Mijn leven is
verweven met
dat gekke circus
Veel vragen blijven nog altijd onbeantwoord
25
Jo Kaaysteker, voorzitter Hogerop
zaterdag 11 juni 2005
Sensatie! Het was in 1991,
in het Land van Ooit. „We
deden mee aan een festival. Ne
genentwintig jeugdcircussen.
En wat denk je? Tot mijn grote
schrik werden we eerste. Je
mag het best weten: toen liep
ik wel een beetje naast mijn
schoenen."
Hij is een bekende Goesenaar, ja.
Jo Kaaysteker beaamt het zon
der het geringste spoortje van eigen
dunk; bij Omroep Zeeland, de PZC,
De Bevelander - ze kennen hem en
zijn jeugdeircus Hogerop vrijwel over
al. Tot aan de televisiestudio's in Hil
versum aan toe. „Mijn hele leven is
verweven met dat gekke circus."
Praat met Jo Kaaysteker over zijn
jeugdeircus en hij is nauwelijks meer
te stuiten. „Als ik in het vuur van
mijn verhaal kom, bén ik moeilijk te
stoppen."
Zesenveertig jaar is hij bij Hogerop be
trokken. En in al die jaren miste hij
slechts één voorstelling: in het voor
jaar van '96, toen hij in de Klokken-
berg werd opgenomen. Het hart, hè.
Zes bypasses. Zes! Sindsdien tou
cheert hij geen shaggie meer. „Ik rook
te als een ketter, zes pakkies zware
shag in de week, minstens. Die dokter
zei tegen me: 'Als je nog een poosje
meewil, moet je nu stoppen.' Ik heb
mijn laatste peuk in de asbak uitge
drukt en nooit meer gerookt. Ze roe
pen wel eens: 'Da's knap.' Maar als je
moet, kun je veel."
Glinsterende oogjes achter de bril
lenglazen, grijze kuif, een ruitjesover
hemd dat een goed gevuld buikje ('Ik
ben volop aan het minderen') om
spant. Voila: Jo Kaaysteker, ex-glazen-
wasser, voormalig ambulancechauf
feur, oud-mortuariummedewerker,
ex-schoonmaker, maar bovenalvoor
zitter ('Ze schelden me wel eens uit
voor directeur') van het Goese jeugd
eircus Hogerop.
Zijn eerste rol was die van Charlie
Chaplin, vervolgens werd hij
spreekstalmeester, later speelde hij sa
men met zijn broer Piet de clown ('De
gebroeders Slabberdewatsjki') en
voorzitter is hij sinds 1982.
Tafelkleden
Ach, je kent het wel. Het waren de ja
ren vijftig en het kindercircus Elle
boog was wereldberoemd. Zoals zo
veel andere kinderen in evenzoveel an
dere dorpen en steden sleepten Jo
vriendjes regelmatig met oude tafel
kleden en verschoten vloertapijten om
een circustent te bouwen en hun
kunsten te vertonen - een act als Otto
de Vlo ('Otto, spring over!') was in die
jaren zéér populair.
Hun eerste voorstellingen deden ze op
een weilandje aan de rand van Goes.
„We gaven die boer een paar goeie si
garen en we vroegen vijf cent entree.
Tot hun eigen verbazing trokken ze
soms veertig tot vijftig ('Nee, dat wa
ren niet alleen maar buren en familie')
bezoekers. „Mijn vader zat bij een to
neelclub en zei: „Als ik kan helpen -
beetje schminken enzo, dan hoor ik
dat wel." Afijn, zo is het ongeveer be
gonnen.
Het eerste officiële optreden ('We had
den nog niet veel meer dan een ouwe
fiets') vond plaats in café De Land
bouw aan de Goese Grote Markt.
„Daar moesten we optreden voor het
NW. Mijn vader zei: 'Hoeveel zullen
we vragen?' Ik zeg: 'Nou, 20 gulden,
25 gulden.' Mijn vader: 'Dat is veel te
veel, joh.' Ik zeg: 'We zien wel.' Wij
naar De Landbouw, zitten we daar
met het bestuur van de NW aan tafel
en vragen ze: 'Een optreden van 20 tot
25 minuutjes, kan dat gerealiseerd
worden?' Wij: 'Natuurlijk, dat kan.'
Zij: 'Honderd gulden, kunnen jullie
het daarvoor doen?' Nou, mijn vader
knikte tot zijn hoofd er afviel."
En wat voor acts ze toen deden? „Zo'n
beetje dezelfde als nu, ze worden al
leen steeds in een ander jasje gesto
ken: fietsen op één wiel, vuurspuwen,
goochelaar, slangenmeisje, bordjes
jongleren, hoepelduiken."
Ze geven voorstellingen in hun eigen
Naam:
Joris Kaaysteker
Geboren:
12-7-1944, Goes
Woonplaats:
Goes
Opleiding:
Lagere school
Loopbaan:
loopjongen bij glasfabriek Wattez en
lijmfabriek Perfecta, glazenwasser,
conciërge, ambulancechauffeur,
mortuariummedewerker,
schoonmaker, WAO.
Gehuwd met:
Nellie Ollebek, één zoon (uit een vorig*
huwelijk): Johnny (38 jaar)
Belangrijkste bezigheid:
Jeugdeircus Hogerop
clubgebouw (een voormalige gymzaal)
aan de Goese Bergweg, ze verschijnen
op braderieën en andersoortige festivi
teiten, spelen in buurthuizen, vereni
gingsgebouwen en bejaardentehuizen.
Ze traden op in Van Gewest tot Ge
west en in Alles Hop, 'een tv-program-
ma van de KRO, geloof ik.' „Dat was
onder leiding van Henny Budie. Die
was toen een beetje kwaad op mijn
broer ook. We hadden een act met
bordjes enzo, elke keer die bordjes bre
ken, je kent het wel - een beetje
clownswerk. Maar die Budie zat na
tuurlijk aan tijd gebonden en die
stond maar op zijn horloge te tikken.
Mijn broer keek hem aan en vroeg:
Heb je een nieuw horloge?" Ook waar
gebeurd: „Piet de Keizer, ken je die
niet? Die heeft ook een poosje de
clown gespeeld. We deden een act
waarin een operatie werd uitgevoerd.
Ik lag daar op die operatietafel, ze
haalden soepbenen uit mijn lijf, tou
wen uit mijn maag en wat deed Piet?
Die trok mijn broek een beetje naar
beneden en mijn bloes omhoog en leg
de een voetzoeker op mijn buik. Dus
ik kom overeind, die voetzoeker schiet
weg, recht op Piet af: het kruis brand
de uit zijn broek."
Ooit, zegt Kaaysteker, had hij de kans
om (samen met broer Piet) een seizoen
lang op te trekken met Circus Boltini.
„We speelden een paar keer bij De Ef-
teling. Toen kwam de manager van
Boltini kijken en die vond die twee
clowns wel interessant. Wij zo trots
als een aap met zeven oren, natuur
lijk. Maar we mochten niet van thuis.
Want ja, daar hadden ze nauwelijks te
vreten. Het is schande dat ik het zeg,
maar we waren zo arm als Job." Dat
betekende: na de lagere school linea
recta de fabriek in.
Jo Kaaysteker werkte als loopjongen
in de glasfabriek Wattez en de lijmfa
briek Perfecta, werd later glazenwas
ser tot hij in '69 'van twaalf meter
naar beneden zeilde.' „Dat was de eer
ste keer dat ik vloog." Vervolgens be
landde hij in het voormalige St.-Joan-
na-ziekenhuis. Als conciërge. „Maar
ik was al gauw geen conciërge meer,
want op een gegeven moment was de
ambulancechauffeur ziek. 'Wil jij niet
rijden?' Ik zeg: 'Dat is goed'. Op die
manier ben ik er ingerold. Slipcursus
gevolgd, EHBO, Rode Kruis - ik heb
een jaar of vier op die ziekenauto gere
den. Maar met een ziekenauto kom je
ook wel eens te laat en - dat kon toen
nog - dan neem je een dooie mee in
plaats van een zieke. Zo kom je in het
mortuarium terecht; werd ik mortua-
riumbediende - afleggen, assisteren
bij secties. Je moest van alle markten
thuis zijn, hé. Na de fusie met het zie
kenhuis Bergzicht werd het nog druk
ker. Als er bij de EHBO bijvoorbeeld
iemand werd binnengebracht en er
was bloed gemorst, was het ook: Jo,
haal er eens een dweil over."
Bijstandsmoeders
Hogerop wil meer dan alleen maar
kunstjes vertonen. Het jeugdeircus
wil ook een maatschappelijke taak
vervullen, al zal Jo Kaaysteker dat
nooit op een dergelijke manier formu
leren. „Je hoort vaak: 'Het circus is
iets voor de doorsnee werkman.' En
dat is waar. We hebben hier ook veel
kinderen van bijstandsmoeders. Daar
houden we ook rekening mee bij de
hoogte van de contributie: 45 euro per
jaar. Want ze zeggen wel eens: 'in Ne
derland is geen armoede, maar die is
er wel degelijk.' Wij proberen de
jeugd van de straat te houden - kinde
ren creatief bezig te houden, we wil
len ze leren zelfstandiger te worden,
sociale contacten te leggen, initiatie
ven te nemen."
Vierentwintig leden (in leeftijd varië
rend van 7 tot 21 jaar) telt het jeugd
eircus op dit moment. „Een beetje klei
foto Mechteld Jansen
ne groep", vindt Kaaysteker. „Nor
maal gesproken hebben we er zo'n vij
fendertig. Dat zijn zo van die perio
des, hé. De ene keer moet je zweten
om er mensen bij te krijgen, de andere
keer fhoet je overwegen een ledenstop
in te stellen omdat je er te veel hebt.
Vooral de wat oudere jeugd is moei
lijk vast te houden. Het bekende ver
haal: als ze 18 of 19 worden, krijgen
ze verkering en krijgen ze heel andere
hobby's."
Een diepe zucht als de financiën ter
sprake komen. „Het financiële plaatje
is verschrikkelijk. We krijgen van de
gemeente 750 euro subsidie per jaar.
Maar moet je 's kijken wat je betaalt
aan milieurechten, onroerendzaakbe-
lasting, noem maar op. De gemeente
geeft 750 euro en pakt er 3000 terug.
Dat werkt dus niet."
En zo blijft het elk jaar weer 'scharre
len' om de begroting rond te krijgen.
Ach, kwamen er maar eens een paar
goeie sponsors opdraven. Want ja, de
kleding moet betaald worden, het ma
teriaal. Nog een gelukje dat Nellie, de
vrouw van Jo, zo goed kan naaien.
Een fakirpak maken, een clownsjas -
ze maakt alles!
„Het is geen vetpot. En als je bij de ge
meente aanklopt is het altijd: 'Jullie
krijgen toch 750 euro?' We hebben dit
clubgebouwtje vijftien jaar geleden
van de gemeente gekocht voor de sym
bolische prijs van een tientje. Dat moe
ten we nu nog steeds aanhoren."
Willem van Dam
fgelopen dinsdag verscheen het boek
.waarin Arjan Erkel verslag doet van
z']n 607 dagen durende ontvoering in Dage
stan. Hij overhandigde het eerste exem
plaar aan minister Bot van Buitenlandse
Zaken. Door de aandacht voor deze presen
tatie bleef vrijwel onopgemerkt dat op de
zelfde dag nóg een boek verscheen over de
ontvoering van Erkel. Gijzelaar van de Kau-
mus van Coen van Zwol is zeker zo inte
ressant als het relaas dat Erkel heeft opgete
kend in Ontvoerd. 607 dagen tussen leven
en.dood.
Wie zonder voorkennis de boekhandel bin
nenstapt, zal geneigd zijn te kiezen voor het
- ?ek van Arjan Erkel. Niemand kan zich
voorstellen wat het betekent om twintig
maanden lang te worden gegijzeld door ge
maskerde mannen. Hij heeft het meege
maakt en opgetekend. Dat alleen al maakt
Ontvoerd tot een bijzonder boek. Het is ook
j-on meeslepend boek. Door de korte zinnen
j-W't het tempo erin en wat Erkel te zeggen
- 's fascinerend. Hij beschrijft zijn bele
venissen van de eerste dag van zijn ontvoe-
au§ustus 2002 tot en met 12 april
kort na zijn bevrijding, als hij als een
'held wordt binnengehaald in Westdor-
R de woonplaats van zijn ouders,
rkel heeft zich beperkt tot zijn persoonlij-
belevenissen. Hij vertelt hoe drie man-
JQ in een Lada zijn auto met chauffeur
emrijden na een etentje bij zijn schoonfa-
Rbe in een buitenwijk van Machatsjkala,
hr ïn van Russische deelrepu-
Erkel is daar missiehoofd
an de Zwitserse afdeling van Artsen zon-
^renzen (AZG). Hij wordt mishandeld,
Moskou, 11 april 2004:" Arjan Erkel (toen nog met baard) kort na zijn vrijlating.
foto Alexander Nemenov/AFP
in de Lada gepropt en meegenomen. Na een
paar dagen wordt hij overgedragen aan een
groep militante moslims die hem de daarop
volgende twintig maanden op verschillende
locaties zullen bewaken.
Gedetailleerd beschrijft Erkel hoe hij lang
zaamaan toenadering vindt tot zijn bewa
kers, die hij bijnamen geeft als Generaal,
Professor en Tank. Aanvankelijk wantrou
wen ze hem. Ze denken dat hij een spion is
en een jood. Erkel verkeert in onzekerheid
over wat ze van hem willen. Hem beroven,
losgeld eisen, vermoorden? Ontvoerd biedt
een uitstékend inzicht in de gecompliceerde
relatie tussen ontvoerde en ontvoerders en
in de verschillen tussen de tot dan toe onbe
zorgde westerling en de fanatieke moslims
- de fascinatie voor eikaars cultuur is uit
eindelijk groter dan de afkeer.
Bovenal biedt het boek een blik op Erkels
binnenwereld. Twintig maanden lang is dat
zijn hele wereld, want een buitenwereld be
staat niet. Zijn angst, zijn overlevings
drang, zijn humor, zijn verveling en zijn ver
warring, alles is nauwkeurig opgetekend.
Het indrukwekkendst zijn de details. De be
rekeningen bijvoorbeeld die hij uitvoert om
zijn gevangenschap korter te laten lijken.
„Het spelen met het aantal weken en maan
den is één grote waanvoorstelling. 85 dagen
zijn meer dan twaalf weken, 84 dagen zijn
precies twaalf weken, 83 dagen zijn nog
maar elf weken en zes dagen. Hetzelfde
geldt voor de maanden. Twee maanden
klinkt nog erg ver weg, maar één maand en
29 dagen klinkt al veel optimistischer." Om
dat hij bang is zijn geheugen te verliezen,
maakt hij in zijn hoofd lijstjes van namen
van voetballers en wielrenners, van a tot z.
Hij teert op de weinige gesprekken die hij
met zijn bewakers voert. Zozeer dat hij die
nadien in zijn hoofd blijft overdoen. Uitein
delijk kan hij ze voor het boek zo oplepe
len.
Kan iemand aan zo'n authentiek relaas nog
iets toevoegen? Jazeker. Erkels verhaal is
interessant, omdat het een goede indruk
geeft van wat iemand doormaakt die twin
tig maanden wordt gegijzeld. Maar het laat
de lezer achter met dezelfde vragen als Er
kel had op de dag van zijn bevrijding. Door
wie is hij precies ontvoerd? Wat was de rol
van de Russische geheime dienst? Hoe rea
geerde zijn familie? Welke rol speelde de
Nederlandse regering? Deed AZG zijn best
hem vrij te krijgen? Erkel weet het niet en
de lezer deelt zijn twijfels.
In Gijzelaar van de Kaukasus plaatst Coen
van Zwol, correspondent van NRC Handels
blad in Rusland, de ontvoering van Erkel in
een breder perspectief. Aanvankelijk werk
ten Erkel en Van Zwol samen aan een boek,
maar omdat ze het 'niet eens werden over
de zeggenschap van de tekst', ging ieder
zijn eigen weg. Door urenlange'interviews
met Erkel beschikte Van Zwol over alle in
formatie die is opgetekend in Ontvoerd.
Het lijkt wel of hij het boek van Erkel in sa
mengevatte vorm in zijn eigen tekst heeft
geweven. De zeggingskracht van die passa
ges is minder dan in de tekst van Erkel, om
dat Van Zwol ze afstandelijker heeft opge
schreven. Maar zijn verhaal is zeker zo
spannend en veel informatiever.
Niet dat hij het antwoord heeft op alle wa
gen. Dat kan niet in een kwestie die geken-
De ontvoering
van Arjan Erkel
merkt wordt door chaos. Wel geeft Van
Zwol een duidelijk beeld van de historische
en politieke situatie in en rond Dagestan,
de ontvoeringsindustrie in de landen van
de voormalige Sovjet-Unie, de verweven
heid van politie, geheime dienst, terroristen
en maffia en de machteloosheid van zowel
AZG, de Nederlandse regering als de fami
lie Erkel. Nauwgezet reconstrueert Van
Zwol de vele pogingen om Erkel vrij te ko
pen. Erkel beschrijft het wantrouwen, de
paranoia en de verwarring in zijn eigen
hoofd, Van Zwol het wantrouwen, de para
noia en de verwarring bij iedereen die iets
met de ontvoering van doen heeft gehad.
Uitgebreid gaat hij in op de verwijdering
tussen de familie Erkel en de Nederlandse
regering enerzijds en AZG anderzijds. Daar
bij komt de hulporganisatie er niet goed
vanaf. Om hem vrij te krijgen maakt AZG
van Erkel een beroemdheid, maar uiteinde
lijk lijkt het wel of ze zijn bekendheid ex-
ploiteren.Van Zwol duikt ook in de nog
steeds niet opgeloste de kwestie van het los
geld. Heeft de Nederlandse regering één
miljoen euro voorgeschoten aan AZG of
heeft ze het zelf als losgeld betaald, iets
wat in Den Haag stellig wordt ontkend. Op
het ogenblik loopt daarover in Genève een
gerechtelijke procedure.
Misschien is het wel tekenend voor deze ont
voeringszaak, waarin niets zo moeilijk
bleek als samenwerken, dat Erkel en Van
Zwol uiteindelijk ieder hun eigen boek heb
ben geschreven. De lezer kan er zijn voor
deel mee doen. Wie het psychologische re
laas wil, kiest voor het boek van Erkel. Wie
een kritische, heldere en uitstekend geschrei
ven analyse wil, kiest voor het boek van
Van Zwol. Wie zoveel mogelijk wil weten,
leest eerst Ontvoerd en daarna Gijzelaar
van de Kaukasus.
Ernst Jan Rozendaal
Arjan Erkel: Ontvoerd. 607 dagen lussen
leven en dood. Uitgeverij Balans. Prijs: 15
Coen van Zwol: Gijzelaar van de Kaukasus..
De ontvoering van Arjan Erkel. Uitgeverij
Prometheus/NRC Handelsblad. Prijs:
€14.95.