Memling werd een Europese hit ai ..IS li H Portretkunst in de Renaissance rd-en Midden-Zeeiana: u i u-oi vvs-Vlaanderen: 0114-372770; lonaal: 020-4562500 ©ensdag 8 juni 2005 Hij tuurt in de verte, verstild maar ook vastberaden, gekleed in een donkere mantel. Zijn hand klemt een hoofddeksel vast. Op de achtergrond is een landschap zichtbaar, met wat water, een torentje dat boven de bo men uitsteekt en rechts een kasteel, mogelijk het stamslot van zijn familie. Het tafereel is zichtbaar door een ste nen venster, waar de man voor staat of zit. Het paneel, Portret van een man (ca. 1470-1475), is relatief klein, net zoals de meeste portretten die Memling heeft gemaakt. Toch is de zeggings kracht indrukwekkend, ook in de twee grote, donkere zalen van het Groeningemuseum waarover de por tretten zijn verdeeld. Ze worden fraai uitgelicht, waardoor de veelal naamlo ze gezichten tot leven komen en de be zoeker het gevoel krijgt aangestaard te worden door vele paren vijftien- de-eeuwse ogen. Het wezen van de tentoonstelling be staat uit slechts 21 panelen van Mem ling. In de andere, lichte zalen wordt diens oeuvre geïntroduceerd en is werk te zien van diens voorgangers, vooral andere Vlaamse Primitieven zo als Jan van Eyck en Rogier van der Weyden. Daarnaast heeft het museum een selectie uit zijn eigen collectie schilderkunst uit de vijftiende tot en met de achttiende eeuw gemaakt, om Memlings invloed te illustreren. De twee zalen met de portretten waar het om draait, zijn 'de schatkamers', zegt hoofdconservator Manfred Sel- Ktret van man met brief, circa 1475 Galleria degli Uffizi, Florence in gebed, circa 1485-'94 Museo Thyssen-Bornemisza, Madrid v WÊh Zwart-wit in Amerikaanse komedie Diptiek van Maarten van Nieuwenhove, 1487 et Groeningemuseum in Brugge wekte in 1994 met een grote, succesvolle tentoonstelling hernieuwde aandacht voor het werk van Hans Memling, precies vijfhonderd jaar na de dood van de kunstenaar. De expositie luidde een periode van onderzoek naar diens oeuvre in, waarbij de aandacht vooral uitging naar zijn portret kunst. Dat heeft geleid tot de fascinerende tentoonstelling Memling en het portret, die vandaag in hetzelfde museum wordt geopend, als onder deel van het grootschalige cultuurfestival Corpus Brugge '05 dat tot sep tember in de stad wordt gehouden. Portret van een jongeman, circa 1475-'80 The Metropolitan Museum of Art, Robert Lehman Col lection, New York Portret van een man, circa 1470-'75 The Frick Collection, New York Musea Brugge, Sintjanshospitaal link van de Stedelijke Musea van Brugge, tevens artistiek coördinator van Corpus Brugge '05. „Zo is een ex quise, middelgrote tentoonstelling ont staan, waarbij het de eerste keer is dat zo'n invalshoek op de vijftien- de-eeuwse schilderkunst wordt geko zen. Door Memlings portretten in te bedden in werk uit de eigen collectie, kunnen we de totale context laten zien." De expositie is mede voortgekomen uit het project De eeuw van Van Eyck. De Vlaamse Primitieven en het Zui den, 1430-1530 dat in 2002 in het mu seum werd gehouden, waarbij al één zaal was gewijd aan portretkunst. Net zoals met de Memling-manifestatie in 1994 was het toen, vanwege de om vang en het grote aantal bruiklenen, niet haalbaar er een reizende tentoon stelling van te maken. Destijds werd al het plan opgevat zo iets in de toekomst wél mogelijk te ma ken, met de portretten van Memling als onderwerp, een idee dat nu is ver wezenlijkt. Eerder dit jaar was de ex positie al te zien in het Museo Thys sen-Bornemisza in Madrid en na Brug ge gaat Memling en het portret naar The Frick Collection in New York. Door de beperkte bruikleenmogelijk heden en de fragiele staat van veel pa nelen, kunnen niet overal dezelfde werken worden getoond, al is er wel een kleine kern die overal is te zien. De bezoeker in Brugge wordt het meest verwend, met 21 portretten van de ruim dertig die er van Memling be kend zijn. „Hier is de tentoonstelling op haar grootst", zegt Sellink. „Welis waar is het een coproductie met Ma drid en New York, maar alles - con cept, intellectuele inhoud, catalogus - is tenslotte vanuit hier geïnitieerd." Opleiding Hans Memling werd rond 1435 in Seli- genstadt, in de buurt van Frankfurt, geboren. Vermoedelijk heeft hij in Duitsland een opleiding gehad, waar na hij naar Brussel trok om in het ate lier van Rogier van der Weyden zijn studie te voltooien. Nadien, vanaf 1465, werkte hij vooral in het welva rende Brugge, waar hij uiteindelijk op 11 augustus 1494 overleed. Zijn be kendste werk, het Johannes-drieluik, hangt er in het voormalige Sint-Jans hospitaal. De resultaten van het wetenschappe lijk onderzoek dat sinds 1994 is ver richt naar de portretten van Memling, betitelt Sellink als 'fenomenaal'. Er is bijvoorbeeld meer duidelijkheid geko men over de chronologie van de pane len en over de stilistische ontwikke ling die de schilder heeft doorge maakt. De bevindingen van de weten schappers worden uitvoerig beschre ven in de prachtige catalogus die bij de huidige tentoonstelling is versche nen. Bovenal is gebleken hoezeer Memling de geestelijk vader is van het type por tret dat in de Europese Renaissance gemeengoed werd, een invloed die tot dusverre sterk onderschat is. Voor dien werden geportretteerden door gaans frontaal getoond, alleen het hoofd, met een neutrale achtergrond. Memling beeldde mensen op halffor- maat af, iets gedraaid (driekwart pro fiel) en met een landschap op de ach tergrond. Hij combineerde daarmee verschillende vernieuwende aspecten die voorlopers zoals Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en Petrus Christus hadden geïntroduceerd. Sel link: „Zo ontstond het soort portret dat als een soort instant hit Europa veroverde en uitgroeide tot het stan daard portrettype", met als bekendste voor-beeld de Mona Lisa. Een opvallende rol spelen de handen, die altijd zichtbaar zijn. Ze houden soms een voorwerp vast, zoals een munt of een brief, die een aanduiding kunnen zijn van de achtergrond van de geportretteerde. Vaak ook liggen de handen op een soort balustrade of lijken ze te leunen op de lijst, waar door een sterke ruimtelijke werking ontstaat. Hetzelfde effect is goed merkbaar in het tweeluik Maarten van Nieuwenho ve (1487), een van de mooiste werken op de tentoonstelling, met links Maria met Kind en rechts de opdrachtgever, Maarten van Nieuwenhove (1463-1500). Er zijn veel attributen en symbolen zichtbaar; ramen bieden een blik op de omgeving. Het perspec tief is zodanig dat er een ruimtelijke eenheid ontstaat tussen beide delen van het tweeluik. In een weerspiege ling achter Maria zijn de contouren van de Madonna, de opdrachtgever én de schilder zichtbaar, alsof ze in één ruimte vertoeven. Memling had in de eerste helft van zijn kunstenaarschap volop portretop drachten, veelal van buitenlanders die in de stad verbleven en zich de dure paneelschilderijen konden veroor loven. Het ging doorgaans om hande laren, vaak van Italiaanse afkomst, die de Vlaamse schilderijen als status symbool koesterden. Zij betekenden een belangrijke inkomstenbron voor de schilder. „Brugge was in de vijftiende eeuw de meest kosmopolitische stad van Euro pa, samen met Venetië", verklaart Sel link. „Het was een soort metropool, als handelsstad zeer gunstig gelegen. Dat had een aantrekkingskracht op heel de wereld. Jongemannen uit aller lei landen maakten op deze buiten post carrière." Aan het eind van de eeuw, toen het economisch tij keerde, daalde de vraag naar portretten sterk, waarmee Memling meteen ook de laat ste vertegenwoordiger was van de Vroege Portretkunst in de Nederlan den. Nieuwe bloei Het internationale karakter van de stad zorgde ervoor dat het vernieu wende wei'k van Memling ook snel el ders in Europa aansloeg. „De roem van de Vlaamse Primitieven werd op die manier verbreid. Het gevolg was dat mensen rechtstreeks bij hen gin gen bestellen, maar ook dat kunste naars uit eigen land de werkwijze gin gen kopiëren." Ironisch genoeg zorg de juist die Italiaanse Renaissan- ce-schilderkunst in de vroege zestien de eeuw voor een nieuwe bloei van de autonome portretkunst in Vlaande ren, met mensen zoals Quinten Met- sys, Joos van Cleve, Jan Gossaert en Barend van Orley. Dat bij Memling de neutrale achter grond plaats maakte voor landschap pen als decor, betekende niet dat de nadruk minder op de persoon kwam te liggen. „Het was vooral bedoeld om te laten zien waar iemand vandaan kwam. Daarmee verlevendigde het schilderij, maar de geportretteerde werd er zeker niet minder belangrijk door." Wie de afgebeelde mensen zijn, blijft ondanks het uitgebreide onderzoek in veel gevallen nog onduidelijk, net zo als in de collectieve kennis over Mem ling nog altijd veel leemten zitten. „Over de motieven van de opdrachtge vers blijft het speculeren", zegt Sel link. „Het is heel verleidelijk om aan de hand van de portretten iets over hen of over de schilder te zeggen, maar je moet heel voorzichtig zijn met het psychologiseren. Bovendien is ook niet duidelijk hoe waarheidsgetrouw de portretten waren. Er is nog zoveel wat we niet weten." Rolf Bosboom Expositie: Memling en het portret. Portret kunst in de Renaissance - tot 4 september in hel Groeningemuseum, Dijver 12, Brugge. Geopend: dagelijks, behalve op maandag, van 9.30 tot 17.00 uur. Catalogus: De portretten van Memling, door Till-Holger Borchert, met bijdragen van Maryan W. Ainsworth, Lome Camp bell, Paula Nuttall. Uitgeverij Ludion, Gent, 30,-/40,- rtK IT s XM.V VfclftO KTATIN SVK >"f w I

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 21