Er zijn meer stemmen nodig
Luisterhoek steeds populairder
PZC
Opeens vallen
verhalen samen
TTATT T TT^"bestaat bet boek aheen maar
J_J J. V_X_L_J J_N J-i-LU X\.uit een verzameling oude
foto's: Collage in zwart wit heet het en de ondertitel is 'Oscar de
Milliano fotografeert West-Zeeuws-Vlaanderen 1950- 1980'.
Zeeuws-Vlaanderen had in die tijd nog een ch: Zeeuwsch-Vlaande-
ren was het, zoals deze krant Provinciale Zeeuwsche Courant heet
te. Verdwenen, die ch. Zoals zo veel.
Jonathan
Safran Foer
en Nicole
Krauss
Nieuwvliet, 1975
foto Oscar de Milliano
Het luisterhoek rukt op en niet alleen on
der mensen met een visuele handicap.
Luisteren is een nieuwe vorm van luxe, op
je gemak in de file of een luie leunstoel. De
audioversie van De Da Vinci Code loopt als
een trein.
De jonge tv-kijker kent hem misschien als
Prof Piet uit het Jetix-programma De Club
van Sinterklaas. Je kunt zijn stem ook ho
ren als je '0900-gedicht' draait, waar hij te
gen gesprekskosten poëzie voordraagt. Erg
bekend als acteur is Piet van der Pas niet,
maar aan zijn stem zal dat niet liggen. Die
klinkt als een klok.
Dat was ook de reden dat uitgeverij Rubin
stein, groot in luisterhoeken, Van der Pas
vroeg om De Da Vinci Code te lezen. Van de
reli-thriller van Dan Brown, een van de on-
verbiddelijkste bestsellers van de afgelopen
tijd, is een zeven uur durende bewerking ge
maakt die op zes cd's is geperst. De eerste
druk, 15.000 exemplaren, is volledig uitge
vent. Een tweede druk is in voorbereiding.
Van der Pas (51) vindt het ook een wonder
lijk verschijnsel. Luisterhoeken liggen
steeds beter in de markt. Vroeger werden au-
dioboeken hoofdzakelijk ingesproken ten be
hoeve van mensen met een visuele handi
cap, maar de doelgroep heeft zich inmiddels
opmerkelijk verbreed. „Het publiek vindt
het kennelijk lekker om voorgelezen te wor
den", zegt hij. „Het luisterhoek is het sta
dium van hulpmiddel definitief voorbij. Het
is een luxegoed geworden. Ideaal voor in de
file of in bed. Kinderen vinden het fijn als
vader of moeder voorleest, waarom zou dat
voor volwassenen nou niet gelden?"
We moeten, zegt Van der Pas, vooral ook de
belangstelling van dyslectici niet onder
schatten. Mensen die wel kunnen lezen,
maar soms met moeite. „En die groep is veel
en veel groter dan we denken. Ik hoor er
zelf ook bij. Jaja, daar merk je niets van.
Maar ik heb de nodige kunstgrepen en ezels
bruggetjes in huis, waarmee ik me door de
tekst heensla."
Hans Gulpen
Dan Brown, De Da Vinci Code, 6 cd-luisterboek.
Voorgelezen door Piet van der Pas, Uitgeverij Ru
binstein, €19,95.
woensdag 22 juni 2005 25
Oscar de Milliano (Oostburg 1924) was jaren lang beroepsfotograaf.
Hij deed alles wat een fotograaf in die tijd moest doen: foto's maken
in opdracht, dingen vastleggen. Particuliere gebeurtenissen en pu
blieke evenementen: ontvangsten, jubilea, festiviteiten, bijeenkom
sten met een gouden rand, bezoeken van voorname personaliteiten,
van iemand van het vorstenhuis of van zijn gewestelijke vertegen
woordiger, Meneer de Commissaris. Want Jonkheer de Casembroot
zie je vaak in dit boek: een praatje maken, een biertje drinken, af
scheid nemen van deze en gene, en vooral zie je hem in onderonsjes.
Doorgaans heeft hij iets guitigs.
De West-Zeeuws-Vlaamse redactie van Collage in zivart wit geeft
in het inleidend woord een overzicht van nationale en internationa
le gebeurtenissen in de jaren dat Oscar de Milliano zijn wereld in
West-Zeeuws-Vlaanderen vastlegde. Het is niet niks: de Koude Oor
log, Vietnam, de dekolonisatie van Afrika, de oorlogen in het Mid
den-Oosten tussen Israël en zijn buren, de aardgasbel, de ouder
domsvoorzieningen van Drees, de WAO, de grote sportsuccessen,
Cruijff, het elegante bewegen op de schaats van Sjoukje Dijkstra,
het snelle glijden van Ard en Keessie, de Tour de France-overwin-
ning van Jan Janssen, de elfstedentocht in de winter van 1963, het
overlijden van Wilhelmina, het af-
treden van Juliana, de treinkapin-
o CTP §en> he autoloze zondag, gijzelin-
O gen, het kabinet- Den Uyl, Dolle
Mina's, de Lockheed-affaire, het
protest tegen de kruisraketten.
Niets daarvan is terug te vinden in de foto's in dit boek. Niets - een
kleine wereld was het daar in het westelijk deel van het meest
Vlaamse gewest van Nederland. Je ziet ze denken van Cadzand
naar Breskens, staand op de grens van land en water: 'ier bin wud-
der, daar is d'n overkant.' Naar de overkant moest je soms, als het
niet anders kon. Voor uitstapjes met de familie of zo kon je de grens
over.
De eerste foto's in dit boek tonen de ruïnes van de beschieting van
najaar 1944. De rooms-katholieke kerk van Eede ligt in puin. Die
katholieke signatuur van de fotograaf komt vaker terug. Plechtig
wordt de katholieke huishoudschool van IJzendijke ingezegend.
Met de kwast, een assistent met een emmertje wijwater op gepaste
afstand, in gepaste kledij, met gepaste uitdrukking. Schoondijke
heeft in 1955 de Rooms-katholieke HBS, Sint Eloy. In nissenhutten
staat er bij. In 1957 legt deken Lievegoed de eerste steen van deze
school, in Oostburg. Sluis heeft nog het seminarie Sint Augustinus
met een echte priesteropleiding. Er worden foto's gemaakt van
priesterjubilea. Rooms-katholieke verkenners en boerenbonden krij
gen jonge mannen in zwarte jurken op de koffie. West-Zeeuws-
Vlaanderen lijkt hier katholieker dan het is en was.
Er is meer dat de aandacht trekt. Zelden heb je Bernhard, in leven
en strijd prins-gemaal, zo melancholisch naar een Zeeuws-Vlaams
trekpaard zien kijken. Wat zal hij gedacht hebben? Veel paarden in
dit boek trouwens. De wereld kent nog trekpaarden. De Braakman
die gedicht wordt. Het voormalige Hotel Noordzee op de rand van
de duinen bij Cadzand. De laatste schaapherder op de schorren van
het Zwin. Hoogstamfruitbomen in een weiland. Vissers in Breskens.
De veerdiensten. Fanfares door het dorp. De accordeonvereniging.
Een optreden van de gymnastiekvereniging van Oostburg. Duiven-
vereniging, krulbolwedstrijden. En dan plotseling een schitterende
foto met tegenlicht van een winterse Damse Vaart en de haven van
Sluis.
Het fotoboek (uitgegeven door de Heemkundige Kring West-
Zeeuws-Vlaanderen) legt niet alleen gebeurtenissen vast, ook een
landschap dat in deze vorm niet meer bestaat. Een wereld en een
landschap. Voorbij, voorgoed voorbij. Gelukkig hebben we de foto's
nog.
Lo van Driel
proza
Petra Hammesfahr: Vader en
dochter - Irene was acht, toen
haar vader Merkel verdween. Ja
renlang dacht ze dat hij was
overleden. Maar, zonder dat het
haar verteld was, was hij in wer
kelijkheid in de gevangenis be
land, nadat hij de minnaar van
zijn wouw met zijn dienstpis
tool had vermoord.
Als Merkel op een gegeven mo
ment vervroegd wordt vrijgela
ten, is hij eindelijk zover om in
te gaan op de toenadering van
zijn dochter. Maar als hij bij
haar thuis komt, treft hij haar
vermoord aan.
Tijdens zijn speurtocht begint
hij langzamerhand te vermoe
den wie de hand in dit misdrijf
kan hebben gehad en worden
sterke wraakgevoelens bij hem
opgeroepen. Over het vorige
boek van Petra Hemmesfahr,
'De zondares', schreef de Neder
landse pers: 'een fantastisch
boek, knap geconstrueerd en
mooi geschreven'.
Vertaling Henriëtte van
Weerdt-Schellekens.
Uitgeverij De Geus, 316 pag.,
19,90.
Leon Verdonschot: Hart tegen
hart - Nieuwe Revu-verslagge-
ver Leon Verdonschot ontmoet
in 'Hart tegen hart' Nederlandse
vertegenwoordigers van de
rock-'n-roll 'in de breedste zin
van het woord'. Zoals daar zijn:
Jacques Herb ('Helmut Lotti,
dat wil ik zijn'), Rick de Leeuw
('Voetbal is voor mensen die
niet van muziek houden'), Spin
vis ('Ik maak geen Vinex-blues
of zo'), Giel Beelen ('Ik doe voor
al wat ik denk dat goed is') en
Gordon ('Ik ben een fucking be
kende Nederlander').
Uitgeverij Thomas Rap, 256 pag.,
14,90.
Curzio Malaparte: Kaputt - 'Ik
ben met het schrijven van Ka
putt begonnen in de zomer van
1941, aan het begin van de Duit
se oorlog tegen Rusland, in het
dorp Petsjanka in de Oekraïne,
op de boerderij van Roman
Soetsjena.' Zo begint de Italiaan
se oorlogscorrespondent Curzio
Malaparte (pseudoniem van
Kurt Erich Suckert, 1898-1957)
zijn verslag van een Europa in
ontbinding.
Met het Italiaanse leger trok hij
mee naar Servië, Kroatië, Polen,
Rusland en tenslotte Finland.
Hij schilderde bizarre en ver
bluffende portretten van leden
van de pazi-elite, gebruikte gro
teske humor, precieuze sfeer
schetsen, harde feiten en surrea
listische metaforen. Kaputt
wordt geprezen als één van de
belangrijkste antioorlogsboeken
aller tijden.
Malaparte: 'Geen enkel woord
dan het harde en bijna geheim
zinnige Duitse woord Kaputt,
dat letterlijk 'kapot, op, stuk,
naar de bliksem' betekent, zou
beter kunnen aanduiden wat
wij zijn, wat Europa nu is: een
schroothoop.'
Vertaling Jan van der Haar. De Ar
beiderspers, Oorlogsdomein nr. 14.,
611 pag. 27,50.
p 'et was hun Nederlandse uitgever die ze aan elkaar voorstelde. 'Nico-
-5 le, this is Jonathan; Jonathan please meet Nicole.' Sindsdien onaf
scheidelijk en inmiddels zijn ze getrouwd. Een schrijversechtpaar
it nu eens nadrukkelijk niet samen hun boeken schrijft. Ieder twee romans
j Een dubbelinterview, op twee achtereenvolgende dinsdagen, want ook rei-
iidoen Nicole Krauss en Jonathan Safran Foer apart. „Kus jij Jonathan na-
(DS mij volgende week?"
Is er een betere, jonge schrijver te vin
den in de Verenigde Staten dan Jona
than Safran Foer? Nou, misschien zijn
echtgenote. Nicole Krauss.
Zij wil niet praten over haar man. Nou
goed, één vraagje dan, Vooral om de gele
genheid te krijgen uit te leggen dat ze
niets met elkaar overleggen. Nicole
Krauss, schrijfster van De geschiedenis
van de liefde en echtgenote van schrijver
Jonathan Safran Foer: „We hebben nooit
iets bewust afgesproken en we hebben
eikaars boeken niet gelezen voor de druk
proeven klaar waren. Iemand is opgeval
len, na een diepgaande forensische stu
die, dat in onze beide boeken een blauwe
glazen vaas voorkomt. Tsja, dat ding
staat bij ons thuis op de keukentafel. Als
je al schrijvend een vaas op wilt voeren,
dan ligt het voor de hand dat je die
neemt. Moet ik de vaas dan groen maken
of zo?"
Nu zijn er wel opvallender overeenkom
sten aan te wijzen tussen Krauss' tweede
roman De geschiedenis van de liefde en
Foers tweede Extreem luid ongeloof
lijk dichtbij dan die vaas. Typografische
overeenkomsten met name. Beiden wer
ken met hier en daar vrijwel lege pagi
na's, waar dan slechts een regel of een ali
nea op staat. Inhoudelijk kan erop gewe
zen worden dat Krauss' roman trekjes
heeft van Foers vorige, Alles is verlicht,
want in beide gaat het om onder meer
een oudere joodse man die door de oorlog
gedwongen wordt Europa te verruilen
voor Amerika.
Welke van de twee romans is de mooiste.
Misschien wel die van Nicole Krauss
(1974), want de manier waarop zij het ui
termate complexe verhaal losjes naar het
aangrijpende einde voert, getuigt van
groot schrijverschap.
De Poolse jood Leo Gursky heeft in zijn
jonge jaren een boek geschreven onder
de titel 'De geschiedenis van de liefde',
uit liefde voor Alma. Zij heeft, zwanger,
naar Amerika moeten vluchten. Als Leo
haar vijf jaar later pas in de VS weet te
traceren heeft ze al een andere man en
nog een kind. Zijn boek is ook nog eens
verloren gegaan, denkt hij. Maar dat is
niet zo. Een vrouw heeft haar dochter
zelfs naar de Alma in het boek genoemd
toen zij het voor veel geld moest verta
len. Gursky zoekt zijn zoon, de jonge Al
ma zoekt haar naamgenoot. In plaats
daarvan vinden ze elkaar, op de laatste
pagina's van deze tour de force.
Debuut
„In de lente van 2002 publiceerde ik mijn
debuut", vertelt Krauss. „Ik had altijd
schrijver willen worden en toen was ik
het. Dat was een raar moment, want de
inspanning om schrijver te worden was
geslaagd. Dat wil zeggen: ik had een
boek gepubliceerd."
„Op een gegeven moment had ik vier ver
halen zonder echte samenhang. Ken je
Twister, dat spel met dat plastic vloer
kleed met stippen? Je moet je in allerlei
bochten wringen om stippen met dezelf
de kleur aan te raken. Zo voelde ik me,
maar ik vertrouwde mijn instinct. Het is
achteraf praten, maar ergens diep van
binnen moet ik gevoeld hebben dat de sa
menhang er toch was, of dat ik op z'n
minst het een met het ander kon verbin
den. Want helemaal lps zand was het ook
weer niet. Behalve dat het regende in elk
hoofdstuk, bleek ook dat iedereen in
mijn boek iets verloren had en probeerde
te overleven door leugens te vertellen."
„Tien pagina's voordat Leo en Alma op
het bankje zitten, wist ik nog niet hoe ik
ze daar moest krijgen. Een probleem was
ook: wie zou die scène vertellen? Leo of
Alma. Waarom niet allebei, dacht ik
toen."
Toen ze eenmaal 'de stem' van Leo Gurs
ky gevonden had, vloeiden de pagina's
uit haar pen.
„Ik moest snoeien. Leo was een overbloe-
semende tuin. Ik herkende veel van mij
zelf in Leo." „Misschien ben ik een oude
man. Als ik over mezelf zou moeten
schrijven met een personage dat op mij
lijkt, in dagboekvorm of een ander soort
autobiografie, zou me dat niet lukken.
Dan zou ik het moeilijk vinden te schrij
ven over zaken waar Leo niet voor terug
schrikt, zoals schaamte en doodsangst.
Met Leo's stem kon ik dingen zeggen die
ik zelf niet zou durven. Hij is zo iemand
van wie je hoopt dat hem iets goeds over
komt. Dat gaat nu ook gebeuren, want
het boek wordt verfilmd. En hij houdt zo
van film."
Nicole Krauss: De geschiedenis van de liefde.
Roman - Vertaling Rob van der Veer. Uitgeverij
Anthos, 292 blz., 19,95.
In de tweede roman van Jona
than Safran Foer (1977) is de
hoofdrol weggelegd voor Oskar
Schell, een jongen van acht jaar
die op 11 september 2001 zijn
vader verliest bij de aanval op
Twin Towers. Hij begint aan
een bizarre, even vaak komische
als aangrijpende speurtocht
door New York om de dood van
zijn vader betekenis te geven.
Oskar heeft wonderkindachtige
trekjes. Zo is hij uitvinder, Beat
les-gek, francofiel, Hamlet-ac-
teur en nog zo het een en ander
wat hem van andere achtjarigen
onderscheidt. Dat is Foer niet
door alle critici in dank afgeno
men. Menigeen meende al le
zend in Extreem luid ongeloof
lijk dichtbij niet in de geest van
Oskar te verkeren, als wel in die
van de 28-jarige auteur.
„Ik heb niet een poging gedaan
een levensechte jongen te schep
pen. Romans hoeven niet realis
tisch te zijn. Journalistiek wel.
Evenals geschiedschrijving en
wetenschap. Fictie heeft de taak
zaken op te roepen. Fictie moet
je boos maken of laten huilen of
lachen. Fictie moet zorgen dat
je ergens bij betrokken raakt.
Daar moet je als schrijver de rea
liteit voor opgeven. Oskar moest
iemand zijn die gevoelens los
maakt. En dus is hij vaak te
slim voor zijn leeftijd en andere
keren weer te naïef. Dat alles
om de lezer te laten ondervin
den hoe het is met hem te verke
ren."
Foer heeft zich dus met opzet
niet willen verdiepen in het ken
nisniveau van een jongen van
acht jaar. „Dat is hetzelfde als
wanneer je de auteurs van
Griekse mythen zou vragen of
ze zich verdiept hebben in de
vraag hoe het is om als mens in
een zwaan te veranderen. De
Griekse mythen, die toch de
meest onrealistische verhalen
zijn die je kunt bedenken, druk
ken ondanks of dankzij dat
niet-reële karakter een waar
heid uit die ons iets zegt over
het leven. Dat is het schrijven
waarin ik geïnteresseerd ben.
De ene keer is het mythologisch,
een andere keer metaforisch,
maar het vertelt ons over wezen
lijke zaken. Realistisch schrij
ven doet dat in mijn ogen niet."
De onderwerpen van zijn boe
ken zijn echter zeer realistisch.
De oorlog en de verwerking er
van in zijn debuut Alles is ver
licht; de aanslagen van 11 sep
tember in Extreem luid onge
looflijk dichtbij. „9/11 Is zo on
geveer de meest irreële reële ge
beurtenis van de laatste jaren.
Bijna iedereen neemt het woord
surrealistisch in de mond. In de
wereld is niets objectief. Twee
mensen die naar dezelfde ge
beurtenis staan te kijken, heb
ben na afloop elk een eigen ver
haal, een eigen versie, een eigen
visie. Dat kan heel pijnlijk zijn.
Maar juist dat maakt ons mense-
lijk. Mijn boek is voor geen twee
mensen gelijk; 9/11 al helemaal
niet. Iedereen heeft een andere
ervaring. Terwijl over 9/11 ge
sproken wordt alsof we het eens
zijn over wat daar gebeurd is.
Alsof het een.objectief te benoe
men gebeurtenis is."
Wat Foer verbaast, ja wat hem
zelfs onrustig op zijn stoel doet
schuiven, is het feit dat zo wei
nig auteurs tot nu toe over 9/11
geschreven hebben-. Hij kan er
niet bij. „Hoe meer mensen over
9/11 zouden schrijven, hoe be
ter. We hebben meer, veel meer,
heel veel stemmen nodig. Hoe
om te gaan met dit soort gebeur
tenissen? Hoe je er op duizenden
manieren over kunt denken en
spreken, dat wil ik horen. Maar
we zwijgen. Waarom toch?"
„Ik geloof in de kracht van fic
tie. Ik geloof in de kracht van
veel verschillende stemmen. Fic
tie, geschiedschrijving, journa
listiek, we hebben alles nodig.
Maar als je het verschil ziet tus
sen het gewicht van fictie en
journalistiek. Journalistiek
heeft zo veel vertrouwen gewon
nen en is zo belangrijk gewor
den. Als The New York Times
schrijft dat er massavernieti
gingswapens zijn in Irak, gaan
we daar oorlog voeren. Maar
wanneer een schrijver over zo'n
onderwerp schrijft, worden men
sen wantrouwend en nerveus.
Hier blijkt voor mij uit hoe wei-
Nicole Krauss en Jonathan Safran Foer: wel samen leven, niet samen schrijven. foto Marcel Israel/GPD
nig vertrouwen mensen in schrij
vers stellen."
„Ik kan me niet voorstellen niet
over een onderwerp als 9/11 te
schrijven. Ik mag niet voor ande
re schrijvers spreken of ze kriti
seren, maar ik zou willen dat
meer schrijvers over 9/11 zou
den schrijven in plaats van óver
liefde of echtscheiding. Dat is
niet wat nu belangrijk is."
Waarbij overigens terstond
moet worden opgemerkt dat
Foer zichzelf allesbehalve als
een oeuvreschrijver ziet. Hij her
haalt wat hij destijds zei toen Al
les is verlicht net verschenen
was: misschien komt er geen vol
gend boek. „Nu meen ik het nog
serieuzer." Hij weigert zich vast
te leggen. Hij wil alle opties
openhouden. Hij zou zich wel
eens verdienstelijk willen ma
ken op de achtergrond van een
politieke campagne of voor ideë
le doelen. „Ik ben verbaasd dat
ik twee boeken heb geschreven.
Ik sprak een schilder. Ik vroeg
hem of hij van schilderen hield.
Hij zei: ik hou van schilderen,
maar ik geniet er niet van. *Zo
ervaar ik schrijven. Ik kan zon
der. Schrijven is een keuze, niet
de lucht die ik adem."
Theo Hakkert
Jonathan Safran Foer: Extreem luid
ongelooflijk dichtbij. Roman - Ver
taling: Gerda Baardman en Tjadine
Stheeman.
Uitgeverij Anthos/ Manteau, 380
blz., €19,95 (pb), 24,95 (geb.)
foto Fred Nijs/GPD