Op de vloer ben ik
net een Houten Klaas
k wist niet dat de nadagen van het leven zó leuk konden zijn
23
Esther van Gorp,
luchtacrobate
1
zaterdag 25 juni 2005
Wie denkt dat professione
le acrobatiek onlosmake
lijk verbonden is met luxe trai
ningsaccommodaties, komt bij
Esther van Gorp bedrogen uit.
De idyllische boerderij van
haar ouders in de rustieke om
geving tussen Oostburg en
Groede is niet alleen haar on
derdak, het is ook de plek waar
ze haar topniveau probeert te
behouden. De nok van de zol
der en nabijgelegen schuur zijn
haar walhalla. Tussen het hooi
en naast twee logge boerenknol-
len.
Twee totaal verschillende werel
den, zou je denken. Maar eigen
lijk zijn er toch overeenkomsten tus
sen het boerenleven en Van Gorps
werk als trapeziste, in beter verstaan
bare taal: luchtacrobate. Neem bij
voorbeeld de twee trekpaarden, die
haar ouders als hobby houden. Alles
komt bij deze potige viervoeters aan
op kracht, het aanwenden van spier
massa's. Bij Van Gorp is het net zo.
Trainen, trainen en nog eens trainen
om sterker te worden, meer aan te
kunnen en daardoor indirect je creati
viteit te vergroten, is haar motto.
Maar je kan ook teveel doen, weet ze
inmiddels. „Ik heb twee jaar en twee
maanden op de circusschool in
Leeuwarden gezeten. Die opleiding
duurt drie jaar, maar er was geen spe
cialisatie in de trapezerichting moge
lijk. Daarom ben ik overgestapt naar
een privé-leraar in Amsterdam. Boven
dien was ik in Leeuwarden over-
traind. Zes uur intensieve training op
een dag, dat kunnen je spieren ge
woon niet aan. Je kan dan op een gege
ven moment helemaal niets meer.
Vroeger deed ik ook regelmatig vier
sets per optreden. Waren na twee keer
tien minuten mijn spieren al ver
zuurd. Ik ben nu sterker geworden,
weet beter met mijn krachten om te
gaan. Dat biedt houvast."
Mag ook wel, want verder heeft Van
Gorp natuurlijk niet veel om zich aan
vast te houden. Haar trapeze is haar
bescherming, niets meer en niets min
der. „Ik werk niet met zekeringen,
want die zitten alleen maar in de weg.
De kans is dan veel te groot dat ik mij
zelf vastdraai. En een mat is ook niet
echt een optie, omdat ik die niet kan
meenemen in de auto. Zo'n mat werkt
trouwens ook als een magneet, zo van
'val maar. val maar'. En dat is natuur
lijk nou net niet de bedoeling. Risico?
Ach, op de snelweg loop je ook een ze
ker risico, vooral omdat je daar altijd
afhankelijk blijft van anderen. Ik ken
mijzelf en elke centimeter van mijn
trapeze. Ik weet waar ik aan toe ben,
heb alles in eigen hand. Trouwens, als
ik op de vloer een dansante entree
moet maken, ben ik net een Houten
Klaas. Dan val ik zo omver, omdat ik
me dan heel erg bewust word van
mijn lichaam. Het lijkt dan wel of ik
elke afzonderlijke cel voel."
Desondanks valt de lichamelijke scha
de tot nu toe nogal mee. Een dubbelge-
slagen vinger, tijdens het oefenen van
een flikflak, dat was het eigenlijk wel.
„Ja, er moeten ook wel eens een paar
ruggenwervels worden goed gezet.
Maar breuken? Nee. Ik ben een den
ker, vraag me altijd af wat er allemaal
kan gebeuren. Ik ben best wel een
angsthaas, maar dat is misschien juist
wel goed. Het houdt me scherp. Op de
circusschool hing ik eens op vier me
ter hoogte, keek naar beneden en
dacht: 'Nu ben ik nog heel, maar
straks heb ik misschien van alles ge
broken.' En nu is vier meter nog maar
een peulenschilletje."
Negen meter de lucht in, verder gaat
Esther van Gorp niet. Althans, zonder
beveiligingsmateriaal. Op de Gentse
Feesten, die over drie weken begin
nen, presenteert ze haar show Hoog
moed. Daarbij wordt ze handje gehol
pen door de organisatie, want die
koos een foto van Van Gorp uit voor
de promotieposter en brochure van
het Vlaamse cultuurfestijn. Genomen
door haar vriend Frank Bassleer, vo
rig jaar op de Visserijfeesten in Bres-
kens. Verder doet Van Gorp vooral
theaters aan, met gezelschappen als
Cirque Magnifique. En af en toe zijn
er speciale acts, zoals tijdens een op
treden van DJ Tiësto in het Arnhemse
Gelredome.
Wie dat twaalf jaar geleden had ge-
Naam:
Esther van Gorp
Geboren:
11 mei 1967 in Oostburg
Woonplaats:
Oostburg
Burgerlijke staat:
ongehuwd
Opleiding:
Havo (KWL Oostburg), vwo
(avondschool Delft), Engels (uni
versiteit Leiden) en circusschool
(Leeuwarden).
Werk:
trapeziste
zegd, was waarschijnlijk voor gek ver
klaard. De Oostburgse was eigenlijk
voorbestemd om haar weg te vinden
in de wereld van taal. Haar vader was
docent Engels, Van Gorp leek dezelf
de kant op te gaan. Tot ze op 26-jarige
leeftijd voor haar studie Engels een
jaar op de universiteit in het Engelse
Durham vertoefde. „Daar zag ik in
een winkel jongleerballen liggen. Van
af dat moment was ik verkocht. Er
volgden een éénwieler, stelten, kegels
(clubswinging) en nog veel meer van
dat soort dingen. Ik vond het zo leuk
dat ik besloot naar de circusschool te
gaan. Ik heb zelfs nog een boekje over
clubswinging geschreven. In het En
gels, maar het is nooit uitgegeven. Ik
ben een vakidioot, dus had ik natuur
lijk alles veel te technisch opgeschre
ven. Het ligt nog steeds in de kast, ik
zou het nog kunnen versimpelen. Nu
weet ik namelijk wat de basis is, de
versierselen kunnen mensen zelf wel
verzinnen. Ik ben perfectionistisch,
maar ben in de loop der jaren anders
naar mijn vak gaan kijken. Het gaat
niet om de trucs. Maar ja, die wil je in
het beginstadium juist snel onder de
knie krijgen, want juist daardoor
word je aangetrokken. Alles wat je
ziet, wil je meteen leren. Ik ben trou
wens nog wel altijd in taal geïnteres
seerd, ik kan met mijn vader uren zit
ten brainstormen om achter de beteke
nis van woorden te komen. En af toe
doe ik nog wat vertaalwerk. Vorig
jaar heb ik bijvoorbeeld nog een perso-
neelshandleiding van een incassobu
reau van het Nederlands naar het En
gels omgezet."
Hoelahoep
Eigenlijk zat de liefde voor acrobatiek
er onbewust al veel eerder in. Als kind
was Van Gorp vaak al vroeg uit de ve
ren om touwtje te springen, de hoela
hoep langs haar middel te laten swin
gen en op een voetbal te leren ballo
pen. Op de middelbare school ging dat
speelse er haast logischerwijs wat af
en bovendien gooide de ziekte van
Pfeiffer roet in het eten. „Ik heb daar
zeven jaar last van gehad. Bijzonder
vervelend, ook omdat mensen niet
zien dat je ziek bent. Opmerkingen als
'je stelt je aan' en 'je bent zo moe, om
dat je veel slaapt' zijn nu gelukkig
voorbij, al heb ik nog steeds wat min
der energie dan de meeste anderen."
Het belemmert haar niet meer in haar
dagelijks leven, dat naast trainen voor
al uit promotionele werkzaamheden
bestaat. En reizen, heel veel reizen. Zo
vertoeft Van Gorp bijna wekelijks in
het centrum van Amsterdam voor het
oefenen van duo-acts, om vervolgens
met verlangen weer terug te keren
naar de rust van de polder bij Oost
burg. „In Amsterdam weet je dat er
op een meter afstand nog iemand
slaapt, van wie je niet eens weet hoe
hij of zij er uitziet. Ik heb mijn ouder
lijk huis weer als thuisbasis, omdat ik
hier goed kan trainen en de boel zo
kan achterlaten. Als ik een aanvraag
uit het buitenland krijg, kan ik zo
weg. Met een eigen huis wordt dat
toch iets lastiger. Twee keer heb ik
aanvragen uit India gehad, maar dat
ging uiteindelijk niet door. En soms
krijg je hele rare verzoeken. Uit Ame
rika bijvoorbeeld, van een man die
voor een reclamespot iemand zocht
die goed aan zijn wreven kon hangen.
Ik dacht: 'Daar zijn er in Amerika hon
derden van, waarom wil je mij?' Ik ver
trouwde het niet, dus heb de boot
maar afgehouden." Het moet een lasti
ge beslissing zijn geweest, want het
werk ligt voor Van Gorp niet voor het
oprapen. Een circustheatershow zorgt
in structurele zin voor inkomsten,
maar verder is het toch vooral afwach
ten of en hoeveel aanvragen er binnen
komen. „Het is heel moeilijk om men
sen over de streep te trekken, want ik
heb een dure act die relatief kort
duurt. Die kosten worden voorname
lijk bepaald door dure materialen, het
gevaar dat met mijn act gepaard gaat
en het feit dat ik geen tijd heb om er
nog een andere baan naast te hebben.
Dat alles maakt dat organisaties van
feesten dikwijls voor iets anders kie
zen. Zo van 'ja, we hebben ook nog
een ballonvouwer in de aanbieding en
die werkt veel langer voor veel minder
geld.' Dat maakt het voor mij heel las
tig."
Allergisch
Het traditionele circus is voor Van
Gorp ook geen optie. „Ik ben aller
gisch voor dieren en zaagsel. Ik ga wel
naar shows in circussen kijken, maar
bij de paardennummers zit ik steevast
te niezen. Echt, ontzettend gênant."
Thuis heeft ze daar geen last van. Zo
lang er niet met balen hooi wordt ge
sjouwd en de paarden niet te dicht in
haar buurt komen, kan Van Gorp zon
der problemen aan de balken van de
schuur en zolder bungelen. Of zich in
de wei uitleven, waar ze af en toe de
complete installatie uitstalt. „Mijn
Amsterdamse duopartner komt soms
voor een paar dagen naar Oostburg
om te oefenen.
Niemand die het ziet. Op enkele boe
ren na dan, die hier dan voorbijrijden
met zo'n blik van 'wat gebeurt hier al
lemaal?' Hoe lang ik door kan gaan
met dit beroep?
Ik hoop dat het nog lang niet stopt. Ik
ben een laatbloeier, maar ik ben in de
trapezewereld zeker nog niet de
oudste. Ik vrees wel het moment dat
ik moet erkennen dat het minder
wordt. Nee, dat betekent niet meteen
foto Mechteld Jansen
einde oefening. Ik weet zeker dat ik
het eerst nog een tijd met allerlei
smoesjes zal ontkennen, haha. Maar
voorlopig word ik nog steeds sterker.
Ik heb nu zelfs een mooie foto van mij
zelf, waarop te zien is hoe ik in de tra
peze een spagaat doe. Daar kijk ik
toch wel eens met trots naar. Al was
het alleen maar omdat ze op de circus
school altijd zeiden dat me dat nooit
zou lukken."
Raymond de Frel
/Ties Bouwman: „Sinds ik niet meer
"Ivoor de televisie werk, krijg ik de
Eerlijkste aanbiedingen. Voor The Slee-
i?Beauty on Ice maak ik graag een uit
kering. Dit is dan ook geen werk, het is
ileuk incident. Deze voorstelling is écht
asprookje, voor het hele gezin: boeiend
tabazingwekkend."
-:al enige tijd televisiepresentatrice in
k Niettemin onderbreekt ze de rust, die
■-niet met haar man en tevens televisie-
^seur Leen Timp. Bouwman spreekt de
bindende teksten bij The Sleeping Beau-
ülce, een voorstelling gebaseerd op het
^namige ballet van Marius Petipa op
®ek van Tsjaikovski. Deze van oor-
Eg Russische productie rond het ver
ban Doornroosje trok wereldwijd volle
Een is vanaf zaterdag 2 juli te zien in
'Amsterdamse Muziektheater. Dat is
kevens de première voor het vasteland
a West-Europa.
jtisniet de zoveelste ijsshow, maar een
ballet dat wordt gedanst door The Im-
Éllce Stars, een groep van vijfentwin-
Ed-kunstschaatskampioenen, die sa-
®goed zijn voor 210 medailles.
'tisniet zo maar leuk schaatsen, door
gezelschap dat even iets heeft be-
®t\zegt Mies. „Het is verbijsterend, zo-
elkaar opgooien en vangen! Wat een
bemensen! Bij dat alles vertel ik dan
[verhaal. Via een opname, want ik ga
'•'niet als een Moeder de Gans op een
^met boek op schoot de voorstelling in
Jeg zitten."
■anaal vreemd is haar rol van vertelster
Naast spraakmakende televisiepro-
Ena's als Mies en scèneEen van de
Mies Bouwman: ,,'The Sleeping Beauty on Ice' is echt een sprookje."
foto Alastair Muir/ The Imperial Ice Stars/GPD
acht, In de hoofdrol en de legendarische te
levisiemarathon Open het dorp, maakte ze
ooit een plaat met bekende sprookjes in een
wat moderne aanpak. „De prins heette ge
woon Jan en hij droeg kleren die ieder hum
meltje verlangde te dragen. Enig. Zoiets
zou ik nog wel eens willen doen. Een cd met
sprookjes is toch fantastisch als je met klei
ne kinderen een lange autorit moet ma
ken?" Dan is er ook nog die oude opname
van Peter en de Wolf, het muzikale sprook
je van Prokofjev. „De cd wordt nog steeds
verkocht. Ik heb dat sprookje ook eens voor
gelezen met een echt orkest in het Concert
gebouw. Wat een ervaring, als zo'n groot or
kest begint te spelen. Edo de Waart, de diri
gent, glimlachte even, knikte bemoedigend
en toen ging het gewoon. Dat is trouwens
zo mooi bij The Sleeping Beauty on Ice. Die
muziek van Tsjaikovski slaat als een war
me deken om je heen. Al die prachtige de
cors en kostuums passen er zo goed bij."
Mies en klassiek? „Zeker, sinds ik niet meer
voor de televisie werk ben ik van de klassie
ke muziek. Ik hou van prachtige zangers en
's ochtends vroeg zet ik graag iets van Mo
zart aan. De dag kan bijna niet mooier be
ginnen. De schoonheid van muziek doet zo
veel met je. Daarom zou de televisie daar
meer mee moeten doen, want er is een groot
publiek voor."
Vederlicht
Het is de muziek van Tsjaikovski die in het
ijsballet de toon zet. „Het viel me op dat al
die bewegingen op het ijs precies kloppen
met wat je hoort in de muziek. Dat coi*ps de
ballet, dat zweeft echt. Het is een lieflijk,
vederlicht verhaal waarin de muziek je mee
neemt bij al het moois dat je ziet, terwijl je
fantasie toch wordt geprikkeld. Deze voor
stelling komt dan ook uit een land met een
rijke cultuur. Wij zijn ooit naar Moskou en
Petersburg geweest, waar we werkelijk in
een sprookje terechtkwamen. We stonden
opeens in de prachtigste kerken. In en bui
ten Moskou, bomvol. Wat een devotie en zo
als daar werd gezongen... We zijn er naar
het Bolshoi-theater geweest, hebben circus
gezien, concerten bijgewoond, kloosters be
zocht en musea vol kunstschatten gezien.
Zoals ze daar omgaan met hun cultuur,
daar kunnen wij nog wat van leren. Aan al
die kunst zie je ook hoe je al in de vorige
eeuw op dat niveau toch al een verenigd Eu
ropa had. Dat ontdek je door te reizen. Dat
merkte ik toen we wegens werk en kinde
ren niet meer per se in de zomer op vakan
tie hoefden en echt konden gaan reizen. Tus
sen de mensen in Burkina Faso blijk je toch
iemand anders te zijn. Zo'n ervaring raak je
nooit meer kwijt. Daarom vind ik dat je el
kaar beter een mooie ervaring cadeau kunt
doen. Bijvoorbeeld een theaterkaartje,
want waarom zou je weer een nieuw appa
raat moeten kopen? Iedereen heeft al zoveel
apparaten, terwijl theater zijn weerga niet
kent. Alleen al het bezoek aan zo'n gebouw
is al zo bijzonder. Zoals het Muziektheater.
Ik weet nog dat we jaren geleden zaten te
eten met Kees Dam, die architect daarvan,
een vriend van ons. Toen ik hem vroeg hoe
Mies Bouwman in de
rol van vertelster
ver hij was met het ontwerp, pakte hij een
servet om alles voor ons te tekenen. Zo
leuk, zo bevlogen. Die tekening hangt nu in
gelijst aan de muur. Ik hou van dat soort
mensen.
Ik zoek ze op en dat heb ik ook altijd ge
daan: Edo de Waart, Paul de Leeuw, Ed
van der Elsken; mensen, voor wie je alles
zou willen doen, om maar bij ze in de buurt
te kunnen zijn. Met die instelling hebben
mijn man en ik ook altijd televisie gemaakt,
want eigenlijk kan ik niets echt goed. Om
ringd door specialisten, krijg je de ideale
combinatie waarmee je goed televisie kunt
maken. Ik had altijd de beste regisseurs, rèj
dacteuren. Mensen die jij met elkaar kunt
verbinden en die jou dan kunnen optillen.
Wat was ik altijd blij als me dat weer was
gelukt."
Hoe staat het intussen met haar eigen gang
naar het theater? „We komen daar nog zel
den. Tenzij er iets heel bijzonders is. We le
ven een uur rijden van Amsterdam, maar
toen we daar nog woonden hebben we door
ons vak al zo veel gezien. Van het cabaret
hebben we zo'n beetje alles gevolgd, maar
dankzij al die prachtige televisieregistra
ties hoeven wij de deur niet meer uit. Toch
slaat het echte theater alles. Zo'n avond be
gint voor mij 's ochtends al met het idee
van: 'Wat zal ik aantrekken?' Dan praat je
over waar je zult gaat eten thuis of in de
buurt van het theater."
Wanneer ze Doornroosje zelf voor eerst
heeft gehoord? „Wellicht via mijn oudere
broers of zusters, ik had niet van die voor-',
leesouders. Pas toen ik zelf kinderen kreeg
heb ik allerlei boeken in huis gehaald. Net
als Suske en Wiske. Ik heb ze allemaal nog
liggen en als de kleinkinderen komen ne
men ze er altijd een mee. Ik geloof dat je
kinderen zo vroeg mogelijk in contact moei.
brengen met alle vormen van vrijetijdsbe-'i::
steding. Op mijn beurt heb ik het nu druk'V
met de voorstellingen van mijn kleinkindé?;
ren. viool, ballet. Ik wist niet dat de nada-:
gen van het leven zo leuk konden zijn. Nie?
mand heeft me dat ooit verteld, maar ik gt=|
niet er enorm van."
Hans Visser
The Sleeping Beauty on Ice. Te zien: Am-
sterdam, Muziektheater, 2 l/m 24 juli