PZC
Sluipwesp en galmug
helpen de akkerbouwer
Kustfort Ellewoutsdijk wordt ontmoetingsplaats
Kuipers en Swiers
bundelen geschiedenis
van provincie Zeeland
dinsdag 31 mei 2005
De grenzen tussen de
landbouwers die
kunstmest en gewasbescher
mingsmiddelen gebruiken
en biologische boeren verva
gen steeds meer. Ongeveer
vijftig Zeeuwse akkerbou
wers die in strikte zin tot 'de
eerste categorie behoren,
grijpen niet meer naar de
gifspuit om bladluis op hun
aardappelpercelen te bestrij
den. Ze laten de natuurlijke
vijanden van deze hinderlij
ke insecten hun werk doen.
Lieveheersbeestjes bijvoor
beeld. Daarnaast doen de
veel kleinere sluipwespen
en galmuggen veel nuttig
werk op dit gebied. Land
bouwcoöperatie CZAV le
vert deze luizenbestrijders.
Glastuinders en fruittelers
maken al langer gebruik
van hulptroepen om witte vlieg,
trips, bladluis, spint en ander
vliegend en kruipend ongerief te
bestrijden. Even een kaartje met
poppen van sluipwespen, gal
muggen, roofwantsen of zweeg-
vliegen ophangen of de inhoud
van een potje met volwassen
exemplaren verspreiden en de
natuurlijke vijanden van insec
ten die de kwaliteit van teelten
kunnen aantasten, gaan aan de
slag. Inmiddels zijn ook akker
bouwers met deze biologische
bestrijdingsmethode begonnen.
Om te beginnen om bladluizen
in aardappelplanten aan te pak
ken. Onderzocht wordt of ook
andere plagen in andere akker-
bouwteelten op deze manier
kunnen worden bestreden.
Op Noord-Beveland zijn proef-
boerderij De Rusthoeve en een
aantal in de stichting Akkerle
ven verenigde boeren volop be
zig de bladluis op aardappelper
celen op natuurlijke manier te
bestrijden. Daarbij komen de
met kruiden ingezaaide akker
randen goed van pas. In deze
ruigte, die in principe met rust
wordt gelaten, huist een popula
tie lieveheersbeestjes, sluipwes
pen, galmuggen en andere lui
zenverdelgers, die het aardap
pelperceel op gaan-zodra de lui
zen zich in groten getale aan de
jonge aardappelplanten te goed
gaan doen.
Galmuggen leggen hun eitjes in
kolonies bladluizen. De muggen-
larven zuigen de luizen leeg.
Sluipwespen leggen hun eitjes
in een volwassen bladluis, die
de ontwikkeling van de sluip
wesplarve in zijn lichaam niet
overleeft. Onderzoek heeft te
zien gegeven dat sluipwespen
vooral effectief zijn wanneer de
eerste luizen zich vertonen, om
dat de sluipwesp op zoek gaat
naar mogelijkheden om eitjes af
te zetten. Galmuggen zijn een
probaat middel bij tamelijk ho
ge dichtheden aan bladluizen.
Als de luizen zich fors ontwikke
len, vermeerderen hun vijanden
zich evenredig. Zo ontstaat een
evenwicht, waarin de gifspuit
geen rol meer hoeft te vervullen.
Alleen midden op een perceel,
het verst verwijderd van de ak
kerranden waar het voor de na
tuurlijke bladluisbestrijders zo
goed toeven is, moet een handje
worden geholpen door er sluip
wespen en galmuggen uit te zet
ten. En dat geldt natuurlijk ook
voor stukken aardappelland die
niet door een bloemrijke akker
rand worden omzoomd.
Akkerbouwer Kees van de Maas
uit Kats heeft de afgelopen drie
jaar ervaring opgedaan met de
biologische methode om de blad
luis in de hand te houden. Eén
keer was er aan het eind van het
seizoen een zodanige explosieve
toename van bladluizen dat niet
viel te ontkomen aan het ge
bruik van een chemisch middel.
Van der Maas heeft er schik in
om bladluizen met behulp van
natuurlijke tegenstanders in de
hand te houden. „Gezonder
voor mens, dier en milieu", is
zijn simpele verklaring. Van der
Maas' ervaring is dat biologi
sche bestrijding van de bladluis
niets duurder hoeft te zijn dan
chemische. De aanschaf van een
leger sluipwespen en galmuggen
vergt 45 euro per hectare; een
bespuiting kost 35 euro. Het ver
schil wordt goedgemaakt door
de bijdrage van 10 euro per hec
tare die een boer ontvangt voor
de instandhouding van een ak
kerrand.
Arjan de Hulster van de stich
ting Landschapsbeheer Zeeland
begeleidt het streven van De
Rusthoeve en van akkerbouwers
als Van der Maas het gebruik
van kunstmest te beperken en
zo min mogelijk chemische ge
wasbeschermingsmiddelen te ge
bruiken. „Het gaat om even-
Van der Maas zet sluipwespen en galmuggen uit bij zijn aardappel
plantjes ter bestrijding van bladluis.
wicht in het systeem. Bij een ge
zond bodemleven steken ziekten
minder snel de kop op. En je
hebt minder last van schadelij
ke insecten als je ervoor zorgt
dat hun natuurlijke vijanden
gunstige leefomstandigheden
hebben."
Goed kijken
Algemeen bedrijfsleider Theo
Heyboer van De Rusthoeve ver
zekert dat deze manier van wer
ken even wennen is voor een ak
kerbouwer die zich niet op een
strikt biologische teeltmethode
toelegt. „Je moet goed leren kij
ken en de consequenties over
zien. Doe je dat niet, dan maak
je makkelijk verkeerde keuzen.
Het gaat om de juiste afweging:
is de plaag waar ik nu mee te
maken heb zo erg dat ik een che
misch middel moet gebruiken.
En vooral ook: welke nuttige in
secten worden eventueel ook ge
dood, want het gevolg zou wel
eens kunnen zijn dat je dan uit
eindelijk nog verder van huis
bent. Zo doe je niet langer aan
symptoombestri j ding.
Van der Maas, De Hulster en
Heyboer wijzen nog op een an
der voordeel van de aanpak die
ze voorstaan. De boerenpraktijk
heeft tot nu toe te zien gegeven
dat bladluizen en andere onge
wenste insecten snel immuniteit
ontwikkelen voor chemische be
strijdingsmiddelen. Dat bete
kent dat steeds nieuwe midde
len moesten worden toegepast.
Van der Maas: „Ik heb nog niet
gehoord dat een bladluis im
muun is geworden voor een
sluipwesp of een galmug."
Biologische bestrijdingsmoge
lijkheden in andere akkerbouw
gewassen zijn voorlopig nog het
domein voor onderzoekers. Hey
boer vertelt dat de luizendruk
in tarwe vorig jaar goed in de
hand is gehouden. Vooral op de
len van tarwepercelen die aan
kruidige akkerranden grensden,
was de aantasting door luizen
opmerkelijk minder. De Hulster
heeft de indruk dat ook in sui
kerbieten resultaten te boeken
zijn.
Verkoopleider Ko Francke van
de CZAV constateert op basis
van de bestellingen van sluip
wespen en galmuggen dat het ge
bruik van deze insectenbestrij
ders zich stabiliseert. De aan-
en verkoopcoöperatie had vorig
jaar in Zeeland ongeveer vijftig
klanten voor deze producten.
Net zoveel als in 2003.
Francke: „De ontwikkeling van
insecticiden die het milieu wei
nig belasten, gaat ook door. Qua
kosten is het denk ik lood om
oud ijzer. Gebruik van biologi-
sche.bestrijders is wel wat be
werkelijker, maar het geeft
meer betrokkenheid bij teelt en
natuur."
Ben Jansen
Met het boek Het verhaal
van Zeeland een duik ne
mend in de geschiedenis van de
provincie, komt onwillekeurig
de vraag op waarom er in 's he
melsnaam een imagocampagne
nodig is. Hoe kan een gewest
met zo n rijke en veelkleurige
geschiedenis, dat mede bepa
lend was voor het ontstaan van
Nederland, nationaal gezien af
zakken naar de anonimiteit? Zo
dat nu mensen met een reclame
boodschap gelokt moeten wor
den om de bevolking op peil te
houden.
De auteurs Jan Kuipers en Rob
bert Jan Swiers geven daar ge
deeltelijk een antwoord op. In
de periode 1813-1914 verander
de Zeeland van handelsgewest
in hongerende landbouwprovin-
cie. Die neergang echoot lang
na. Tweede Wereldoorlog en Fe-
bruariramp 1953 maakten het
herstel tot een provincie met (in
ternationale uitstraling er niet
gemakkelijker op. De toekomst
ziet er nog steeds niet aanlokke
lijk uit, Zeeland wordt wel vol
ler, niet zozeer met mensen als
wel met gebouwen en infrastruc
tuur.
Kuipers en Swiers noemen Het
verhaal van Zeeland eerst en
vooral een boek van mensen die
dit gebied in bezit namen, het
soms weer verlieten en dan toch
weer terugkeerden. 'Het is ook
het verhaal van de landschap
pen die steeds meer cultuurland
schappen werden, naarmate de
mens zich er nadrukkelijker
mee bemoeide.' Rode lijn dooi
de hele historie is de verhouding
tot de zee. 'Die kansen schiep en
dromen de grond inboorde, die
getemd moest worden en zich
daar vaak aan ontworstelde, die
rijkdom verschafte en de bewo
ners evengoed aan de bedelstaf
hielp of ombracht.'
De hoogte- en dieptepunten uit
de Zeeuwse geschiedenis staan
er allemaal in. De vroege bewo
ning (er zijn Neanderthalers ge
weest), de aanwezigheid van de
Romeinen, de invallen van de Vi
kingen, de inpolderingen en het
landverlies, de opkomst van de
steden en de handel, het verloop
van de Tachtigjarige Oorlog (en
het vervaardigen van zes wand
tapijten over de strijd tegen de
Spanjaarden), de oprichting en
bloei van de handelscompag
nieën en de kaapvaart (de Gou
den Eeuw), de zeehelden (met
natuurlijk het verhaal over Cor
nells Evertsen die zijn schip met
iets teveel bravoure op Vlissin-
gen aanstuurde en strandde), en
zovoorts. Tot en met de oprich
ting van de Roosevelt Academy
in 2004. Voor de liefhebbers is
er een overzicht van de graven
van Holland en Vlaanderen en
de hertogen van Bourgondië.
De verhalenlijn wordt afgewis
seld met kaders over mensen en
uiteenlopende onderwerpen,.zo
als zendeling Willibrord, land
voogden Margaretha van Parma
en de hertog van Al va, de
Zeeuwse Rekenkamer, water
bouwkundige Andries Schraver,
Izaak Sanderse, verplicht mili
tair van Napoleon en de onver
mijdelijke ondei'gang van Rei-
merswaal. Voor mensen die zich
wel eens verdiepen in (delen
van) de Zeeuwse geschiedenis
zijn de beschrijvingen erg her
kenbaar. Kracht van Het ver
haal van Zeeland is vooral dat
het allemaal op een rij gezet,
best indruk maakt.
Het boek omvat zeven hoofd
stukken. Vijf volgen de tijd: van
af de prehistorie tot 2000. Twee
behandelen thema's: de strijd te
gen het water (dijken, stormvloe
den, verdronken landen, delta
werken) en het cultureel erfgoed
(streektaal en -dracht, folklore,
de Zeeuwse identiteit). Het laat
ste hoofdstuk over de jongste ge
schiedenis kostte de meeste
moeite, omdat daarover nog
geen complete (wetenschappelij
ke) geschiedschrijving voorhan
den is. Dat lijkt dan ook het
meest op een provinciale infor
matiefolder.
Europese Grondwet
De opzet van het nieuwe boek
over de geschiedenis van de pro
vincie doet denken aan wat de
Europese Grondwet wordt ge
noemd. Een bundeling van eer
der verschenen publicaties, of
wel oude wijn in een nieuwe
zak. De auteurs onderkennen
dat zelf ook: ze hebben op basis
van literatuuronderzoek een
beeld proberen te schetsen van
de geschiedenis van Zeeland.
Geen verrassingen, geen nieuwe
ontdekkingen of invalshoeken.
Kuipers en Swiers verontschul
digen zich bij voorbaat. Het is
een verhaal dat hoogstens op
hoofdlijnen 'compleet' kan zijn.
'Hadden we meer ruimte gehad,
dan waren er meer verhalen ge
schreven over kleurrijke men
sen, boeiende handelsrelaties,
opmerkelijke conflicten en reli
gieuze uitingen.' Vraag is of
daar behoefte aan is: dergelijke
verhalen verschijnen al regelma
tig in de (vele) publicaties over
de Zeeuwse historie.
Naast een bundeling van wat al
eens geschreven is, zou meer dui
ding over de positie en beteke
nis van Zeeland en de opkomst
en neergang van een ooit trots
gewest, zinvol zijn geweest. Zo
als met de recente geschied
schrijving van Jan Zwemer (en
anderen) over de periode
1944-1965 is gebeurd. Nu is het
ruim driehonderd pagina's nog
al opsommerig. Op meer diep
gang - en daarmee meer verras
sing - is de uitgever kennelijk
niet uit geweest.
Rinus Antonisse
Het verhaal van Zeeland door
Jan Kuipers en Robbert Jan
Swiers: Uitgeverij Verloren, Hil
versum, €25,-. Het boek wordt 1
juni in De Drukkerij te Middel
burg gepresenteerd.
Het fort Ellewoutsdijk
krijgt een nieuwe functie.
Eigenaar Vereniging Natuurmo
numenten richt het uit 1839 da
terende verdedigingswerk in als
voorlichtingscentrum over de
Schelde en de natuur in de Zak
van Zuid-Beveland. Ook komt
er een vogelkijkpost.
Arjan Boon van Natuurmonu
menten is blij met de ontwikke
lingen rond het fort aan de boor
den van de Westerschelde. Hij
ziet de nieuwe bestemming als
een opstap naar méér. Wat hem
betreft, groeit het fort uit tot
een ontmoetingsplaats voor na
tuurliefhebbers en recreanten,
met aan weerszijden natuur en
zicht op de immer boeiende
Westerschelde.
Het fort kwam in 1981 in bezit
van de vereniging. Het is tot
1997 gebruikt als 'werkschuur'
van Natuurmonumenten (die
toen verhuisde naar een boerde
rij aan de Zwaakse Weel). „Inci
denteel werd ruimte verhuurd
aan de gemeente Borsele en er
hebben wel eens wat kunste
naars gezeten. Zo nu en dan
hield het leger er een oefening",
vertelt Boon.
Vanaf 1997 stond het fort te ver
kommeren. Er zijn wel verschil
lende initiatieven voor een nieu
we bestemming aan de orde ge
weest, maar die bleken niet uit
voerbaar te zijn. „Je kunt de
meest idealistische plannen be
denken, maar het moet wel be
taalbaar zijn", aldus Boon. Hij
wijst erop dat bij het zoeken
naar een andere functie ook de
dorpsraad Ellewoutsdijk nauw
betrokken was. „Die betrokken
heid willen we graag houden.
De relatie tussen het dorp en
het fort ligt er gewoon."
De campagne De Schelde Na
tuurlijk! - waarmee zeven Ne
derlandse en Vlaamse natuur-
en milieuorganisaties zich sterk
maken voor een betere toe
komst voor de rivier - bracht
uitkomst. Er kwam geld voor
voorlichting en educatie be
schikbaar en daarmee wordt
het fort, zoals Boon aangeeft,
'inde lift gezet'.
Belangrijkste verandering is
dat vanaf het internationale
Scheldeweekeinde op 11 en 12
juni het fort dagelijks open is
voor bezoekers. Het wordt via
de achterzijde (kant van het
dorp) toegankelijk gemaakt, zo
dat mensen op de omwalling
kunnen rondlopen (vrijwilligers
zijn druk doende met het schil
deren van hekken, die als afras
tering geplaatst worden).
Een oude geschutsring is in ere
hersteld en voorzien van een be
strating. Daarop komt een
krachtige kijker te staan, waar
mee vogels gade geslagen kun
nen worden. Door middel van
informatiepanelen langs de rou
te wordt voorlichting gegeven
over de Schelde en de natuur
rondom het fort. Op de binnen
plaats van het fort komen pane
len waarop gegevens over de ge
schiedenis staan.
Boon merkt op dat Natuurmo
numenten een beroep doet op
vrijwilligers om toezicht te hou
den. Ze zullen dagelijks zorgen
Fort Ellewoutsdijk aan de Westerschelde. Links op dé foto de bestrate cirkel (de oude geschutsring) waarop de vogelkijker komt te staan.
foto Dirk-Jan Gjeltema
voor het openen en sluiten van
de poort (openingsduur tussen
10.00 en 17.00 uur). Bedoeling
is dat ze ook excursies gaan ver
zorgen. Het wordt geen bezoe
kerscentrum waar de hele dag
een beheerder rondloopt. Wat
dat betreft heeft Natuurmonu
menten goede ervaringen met
de Plompe Toren bij Burgh-
sluis, ook een niet-bemand be
zoekerscentrum, waar jaarlijks
meer dan 30.000 bezoekers ko
men, zonder dat er problemen
optreden in de vorm van vanda
lisme.
De nieuwe bestemming ziet Ar
jan Boon als het begin van een
verdere uitbreiding van ge
bruiksmogelijkheden. Sponsor
Nuon heeft toegezegd te zorgen
voor een aanpassing van de elek
trische installaties. Andere (na-
tuur)organisaties die informatie
willen doorgeven, kunnen ruim
te in een van de achttien kaze
matten benutten. „En we slui
ten op termijn een horecavoor-
ziening niet uit", aldus Boon.
De omgeving van het fort is ook
in beeld voor een proefneming
met een nieuwe aanpak van de
zeeweringen: dijk met bereik.
Uitgangspunt is daarbij dat de
eerste zeewering aan de binnen
zijde bij extreem hoogwater
mag overstromen (die binnenzij
de wordt met stenen versterkt)
en dat het water opgevangen
wordt in een inlaagachtige si
tuatie, met een sterke tweede
waterkering. Dit project Com-
coast richt in het fort ook een
informatieruimte in.
Dat er in het fort informatie
wordt verstrekt over de Schelde
en ook over de nieuwe verdie
ping van de vaargeul, is een tik
je symbolisch. De Belgen beroe
pen zich voor de verdieping
graag op een tractaat uit 1839,
waarin de doorvaart over de
Westerschelde is geregeld. Het
was juist de scheiding tussen de
noordelijke en zuidelijke Neder
landen (en daarmee het ont
staan van België) die aanleiding
vormde voor de bouw van het
fort, tussen 1835 en 1839.
Om de scheepvaart op de Schel
de te kunnen beheersen, moest
bij Ellewoutsdijk een zeshoekig
kustfort komen. De buitenmu
ren rezen op uit het water. Er
werden negentien bomvrije
ruimten (kazematten) gemaakt.
Er konden vijfhonderd man
schappen worden gelegerd. Als
het aan Natuurmonumenten
ligt, keert de drukte van weleer
weer terug.
Rinus Antonisse
natuurlijke vijanden om hinderlijke insecten op aardappelen te
foto's Willem Mieras
Kees van der Maas uit Kats is één van de boeren die gebruik maakt van
bestrijden.