Autochtoon en import
worden nooit vrienden
Camping met een verhaa
ir waren
daher
Rondje Schouwen-Duiveland
zaterdag 21 mei 2005
Een campinggast haalt verse broodjes
in het mini-bakkerijtje van De Vier Bannen bij Ouwerkerk,
foto Marijke Folke
Zierikzeese ouderen komen elke dag bijeen onder de open galerij voor de kerk aan het Havenplein. Links zit Rikus Merle. foto Dirk-Jan Gjeltema
Bijna iedereen op Schou
wen-Duiveland groet.
Goedemorgen. Hallo.
Huuui. Goejedag. Loop
door een van de kronkel
straatjes van Zierikzee,
door de Kerkstraat van Oos-
terland, over de ring van
Dreischor, langs de haven
van Brouwershaven, beklim
de Plompetoren... en je
wordt begroet. Nou ja,
meestal dan. Niet iedereen
doet eraan mee. „De import
groet niet", moppert Rikus
Merle.
Merle is een van de 'Beuze
Boys', de senioren die
tweemaal dagelijks bijeenko
men onder de open galerij voor
de kerk aan het Havenplein in
Zierikzee. Daar praten ze over
het wel en wee van Feyenoord,
het weer, de gemeentepolitiek
en het leven in z'n algemeen
heid.
Vanaf tien uur komen de Boys
samen op de zwart-witte tegels
van het historische gebouw. Een
uurtje later verdwijnen ze al
weer om in de namiddag voor
een uurtje terug te komen voor
de actueelste roddels.
Rikus, geboren en getogen in
Zierikzee, wijst richting de
'nieuwe wijk' en stelt vast dat
die bewoners daar, 'de import',
zich nauwelijks gedragen als
echte bewoners. Betrokkenheid
met het verenigingsleven is er
volgens hem maar weinig. „Ze
moeten een voorbeeld nemen
aan de omringende dorpen.
Daar stroomt nog iedereen toe
als er bijvoorbeeld een uitvoe
ring is."
Dwalend door Zierikzee valt op
dat de winkelstand nog niet ge
domineerd wordt door de lande
lijke winkelketens. Ook opval
lend is de onopvallendheid van
de winkels. Blijkbaar hebben ze
zich in opdracht van de over
heid moeten beperken in de uit
bundigheid van de gevelreclame
om zo het historische karakter
van het centrum te bewaren.
Een van de mooiste voorbeelden
daarvan is het AH-filiaal in de
Lange Nobelstraat. Alleen wat
blauwe vlaggen. Gezien de toe
stroom van klanten is dat meer
dan voldoende.
Praat met oudere inwoners van
Schouwen-Duiveland en eerder
vroeg dan laat komt De Ramp
ter sprake. Die rampzalige da
gen vormen een waterscheiding.
Niet alleen in de persoonlijke ge
schiedenis van de inwoners,
maar ook in de gesprekken. Als
De Ramp ter sprake komt, ver
andert de toon. Dan geen kwink
slagen meer, maar lange stiltes.
Een oudere boer in de buurt van
Noordwelle draait zich tijdens
het gesprek om, doet een paar
stappen, snuit zijn neus en
staart een tijd over de vers be
werkte percelen. „Dit. Dit was
allemaal water."
Een aantal Rotterdamse senio
ren verlaat stil het Watersnood
museum bij Ouwerkerk. Ze be
klimmen de Zuiddijk en hebben
vanaf de kruin een goed zicht op
de vier caissons die daar schots
en scheef liggen. Eind 1953
dichtten de caissons het laatste
stroomgat. Een begeleider ver
haalt hoe zijn opa die zon
dagnacht de zolder opvluchtte.
Die zolder was niet hoog genoeg
zodat hij een gat in het dak
maakte om met zijn gezin nog
hoger te komen. „Daar zaten ze.
Twee dagen lang." Op een paar,
meter afstand van het groepje
staat een bordje van Staatsbos
beheer: 'Kwetsbaar gebied'. Hoe
toepasselijk.
Drie vrouwen - in Oosterland,
Dreischor en Zonnemaire - ver
tellen, onafhankelijk van el
kaar, hoe ze Schouwen-Duive
land ervaren. Ze wonen respec
tievelijk twaalf, tien en vijftien
jaar in Zeeland maar voelen
zich nog steeds 'een witte al
lochtoon'. Volgens hen proberen
ze zo goed als mogelijk te inte
greren maar lukt het niet om
echt ingeburgerd te raken.
Vrienden met de eilanders word
je niet, is hun conclusie. „Je
past niet in hun vriendenkring."
Ze verhalen ook over de nieuws
gierigheid van de autochtonen.
„Ze willen alles weten, maar ver
tellen niets over zichzelf."
Bij het Dijkwater geniet een
wandelaar van een boterham
met kaas. Chiel Weterings uit
Utrecht, doet een rondje Schou
wen-Duiveland. Hij is met de au
to naar Bruinisse gekomen om
vanaf daar, in drie dagen, het ei
land te ronden. Het is meer een
werkvakantie dan zomaar wat
'spazieren', vertelt hij. De
Utrechtenaar is softwareontwik-
kelaar en probeert, al lopend,
wat probleempjes op te lossen
en nieuwe ideeën op te doen.
Een collega van hem is onder
weg naar Brouwershaven. „Van
af daar lopen we samen." Hij is
een natuurliefhebber zonder eni
ge kennis van de natuur, grapt
hij. „Bomen zijn bomen, vogels
zijn vogels en gras is gras."
In Dreischor rust een groep
Amerikaanse fietstoeristen uit.
Onder de vlag van Cycletours
verkennen ze een stukje Neder
land. Een paar fietsen staat te
gen de travalje op de ring. San
dra en Henry Bolden vinden
het 'nice' om te horen dat
nog maar een paar decen
nia geleden in dat bouw
sel paarden werden be
slagen. En het dorp zelf
vinden ze 'wonderful'.
Inwoners van de Ring
zelf zetten daar zo hun
kanttekeningen bij. Ze kla
gen over automobilisten die
bij evenementen hun hele straat
volzetten en mopperen dat de
gemeente hun dorp laat verslof
fen. Er wordt volgens hen min
der en minder onderhoud ge
pleegd. En het praathuisje van
de ouderen wordt volgens hen
vervuild door de jeugd. „Als die
troep. Niemand doet daar wat
aan." De politie? Spottend: „Die
helemaal niet."
Ook in andere dorpen wordt ge
klaagd over het tanende onder
houd door de gemeente. Dat
niet alleen, het verdwijnen van
tal van voorzieningen en de
steeds beroerdere dienstregeling
van de bussen zijn veelgehoor
de klachten. Toch peinst nie
mand erover om nu te verhui
zen. Want voor gezonde mensen,
in het bezit van een auto, is het
goed wonen in de dorpen op
Schouwen-Duiveland. Maar
echt oud worden op het dorp,
dat zien ze wel als een pro
bleem.
Hilde Kalz uit Warendorf, nabij
Münster, zit samen met haar
vriend en zoontje op het ten-as
voor hun huurhuisje. Met haar
arm maakt ze een brede zwaai
en wijst naar het Grevelingen-
meer, zowat aan haar voeten.
„Waar tref je dit?" Ze is ronduit
gelukkig met haar appartement
van Landal Port Greve. Ze geeft
toe dat de architectuur van het
vakantiedorp in het geheel niet
je-van-het is, maar daar maalt
ze niet om. En het achterland,
de rest van Schouwen-Duive
land, 'is ideaal fietsterrein'.
Jan van Lierop, Johan Vogels en
Peter Lazeroms staan, elk ach
ter een forse kijker, te turen
naar de vogels in de Schouwse
inlagen en karrevelden, nabij de
Plompetoren. De drie vogelaars
uit Schiedam zijn zowat elke
dinsdag op Schouwen-Duive
land te vinden, ,,'s Winters is de
mooiste tijd." Maar de andere
seizoenen zijn ook niet te ver
smaden. Per keer nemen ze tus
sen de zeventig en negentig vo
gelsoorten waar. Het natuurge
bied bij de Plompetoren is hun
favoriete terrein. Ze komen
bijna ogen tekort om de zwarte
ruiters, de boompiepers, lepe
laars, wulpen, tureluurs en grut
to's waar te nemen. Hoewel ze
al tijden de natuurgebieden van
Schouwen-Duiveland bezoeken,
vervelen ze zich nooit. Johan:
„Elke keer is anders, elke keer
is leuk."
Emile Calon
grip 'recreatief medegebruik' be
stond nog niet begin jaren zes
tig, maar Staatsbosbeheer
(SBB) besefte dat de mens hier
niet zomaar geweerd kon wor
den. Voor liefhebbers van na
tuur, rust en ruimte werd kam
peerterrein De Vier Bannen aan
gelegd. De naam verwijst naar
de vier polders die samen een ge
heel vormen: Nieuwerkerk, Bot-
land, Capelle en De heerlijkheid
van Ouwerkerk.
Veel is veranderd de afgelopen
veertig jaar, het concept is het
zelfde gebleven. „De mensen ko
men hier nog steeds voor de na
tuur, de rust en de ruimte. Om
hier te duiken, te wandelen, te
zwemmen, te varen, te vissen of
om gewoon buiten in een vouw
stoel te liggen om naar de boom
toppen te staren en naar de vo
gels te luisteren. Niemand is
hier op zoek naar bingo of dis
co", vertelt Urbaan Manni. Hij
zwaait hier samen met zijn
vrouw Annie sinds 1977.de scep
ter, eerst als beheerder in dienst
van SBB, daarna nóg een paai
jaar bij het NIVON en sindsk
gin 1998 als eigenaar. ZoonBï
ry staat in de startblokken ou
het werk van zijn ouders voor
te zetten.
Dochter Corine houdt in haar
agenda rekening met de piekè
gen op De Vier Bannen. Dan
komt ze voor het ontbijt helpe
met broodjes bakken voorde
campinggasten. Die traditie!'
in de loop der jaren gegroeid,
„Wie 's avonds vers stokbrood
bij zijn barbecue wil, kan hier
ook altijd terecht", zegt Urbaa
Manni, terwijl hij trots hetnc
ni-bakkerijtje toont.
De Vier Bannen heeft volgens
planologische voorschriftenee
capaciteit van 200 plaatsen ft
Manni's houden het maximum
voorlopig op 170. Dat beteken
340 vierkante meter per zogè
ten kampeereenheid, want ra 1
te staat hoog aangeschreven op
deze camping met een verhaal
Ali Panko
Jeugdherberg De Stoofpolder in Bruinisse. foto Dirk-Jan Gjells
Het bureau in het kantoortje
van De Stoofpolder vol
doet nog steeds aan de aloude
verwachtingen: lekker romme
lig. Tussen het shaggruis staan
aangebroken pakken spritsen
en stroopkoeken. Aan de muur
hangen ingelijste groepsfoto's
van vaste gasten uit België,
Duitsland en Rotterdam, die al
jaren met enige regelmaat loge
ren in de jeugdherberg aan de
Boomdijk. 'Bruinisse 2002: Wir
waren daher'.
In drie langgerekte gebouwen
zijn tweehonderd slaapplaatsen
ondergebracht, verdeeld over
2-, 4- en 6-persoonskamers. Sta
pelbedden vanzelfsprekend.
„Het oude idee van de grote
slaapzalen vind je bijna nergens
meer", zeggen de eigenaren Han-
nie Kleppe en Henk van Mont-
voort. Toch hebben ze er nog
twee voor tien personen achter
de hand.
Ieder gebouw heeft z'n eigen,
professionele keuken en een so
ber ingerichte eet/recreatiezaal,
zodat groepen volledig zelfver-
zorgend hun dagen in Bruinisse
kunnen doorbrengen. Want dat
is over het algemeen het credo
in de hedendaagse jeugdher
berg. Met behoud van corvee-
dienst, dat wel. En 'buiten'
douchen, in een apart gebouw,
vijf minuten voor vijftig cent.
De tijden van de NS-tienertoer,
met een rugzak kriskras door
het land en een boekje van de
Nederlandse Jeugdherbergen
Centrale als belangrijkste lei
draad, zijn voorbij. De definitie
ve omslag kwam in 2003, toen
de 74-jarige NJHC haar naam
veranderde in Stayokay en de
jeugdherberg hostel werd. Het
wijd verspreide landelijke net
werk werd sterk ingekrompen
tot dertig aangesloten accommo
daties. In Zeeland valt alleen de
vestiging in Domburg nog onder
de koepel. De Stoofpolder is één
van de herbergen die zijn eigen
weg is gegaan en veel meer het
accent legt op het groepsver-
blijf, vertelt Kleppe. Drie jaar
geleden nam ze samen met haar
partner de accommodatie over.
De Stoofpolder ontleent zijn be
staan aan de watersnoodramp
in 1953, als onderdak voor arbei
ders die werkten aan de weder
opbouw van het zwaar getroffen
Duiveland. Een paar jaar later
werden er Hongaarse vluchtelin
gen opgevangen en nadien was
het een tijdelijk huis voor de
bouwers van de Grevelingen-
dam. Volgens Kleppe gebeurt
het tegenwoordig nog slechts
sporadisch dat een eenzame rei
ziger zich aan de receptie meldt
voor een goedkoop bed en ont
bijt. Goed vijftien euro kost dat
dan. Wordt geen gebruik ge
maakt van een eigen slaapzak
(iets wat bij de hostels zelfs
boden is) dan komt daar 4,95a
ro bij voor een lakenpakket.
Als groepsaccommodatie vim:
de jeugdherberg gretig aftrek
bij uiteenlopende vereniging
scholen en voor diverse feestje
en partijtjes met overnachtin
gen. Hannie en Henk gunnen
een blik in hun reserveringen
Hemelvaartsdag én Pinkstere
staan voor volgend jaar al v#
boekt. Om enigszins de regies
handen te houden, zijn er hui®
gels opgesteld, vertelt Kleppe
„Bovenaan staat respect. Res
pect voor de andere gasten,
maar ook voor onze buren. 1»
mand zit te wachten op overlas
en dat gaat doorgaans heel
goed. Je moet ook niet als een
politie-agent steeds doordien
bouwen lopen. Een beetje vet;
trouwen dat het allemaal goed
komt, werkt vaak veel beter A-
we hier studenten hebben, p
lijkt het soms wel of er een W-
in het gebouw is ontploft Ova
al lege bierblikjes. Dan kun)'
wel heel gestrest gaan lopen
doen dat ze direct moeten opn*
men, en dan? Een eenvoud#1?
merking, een paar uur laterf
nieuw gaan kijken, en mees®1
alles dan weer spik en span
Wat dat betreft is dit een gou
den baan..."
Marcel M#
foto Dirk-Jan Gjeltema
Skeeleren door de polder
Wandel- en fietsroutes zijn er op Schou
wen-Duiveland te kust en te keur. Maar
ook aan skaters en skeeleraars is gedacht. Natuur-
gids en ondernemer Jan Midavaine heeft zes ska
te- en skeelerroutes samengesteld. Ervaren rotten
kunnen kiezen voor de 45 kilometer lange Ture
luurroute of de met een lengte van 28 kilometer
wat minder ambitieuze 'Agri-tour'. Midavaine is
bij het samenstellen van de routes duidelijk in de
huid van skaters en skeeleraars gekropen. De rou
tes voeren zoveel mogelijk langs autovrije of auto-
luwe paden. In het routeboekje wordt ook aange
geven waar men onderweg eventueel een ruststop
in kan lassen. Ook heeft natuurgids Midavaine ge
probeerd skeeleraars en skaters onderweg zoveel
mogelijk van de Schouwse natuur te laten genie
ten. Zo voert de acht kilometer lange Boomkikker-
tocht door een mooi gebied met oude drinkputten
en andere watertjes waar boomkikkers zich thuis-
voelen. De routes zijn duidelijk omschreven en
ook worden tips gegeven met betrekking tot de
veiligheid.
Misschien dat een willekeu
rige back-packer er zijn
tentje opslaat, er enkele nacht
jes vertoeft en vervolgens onwe
tend weer verder trekt, maar de
trouwste kampeerders op cam
ping De Vier Bannen in Ouwer
kerk beseffen heel goed dat ach
ter deze plek een indringend ver
haal schuilt.
De Vier Bannen ligt midden in
het rustieke krekengebied, waar
van de huidige aanblik zo'n na
vrante tegenstelling vormt met
de verwoestende kracht van de
stormvloed in 1953.
Sinds twee jaar geldt de hele om
geving hier als Nationaal Monu
ment ter herinnering aan de wa
tersnoodramp. Met de sluiting
van het laatste dijkgat, pas drie
kwart jaar na die ramp, werd de
basis gelegd voor dit specifieke
natuurgebied met veel water en
bos. Natuurliefhebbers sloegen
in een vroeg stadium al hun tent
jes her en der op langs de bor
ders van de kreken. Het be-