Een cabaretier slaat op alle wangen
luiselijk geweld wordt eindelijk serieus genomen
25
Ivo de Wijs
zaterdag 25 juni 2005
Twintig jaar was hij het
uithangbord van het
radioprogramma Vroege
Vogels, maar dat is na 10
juli voorbij. Als schrijver
van liedjes, verzen en mu
sicals en podiumartiest
gaat hij ook na zijn zestig
ste gewoon door. Woord
kunstenaar Ivo de Wijs, al-
fabetsgewijs.
Andersen. „Denemarkens be
roemdste zoon, in 1805 geboren.
In dit Hans Christian Ander-
sen-jaar ben ik in Nederland
een van de vier ambassadeurs,
naast prinses Laurentien, Daph
ne Deckers en Freek de Jonge.
Hoe mooi Andersens sprookjes
ook zijn, bijna niemand weet
meer dat hij ze geschreven
heeft. Het meisje met de zwavel
stokjes en De nieuwe kleren van
de keizer zijn opgegaan in het
erfgoed."
Brug. „De oude brug bracht mij
het volle leven/ De nieuwe brug
loopt onmiskenbaar dood. Ik
ben al sinds 1964 uit Tilburg
weg. Als ik er rondloop kom ik
er niemand tegen die ik nog ken.
Toch reis ik er, over die brug bij
Zaltbommel, nog altijd met ani
mo naar toe. Ik ga meteen naar
slager Lejeune in de Willem II-
straat om de smaak van mijn ge
boortegrond in te slaan. Zult en
rolpens. Wat ik mee naar Am
sterdam heb genomen is de hu
mor. Het leven in Tilburg was in
mijn jeugd niet zo aangenaam.
Met relativering kon je je altijd
redden. Voor de pastoor boog ie
dereen vol ontzag, maar hij was
de hoek nog niet om of hij werd
onderuit gehaald. In Tilburg
was niets helemaal heilig. Voor
een cabaretier een ideale voe
dingsbodem."
Co2. „Ik had me al voorgeno
men iets over fijn stof te gaan
zeggen. Dit is ook goed. Want de
vervuiling door auto's wordt
steeds erger, maar we hebben
nog altijd een regering die haar
oren laat hangen naar de asfalt-
lobby. Toen ik bij Vroege Vogels
begon was ik helemaal niet zo'n
natuur- en milieukenner. Je pro
beert de dingen onder ogen te
zien. De sigarettenreclame ligt
aan banden, waarom mag de au
toreclame wel gewoon door
gaan? In mijn satirische bijdra
gen rond negen uur heb ik jaren
lang de autobezitters gehekeld:
Ik ga lekker scheiden, dan kan
ik in m'n auto wonen. Dat soort
mannen bestaat. Die hebben
seks met hun auto. Ik heb grote
bewondering voor Midas Dek
kers, bewust geen autobezitter.
Ik zelf wel. Ik ben te veel een
vliegende kraai."
Dichtkunst. „Dan wel de
light-versie. Ik probeer zo te
schrijven dat ik er, terwijl ik
aan het werk ben, zelf om moet
glimlachen. Naarmate ik ouder
word, zie ik wel wat meer grote
thema's onder ogen. Veelal ben
ik een soort amuseur. Of op z'n
minst een lekkere zeurpiet. Ik
ben altijd een beetje cabaretier
gebleven, maar kan ook goed
een sonnetje maken. Verzen,
liedjes, musicals, artikelen, veel
in dienst van anderen, daar leef
ik van. Je zit in een tredmolen.
Terwijl een echte dichter begint
met subsidie aanvragen."
Eigenheid. „Dat is toch m'n opti
misme. Een mens weet: uiteinde
lijk raak je alles weer kwijt. Al
leen, ik kan daar niet mee leven.
De hele dag stel ik mij teweer
tegen somberheid. Ik heb met
mijn humeur geboft, maar ik
werk er ook wel aan. Ik pik alle
kruimels op om me in mijn opti
misme te helpen. Want dat is
een onmisbare tegenkracht."
Fluitconcert opus 41 nummer
11. „Zat dat afgelopen zondag
in Vroege Vogels? De begintune?
O, dit is de F van Fifaldi. Ven-
omenaal. Dat klassiek past zo
mooi op de zondagmorgen, en
het crosst prachtig met de vogel
geluiden die we live laten horen.
Moeten we wel mee oppassen
trouwens, want voor je het weet
hoor je de hele uitzending een
tjiftjaf. Ik heb in twintig jaar de
hele Nederlandse natuur- en mi
lieuwereld wel geïnterviewd. Je
hebt er bonvivants tussen, poli
tieke dieren en wereldvreemde
professoren. Onlangs was er een
bijeenkomst van de vogelbe
scherming in de Beurs van Berla-
ge. Daar kwam een heel contin
gent met de laarzen aan binnen.
Dat hekel ik dan ook wel."
Guitig. „Ik heb zeker de behoef
te óm te amuseren. Dat is zo van
thuis uit. Mijn moeder kwam uit
een gezin van elf kinderen, bij
mijn vader waren het er acht.
Reken maar uit: dat betekende
vierendertig verplichte fami
lie-verjaardagen. Dan kregen
mijn broer en ik de vraag of we
in godsnaam iets konden doen.
Zo, echt tussen de schuifdeuren,
begon ik. Op mijn school, het
Odulphus, ging ik gedichten op
zeggen, trad ik tijdens school
avonden op. Later kreeg ik de
aanvechting zelf te schrijven.
Het begon met liefdesliedjes. De
meiden vonden het leuk. Heel
belangrijk."
Heilig. „Alles wat op lokaal ni
veau als zodanig wordt gewaar
deerd mag van mij heilig heten.
Ivo de Wijs (Tilburg, 1945) maakte furore met
het naar hem genoemde Kabaret. Tussen 1971
en 1980 bracht het gezelschap vier professionele
theaterprogramma's op de planken, die uitmond
den in zes lp's en een cd.
Ruim twintig jaar was De Wijs de vaste tekstleve
rancier van Jasperina de Jong. Hij schreef en ver
taalde ook liedjes voor een reeks andere artiesten,
van Paul de Leeuw tot Samson en Gert en van Di
Gojim tot Lenette van Dongen. Momenteel
schrijft hij een groot deel van het nieuwe program
ma van Jenny Arean. In 1985 trad hij als presenta
tor, interviewer en reportagemaker toe tot de re
dactie van Vroege Vogelshet Vara-radioprogram-
ma op zondagochtend. Hij werkt daar tot 10 juli
nog anderhalve dag per week voor. De verzen die
hij voor het programma schreef zijn gebundeld.
Ivo de Wijs maakte de liedteksten voor de musi
cals Pippi Langkous, De Koning van Katoren en
Alleen op de wereld. Hij maakte zes kindermusi
cals voor Jeugdkomedie Amsterdam en twee musi
cals over Nijntje.
Als light-verse dichter publiceerde hij tien bun
dels. Hij schreef meer dan twintig kinderboeken.
De Wijs won onder meer een Edison, een Gouden
Harp en een zilveren Reiss-microfoon.
Het mooiste is als er een beelte
nis van in de handel is. De ont
kerstening had mijn zegen,
maar de hemel miste ik toch wel
erg. Daarom moest ik 'm op aar
de zien voort te zetten. Overal
hier in huis staan heiligen. Zelfs
moeder Teresa, officieel nog
niet heilig en natuurlijk een
raar wijf, heb ik op voorhand
aangeschaft. Verder is er bitter
weinig dat mij heilig is. Een ca
baretier slaat op alle wangen."
Inspirerend. „In alle dingen zit
iets waar je wat mee kunt. Ik
heb ook altijd zin om te schrij
ven. Ik ben er wel eens verbaasd
over dat het plezier erin blijft,
en dat de inspiratie maar blijft
komen. Het is ook mooi hoe een
liedje dat je aan het schrijven
bent met je aan de wandel kan
gaan."
Jeugd. ..No more. Ik zag vroeger
voor me hoe ik als ouder per
soon met een enorme wijsheid
in het hart zou rondlopen. Was
het maar waar. Ik ben bijna zes
tig, maar ik weet steeds minder.
Ziektekosten, levensverzeke
ring, belastingaanslag, ik be
grijp er niets meer van. Nooit
meer word je vijftien, de leeftijd
waarop je zoveel tijd over hebt
om op zoek te gaan naar de lief
de en de literatuur. Maar dat zie
je dan niet, dat enorme belang
van een tijd die nooit meer terug
komt."
Kwaadheid. „Een prachtige
drijfveer. Er is wel een zekere
berusting over me gekomen.
Toch is er elke week nog wel
iets waarvan ik denk: hoe is het
in godsnaam mogelijk. Zo'n
plan voor een verbindingsweg
tussen de A6 en de A9, dwars
door het Naardermeer.Dat re
sulteert dan in een grimmige
tekst, maar het schuim op de
bek is mij vreemd. Kwaadheid
oké, maar geen getier."
Leraar. Literair Varié2, het
theaterprogramma van Pieter
Nieuwint en mij. is een lofzang
op het geschreven woord. Wat je
leuk vindt moet je doorgeven. In
dat programma zit wel wat van
opvoeden, maar ook van onder
uit halen. Ik heb vier jaar voor
de klas gestaan. Aan het Willem
II in Tilburg, in Hilversum en in
Amsterdam. Leuk en heel afmat
tend, ook omdat ik alle lessen
aanpakte alsof het een soort
voorstelling was. De schrijf
drang was te groot en al gauw
nam het cabaret de voorgrond."
'Mooiste tijd'; Dat gedicht
schreef ik over mijn middelba-
re-schooltijd. Sentiment? Ja, ik
ben een verstokte romanticus.
Iemand die in z'n hoofd een
mooiere wereld schept dan die
in werkelijkheid is. Ik heb
steeds meer tijd om op terug te
kijken, en daar haal ik dan de
mooie periodes uit naar boven.
Mijn interesse voor de natuur
zie ik ook in dat licht. Vroeger
had ik er geen binding mee, nu
ga ik er naar op zoek. Het is het
oproepen van een brave, roman
tische wereld."
Nijntje. „We gaan een derde mu
sical maken. Nijntje 2 keert ko
mend seizoen in de theaters te
rug, Nijntje 1 loopt nu in Za
greb. Miffy heet het daar. Het
universum van Nijntje vertalen
foto Diederik van der Laan/GPD
is een heel aparte opdracht.
Veel korte lettergrepen: 'Wat
ben ik blij dat ik een step heb.'
Je moet zorgen dat de toeschou-
wertjes bij de les blijven met ac
tie, beweging en voldoende ver
rassing. De musicals hebben bij
mij zo'n beetje de plaats ingeno
men van het cabaret. De afstand
tussen mij en het cabaret van nu
wordt ook groter. Als Hans Tee-
uwen het over de kut van Bea
trix heeft kan ik daar nog wel
om lachen, maar men zal nooit
kunnen eisen dat ik zoiets op
schrijf."
Opvolger. „Ik ben zeer gelukkig
met Frank van Pamelen als de
nieuwe man bij Vroege Vogels.
Een zonnige jongen met een
vaardige pen en een leuk soort
gekte. En nog uit Tilburg ook.
Ik herkende hem binnen het we
reldje van de lichte poëzie al
snel als een geestverwant. Daar
om heb ik hem ook naar voren
geschoven. Zijn toon is veel be
ter dan die van de vele in omroe
pland rondhangende saaie suf-
konten."
Podium. „Het is gebleken dat ik
het niet helemaal kan missen.
Met het Kabaret Ivo de Wijs
stond ik er twintig keer per
maand. Nu nog tien keer per
jaar, volgend seizoen vijftien.
Pieter Nieuwint en ik beleven er
enorm veel plezier aan. Het zal
ook wel ij delheid wezen."
Q „Jaja, die moet ik dan weer
zelf invullen. In m'n taaipro
gramma doe ik iets met een alfa
bet rond het thema eten. In Bra
bant komt bij de q dan altijd
wel iemand met Quukske aanzet
ten."
Ratteval. In De mooiste tijd
noemde ik Tilburg zo. Kinderen
als ik, uit de betere midden
stand, merkten dat ze daar toch
vast zaten. Voor mij als begin
nend cabaretier was het duide
lijk dat ik naar Amsterdam
moest. Al mijn broers en zussen
hebben Tilburg ook verlaten. De
stad had gewoon niet alle moge
lijkheden. Achteraf zeg ik, ratte
val... Het had wel wat minder
gemogen, De Wijs!"
Speenkruid. Ik ben qua na
tuurkennis wat steviger in m'n
schoenen komen te staan. Ik
nam het vogelboek, de padden-
stoelengids of de florabundel
mee. Ik zie nu ook meer. In Was
pik maakte ik laatst met een
groepje een omzwerving over
een dijk. Daar ben ik echt plat
gegaan om een plant te determi
neren. Speenkruid, concludeer
de ik. Er was ook een echte ken
ner bij: 'Dat is juist, meneer De
Wijs'."
Teamspeler. „Ik geloof niet dat
ik dat ben, al zijn we bij Vroege
Vogels zeer goed op elkaar inge
speeld. Ik heb een grote allergie
voor bazen en baasjes. Zodra
die zich laten gelden ben ik weg.
Windbuilen haat ik. Helaas zit
omroepland er vol mee."
Uiteindelijk. „Het kan me echt
helemaal niets schelen hoe het
afloopt. Ik regel m'n eigen begra
fenis nog niet eens. Ik ben niet
het type van 'Ik wil iets nala
ten'. Een keer per jaar schrijf ik
een liedje dat wat langer mee
gaat. Voor de rest zal het er niet
aan ontbreken dat ik het zelf
naar mijn zin heb."
Vara. „Ik heb voor de rode om
roep twintig jaar lang het groe
ne geloof uitgedragen. Ook met
al mijn andere dingen, van het
cabaret tot Kinderen voor Kin
deren, was het altijd de Vara.
Het moet iets in mezelf zijn dat
ik me daar thuisvoel. Of Jack
Spijkerman verraad heeft ge
pleegd? Jazeker! Na drieëntwin
tig jaar weglopen en de Vara be
roven van een goedlopend pro
gramma, ik vind het geen zet."
Werk. „Een keer per jaar zitten
mijn impresario, mijn boekhou
der en mijn vrouw bijeen om te
pi-aten over de Ivo de Wijs BV,
en Ivo de Wijs zelf zit dat dan in
een hoek van de kamer allemaal
niet te begrijpen. Hij denkt al
leen: 'Die hou ik allemaal aan
de vreet.' Ik leef van mijn pen
en m'n stem. Symposia, lezin
gen, een act doe ik als het iets
toevoegt. Het is goed om af en
toe buiten te komen. Ik hou van
veel en veelsoortig, en het be
taalt goed, maar ik roep ook wel
eens tegen m'n impresario: 'Nu
maar weer even niet'."
XL. „Het zou wel wat minder
mogen. Het goede van het leven,
ja. Ik heb me voorgenomen om
zodra ik zestig ben aan ochtend
gymnastiek te gaan doen. Mag
ik overigens aantekenen dat
XXL nog duidelijk te ruim
was?
'Yup op noren'. „In dat vers
drijf ik de spot met het mobiele
bellen. Ik weiger zelf de gsm te
gebruiken, tenzij bij iets heel on
verwachts. Laatst ging ik op
pad met een wandelgroepje. Zei
er eentje: 'We kunnen niet weg.
Er is niemand met een mobiel
tje.' Dat is toch bespottelijk?"
Zondagmorgen. „Die wordt heel
erg anders. Ik ga natuurlijk wel
luisteren. Ik kan eens een keer
in bed een eitje eten, en wat va
ker en langer weg met m'n
vrouw.
Op zaterdagavond kan ik einde
lijk eens een keer naar de band
van m'n zoon gaan luisteren, of
blijven hangen op een feestje."
Ben Ackermans
e schieten als paddestoelen uit de
Igrond, de steunpunten huiselijk ge
il Niet eerder was er zoveel aandacht
fhet slaan van vrouwen en kinderen als
iatse drie jaar. Iedereen is het erover
de lang al ligt er een groot taboe op het
fandelen van familieleden,
je ziet je buurvrouw met een blauw
boodschappen doen. Je kent ook de
fnan en vindt hem eigenlijk best een
Sgevent. Niet het type dat zijn vrouw
Mishandelen. Bel je de politie? Waar-
ijnlijk niet. De mishandelde vrouw in
giebelt ook niet de politie. Haar man
"na de uitbarsting van geweld veel spijt
'tonden beterschap beloofd. Zo blijft het
'fld achter de voordeur verborgen.
®jaar overlijden in Nederland vrouwen
«nderen als gevolg van mishandeling.
5*ns schattingen elke week een kind en
w vijf dagen een wouw. Alle betrokken
Unties zijn alert en doen mee aan een
aanpak om het huiselijk geweld een
'toe te roepen.
tor geweld op straat is veel meer belang-
er worden zelfs stille tochten gehou-
1 Terwijl binnen de huiselijke kring veel
•slachtoffers vallen. Dat is toch eigen-
Ie zot", vindt Wim Jansen van het Open-
JMinisterie. Bij het OM zijn de aanpak
^vervolging van huiselijk geweld al
si :tat tweede jaar een speerpunt. Daarbij
'het vooral om de aanpak van de pleger.
Het OM kan en wil deze daders die zijn op
gepakt door de politie, zoveel mogelijk door
sturen naar een dadertherapie. De reclasse
ring speelt daarbij een coördinerende rol.
„Wij zien bij de rechtbank maar een heel
klein stukje van het huiselijk geweld. Als
een wouw aangifte doet hoor je vaak: het
speelde al tien jaar. Meestal wordt pas aan
gifte gedaan als de emmer helemaal vol zit.
Dan is de laatse druppel vaak de aanleiding
om naar de politie te stappen, of als de kin
deren er getuige van zijn geweest. Punt is
vaak dat de wouwen niet willen dat de rela
tie stopt, ze willen alleen maar dat het ge
weld stopt. Ze zijn nog gek op hem of zijn
financieel afhankelijk van hem of ze willen
om de kinderen bij hem blijven. Dat stuit op
veel onbegrip."
„In de versnipperde hulpverlening is nog
heel veel te verdienen", aldus Jansen. „Ge
meenten spelen daarin een coördinerende
rol. Zij kunnen alle hulpvex-leningsinstellin-
gen bij elkaar brengen en op elkaar afstem
men. Hierdoor kan mogelijk voorkomen
worden dat de zaak escaleert."
Ook de politie heeft de laatste jaren haar
houding moeten veranderen. „Politie-agen-
ten zijn vaak de eerste buitenstaanders die
bij de mishandelingen worden betrokken",
vertelt Jansen.
„Als agenten een vrouw met een hoofdwond
aantreffen na een tip van de buren over ge
luidsoverlast, moeten ze niet zonder meer
geloven dat dat komt omdat ze gevallen is.
Daar moeten ze doorheen prikken en op
dooiwagen en niet zeggen: 'Doe maar geen
aangifte, want u moet nog met hem verder.'
Die tijd hebben we gehad. Geweld is ge
woon niet te accepteren, niet op straat, niet
in het stadion, maar ook niet in huiselijke
kring."
Respect
Die opstelling is nieuw bij de politie. Voor
heen was er - wellicht te veel - respect voor
iemands privacy. Bovendien was er te wei
nig begrip voor wouwen die mishandeld
werden. 'Redden we een vrouw uit de han
den van haar slaande man, regelen we op
vang voor haar en de kinderen. En dan
loopt ze een week later weer gearmd met
hem over straat', was de niet-begrijpende
reactie van veel politie-agenten. Nu is er
meer aandacht gekomen binnen het korps
voor de ingewikkelde wereld van mishande
lingen. De geluiden om meer begrip voor
mishandelde wouwen die teruggaan naar
hun partner komen uit de kring van de wou-
wenopvang. In de Blijf-van-mijn-lijfhuizen
lieten sommige zwaar mishandelde vrou
wen 's nachts hun man doodleuk via een
raampje naar binnen. „Onbegrijpelijk voor
buitenstaanders", zegt relatietherapeut
Joop Verschuur.
Verschuur verzorgt sinds kort een speciale
daderbehandeling. Een cursus waar man
nen leren hun agressie te beheersen en pro
blemen in de relatie op een andere manier
op te lossen dan met geweld. Zowel de poli
foto Phil Nijhuis/GPD
tie als het openbaar ministerie probeert de
dader zoveel mogelijk naar zo'n speciale da
dertherapie te krijgen. Dat blijkt in de prak
tijk beter te helpen dan geldboetes of werk
straffen. „Met boetes kom je ook aan de
huishoudportemonnee. Wordt zo'n wouw
twee keer gepakt aldus Wim Jansen.
De dadertherapieën slaan aan, is de indruk
van relatietherapeut Verschuur. Cijfers van
het aantal mannen dat terugvalt in hun
oude fout ontbreken echter. „Als ze voor de
rechtbank staan zijn ze vaak nog erg gemoti
veerd. Als ze hier beginnen is de motivatie
alweer weggezakt, maar gaandeweg de cur
sus komt het wel terug. Verschillende cursis
ten zijn achteraf blij dat ze de therapie ge
daan hebbben."
Ook mannen kunnen slachtoffer worden
van mishandeling. Daarop ligt zo mogelijk
een nog groter taboe. Ook bij oudere echtpa
ren neemt geweld 'toe, bijvoorbeeld als één
van de twee dement wordt of een hersen
bloeding heeft gehad. Of wat te denken van
geestelijke mishandeling. Het valt allemaal
onder de noemer huiselijk geweld.
De meldpunten huiselijk geweld zijn centra
le aanspreekpunten voor iedereen die ermee
te maken heeft. Niet alleen slachtoffers, ook
daders en getuigen kunnen zich er melden,
evenals de talrijke hulpverleningsinstanties
die wagen hebben.
Tan ja Kits
Voor telefoonnummers zie www.mishande-
ling.nl