Noordelijke Delta
krij gt natuur terug
Verhuizen deed je vroeger niet voor de lol
N atuurmonumenten
in Zeeland laat actief
Zeeuwen in beweging
Deltanatuur heet het am
bitieuze project langs
Haringvliet en Hollandsch
Diep. Bijna 3000 hectare
nieuwe natuur als blauw
groene long in de Rijn-Maas
monding. Burgemeester
Greet de Vries van Middel-
hamis is er nauw bij betrok
ken. Het is voor haar een
beetje een herhalingsoefe
ning.
Als Zeeuws gedeputeerde
trotseerde Greet de Vries
zalen vol kritische boeren. Om
uit te leggen waarom Zeeland
een netwerk van natuurgebie
den moet krijgen. Met argumen
ten en charme kreeg ze de Ecolo
gische Hoofdstructuur voor el
kaar. Als burgemeester van Mid-
delharnis moet ze opnieuw aan
de bak om natuur op boeren te
'veroveren', voor het project Del
tanatuur. Ze heeft profijt van
haar Zeeuwse ervaringen. Haar
motto: als het niet kan zoals het
moet, dan moet het maar zoals
het kan.
Dat er meer. natuur moet ko
men, staat voor De Vries buiten
kijf. Het zit ook een beetje in
haar (Friese) genen, ze heeft een
voorliefde voor water en weilan
den. Ze wijst erop dat Deltana
tuur diverse pluspunten heeft:
versterken buitendijkse natuur,
meer ruimte voor water (ber
ging), mogelijkheden voor re
creatie en daarmee (economi
sche) leefbaarheid.
„Deltanatuur is een schitterend
project. Het kostte wel moeite
iedereen daar van te overtuigen,
vooral de boeren. Ik kan me
daar wel wat bij voorstellen",
aldus De Vries (namens de ge
meenten lid van de stuurgroep
Deltanatuur). Ze beklemtoont
dat er in de noordelijke Delta
veel natuur verdwenen is, ook
in haar gemeente Middelharnis.
„Vandaar dat er langs de noord
kant van Goeree-Overflakkee
een en ander gebeurt." Het be
treft de projecten Zuiderdieppol-
ders, Westplaat, Ventjagers
plaat, het krekenplan Oostflak-
kee.
Met name voor de Westplaat en
omgeving (Pallandtpolder) is
landbouwgrond nodig. De
Vries: „Dat is nog niet helemaal
rond, wel is er al een flinke hoe
veelheid ruilgrond beschik
baar." Ze hoopt dat de plannen
voor boeren aanleiding zijn om
hun bedrijfsvoering aan te pas
sen. „Ik zou graag zien dat we
meer natuUrboeren krijgen. Je
hebt al boeren die bloembollen
doen, als je daar de natuurfunc
tie bij doet, dan is het goed te
doen."
De burgemeester vindt dat het
ministerie van Landbouw, Na
tuur en Voedselkwaliteit wel
eens een rare politiek volgt. „Na
tuuraankopen steunen, die neer
leggen bij de natuurorganisaties
en geen goede beheervergoeding
geven. Zoiets hoor je als over
heid niet te doen." Hetzelfde
geldt voor agrarisch natuurbe
heer. Dat dient voor boeren wél
mogelijk en aantrekkelijk te
zijn. „Het moet op dezelfde ma
nier geregeld worden als des
tijds in Zeeuws-Vlaanderen
voor de boeren is gebeurd",
meent De Vries. „Je moet er een
reële vergoeding tegenover zet
ten. Zo kan de boer kleinschalig
blijven werken en de schoon
heid van het landschap in stand
houden." De nieuwe, grote aan
eengesloten natuurgebieden heb
ben haar hartelijke instemming.
dinsdag 24 mei 2005
De Vereniging Natuurmonu
menten moet de nadruk
blijven leggen op aankopen en
beheren van natuur. Daarnaast
is het opereren als 'stem van de
natuur' gewenst: de belangen be
hartigen van natuur en land
schap. Dit advies krijgt de hon
derdjarige vereniging aange
reikt van de Commissie Toe
komst Natuurbescherming. Ei
gendom van gebieden is bij het
behoud van natuur en land
schap in de geschiedenis van de
jubilerende vereniging een gede
gen middel gebleken. Dit zal
ook in de toekomst hét middel
zijn om kwetsbare natuur veilig
te stellen, aldus de commissie.
Wat dat betreft heeft Natuurmo
numenten bepaald niet stil geze
ten.
Er is nu ruim 88.000 hectare in
beheer, verdeeld over 363 terrei
nen. In Zeeland gaat het momen
teel om ruim 2000 hectare; uit
breiding is komende tijd voor
zien. De terreinen variëren
sterk: van hele grote zoals de
Loonse en Drunense Duinen
(2500 hectare) en de Wieden in
Overijssel (5800 hectare), tot
heel kleine, zoals de Biezelingse
Ham (2 hectare) en fort Elle-
woutsdijk (1 hectare).
De oprichting van Natuurmonu
menten kwam niet uit de lucht
vallen, noteert Frits Maas in het
kloeke jubileumboek Wind mee,
stroom tegen. Begin 20e eeuw
groeide de aandacht voor de na
tuur, mede onder invloed van de
activiteiten die onderwijzers als
Eli Heimans en Jac. P. Thijsse
ontplooiden. Mensen werden
zich er bewust van dat veel onge
repte gebieden dreigden te ver
dwijnen.
In 1899 ontstonden Vogelbe
scherming Nederland en Staats
bosbeheer en in 1901 werd de
(nu Koninklijke) Nederlandse
Natuurhistorische Vereniging
opgericht. Het plan van de ge
meente Amsterdam om het Naar-
dermeer te dempen met huisvuil
gaf de stoot tot oprichting van
de Vereniging tot Behoud van
Natuurmonumenten in Neder
land. Het Naardermeer werd
het eerste beheergebied en hoort
nog steeds tot de pronkjuwelen
van de vereniging.
Zwaakse Weel
Wat aandacht betreft is Zeeland
altijd een beetje stiefmoederlijk
bedeeld door Natuurmonumen
ten. Weliswaar werden in 1917
de vier landen bij 's-Gravenpol-
der aangekocht (eeuwenoude
grenslinden op een historisch
punt), maar de bescherming er
van hield geen stand. Ze werden
in 1968 opgeofferd voor aanleg
van een weg en (oudere) Zeeuw
en zijn daar nog bedroefd over.
De herinnering aan de bomen
leeft in een gestekt exemplaar
voort.
In feite is Natuurmonumenten
in Zeeland pas krap veertig jaar
echt actief. De bloemdijken op
Zuid-Beveland en de Zwaakse
Weel (die nu uitbreiding krijgt)
werden in 1963 verworven en
twee jaar later de Inlaag 1887
bij EÜewoutsdijk. In 1975 volg
den de Middelplaten aan het
Veerse Meer en in 1981 lukte het
Natuurmonumenten de Zeepe-
duinen in de Schouwse West
hoek te kopen, voor de neus van
stichting Het Zeeuwse Land
schap.
Hoewel het Naardermeer als eer
ste aankoop vooral een nat ge
bied was, is de aandacht daarna
in belangrijke mate uitgegaan
naar bescherming van 'grondna-
tuur' en getijloos zoet water:
bossen, heide, veengebieden. De
zeldzame zoutwater-getij dena-
tuur, met platen, schorren en
slikken, zoals die in de Delta
voorkomt, is pas (veel) later in
beeld gekomen.
Dat blijkt ook uit het jubileum
boek. Aan de Zeeuwse natuur
wordt nauwelijks aandacht be
steed (hier en daar wordt een ge
bied even genoemd). En dat ter
wijl de bloemdijken en het heg-
gengebied in de Zak van
Zuid-Beveland toch steeds als
'uniek voor Nederland' worden
opgevoerd. Maar misschien is
dit een tikje te chauvinistisch
geredeneerd. Toegegeven: de
Zeepeduinen halen het niet bij
Voornes Duin, ondanks de hete
adem van haven Rotterdam in
de nek.
Er is in het boek wel gezocht
naar een zekere spreiding over
verschillende soorten natuurge
bieden en naar paradepaardjes,
waarmee Natuurmonumenten
kan pronken. Het betekent so
wieso aandacht voor het door
Thijsse zo geliefde Texel, het na
tionaal park Veluwezoom, de
Oisterwijkse bossen en vennen
en de heide van Kampina, Voor
nes Duin, het Fochteloërveen en
de Dwingelose heide.
Terugblikkerig
De vooral historische beschrij
ving van de gebieden (een sfeer
tekening en de schijnwerper op
planten en dieren hadden niet
misstaan), wisselt Maas af met
hoofdstukken over het wel en
wee van de vereniging. Ook die
delen zijn nogal terugblikkerig.
Wind mee, stroom tegen - de ti
tel is zeker van toepassing op de
organisatie zelf.
Het is een typisch jubileum
boek: veel aandacht voor de ju
belmonumenten, minder voor
de donkere periodes. Zoals nog
vrij recent ontslag van perso
neelsleden, omdat het eigen ver
mogen door het kelderen van de
beurs zeer was geslonken. Het
wordt beknopt even aangestipt.
Duidelijk wordt ook dat Natuur
monumenten geen echt actiege-
richte club is, zoals bijvoorbeeld
Greenpeace (tenzij het om geld
inzamelen voor een bepaald be
geerd gebied gaat). -
De aard van de vereniging
wordt bepaald door een grote
mate van redelijkheid, schrijft
Maas. „Die schept openingen,
kansen richting de buitenwe
reld." Is het toeval dat de politie
ke kleur van de laatste drie voor
zitters achtereenvolgens PvdA,
WD en CDA is? Natuurmonu
menten past bij uitstek in het be
stuurlijke polderlandschap.
Huidig algemeen directeur
J. de Graeff vindt aanpassen
aan anderen een traditie die de
Nederlanders eigen is. Nochtans
jammer dat men zich indertijd
niet getekend heeft aan de vier
linden.
Rinus Antonisse
Frits Maas: Wind mee, stroom
tegen. 100 jaar Natuurmonu
menten - Uitgave Terra Lannoo
in opdracht van Vereniging Na
tuurmonumenten, prijs leden
€24,95, niet-leden €29,95.
Greet de Vries, burgemeester van Middelharnis: „Wie wil er nog komen als er geen mooie natuur meer is?" foto's Dirk-Jan Gjeltema
De Westplaat bij Middelharnis.
„Met dien verstande dat er wel
extensieve recreatie mogelijk
moet zijn, met fiets- en wandel
paden en wat ruitervoorzienin-
gen. Dergelijke struinnatuur
blijkt op Schiermonnikoog
(waar ze korte tijd burgemees
ter was - red.) heel goed te kun
nen, dus hier is dat ook moge
lijk", betoogt De Vries.
Het bestuurlijke modewoord
'draagvlak' speelt ook op Goe
ree-Overflakkee. De burgemees
ter vertelt dat veel voorlichting
geven een belangrijke plaats in
neemt. Als voorzitter van de ei-
landelijke werkgroep Delta
natuur stimuleert ze dat. „Na
drukkelijk de bevolking erbij be
trekken. Daar kun je je voordeel
mee doen. Het draagvlak onder
de bevolking is verschillend.
Het merendeel vindt het wel
mooi."
De banden met Zeeland zijn
voor Greet de Vries onlangs
weer nauwer geworden. Na
mens de Zuid-Hollandse ge
meenten is ze lid van de advies
groep voor de Deltaraad. Dit
nieuwe overlegorgaan ervaart
ze als nuttig. „Je hebt iedereen
aan tafel en dat werpt vruchten
af. Men heeft begrip voor elkaar
en verkettert elkaar niet. Er
moet wel degelijk veel gebeu
ren." Ze noemt de stijging van
de zeespiegel, maar ook de ver
zanding van de Oosterschelde
en de blauwalgenproblemen in
de randmeren Krammer-Vol-
kerak en Zoommeer. De Vries
heeft over de toekomst van de
deltawateren bepaalde opvattin
gen. De Oosterschelde en het
Grevelingenmeer zijn schone
wateren. Ze acht een uitwisse
ling met Krammer-Volkerak en
Zoommeer belangrijk, zodat die
vervuilde randmeren ook scho
ner worden. „Het zou mooi zijn
als je in de Grevelingen een spui-
sluis kunt krijgen - dat is een
goede impuls voor het meer - en
een verbinding tussen de Greve
lingen en het Haringvliet.
De burgemeester erkent dat dit
laatste idee - wat neerkomt op
een kanaal door Goeree-Over
flakkee - niet snel tot uitvoering
zal komen. „Maar die verbin
ding was er vroeger ook. Het is
bovendien voor de watersport
een goede zaak. Je ontlast er de
Grevelingen mee en het Haring
vliet kan wat watersport betreft
nog wel wat hebben."
Zeeuws licht
Greet de Vries mag graag in Zee
land vertoeven. Als geen ander
weet ze dat de natuur één van
de grootste economische pijlers
is. „Wie wil er nog komen als er
geen mooie natuur meer is? Dat
is hier op Goeree-Overflakkee
ook zo en je hebt hier eveneens
het Zeeuwse licht. Natuur, spor
tieve en gezondheidsrecreatie
en cultuurhistorie zijn dingen
die we moeten koesteren."
Rinus Antonisse
Zeeuwen op weg naar een nieuw bestaan in Amerika.
foto Roosevelt Studie Centrum
Tegenwoordig wordt er niet
meer zo vaak verhuisd bij
verandering van werk. Elke dag
heen en weer pendelen is gebrui
kelijker. Hoe was dat vroeger?
Waren Zeeuwen in de tweede
helft van de 19e en het begin
van de 20e eeuw wel zo ver
knocht aan hun dorp en eiland?
Daarover gaat het op de studie
middag Zeeuwen in beweging,
komende vrijdag in Middel
burg.
Het stereotiepe beeld van de
Zeeuw die vanaf de geboorte
tot de dood in zijn dorp of
streek blijft, klopt niet. „Zeeuw
en waren vroeger veel minder
honkvast dan men denkt. Er gin
gen een hoop mensen van de ei
landen af", weet Kees Mande-
makers, verbonden aan het In
ternationaal Instituut voor So
ciale Geschiedenis in Amster
dam.
Misschien was de 'vertrekdrift'
uit Zeeland minder groot dan
elders in het land, maar Mande-
makers denkt dat er geen grote
verschillen zijn (het landelijk
onderzoek naar de mate van mo
biliteit is nog bezig). Voornaam
ste reden om de geboortestreek
(voorgoed) te verlaten was werk
en in mindere mate huwelijk.
„Mensen moesten wel werk heb
ben. Als ze dat niet in de eigen
buurt vonden, moesten ze wat
anders en dat betekende verhui
zen. Dat deden de meeste men
sen niet voor de lol."
Mandemakers noemt als voor
beeld de dienstbode. „Er gingen
er van Schouwen veel naar Mid
delburg of Rotterdam." De ha
venstad oefende vanaf het laat
ste kwart van de 19e eeuw toch
een flinke aantrekkingskracht
uit op werkzoekende Zeeuwen.
Nederlands-Indië en Amerika
trokken eveneens mensen. Naar
Indië gingen aanvankelijk voor
al KNIL-militairen, later ook
mensen die in bedrijven terecht
kwamen (aardolie, rubber,
thee).
Er kwam ook wal import rich
ting Zeeland, zeker na de komst
van de spoorlijn, die voor een
betere verbinding zorgde. Amb
tenaren gingen naar Middel
burg en ook de nieuwe scheeps
werf in Vlissingen had mensen
van buiten de provincie nodig.
Per saldo vertrokken er echter
veel meer Zeeuwen, vooral jon
ge mensen. En die keerden, an
ders dan de pensionado's van
nu, meestal niet meer terug. Ze
ker hun kinderen hadden geen
band meer met Zeeland.
Het ontrafelen van het verplaat
singsgedrag van de Zeeuwen is
mogelijk dankzij de Historische
Steekproef Nederlandse bevol
king (HSN), die voor Zeeland in
1993 is begonnen en gebaseerd
is op 0,5 procent van de bevol
king geboren tussen 1812 en
1922. De bevolkingsregisters en
de archieven van de burgerlijke
stand leveren de belangrijkste
gegevens voor het in beeld bren
gen van de levensloop van men
sen, en daarmee van veranderin
gen in de samenleving in de af
gelopen tweehonderd jaar. Voor
de provincie Zeeland wordt ge
bruik gemaakt van het zoge
naamde Isis-bestand op het
Zeeuws Archief, met daarin de
door vrijwilligers aangemaakte
indices op de burgerlijke stand.
Het levert veel informatie op.
Goed voor het historisch besef
('honderd jaar geleden stonden
we waarschijnlijk aardappels te
rooien', zegt Mandemakers),
maar ook om te weten hoe ver
anderingen zich hebben voltrok
ken. Zo kan worden nagegaan
of het klopt dat iemand die voor
een dubbeltje geboren was,
nooit een kwartje kon worden
(en omgekeerd). En ook welke
groepen zich in de samenleving
aftekenden.
Kindersterfte
In Zeeland springen wat dat be
treft vooral de boeren eruit. Die
trouwden meestal met iemand
uit eigen kring. Wel keken boe
ren voor een partner meer bui
ten het eigen dorp dan onge
schoolde arbeiders. Bij de elite
was het trouwen met iemand
van elders nog meer verbreid.
Mandemakers wijst op een oude
stelregel die een boer het beste
kon hanteren. „Als een boeren
zoon op zoek ging naar een part
ner moest hij letten op het aan
tal melkbussen in het rek. Die
vormden een aanwijzing voor
het aantal koeien. En op de sok
ken aan de waslijn. Hingen er
veel, dan betekende dat veel erf
genamen."
Onderzoeken zijn vaak moment
opnamen. Het levenslooponder-
zoek van de HSN is dat juist
niet. Mandemakers: „Je kunt
hierdoor meer en betere gege
vens krijgen, bijvoorbeeld ge
boorte, sterfte, leeftijd, beroep.
Het belang van de HSN is ook
dat je zoekt in bronnen die over
iedereen gaan, van hoog tot
laag." De kindersterfte in Zee
land was berucht hoog en liep
door alle standen heen. Het ver
schilde minder per milieu dan
men geneigd is te denken. Man
demakers schrijft de sterfte toe
aan het slechte drinkwater, dat
uit regenbakken kwam en veel
fatale maag- en darmstoornis
sen bij baby's veroorzaakte. Na
dat borstvoeding meer in zwang
kwam en de hygiëne verbeter
de, nam de kindersterfte vanaf
eind 19e eeuw af.
Het in kaart brengen van de
Zeeuwse levensloop tussen
1850 en 1922 is klaar. Tijdens
de studiemiddag, waarvoor
mensen zich nog kunnen aan
melden, lichten enkele onder
zoekers wat tipjes van de sluier
op. Zo behandelt Frans van Pop-
pel de gezinsstructuur tijdens
de jeugdfase. Hoe verging het
onvolledige gezinnen (door over
lijden van vader of moeder)?
Hertrouw van mannen was niet
ongebruikelijk en dat zorgde
voor soms complexe gezinssitua
ties. In hoeverre werden kinde
ren bevoordeeld?
Ulbe Bosma gaat in op de migra
tie van Zeeuwen naar Oost-In-
dië en Hilde Bras belicht de le
venslopen van broers en zusters
tussen 1850 en 1950: hielpen ze
elkaar met de sociale carrière of
zaten ze elkaar in de weg? Ver
schilden de verhoudingen bij
kinderen van boeren, arbeiders
en middenstanders? Marco van
Leeuwen en Ineke Maas bekij
ken de mobiliteit van Zeeuwse
vrouwen in de 19e en vroege
20e eeuw. Dick van der Wouw
staat stil bij de huidige situatie:
migreren of pendelen.
Rinus Antonisse
Studiemiddag Zeeuwen in be
weging: vrijdag 27 mei, vanaf
13.00 uur, Filmzaal provincie,
Abdijcomplex, Middelburg. Na
dere informatie via Zeeuws Ar
chief: 0118-678800 of
info@zeeuwsarchief.nl.