Veere, je glansrijk verleden Dit jaar is het 450 jaar geleden dat Maximiliaan van Bourgondië door Karei V verheven werd tot markies van Veere. Daarmee kreeg Veere het predikaat marki- zaatstad. Die historische gebeurtenis wordt de komende maanden uit gebreid gevierd met lezingen over de geschiedenis van Veere, concerten met middeleeuwse mu ziekstukken en hedendaagse I kunstprojecten op monumentale plekken in de stad. Er wordt een historische optocht gehouden waarbij fragmenten uit het leven van Maximiliaan van Bourgondië worden nagespeeld en het jubi leumjaar wordt eind oktober afge sloten met een Breugheliaanse maaltijd in de Grote Kerk voor Veerenaren. Het hoogtepunt van de viering doet zich binnenkort al voor. Vrij dag 10 juni brengt koningin Bea trix een bezoek aan het stadje. Ze doet dat in het kader van haar 25-jarig ambtsjubileum. Hoewel ze die dag ook naar andere Zeeuwse plaatsen gaat, zal het be zoek aan Veere voor haar onge twijfeld een extra lading hebben. Beatrix is immers markiezin van Veere. Zodra de zon begint te schijnen, stroomt Veere vol. Bij het stadhuis en de Schotse Huizen staan toeristen met de camera omhoog gericht. Bruidjes poseren tussen de gewel ven van de oude waterput. Beseffen ze wel dat ze aan de oorsprong van het mar kizaat Veere staan? Gaan ze in gedachten 450 jaar te rug in de tijd? De dag kan nog zo warm zijn, in de vroege avond keert de Veerse rust altijd te rug. Dan zijn de auto's van het Oranjeplein verdwenen en strij ken toeristen neer in de voor tent op hun Oostkappelse cam ping. Veere is goed toeven, voor een uurtje of wat. Langer hou den de kinderen hun aandacht niet vast bij de laatgotische ar chitectuur en muren begroeid met muurleeuwebekjes. Het houten bankje aan de ha ven is duidelijk bezet door toe risten. Het koppel uit Aartse- laar, nabij Antwerpen, bezoekt Veere 'misschien wel voor de tiende keer'. Het Breukelse stel is er voor het eerst. Ze kenden elkaar nog niet, maar zijn het snel eens: Veere is mooi. Prach tig, prachtig. Intrigerend. Ver fijnd. Een juweeltje. De Belgische meneer werpt een blik over zijn schouder, op de Schotse Huizen. „Als je bekijkt wat men vijfhonderd jaar gele den bouwde met de middelen van toen en je bedenkt wat voor saaie betonnen blokkendo zen nu overal uit de grond schieten..." Zijn vrouw zucht met een me lancholische blik in haar ogen. Tja, vroeger. Toen was alles zo pittoresk, was alles als Veere. „Twee jaar terug namen we fa milie uit Sicilië mee hierheen. Zij keken hun ogen uit. Er hangt een speciale stemming. Aan de kerk en het stadhuis kun je zien hoe rijk het stadje vroeger moet zijn geweest. Maar een markizaat? Dat woord hoor ik voor het eerst." Walvisvaarders Ook haar Nederlandse buren op het bankje fronsen hun wenkbrauwen. Van een marki zaat hadden zij niet eerder ge hoord. Koninkrijk wordt ge noemd, adeldom. „Het zal vast met rijkdom te maken hebben. Vandaar die schoonheid in het stadje", denkt de dame uit Breukelen. „Te bedenken dat hier die walvisvaarders binnen voeren, en die Schotten met hun wol. Kisten volgeladen met zalm. Dat moet een drukte van jewelste geweest zijn. Totaal an ders dan de rust en kalmte waarvoor wij naar Veere gaan." Bij de ingang van de Grote Kerk staat een achtkantig bouwwerk, de Cisterne. De al lereerste markies, Maximiliaan van Bourgondië, gaf in 1542 op dracht tot het graven van de fontein. Ook uit de begintijd van het markizaat dus. In 463 jaar tijd heeft de put haar func tie verloren. Liep men vroeger nog met emmers vol water te sjouwen, nu is de Cisterne in trek als bruidsdecor. Of om je liefdesverklaring achter te la ten in het hout, zoals Hans en Inky deden op 17 januari 1981. Zouden die, al kervende, heb ben geweten van het marki zaat? En de groen werker dan, die de rust ter plekke verstoort met zijn elektrische grasmaaier? „Nou ja, markizaat... Ik ken de verhalen, laten we dat stellen. Fascinerend, die oudheden", vertelt Souburger Henk Petrie, terwijl hij zijn oorbeschermers afdoet. „Ik ben blij dat ik het groen van Veere verzorg. Vroe ger moest ik nog wel eens naar Koudekerke, of Oostkapelle. Maar ik werk liever in Veere. Dan heb je nog wat om te bekij ken. Stiekem doe je dat toch, al heb je die gebouwen al duizend keer gezien." Sprookje En wat dan als je altijd tegen de beelden van de Heren en Vrouwen van Veere moet aan kijken, als je pal tegenover het laatgotische stadhuis woont? „Dat is een sprookje. Dat is el ke avond, als de schijnwerpers zich richten op het stadhuis, weer indrukwekkend. Gewoon weg onwerkelijk", vertelt de overbuurvrouw van het sier werk. Lang woont ze er nog niet, maar na drie maanden is ze nog even verliefd. „Als wij 's avonds in de kamer zitten, en we kijken naar buiten, blijven we één zin herhalen: 'Dat dit bestaat! Wat is dit mooi, zeg.' Nergens in Nederland kun je zo dicht bij zo'n bouwwerk wo nen. We raken er niet over uit gesproken. En dan is mijn man nog verliefder dan ik, kun je na gaan." Mevrouw blijft praten in super latieven. Ook over de geschiede nis van het markizaat Veere. „Het is geweldig om te lezen hoe Veere groot is geworden en wie het stadje groot heeft ge maakt. Maximiliaan, de Van Borseles... Ik ken ze inmiddels allemaal." Kan ze zich ook voor de geest halen hoe die er uit zagen? „Een markies zal vast een edel heerschap zijn. Met slobkousen, een pofbroek en in zijn hand een sabel. Dat stel ik me voor." In de ene hand een sabel, in de andere hand een glas erewijn. Gezeten in de Campveerse To ren, toen ook al een herberg. Op de bovenverdieping ruimen Ricky Rowecki en Mirjam Soe- ting juist de ontbijttafel af. Markizaat? Horen zij al ergens een belletje rinkelen? „De toren is oud en mensen komen graag boven even een kijkje nemen, maar een markizaat? Ik zou het niet weten." Soeting evenmin. „Boven hangt een schilderij, met daar op de handelsvaart. Bij het af stoffen kijk ik ernaar, maar fan taseren over vroeger doe ik niet. Laatst vroegen gasten nog over het markizaat. Ik heb ze maar een folder over Veere ge geven. Ik weet er niks over te vertellen." Rowecki begint druk te geba ren naar de deuropening. Het blijkt 'opa Cranenburgh'. En als je de ontbijtdames moet ge loven, kan die alles vertellen over Veere. Cranenburgh lacht. Hij is 87 en woont al sinds 1947 in Veere. In dat jaar werd hij herbergier in de Campveerse Toren, toen 'een wrak'. „Sinds Napoleon hier is geweest is het ding vreselijk in verval ge raakt. De toren had een plat dak en bestond uit houten schotjes. Ik heb alles in oude staat laten herstellen. Dat doe ik nog altijd. De toren mag nooit veranderen in een disco theek." Laurens Bakens Cranenburgh blijkt een tradi tioneel man en spreekt gewoon van 'Maximiliaan' als hij doelt op de eerste markies van Veere. „Maximiliaan schonk de toren aan Veere. Mijn collega-herber gier van eeuwen terug, Laurens Bakens, mocht in de toren blij ven tot zijn dood. Daarna moest het roer overgaan naar iemand, die de Heren van Veere welgevallig was. Vierhon derd jaar later heb ik de her berg overgenomen. Welgevallig dat ik ben!" Wendy van den Hurk by SnZ fotografie Ruben Oreel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 31