het gaas boven en om de boomgaard ten spijt we ten elke dag toch een stuk of vijf spreeuwen, merels of lijsters bin nen te dringen. Ze worden met zachte dwang uitgezet. „Ik rij eten." Voor koolmezen zijn de mazen in het gaas boven de boomgaard groot genoeg om doorheen te vliegen. Ze pikken rupsen van de bomen. Voor elk nest dat uitvliegt, heeft een paar tje koolmezen 9000 rupsen moe ten aanvoeren. Geen wonder dat Hoekman en Bal deze vogel soort met nestkasten aansporen te komen broeden. De geste Colijnsplaat aan de kleine Faal of Valkreek. illustraties Adri Karman tPOLDERPEIL Natuurtekenaar Adri Kar man woont in Colijnsplaat, op Noord-Beveland. Voor Buitengebied trekt hij er elke week op uit. In deze rubriek vertelt hij in woord en beeld over de natuur in de polder. Honderden dijkwerkers moe ten in het voorjaar van 1598 op de schorren van het 'drijvende' oude Noord-Beve land aan het werk zijn geweest. Men had een aanvang genomen met de herinpoldering van het in 1532 verdronken eiland; een groot waterstaatkundig werk. Vanwege de plaats - in de mond van de open Schelde 'op zeer heete stromen ende getyden' - was het werk niet zonder risi co's. Desondanks berichtten rent meester en gezworenen al op 25 juni 1598 aan de zaakwaarne mer van Maria van Nassau, dochter van prins Willem van Oranje en eigenaresse van het gebied, 'dat Godlof over enige dagen het land is 'geverscht' overmits men het kleine Faal (de stroom die de Colijnse plaat scheidde van het voormalige ei land, AK) heeft gestopt en be- kraagd. Met hulp van God Al machtig zal de dijckagie eer- lanck buijten alle zwaricheijt ende perijckel wesen'. De Colijnse plaat was al in 1489 tot bedijking uitgegeven maar men was nooit tot uitvoering ge komen. Met de herinpoldering van het oude land werd ze mede ingepolderd. De nieuwe polder werd vernoemd naar het ver dronken land; Oud-Noord-Beve- Iandpolder. Alhoewel men in de loop van de eeuwen ook weer delen aan de zee prijs heeft moe ten geven, heeft de polder nu nog een oppervlakte van 1.731 hectare waarmee ze behoort tot één van de grootste polders van Zeeland. Het kleine Faal ligt er nog. De vroegere getijdenkreek maakt Koppel kuifeenden nu onderdeel uit van het afwate ringssysteem van de polder. In tegenstelling echter tot vele wa tergangen is ze, althans in de omgeving van het dorp, niet rechtgetrokken. Nog steeds is hier de natuurlijke loop van de kreek in zuidelijke en door een splitsing in westelijke richting waar te nemen. Rietkragen stof feren de oevers en bieden schuil- en broedgelegenheid aan rietzangers en karekieten, meerkoeten, waterhoentjes en eenden. Ook de ijsvogel laat zich hier regelmatig zien. Eén van de eendensoorten in de kleine Faal is de kuifeend, in middels een algemeen voorko mende eendensoort. Dit is ech ter nog niet zo heel lang het ge val. In het begin van de vorige eeuw was de kuifeend een spora dische broedvogel in Neder land. In de jaren zestig van de vorige eeuw schatte men het aantal broedparen op ongeveer 250-275. Nadien is de populatie explosief gegroeid. In 1987 stel de de Stichting SOVON in de Atlas van de Nederlandse broed- vogels het aantal vast op 7.500-10.000 paartjes. Het mannetje van de kuifeend is hoofdzakelijk zwart met sterk afstekende witte flanken en een afhangende kuif achter aan de kop. De blauwgrijze sna vel en gele oogring zijn minder opvallend, maar door de verre kijker bezien levert het geheel een prachtig gezicht op. Het vrouwtje houdt het (zoals bij al le eendensoorten) op een wat be scheidener outfit. Zij is hoofdza kelijk bruin met wat lichtere flanken en een kort kuifje. De wat gedrongen eendjes zijn ech te duikers. Ziet men een wilde eend nogal eens op z'n kop in het water staan om zijn hoofdza kelijk plantaardige voedsel te bemachtigen (grondelen), de kuifeend verdwijnt geheel on der water en zoekt daar in de eerste plaats naar dierlijk voed sel, al lust hij ook graag jonge twijgen van waterplanten. Dat gemakkelijk kunnen dui ken heeft nog een voordeel. Bij gevaar ben je in een mum van tijd uit het zicht van je belager. En het gevaar komt er weer aan: de rui. Bijna alle eenden soorten verliezen hun vliegve- ren in de periode juli- augustus in één keer. Vliegen wordt dan heel moeilijk zo niet onmoge lijk. Kwetsbaar als ze dan zijn, maakt het over het algemeen kleurige kleed van de manne tjes plaats voor een onopvallen der 'eclipskleed' waardoor ze bijna niet van de vrouwtjes zijn te onderscheiden. In september wordt de rui voltooid en zijn de dames en heren weer voorzien van een nieuwe jas waarmee ook hun vliegvermogen is terug gekeerd. De heren pronken er mee bij de dames. Voor de win ter hebben veel eenden alweer paartjes gevormd. In diezelfde tijd dat de eenden ruien, zult u dit jaar tevergeefs zoeken naar het beeld van het dorp Colijnsplaat zoals dat hier in de illustratie is weergegeven. De toren wordt gerestaureerd en gaat schuil achter steigers be kleed met een grijs net tegen val lend materiaal. Mogelijk heeft ook hij in september weer een nieuwe jas. Adri Karman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 21