PZC kxf Leven als baron in Baarland Persoonlijk op maat Waarom zou ik weggaan, het is hier toch goed Kasteel stamt uit veertiende eeuw Redactie bijlagen: 0113-315680 Kw-pzc nl E-mail:redactie@pzc.nl Postbus 314460 AA Goes Advertentie-exploitatie: Noord- en Midden-Zeeland: 0113-315520; 'Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. zaterdag 4 juni 2005 uti'.ili' In poilu-ckadrc*. j (iii i) M; O i n "*0 Middelburg, lel. 01 IS i IS" DE VOORDEUR De voordeur biedt toegang tot een woning, maar wat daar achter schuil gaat. blijft voor velen onzichtbaar. In deze serie een kijkje achter de voordeur van wille keurige huizen. Iedere week gaat een andere deur open en geeft de bewoner een blik in zijn of haar leven. foto's Mechteld Jansen Hij heeft zijn ouderlijk huis in Nummer Een nooit ver laten. O ja toch, even. Toen hij in dienst moest. De 69-jarige Guus Synesael herinnert zich dat nog goed. Schoonhoven, Deventer, Raamsdonksveer en Bergen op Zoom. Daar is hij destijds allemaal geweest. Maar er gaat niets boven Nummer Een. Zijn eigen huis, zijn knutsel- schuurtjes en z'n moestuin. Weg hoeft hij echt niet. Af en toe een uitje naar de Loosdrechtse plassen, oké. Zijn zus heeft daar een stacaravan, da's toch een beetje thuis. Naar het buutenlanöP. Wel nee, niets voor hem. „Waarom zou ik weggaan, het is hier goed." Getrouwd is hij nooit. Gewoon niet de goede vrouw tegengekomen. Het is lek ker rustig zo. Hij heeft toch genoeg te doen. Zijn woonkamer is sober ingericht. Alles wat hij nodig heeft, staat erin. En wat familiefoto's. Guus woont nu zo'n twintig jaar alleen en dat bevalt hem wel. Hij heeft niet veel aan het huis veranderd na de dood van zijn ouders. Cv erin en achter een stukje aangebouwd. „In de oorlog hebben we hier met drie gezinnen ge woond. Op een gegeven moment is hier tegenover een VI gevallen. Wij zaten toen met z'n allen in een schuilkelder in de zeedijk. Niemand raakte gewond, maar het kot was wel beschadigd. De bovengevel is er af gegaan. We heb ben toen nog een tijdje bij grootvader in Lamswaarde ge zeten. Nadat we weer terug gingen, hebben we hier met zeven man gewoond. Er is ook nog een oom ingetrouwd, dus volk genoeg over de vloer. De Zeeuws-Vlaming werkte bij Philips in Terneuzen en daarna bij de vismijn. Sinds hij met pensioen is, maakt hij kleine beeldjes. „Je moet toch wat te doen hebben." In twee schuurtjes achter zijn woning komen zijn werkjes tot stand. In de ene maakt hij de beeldjes van beton, in de ander schildert hij ze. „Ik heb het mezelf zo'n beetje aan geleerd. En af en toe kreeg ik wat tips van anderen." Hij laat in de schuur vol betonnen beeldjes, emmers en zak ken cement wat mallen zien waarin hij het beton giet. „Je kunt van alles maken. Dat doe ik in deze schuur. Kijk, de ze vlinder heb ik net gemaakt." Hij frommelt een grijze vlinder uit een latex-achtig omhulsel. „Zo doe ik dat. In de andere schuur schilder ik ze. Daar heb ik al mijn verf- spullen staan. Ik schilder niet alles. Duitse toeristen wil len ze het liefst geverfd, Hollanders houden meer van puur natuur." Synesael maakt dierenfiguren, zoals schild padden, vlinders, haantjes en leeuwenkoppen, maar ook bloemen en kransen. „Ik ben met gips begonnen en later op beton overgestapt. Dat blijft langer goed. Het beton meng ik zelf. Ik verdien er niet veel mee. Soms geef ik ze weg. Zo heb ik eens wat gemaakt voor de kerststal van de bejaarden in Schoondijke. Of voor de Cliniclowns. Die krijgen ze gewoon. En van de 120 haantjes voor de paters van Leuven ben ik ook niet rijk geworden." In een van de schuurtjes staan ook zijn kweekpotjes. Die gaan straks in zijn moestuin. De opbrengst van de tuin is voor eigen gebruik. En om weg te geven. Want iedere dag tomaat en komkommer op tafel... Annemarie Zevenbergen Soms voelt hij zich even Ivanhoe. Als hij in een torentje van Slot Baarland door een schietgat spiedt, of als hij in zijn jol door de kasteelgracht peddelt. Dan is het leuk fantaseren over verre voorvaderen, over geharnaste houwdegens die jonkvrou wen komen redden. Kasteelheer Mart Ste- ketee geniet met volle teugen van zijn vorig jaar verworven middeleeuwse hof in hartje Baarland. Het grote genieten gaat gepaard met vrolijk feestgezang: „Ivanhoe, Ivan hoe Naast de Nederlandse Her vormde kerk staat een smeedijzeren hek met vergulde punten. Na een druk op de bel - een kunststof ding met camera - zwaait het hek automatisch open. Een pad van knerpend grind, met op de flanken prachti ge leilinden, voert naar het An ton Pieck-achtige slot, dat is om geven door een keurig aange harkte tuin met bejaarde bo men, gecoiffeerde taxus en buxus en bloeiende perken. Rond het ommuurde en met hoektorentjes aangeklede slot ligt een dijk van een gracht en je kunt alleen binnenkomen over een brug. Dan stuit je op een oude poort met kijkgat, waar van de deuren in klassiek osse- bloed zijn geverfd. Er hangt een bronzen bel met de inscriptie 'Slot Baarland', maar kasteel heer Steketee snelt al toe. „Mis schien moet ik het valluik in de brug in ere herstellen, voor onge node gasten", grijnst hij. Binnen de muren omarmt een paradijselijke tuin driekwart van het statige optrekje, het koetshuis van het medio 19e eeuw afgebroken Slot Baarland. Mart (62) en Elly (60) Steketee kochten Slot Baarland zo'n acht maanden geleden. Niet dat ze daarvoor krap waren behuisd. Ze bezaten een gerestaureerde woonboerderij aan de Rijke buurtweg - what's in a name - tussen Vrouwenpolder en Veere, waar ze door verkoop van hun aandelen in bakkerij Domini- cus-Steketee in Westkapelle het Zwitserleven-gevoel genoten. Elly: „We woonden daar al 21 jaar en hadden nooit het idee weg te gaan. Toevallig waren we een keer in Baarland, zagen het slot en waren op slag ver liefd. We zijn beiden zeer geïnte resseerd in geschiedenis en dach ten: 'Laten we nog één keer een uitdaging aangaan, voordat we echt kleiner moeten gaan wo nen'." Dus werden de eenden en kip pen verkocht en verhuisde de stokoude geit naar een zwager. Aan het huis met zijn karakteris tieke klokgevels moest weinig gebeuren. De Vlissingse winke lier A. Feenstra restaureerde ei genhandig in de jaren zestig het koetshuis en bouwde aan de hand van oude etsen de torens, de muren, de brag en de poort na. Feenstra woonde er zelf nooit, hij verhuurde het slot. De voorlaatste eigenaar, R. Krau- wel, bouwde een vleugel aan het uit de zeventiende eeuw stam mende koetshuis en schonk de tuinen hun Engelse karakter. Respect is er voor de vorige eige naren. Mart: „Feenstra heeft de Rond het met hoektorentjes aan geklede slot ligt een dijk van een gracht. foto's Dirk-Jan Gjeltema trapje naar de keuken, die zich beneden bevindt, of de opgang naar de theekamer, die in een stemmig lichtblauw is gekwast. „We spreken van de blauwe ka mer. Kijk, we hebben dit oude bankje speciaal in blauwe stof laten bekleden." Een deur verder de eetkamer, strak en stijlvol ingericht, zon der allerlei rococo-tierelantij- nen. Met de neus tegen het raam ligt de slotgracht afgrijselijk ver beneden te zijn. Twee trapjes te rug. De keuken is lekker warm, dankzij een knapperend haard vuur. Toch is het huis, dat allerminst levensloopbestendig is, van alle gemakken voorzien. Elke haard kan ook op gas en de zachtgele keuken verraadt geen moderne apparatuur, maar bevat die wel. Vaatwasmachine en magnetron zijn achter stijlvolle panelen weggewerkt. Op het uit de klui ten gewassen, zwarte fornuis met koperen buizen knipoogt een display. Niet alles laat zich wegmoffelen. Onder de kap be vinden zich twee slaapkamers in oud-roze met eierschaal-wit. Het echtelijk hemelbed lijkt weggelopen uit een Laura Ash- ley-catalogus. „Ja, ja", glim lacht Mart, „we worden nog ro mantisch op onze oude dag." Mocht het huwelijk in een tijde lijk dipje raken, dan is er altijd nog een vlucht naar het geheime kamertje mogelijk. Waar dat is? Tja.. Geheim dus. Buiten aan de veranda ligt een roeibootje. Mart mag graag een rondje door de gracht peddelen. „Wat zou het mooi zijn om in de winter hier te schaatsen. Zetten we het hek open, plaatsen we een koek-en-zopie-tent en schaat sen maar. Lijkt me geweldig." De tuin is niet alleen een lust voor het oog, die is ook een lui lekkerland voor schatgravers. „Waar je ook spit, kom je bo demvondsten tegen. Ik heb al verschillende scherven van aar dewerk uit de zeventiende eeuw gevonden. Ik kan aan de water put ruiken dat daar ook iets in te vinden moet zijn. Al die vond sten ga ik een keer tentoonstel len." De tuin, die ze zelf voor drie kwart onderhouden, wil het echtpaar zaterdag 25 juni open stellen voor publiek. „Dan staat zo'n beetje alles in bloei." De Steketees wonen er nu een maand. In het begin hadden ze het gevoel op bezoek te zijn in een museum, maar het besef dat ze één van drie particuliere kas- telenbez.itters in Zeeland zijn (naast die van de hofjes in Grijpskerke en Oud-Sabbinge), begint nu langzaam door te sij pelen. Een aristocraat voelt hij zich niet - een bakker is nu een maal geen baron - bevoorrecht wel. „Je voelt je wel dankbaar. Wij zijn hier een beperkte tijd op aarde en mogen gelukkiger wijs een poosje in dit fraaie slot wonen. Later weer iemand an ders." Frank Balkenende boel vanaf de grond af opge bouwd. Bloed, zweet en tranen. Die man was een pionier. Krau- wel vergrootte het woonhuis en legde de werkelijk oogstrelende tuin aan. Wij hoefden eigenlijk niet veel meer te doen dan het huis inrichten naar onze smaak." Dat de Steketees daar toch nog zeven maanden voor nodig had den, komt door het streven naar authenticiteit en stijl. Meube len, snuisterijen en wanddecora ties vormden geen probleem. Het paar verzamelt al heel lang antiek uit de zeventiende en achttiende eeuw. Om toch geen missers te maken, werd de juiste literatuur geraadpleegd en ging het stel op snuffelstage in kas teeltjes zoals het Muiderslot. „Je wilt toch de juiste kleuren gebruiken", zegt Elly. „Daarom- zijn de balken in de woonkamer precies de goede kleur olijf groen geworden. Die kleur keert weer terug in de bank en het per- zisch tapijt. Het was echt een zoektocht om een pers in ge dempte tinten te vinden. Naar Tilburg, terug naar Breda, dan Roosendaal en uiteindelijk suc ces in Bergen op Zoom. Je steekt er veel tijd in, maar het is leuk en het resultaat is er dan ook naar." Mart is meer van het hout en het steen. Een queeste was het antie ke vloerdelen van Frans eiken te bemachtigen. Of Franse dallen, tegels in donker- en lichtgrijs, die nu de keukenvloer sieren. Een computer is dan ook voor een heer van stand een gediensti ge lakei. Het paar heeft zelf flink de han den uit de mouwen gestoken. Moeilijke klussen, zoals tegels leggen, zijn door derden ver richt. Mart geeft een rondleiding. Wat opvalt, is de penibele aandacht voor het detail. Een haard scherm met pinakels, stammend uit de gotische tijd, maakt de ste nen haard in de woonkamer af. Evenals de antieke koperen ke tels. De meubelen, de schilde rijen, de kastjes met chinees por selein uit de VOC-periode, het past allemaal perfect in de en tourage van een Baarlandse heer Bommel. Als u begrijpt wat ik bedoel. Het is een romantisch huis, waar in elke ruimte wel een klok bimmelt danwel tingelt. In de hal branden toortsen bij het De poort met bronzen bel Kasteelheer Mart Steketee mag graag een rondje door de gracht geeft toegang tot een paradij roeien. selijke tuin. Het kasteel van Baarland, vroeger Hof van Baarland genoemd, stamt uit de veertien de eeuw en werd gebouwd door de heren van Renesse. Daarvoor stond er ook een houten slot, maar dat is tijdens de Vlaamse oorlogen eind dertiende eeuw waarschijnlijk verwoest. In schriftelijke bronnen duikt het kasteel pas op in het testament van Jacob van Baerlandt (1658), die zijn bezit vermaakt aan zijn dochter Magdalena. Latere eigenaren zijn onder ande ren de graaf van Groesbeek en Jan Cornelis Lampsins. De laatste bezitters van het oor spronkelijke kasteel zijn Comelis van Bol-es (van de latere Bols-fabriek) en Jacobus de Backer, die in 1840 het slot verkopen om het te laten afbreken. De gebouwen waren sterk ver waarloosd. Tot de inventaris behoort een collec tie familieportretten van voormalige bewoners, de familie Van Kerchem. Het Rijksmuseum in Amsterdam ontfermt zich over het kunstbezit. Het kasteel was in de middeleeuwen veel groter dan nu. Na afbraak is alleen het koetshuis over gebleven. Anthonie van Hoboken verbouwt het tot jachthuis, maar verkoopt het in 1924 aan landbouwer Joost Dingeman Pompoene. De fa milie Pompoene doet het slot in 1946 over aan de Vlissingse winkelier A. Feenstra, die de to rens, muren, de poort en de brag teragbouwt. De volgende eigenaar, R, Krauwel, bouwt een vleugel aan en richt de tuin naar Engels voor beeld in. In 2004 verwerven Mart en Elly Steke tee het Slot Baarland. In de zachtgele keuken zijn vaatwasmachine en magnetron achter stijlvolle panelen weggewerkt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 39