Zelfs in de Flevopolder is het nu slecht boeren Wachten op Lourdes aan de IJssel FZC 2005 wordt een cruciaal jaar zaterdag 14 mei 2005 Nog geen halve eeuw geleden werd de Flevopolder be schouwd als het walhalla van de boer. Daar was de ruimte, daar konden de agrariër en veehouder gouden bergen verdienen. Anno 2005 is van dat Utopia nog maar weinig over. BSE, MKZ, toenemende concurrentie uit het buitenland en een terugtreden de overheid zijn daar mede debet aan. De boeren die overblijven zoeken naar, soms verrassende, middelen om te overleven. Ergens in het uiterste hoekje van de Noordoostpolder, ingeklemd tussen de metershoge dijk die het woe lige IJsselmeer op afstand moet hou den en het dorpje Creil, staat de boer derij van René de Rond. Hij is wat je het prototype boer zou kunnen noe men. Getaande huid, wilde grijze ha ren, een no-nonsense houding en ko lenschoppen van handen. Denk er een pet, kiel en greep bij en je hebt een nostalgische ansichtkaart uit de tijd dat het agrarische leven nog simpel was. Direct achter de boerderij staat het le vensgrote bewijs dat die romantische vlieger allang niet meer opgaat. Een metershoge windmolen laat zijn wie ken zoevend de frisse polderlucht doorklieven. „Die windmolen is van mij", zegt De Rond trots. „Een pracht van een werk nemer is het. Hij werkt 8600 uur per jaar voor me, is altijd ter beschikking en klaagt nooit." De Rond is lid van de Windunie - een samenwerkingsverband van 200 eige naren van windmolens door heel Ne derland - die wil concurreren met de grote energieleveranciers. Hij maakt graag even reclame: „Bij ons kiest de consument zelf van welke molenaar hij stroom afneemt. Energie wordt zo tastbaar." De klant kan langskomen om met ei gen ogen te zien waar zijn stroom van daan komt. „Als er iets mis is. kunnen ze bovendien direct contact met de mo lenaar opnemen. Die lost het pro bleem dan op. Stel je voor, dat je bij Essent meteen de directeur aan de lijn krijgt...." Het windmolenproject is voorlopig de laatste uit een lange reeks van activi teiten die De Rond ontplooide om als agrarisch ondernemer het hoofd bo ven het water te kunnen houden. Van het gemengde bedrijf waarmee zijn va der in 1957 begon is in elk geval zo goed als niks meer over. De roots van De Rond liggen in West-Brabant, in het dorpje Stand- daarbuiten vlakbij Roosendaal. „De koeien van pa kregen in 1955 tubercu lose. De hele stapel werd geruimd, waarna hij solliciteerde naar een plek in de Noordoostpolder. Hij is daar be gonnen met koeien en wat akker bouw. Dat heeft hij lang volgehouden. Pas in 1974 kwam er een uitbreiding, toen kwamen er tachtig fokzeugen bij." foto Hans Veenhuis/GPD Niet alleen koeien bepalen tegenwoordig het landschapsbeeld in de Flevopol der; steeds meer boeren poten windmolens op hun land. foto Roland de Bruin/GPD Die switch was nodig omdat er niet meer zo'n geweldige boterham te ver dienen viel in de melkveehouderij. Twee jaar later verliet de laatste koe de stallen van De Rond. Toen René het bedrijf in 1982 overnam, was er zelfs geen dier meer te vinden. „We waren op dat moment volledig akker bouwbedrijf: aardappels, pootgoed en ook bloembollen. Ik vond dat wel een beetje saai en heb toen vijftig meststie- ren aangeschaft. Bracht in die tijd een leuke cent op en het was nog leuk om te doen ook. Dat vind ik sowieso erg belangrijk. Ik heb veel dingen gepro beerd, maar altijd ging het erom dat ik er plezier in had. Trouwens, ik moet altijd sores aan mijn kop heb ben, kan me niet voorstellen om dertig jaarlang hetzelfde te doen." Normale ondernemer Misschien heeft die instelling ervoor gezorgd dat de Creiler boer het bijltje er nog niet bij heeft neergegooid. Want, zo vindt De Rond, „het boeren leven is niet meer wat het geweest is. De overheid trekt zich steeds verder terug, de boer wordt steeds meer een normale ondernemer. Toen er nog mi nimumprijzen waren, was het heel prettig boeren. Lekker met je trekker- tje met bieten naar het dorp. Nu is het hard en zakelijk. Alleen de beste boe ren overleven. Het romantische beeld dat de stadsmens nog heeft van de boer is volkomen fout en achterhaald. Daarom zijn programma's als Boer zoekt Vrouw ook zo goed. Daarin komt het boerenleven naar voren zo als het is. Ja, het is hard werken en ja, je komt onder de stront te zitten." De meststieren heeft De Rond al lang niet meer. „Dat bracht op een gegeven moment geen cent meer op. Het was een leuke hobby, maar als ik er niet van kan eten, houdt het gewoon op." De pragmatische boer moest op zoek naar een andere invulling van de be staande gebouwen, waarbij de meest uiteenlopende opties de revue passeer den. „Ik heb zelfs een viskweekcursus over wogen, maar dat paste niet bij mij. Kippen des te meer. Een kleine aan passing aan de gebouwen kostte 70.000 gulden. Ik dacht: 'Is het niks dan sla ik de boel weer in elkaar'." Het bleek een gouden greep. Inmid dels lopen er 50.000 kippen op en rond de boerderij. Vrijlanders, ver klaart De Rond, en dan trots: „Ik was één van de eersten in Nederland die een gat in het hok zaagde en de kip pen de wei in stuurde. Je krijgt dan meer voor je ei, maar het kost je wel grond." Natuurbeheer Daar heeft hij ook wat op gevonden. Het merendeel van zijn land heeft hij namelijk in agrarisch natuurbeheer. „Dan laat je het land gewoon aan de natuur over en in ruil daarvoor krijg Catastrofaal, noemt voorzitter Willy Schutte van de landbouworganisatie NLTO de huidige situatie voor de boeren in Flevoland. „2005 is een cruciaal jaar. Als het weer een slecht jaar wordt dan zullen boeren bij bosjes ver dwijnen." 2004 was een rampjaar, zegt Schutte: „Alles ligt in de goot. Aardappels, groente en uien, het was overal helemaal niks. Eén slecht jaar draaien, dat is het risico van het vak. Dan moet je het jaar erna de buikriem flink aanhalen. Nu zitten we in een tijd dat het niet bij één slecht jaar blijft. Het gaat al langer slecht, met 2004 als dieptepunt. Dit is funest. Boe ren moeten steeds meer hun reserves aanspreken, eten hun eigen bedrijf op. Dat gaat hard, hoor, met tonnen tegelijk." „Al jaren houdt gemiddeld drie tot vier procent van de boe ren er mee op. Dat is een landelijk cijfer. Flevoland zat tot voor kort onder dat percentage, maar ook hier zitten we nu inmiddels rond dat getal. Ik schat dat als de ontwikkelin gen zo doorgaan dat cijfer oploopt naar vijf procent." Schutte wijt de malaise hoofdzakelijk aan overproductie. „We produceren teveel. Door die overproductie komen de prijzen ver onder de kostprijs te liggen." Het aantal traditionele akkerbouwbedrijven is ook in de Flevopolder afgenomen. Schutte: „Men is zich in diverse richtingen gaan specialiseren, vooral in witlof, wortelen, kippen en zelfs eenden. In de groente is het niet altijd een succes. Dat zie je ook bij de boeren die zich in meer of min dere mate zijn gaan toeleggen op de teelt van bloembollen. Je hebt nu in Flevoland al 100 boeren die lelies kweken, 250 die tulpen kweken. Dat aantal is stabiel de laatste ja ren. Ook kwekers van lelies en tulpen zie ik in de rode cij fers komen. Voor de eerste boeren die overstapten was er nog een markt. Op een gegeven moment raakt ook die markt verzadigd, waardoor je daar ook hetzelfde probleem van die overproductie hebt." Volgens Schutte redden de meeste boeren het momenteel nog wel. „Zij het soms moeizaam. Kijk, banken trekken niet gauw de stekker er uit. Een landbouwbedrijf wil nie mand hebben, dat verkoop je niet gunstig. Als deze situatie aanhoudt, dreigen voor een grote groep problemen. Ban ken zullen uit vrees voor een debacle terughoudender zijn met het aangaan van leningen voor investeringen, en boe ren zullen zelf in deze zware tijden steeds meer nadenken over hun toekomst, of het allemaal nog wel uitkan." Ondanks de problemen blijft Schutte positief. „Een Flevo land zonder boeren, daar moet je toch niet aan denken?" Martijn Ubels je een vergoeding van de overheid." Samen met het windplan en het sorte ren van aardappels voor derden ver dient De Rond zo een aardige boter ham bij elkaar. Toch ziet hij zichzelf niet als een goede boer. „Ik heb altijd maar wat aan gerommeld. Waarom ik dan wel het hoofd boven water heb ge houden en anderen niet, is mij ook een raadsel. Misschien heeft het te maken met het feit dat ik vaak geswitcht ben. Anderen hebben zich wellicht teveel gespecialiseerd, terwijl ik altijd wel iets had om op terug te vallen." Zelf gaat hij freewheelend naar het einde, omdat hij geen opvolgers voor zijn bedrijf heeft. Geen van zijn drie kinderen heeft er zin in om boer te worden. „Jammer, maar begrijpelijk. Ze studeren alle drie en als ik zie wat voor leven ze hebben, dan kan ik het ze niet kwalijk nemen. Bovendien is het op dit moment shit in de land bouw. Er zijn teveel opbrengsten, we gooien elkaar dood met producten." Toch zit er volgens hem nog wel dege lijk een grote toekomst in het boeren bedrijf. Dan moet het wel allemaal an ders. Energie is daarbij het tover woord. De windmolens spelen daarbij een rol, maar ook de bouw van gewas sen. „De fossiele brandstoffen worden steeds duurder en de behoefte aan energie steeds groter. De landbouw heeft een enorme potentie om energie te verbouwen. Uit suiker kun je bij voorbeeld methanol halen, gerst kun je gebruiken om ovens te verwarmen en uit koolzaad kun je olie halen. De boeren moeten op die behoefte insprin gen. Het mooie is: als veel boeren over gaan op de productie van energie, is er weer ruimte in de markt voor de verbouw van klassieke gewassen. Dan kan het opeens weer heel erg leuk zijn om boer te wezen." Olger Koopman De voormalige gemeente Steenderen, ge legen aan de Gelderse IJssel net onder Zutphen, kan maar zo uitgroeien tot een be devaartsoord. Het aartsbisdom in Utrecht onderzoekt of Dora Visser, begraven in 01- burgen, en Alphons Ariëns, voormalig pas toor te Steenderen, in aanmerking komen voor een zaligverklaring. „En dat terwijl de ze streek maar moeilijk te bekeren was." De Achterhoekse dorpen Steenderen en 01- burgen staan niet bekend als bijzonder vroom; de inwoners laten zich liever voor staan op een zekere nuchterheid. Toch mag vooral Olburgen zich verheugen in een war me belangstelling van gelovigen die daar het graf van Dora Visser bezoeken. Bij Dora openbaarden zich in de tweede helft van de negentiende eeuw regelmatig stigmata. Zij kreeg op onverklaarbare wij ze wonden aan haar handen, voeten en hoofd. De littekens daarvan bloedden op vrijdag, de dag waarop Jezus stierf. Een kerkelijke rechtbank onderzoekt mo menteel of zij in aanmerking komt voor een zaligverklaring, de fase die voorafgaat aan een eventuele heiligverklaring. Binnenkort installeert het aartsbisdom Utrecht ook een soortgelijke rechtbank die onderzoek doet naar het leven van Alphons Ariëns, die en kele decennia na de dood van Dora Visser even verderop in Steenderen actief was. Twee kandidaat-zaligen die verbonden zijn met de voormalige gemeente Steenderen; een tamelijk opmerkelijke situatie, vindt ook de Zutphense pastor Ed Wassink. „Ze ker als je bedenkt dat deze streek nooit uit blonk in kerkelijkheid." Eind negentiende eeuw, hij was toen nog slechts kapelaan, verrichtte Ariëns in Twen te missiewerk onder de arme textielarbei ders. Hij werd er de vijand van de werkge vers. Want Ariëns was niet te beroerd om Plaquette van pastoor Alphons Ariëns de bazen te vertellen dat de arbeiders in zijn ogen zwaar werden onderbetaald. Ariëns werkte later in het Utrechtse Maars- sen, de plaats waar hij in 1928 werd begra ven. Tussen zijn Twentse en Maarssense periode was Ariëns enkele jaren dorpspastoor in Steenderen. De lastige Ariëns was daar heen verbannen door zijn eigen kerk. In het afgelegen, destijds zeer moeilijk bereikba re, IJsseldorpje zou de rooie priester zich wel koest houden. Eenmaal dorpspastoor in Steenderen ging Ariëns onverstoorbaar door met zijn missie: foto Patrick van Gemert/GPD het bestrijden van sociale misstanden. Ma ria Schotman schreef enkele jaren geleden het boek Herder zonder bokken, waarin de Steenderense jaren van Ariëns worden be licht. „Ariëns was er altijd voor iedereen. Hij was een echte dorpspastoor. Hij kwam voor de minder bedeelden op." Schotman noemt het voorbeeld van de boer die vis at. „Ariëns stoorde zich aan de vis- etende boer, omdat zijn knechten het zon der vis moesten stellen. Dat hield hij niet voor zich en hij stapte gewoon op de boer af." De pastoor stond erom bekend dat hij alles weggaf. Voorbeeld: hij- stelde z'n fiets ter beschikking aan de postbode, die had hem harder nodig. Ariëns bekommerde zich nadrukkelijk om de gezondheid van de parochianen", weet Schotman. „Hij richtte bijvoorbeeld een zie- kenvereniging op die bedden en krukken be schikbaar stelde." Wie in het huidige Steenderen op zoek gaat naar de sporen van Ariëns moet gericht zoe ken. In de Willibrorduskerk is een Ariëns-hoek ingericht, voor de kerk staat een monument waarin een beeltenis van de voormalige dorpspastoor is opgenomen. „De ouderen in het dorp weten nog wel wie hij was, bij de jongere generaties is dat niet het geval", zegt Schotman. De mogelijke zaligverklaring van Ariëns kan daarin verandering brengen, al duurt zo'n proces lang en is de uitkomst ongewis. „In 1960 is er al eens een kerkelijke recht bank bijeen geweest om onderzoek te doen naar de devotie rond de persoon Ariëns. Die rechtbank is destijds nog naar Steende ren gekomen om mensen uit het dorp te ho ren. Helaas is met de uitkomsten van die verhoren lange tijd niets gedaan. Het rap port lag in Rome te verstoffen." Daar komt nu verandering in. Het aartsbis dom gaat een nieuwe rechtbank instellen en heeft daarvoor verse getuigen opgeroe pen. Maria Schotman is één van hen. „Ze willen kennelijk nieuwe bewijzen, maar er zal ook een wonder nodig zijn. Het is maai de vraag of iemand naar buiten treedt die op voorspraak van Ariëns is genezen." Voorsprong Wat dat betreft, heeft die andere kandi daat-zalige uit de voormalige gemeente Steenderen een behoorlijke voorsprong. Een man uit het Gelderse Hengelo, op vijf tien kilometer van Olburgen, kan weer zon der krukken lopen nadat hij jarenlang bad tn.ira Het graf van Dora Visser. foto Tom van Dijke/GPD bij het graf van Dora Visser. „Deze man is nu ook als getuige opgeroepen", zegt Anny Gieling van de Stichting Vrienden van Do- ra Visser. „Je weet het nooit zeker, maar we gaan ervan uit dat hij op voorspraak van Dora is genezen." Dora Visser werd in 1819 geboren in het Achterhoekse Gendringen. Na enkele omzwemngen door het land be landde ze uiteindelijk in Olburgen, waar ze in 1876 stierf en begraven ligt. Als jong meisje raakte Dora ernstig gewond toen een koe haar been openhaalde. Haar leven werd een lijdensweg omdat de wond maar niet genas. De vrome Dora deed weinig an ders dan bidden en vasten. Op vrijdag bloedden telkens de littekens die zefc Later voltrokken zich onverklaarbare? zingen bij mensen in haar omgeving .fê 1 verluidt kreeg ze via de hemel receptee voor medicijnen door. Pogingen om Dora zalig verklaard teb gen, strandden echter keer op keer. Jfö pen dat het nu wel lukt", zegt AnnyGï- ling. „We merken dat Dora er zelf ach's staat. Dat voel je aan." -J Als iemand dicht bij Dora staat, ishe't; ling zelf. Ze woont immers pal tegenorr het pittoreske kerkhofje waar Dorab?; ven ligt. Ze kan voor de kerkelijke re& bank dan ook niet andex-s dan getuiga' een immer gi-oeiende devotie. „Zekert bekend is dat Dora mogelijk wordt zal? klaard, is het enoi-m druk hier. Met Pa* waren er hondei'den bezoekers. Op efl middelde zondag komt er een man of tl- toe naar het graf. Ik bid ervoor dat het alle maal goed komt voor Doi*a." Of een zaligverklaring op korte terniip bi verwachten valt, betwijfelt pastor Ed™ sink. „Het pi-oces dat voorafgaat aan lïgmaking duurt ontzettend lang, jf deld ongeveer 25 jaar." Pastor Wassink benadrukt dat de roonj^ en tholieke kerk uiterst zoi'gvuldigisals^ gaat om zalig- en heiligverklaringen J te vaststellen van een wonderbaarlijkegpJ le zing alleen al kan jaren in beslag nemea mand wordt helemaal binnenstebuiten? Ij keex-d om zeker van de zaak te zijn ena& Bo re voi-men van genezing uit te sluiten, pk Mochten de pi-ocessen goed uitpakken.'- ret verandert de nuchtei-e streek wellicht ir een sooi't Lourdes aan de IJssel. Annp ri ling tekent ervoor. „We hopen dat hete- St< van Dora een bedevaartsoord wordt. W toe onze doelstelling." ar Niek Mf? awm

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 28