Lichtschip is nu
baken voor
maritiem verleden
Op weg naar weer een idylliscli landschap
25
ONDERWEG
dinsdag 7 juni 2005
De West-Hinder III is te
rug. Na de eerste fase
van een grondige opknap
beurt is het laatste Bel
gische lichtschip vorige
week overgebracht naar het
Bonapartedok in het hart
van Antwerpen. Het is be
doeld als aanzet en baken
voor de ambitieuze plannen
van de stad om te pronken
met haar maritiem erfgoed.
Daarvoor geldt hetzelfde
als voor de West-Hinder: er
is nog heel wat werk aan de
winkel.
Het markante schip in de ne
gentiende eeuwse haven is
er een van een eeneiige drieling.
De Belgische regering bestelde
in 1950 bij de werf Be-
liard-Crighton in Oostende drie
lichtschepen. De aanvankelijke
namen gaven geen blijk van veel
fantasie: Lichtschip I, Licht
schip II en Lichtschip III. De
schepen werden ter hoogte van
Koksijde gestationeerd, bij toer
beurt, steeds voor een periode
van zes maanden: één bij de
zandbank Wandelaar, één bij de
zandbank West-Hinder en één
als reserve in de haven. Het
schip dat in de haven verbleef,
onderging meteen een onder
houdsbeurt. Afhankelijk van de
positie waar het schip tijdens de
volgende periode op zee zou ko
men te liggen, werd de naam op
de zijkant van de vuurrode
romp overgeschilderd:
West-Hinder of Wandelaar.
Geschiedenis
De geschiedenis van de Bel
gische bemande lichtschepen
gaat terug tot in 1848 met de ver
ankering van het lichtschip
Paardenmarkt bij de gelijknami
ge zandbank voor de monding
van het Zwin. Dit schip werd
twintig jaar later herdoopt tot
Wielingen en kreeg een nieuwe
vaste plaats bij de Wielingenpas
aan de monding van de Wester-
schelde. Dat kon omdat de vuur
toren van Knokke het scheep
vaartverkeer genoegzaam op de
positie van de zandbank Paar
denmarkt attendeerde. In 1920
kwam op de locatie Wielingen
een lichtboei te liggen en kon
het daar dienstdoende licht
schip, voorzien van de naam
Wandelaar, verkassen naar de
zandbank die deze naam draagt.
Ook hier werd een lichtschip
overbodig nadat de plaat in
1968 met een lichtboei werd ge
markeerd.
Uiteindelijk deden de Lichtsche
pen I, II en III uitsluitend nog
dienst op de locatie West-Hin
der. Tot 1994. Toen besloot het
Vlaamse Gewest te stoppen met
de exploitatie van bemande
lichtschepen. Om bezuinigings
redenen. Het in bedrijf houden
van een lichtschip kostte jaar
lijks 1 miljoen euro aan perso
neelskosten en 125.000 euro aan
brandstof. Op de plaat
West-Hinder kwam een licht-
platform te staan. Zeven keer
goedkoper dan een lichtschip.
Toen de lichtschepen elf jaar ge
leden werden afgedankt, droe
gen ze alle drie de naam
West-Hinder op hun romp. Ver
warrend. De West-Hinder I, eer
tijds gedoopt als Lichtschip I,
ligt nu in Rupelmonde en is ge
schikt gemaakt als accommoda
tie voor feesten en vergaderin
gen. De West-Hinder II, het oor
De West-Hinder III ligt sinds vorige week in het als museumhaven bestemde Bonapartedok in Antwerpen.
foto Camile Schelstraete
Schilderij van de West-Hinder, gemaakt door Leon Ost.
spronkelijke Lichtschip II, is
een onderdeel van het maritiem
themapark Seafront in Oos
tende en is inwendig ook fors
aangepast. De derde West-Hin
der ging naar Antwerpen.
Scheepsrestaurateur Julien Ca-
buy van het Nationaal Scheep
vaart Museum in Antwerpen
vindt dat zijn West-Hinder zich
onderscheidt van de andere
twee: „Het is het laatste van de
serie van drie lichtschepen dat
dienst heeft gedaan en het is be-
nedendeks m originele staat ge
bleven."
Het ongeschonden interieur van
de Antwerpse West-Hinder
maakt het mogelijk bezoekers te
laten zien hoe het leven aan
boord van een lichtschip ver
liep. De negenkoppige beman
ning (een schipper, een machi
nist, een stoker en zes
matrozen/lichtwerkers) verbleef
steeds twee weken aan boord en
werden dan afgelost volgens een
drieploegenstelsel. Cabuy laat
riots hun verblijven zien: kleine
hutten met krappe kooien, een
tamelijk ruime kajuit en - vol
gens hem de belangrijkste
plaats van het schip - de kom
buis met een indrukwekkend
fornuis. Op verscheidene plaat
sen in het schip worden binnen
kort beeldschermen geplaatst,
waarop een film te zien is over
de gang van zaken op de
West-Hinder.
De bemanning moest er natuur
lijk voor zorgen dat het licht
van het schip brandde op tijden
waarop dat hoorde. Overdag
was het lichtschip herkenbaar
aan een omgekeerde korf, hoog
in de mast. Bij mist produceerde
een hoorn op het achterschip
een klaaglijk, ver dragend sig
naal. De lichtschepen hadden
verder een radiobaken aan
boord. De opvarenden van een
lichtschip werden ook geacht
uit te kijken naar eventuele
scheeps- en vliegtuigongevallen.
Daarnaast had de bemanning de
taak waarschuwingsseinen bij
storm te geven, meteorologische
waarnemingen te verrichten,
golfhoogte en stromingen te me
ten, te noteren welke schepen
passeerden en eventuele oliever
ontreiniging te melden.
Werklozen
Het lichtschip is in drie jaar tijd
opgekalefaterd in het kader van
een werkervarings- en scholings
project voor deels allochtone
werklozen. Ze hebben delen van
dek vernieuwd, gangen geschil
derd en de machtige ankerlieren
in het vooronder opgeknapt. Die
lieren zijn zo zwaar omdat de
lichtschepen waren uitgerust
met zeer forse ankers en kettin
gen. Het was natuurlijk wel de
bedoeling dat de drijvende ba
kens ook bij de zwaarste stor
men op hun plaats bleven lig
gen, zodat de scheepvaart zich
goed kon oriënteren. De
West-Hinders hadden een para
plu- of paddestoelanker, van
drieduizend kilo. Dit ankertype
schepte zich vol bodemzand en
zorgde op die manier voor extra
gewicht. De West-Hinder III
heeft ook een dokbeurt onder
gaan, waarbij de romp grondig
is schoongemaakt en geschil
derd. Aan de opbouw en de mas
ten moet nog wel wat gebeuren.
Dat kan ook terwijl het schip in
het als museumhaven bestemde
Bonapartedok ligt.
Dat schilderwerk is een voortdu
rende zorg voor restaurateur Ca
buy en directeur Carl Depauw
van het scheepvaartmuseum. In
de tijd dat het lichtschip nog als
baken voor de scheepvaart fun
geerde had de bemanning tijd
genoeg voor eenvoudig onder
houd van het schip: roest bik
ken en de verfkwast hanteren.
Het scheepvaartmuseum heeft
er geen mankracht voor en er is
vanwege de kosten geen denken
aan het werk door een schilders
bedrijf te laten uitvoeren, Geluk
kig bieden werkervaringsprojec
ten een oplossing. Er bestaan
plannen in Antwerpen een socia
le scheepswerf te stichten, waar
maritiem erfgoed kan worden
geconserveerd en waar werklo
zen een opleiding en werkerva
ring krijgen die te pas komen bij
het vinden van een vaste baan,
vergelijkbaar met de manier
waarop de West-Hinder III is ge
restaureerd. Op het gebied van
maritiem erfgoed is in Antwer
pen nog genoeg op te knappen:
dieselmotoren, kranen, graanzui-
gers en - een toekomstig pronk
stuk - de drijvende stoomkraan
Nr 9, enig in Europa, mogelijk
in de wereld.
Al dat moois wil Antwerpen la
ten zien onder de noemer Mu
seum aan de Stroom, een mari
tiem lint van de boeienweide op
de linkeroever via het scheep
vaartmuseum in het Steen, het
aanpalende maritiem park en de
museumhaven in het Bonaparte
dok tot aan het droogdokkenei-
land. Een havenstad als Antwer
pen moet haar maritiem erfgoed
fier en smaakvol presenteren.
Daar is iedereen die er op een of
andere manier mee te maken
heeft, het over eens.
Ben Jansen
Ter gelegenheid van de terug
keer van de West-Hinder III
heeft het Nationaal Scheep
vaartmuseum van Antwerpen in
de sleepspits Lauranda in het
maritiem park naar het Steen
een expositie ingericht over de
geschiedenis van lichtschepen
en vuurtorens in België en in an
dere landen aan de Noordzee.
De tentoonstelling is te bezichti
gen tot eind oktober.
Op http://museum.antwer-
pen.be/scheepvaartmuseum/ is
meer informatie te vinden.
Stichting Het Zeeuwse Land
schap (HZL) houdt van
avond een excursie in natuurge
bied Oranjezon bij Vrouwenpol
der. Het voormalig waterwinge
bied heeft een gevarieerd duin
landschap. De excursie begint
om 19.15 uur bij de entree van
het gebied aan de Kon. Emma-
weg 22. Deelname kost €2,-
voor volwassenen en €1,- voor
kinderen t/m 16 jaar. Donateurs
van HZL mogen gratis mee.
Een gids van IVN vereniging
voor natuur-en milieueducatie
wandelt donderdag 9 juni met
belangstellenden door de dui
nen en over het strand bij Zoute-
lande. Vertrekpunt is het speel-
tuintje op de dijk bij Zoutelan-
de. Dit is te bereiken via de
Duinweg en opgang 't Martgat
of via de trap op de dijk in het
dorp en dan 100 meter richting
Dishoek lopen. Vertrektijd:
19.30 uur. Deeelname is gratis.
Meer informatie: 0118-561475.
Onder de noemer 'Tuinen aan
de kust' zijn vrijdag 10 en zater
dag 11 juni van 10.00-17.00 uur
vier Oostkappelse tuinen open
gesteld voor publiek. Het be
treft de romantische rozentuin
van Hetty van Baaien aan de
Duinweg 32; de ecologische cot-
tagetuin van Thea van Malde-
gem aan de Noordweg 51; de bij
zondere plantentuin van Tiny
Adriaanse aan de Wijkhuijsweg
5 en de landelijke tuin van Lia
Jobse aan de Noordweg 60A.
Meer informatie op: www.tui-
nenaandekust.nl.
In Kats zijn zaterdag 11 en zon
dag 12 juni van 10.00-17.00 uur
twee tuinen te bezichtigen. Het
gaat óm de romantische tuin
van Riet en Dick Willebrands
aan de Dijkstraat 31 en de land
schappelijke tuin van Mare en
Anke van Strien aan de Noorlan-
geweg 17a. In beide tuinen wor
den beelden van Frida van Over-
beeke-Verschuur tentoonge
steld.
Zondag 12 juni wordt op Neel-
tje Jans weer de Hans
Verkooijen Wandeling (ge
noemd naar de in 1997 overle
den duiker en initiatiefnemer
van de excursie) of 'wandeling
rondom de vloedlijn' gehouden.
De excursie wordt georgani
seerd door Vereniging Natuur
monumenten, stichting Het
Zeeuwse Landschap (HZL) en
de Nederlandse Onderwater
sportbond (NOB). Een gids leidt
de wandelaars door het duinge
bied van Neeltje Jans. Daarna
worden aquaria bekeken die
door duikers zijn gevuld met
vangsten uit de Oosterschelde
(onder meer krabbetjes, wieren,
vissen, kreeftjes, slakken). De
duikers geven daarbij een toe
lichting. De excursie begint om
14.00 uur bij het bord 'startpunt
natuurexcursies' op de parkeer
plaats van Neeltje Jans. Deelna
me kost €2,- voor volwassenen
en €1,- voor kinderen t/m 16
jaar. Leden van een Provinciaal
Landschap of Natuurmonumen
ten mogen gratis mee. Aanmel
den is niet verplicht, behalve
voor groepen. Meer informatie:
0113-569110 (HZL) of
0118-642532 (NOB).
naar schoonheid en romantiek'.
Een landschap, waar naast een
gezonde voedselproductie, weer
plaats is voor wilde dieren en
planten. Zodat het negatieve
beeld dat aan het platteland
kleeft (gif, mest, dierziekten)
verandert en Nederland weer
trots kan zijn op het buitenge
bied, zoals de Fransen op La
Campagne, de Engelsen op hun
Countryside en de Duitsers op
Die Landschaft.
Volgens Dirkmaat is er heus zo
veel niet nodig om het land
schap tot een paradijs te ma
ken. In vergelijking met de aan
leg van wegen, dijken, spoorlij
nen, kanalen, stads- en dorpsuit
breidingen is de ontwikkeling
van een mooi landschap een
peulenschil, waarvan de kosten
een fractie bedragen van vele
andere investeringen. 'Alleen al
van het geld van de Betuwelijn
kunnen alle landbouwpercelen
van ons land worden omlijst
met heggen, wallen of weelde
rig begroeide sloten én zeven
jaar lang onderhouden worden.'
Inspiratiebron
De boeren die in het verleden
van generatie op generatie het
land hebben vormgegeven en
aangekleed, deden dat gevoels
matig, voor de vuist weg. Dan
moet het met alle kennis, geld
en moderne middelen van nu
Het heggenreservaat bij Nisse: een nog gaaf agrarisch cultuurlandschap. archieffoto Willem Mieras
toch zeker mogelijk zijn in hun
voetsporen te treden, meent
Dirkmaat. Hij vindt dat de his
torische landschappen prima
als inspiratiebron kunnen die
nen om oude, bijna verdwenen
landschappen te herstellen en
nieuwe te maken. Als er gelet
wordt op de streekeigenheid, is
er geen kans op eenvormigheid.
Bij het opnieuw aankleden van
het landschap zijn in het bijzon
der de perceel sgrenzen van be
lang. Niet alleen wordt een eeu
wenoude, cultuurhistorische tra
ditie hersteld, kavelgrenzen zul
len er altijd blijven. Om in de
gangbare landbouw een grotere
verscheidenheid aan planten en
dieren te krijgen, moet vooral
worden ingezet op perceelsran-
denbeheer, meent Dirkmaat: on
bespoten hagen, houtwallen en
kruidenrijke akkerranden en
slootkanten. Daarmee worden
ook weer ecologische netwer
ken gevormd. Dirkmaat becij
fert dat er plek is voor 200.000
kilometer nieuwe natuur langs
de percelen.
Hij wil die ruimte niet exclusief
aan de natuur en de boer voor
behouden, maar ook voor de
mensen die van het landelijk ge
bied willen genieten. Ofwel:
struinen door het buitengebied,
langs de nieuw ingerichte per
ceelgrenzen. Bijvoorbeeld de
Agrarische Natuurvereniging
Goes heeft daar een voorzichtig
begin mee gemaakt, door met
struiken omgeven wandelroutes
aan te leggen. Als een kwart
van de 200.000 kilometer kavel-
grenzen daarvoor wordt inge
richt, komt er in één klap
50.000 kilometer recreatieve
routes bij, aldus Dirkmaat.
Zijn pleidooi om Nederland
weer mooi te maken heeft al
leen kans van slagen als de boe
ren mee willen doen. 'Het land
schapsbeheer moet dus kunnen
concurreren met wat zij nu met
hun grond doen. Het moet de
noodlijdende agrarische sector
een betrouwbare inkomensbron
opleveren tegen een marktcon
forme prijs.' Aanleg en beheer
van 200.000 kilometer perceels-
randen kost 600 miljoen euro
per jaar. Dirkmaat ziet veel in
oprichting van een fonds, waar
van de rente voldoende is om de
jaarlijkse kosten te dekken. Er
tegenover staan recreatieve
voordelen, die hoog kunnen op
lopen. Een deel kan van de ener
giebedrijven komen, die het
hout uit de landschapselemen
ten gebruiken als kooldioxide-
vrije brandstof. Een groen voor
rood-regeling (bij nieuwbouw
geld stoppen in een landschap
spot) levert eveneens op. Dirk
maat beklemtoont dat geld niet
het probleem hoeft te zijn; het
is vooral een kwestie van wil
len.
De tocht langs de nog gave agra
rische cultuurlandschappen is
de beste illustratie voor Dirk-
maats pleidooi. Zeeland ont
breekt niet. Aan de orde komen
onder meer: de Walcherse heg
gen, het heggenreservaat bij Nis-
se, de omwalde duinveldjes in
de Schouwse Westhoek, het
fruitgebied bij Wemeldinge, de
dijken in de Zak van Zuid-Beve
land en West-Zeeuws-Vlaande
ren. Bij het boek zit een map
met elf losse wandel- en fiets
kaarten, waaronder een route
over de dijken rond Nisse.
Rinus Antonisse
Nederland weer mooi, op weg
naar een natuurrijk en idyllisch
landschap door Jaap Dirkmaat,
voorzitter stichting Nederlands
Cultuurlandschap: Uitgave
ANWB, Den Haag, €24,95.
God schiep de wereld, maar
de Hollanders maakten
hun eigen land. Een gezegde
dat buitenlanders meestal met
enig ontzag bezigen. De strijd
tegen het water zorgde vooral
in de lage polders van Neder
land voor unieke (cultuurland
schappen. Heel kleinschalig en
streekgebonden, in Zeeland be
paald door de eilandstructuur.
Het blijkt uit variaties in land
schap, boerderij, dialect en
dorpsbouw.
Door de ruilverkavelingen is
veel op de schop gegaan, waar
door onnoemelijk veel van het
landschappelijk erfgoed voor
goed verloren ging. Honderddui
zenden kilometers perceelsran-
den en zeker 35.000 kilometer
veldwegen. Her en der zijn rest
jes gespaard gebleven en ze wor
den nu gekoesterd als parels in
het landschap. Ze vallen extra
op temidden van het strakke,
grootschalige agrarische ge
bied. In het ANWB-boek Neder
land weer mooi, op weg naar
een natuurlijk en idyllisch land
schap, belicht Jaap Dirkmaat
die pareltjes.
Hij laat het daar niet bij, zoals
de titel al aangeeft. Dirkmaat
voert een bijna hartstochtelijk
pleidooi voor een nieuwe aan
kleding van het cultuurland
schap, 'daarbij bewust op zoek