Meisjes plukten altijd sneller
c
Lammetje klein, wil jij wel mijn vriendje zijn?
PZC
Zorgboerderij
krijgt vaste voet
in Zeeuwse klei
23
dinsdag 10 mei 2005
Rond 1800 zaten er veel
Engelse soldaten in
Zeeland. Ze maakten deel
uit van een invasiemacht.
Napoleon was hier toen
heer en meester en het Brit
se invasieleger moest het tij
keren en bevrijding bren
gen. Helaas, de Engelse sol
daten waren voortdurend
ziek. De muggen die boven
de met brak water gevulde
sloten leefden, waren dol op
Engels vlees en de Britten
kregen malaria-achtige ver
schijnselen. Daar was maar
één remedie tegen dachten
de soldaten: Zeeuws fruit
eten.
Een fruitplukkersploeg op het bedrijf van Timmerman in Kattendijke, omstreeks 1950.
De Engelse soldaten verslon
den appels en peren tot ze
er bol van zagen. Dat was goed
en zeer gezond, maar tegen ma
laria hielp het niet. Bovendien
hadden de Fransen betere solda
ten en joegen de Engelsen weer
richting Noordzee. Einde avon
tuur.
Rond 1800 werd dus al fruit ge
teeld in Zeeland. Sterker nog,
twee eeuwen daarvoor was er al
een keur aan fruit. Zeeland was
er zelfs in Noord-Nederland be
faamd om. Overal op kastelen
en hoeves in de provincie was
fruit, maar de grootste concen
tratie zat altijd rond Kapelle op
Zuid-Beveland. Op een kaart
van 1670 zijn al een heleboel
boomgaarden ingetekend.
Lage gewassen
De klassieke Zeeuwse boom
gaard, zowel direct bij de hoe
ves (de huisboomgaard) als ande
re - losse - boomgaarden, be
stond uit hoogstamfruitbomen.
Eeuwen lang entte men op wil
de stammen; daardoor ontston
den hoge, grote bomen die zeer
oud (vijftig jaar of ouder) kon
den worden en pas heel laat in
productie kwamen, pas na tien
a vijftien jaar. Een prachtig ge
zicht, die hoogstammen, maar je
moest in het ergste geval wel
vijftien jaar op inkomsten wach
ten. Dat kon geen boer natuur
lijk. Vandaar dat na het planten
van de bomen de grond gewoon
akkerbouwmatig beteeld werd
met lage gewassen, zoals uien,
bonen, aardappelen.
Pas na jaren werden die bomen
ook echt als boomgaard be
schouwd. Dan kwam er een ho
ge windsingel omheen. Aan de
west- en zuidkant, waar de
meeste wind vandaan kwam,
kwamen hoge Italiaanse populie
ren. Die groeien smal en hoog
op en zijn dus geschikt als wind
scherm. De oost- en noordkant
(die minder windschade geven)
kregen een elzenrij. Soms plant
te men op die kanten ook wel
een rij kroosjespruimen. Die na
men wel meer ruimte in, maar
gaven en passant ook weer op
brengst.
Die Zeeuwse hoogstamboom-
gaarden, omgeven door hun ge
varieerde windsingels, zijn vele
tientallen jaren mooi en klas
i mwm
ggt 0.4
-jj -\ •-
y -
- ..S:
v
1 4
r.-
v r-f
AKC'.:
vV .4:^
Typisch Zeeuwse boomgaard met vliedberg, omgeving Kloetinge.
siek geweest. Prachtig om te
zien in het landschap, fascine
rend om doorheen te wandelen,
een mooie biotoop voor velerlei
vogels maar als economische
rendementdrager toch maar ma
tig.
Iedere boomgaard van enige om
vang had direct na het ingangs
hek een schuurtje. Dat was be
stemd om wat spullen (kisten,
bussels) in te bergen. Er lagen
wat zakken, er hing wat gereed
schap en er stonden wat bank
jes, want het was voor de boom
gaardeniers tevens de plaats om
te schaften en te schuilen. Het
klassieke boomgaardhokje had
wanden van zwarte, gepotdek-
selde planken, een lessenaardak
je en het was aan de voorkant
open. Natuurlijk wist de op
groeiende jeugd op vrijersvoe
ten ze ook te waarderen. Wie
ooit jong was in de tijd van die
boomgaardhokjes herinnert
zich vast die tochtige, wrakke
schuurtjes met hun specifieke
geurmix van teer, jute en fruit.
De oude hoogstamboomgaarden
hadden gras op de grond, zo kon
den ze ook als (boom)weides ge
bruikt worden. Na de landbouw
crisis in 1880 ging men intensi
veren en besefte men dat zwarte
grond te prefereren was. Voor
de bomen, maar ook om onder
teelt toe te passen op fruitge-
bied: zwarte- of rode bessen of
kruisbessen. De klassieke hoog
stamboomgaarden hadden voor
al appels met daarnaast wat pe
ren. Voor pruimen, behalve de
kroospruimpjes als wind
scherm, had men meestal aparte
boomgaardjes, of men plantte ze
in een speciale hoek. Pruimen
zijn niet zo erg geschikt voor
hoogstamfruit. Kersenbomen
daarentegen zijn heel goed als
hoogstam te kweken.
Kezenwachters
Al eeuwen lang zijn de Zeeuwse
kersen befaamd. Vooral rond
Kapelle en Wemeldinge, maar
ook in de Zak van Zuid-Beve
land waren soms meer dan hon
derd jaar oude kersenboomgaar
den. Prachtig als ze bloeiden,
schitterend ook voor kwajon
gens als de kersen rijp waren en
er ingewikkelde installaties ge
bouwd werden om veel lawaai
te maken met het doel de vogels
te verjagen. Een kersenboom
gaard in pluktijd was een beetje
stuntwerk. Prachtig lawaai, 'ke
zenwachters' hoog in wachtto
rens met blikken, ratels en trom
mels, mannen en vrouwen sjou
wend met ladders, manden en
bussels. Hoog in de boom balan
cerend om de lekkere, donkerro
de 'kezen' uit de boom te krij
gen. Een verkoopstalletje aan
het begin van de boomgaard,
rood bevlekte lippen, pitten spu
gen naar elkaar, dubbele kersen
om je oren hangen - puur jeugd
sentiment.
Onderteelten waren bessen,
frambozen, bramen en later ook
wel aardbeien. Zoveel mogelijk
producten werden in de boom
gaard geteeld om het rendement
optimaal te krijgen. Dat is heel
lang het motief geweest. En zo
waren in de jaren veertig en vijf
tig grote scharen huisvrouwen
en schooljeugd bezig om een
centje bij te verdienen, vooral
met het plukken van bessen en
frambozen. Als jongen of meis
je, zo vanaf tien jaar, was je
werkzaam in een boomgaard in
de buurt. Direct na schooltijd
en in het weekend ging je dan
gezellig met een heleboel tege
lijk plukken. Dat begon met de
zwarte bessen - die groeien in
kleine, miezerige trosjes. Dan de
rode bessen - die gaven mooie
grote trossen, dat plukt sneller
en betaalt dus minder. Het erg
ste waren de kruisbessen - ste-
kelbeiers noemden we die. En
prikken deden ze, in je vingers
en je arm. Vrouwen die heel veel
kruisbessen plukten, droegen
vaak een soort extra mouwen
om hun armen heen, met elas
tiek bevestigd, anders zaten ze
helemaal onder de schrammen.
En het was gek, maar hoe hard
je als jongen ook plukte in die
bessenstruiken, hetzij rood,
zwart, of kruis, de meisjes die zo
te horen alleen maar kwekten
en lachten, hadden altijd meer
kilo's geplukt en gingen met
meer geld naar huis. Dat was de
bekende vrouwelijke vingervlug
heid.
Bessenplukken was best best
leuk, maar voor aardbeien
moest je over de grond kruipen
en heel voorzichtig die zachte
vruchtjes aanpakken. Ik vond
de aardbeien altijd even lekker
als het plukken een vervelend
karwei was.
Spillen
Het geschetste beeld van een
boomgaard met onderteelten is
historie geworden. Al voor de
oorlog zijn er hoogstamboom-
gparden vervangen door
halfstammen; dan hoefde je
geen vijftien maar zo'n zeven
jaar op vruchten te wachten.
Daarna zijn de struikbomen ont
wikkeld. Die gaven fruit na vijf
jaar. Nu hebben we spillen: die
geven na een jaar al vrucht en
worden vaak in haagvorm gezet
zodat de productie nog hoger
wordt. Voor onderteelt is geen
plaats meer. Zacht fruit is een
aparte sector geworden. Kruis
bessen zijn verdwenen, aard
beien ook grotendeels in Zee
land. De gespecialiseerde bedrij
ven telen ze 'in de lucht', dat wil
zeggen in containers op ooghoog
te. De rassen van alle fluitsoor
ten zijn enerzijds verbeterd en
anderzijds tot een minimum be
perkt, da's economische renda
beler.
De klassieke Zeeuwse fruitteelt
zoals hierboven beschreven, is
historie geworden - een zoete,
fruitige herinnering.
Gerard Smallegange
Veel boeren zijn naarstig op
zoek naar nevenbezighe
den, als noodzakelijke aanvul
ling op het inkomen dat uit de
landbouwproductie behaald
wordt. Eén van de nieuwe func
ties op het boerenbedrijf is de
zorgboerderij. Na een aarzelend
begin zijn er in Zeeland inmid
dels zestien zorgboerderijen ac-
tief.
Je draai op de boerderij, zo heet
de brochure waarin de ervarin
gen die tot nu toe zijn opgedaan
met zorgboerderijen in Zeeland,
uit de doeken worden gedaan.
Samensteller is Jacques Rou-
men van Buitenkans, adviescen
trum voor ondernemen in het
landelijk gebied.
Als coach heeft hij de totstand
koming van veel zorgboerderij
en begeleid. Zowel de aanbod
kant (de boer die zorg aanbiedt)
als de zorgkant (de klant die
zorg vraagt) komen daarbij aan
de orde. Volgens Roumen
groeien vraag en aanbod nog
steeds.
Wat is een zorgboerderij pre
cies? Piet Pieterse, voorzitter
van de Provinciale Federatie
van Ouderverenigingen in Zee
land stond er in het begin vrij
sceptisch tegenover, maar na na
dere kennismaking is hij een en
thousiaste voorstander gewor
den. „Het zijn boerderijen waar
mensen met (wat) extra zorg
werken en op die manier een zin
volle dagbesteding hebben", om
schrijft Pieterse.
De extra zorg is nodig omdat
het gaat om klanten (Pieterse
heeft zelf een voorkeur voor de
omschrijving 'hulpboeren') met
een lichamelijke, verstandelijke
of psychische beperking. Men
sen die moeilijk aan het gewone
arbeidsproces kunnen deelne
men. Het betekent dat elke zorg
boerderij zich met name toe
spitst op één bepaalde groep.
De praktijk wijst dat ook uit.
Zeeland kent zorgboerderijen
voor: volwassenen en kinderen
met een verstandelijke of licha
melijke beperking, mensen die
herstellen na psychosociale pro
blemen, voormalige psychiatri
sche patiënten. Het betreft
steeds kleinschalige projecten
voor dagbesteding (op één be
drijf wordt ook verblijf aangebo
den).
Naast de zorgboerderijen zijn
door Buitenkans samen met de
stichting Welzijn voor ouderen
Sas van Gent/Assenede in
Zeeuws-Vlaanderen ook zes wel
komboerderijen opgericht. Dat
zijn gewone boerderijen waar
de boer een of twee keer in de
week (oudere) mensen ontvangt.
Het is bedoeld als afwisseling
van het dagelijkse bestaan. Bui
tenkans is bezig boven de Wes-
terschelde eveneens welkom
boerderijen tot stand te bren
gen.
Coach Roumen geeft aan dat het
woord 'zorg' door de hulpboe
ren niet als zodanig wordt uitge
legd. „De meeste mensen erva-
foto Dirk-Jan Gjeltema
ren de zorgboerderij als een
plek waar ze uitgenodigd wor
den om naar eigen kunnen te
werken. De ondersteunende be
geleiding van een zorgboer of
-boerin is daarbij wezenlijk."
De begeleiding richt zich overi
gens vooral op werk wat ge
woon moet gebeuren op de boer
derij. De boer is immers in de
eerste plaats boer en geen zorg-
specialist. Uiteraard dient een
zorgaanbieder wel enig gevoel
te hebben voor het omgaan met
mensen die een beperking heb
ben.
Daarover komt in de brochure
Peter de Jonge van zorgboerde
rij Lovenhof bij Hoek aan het
woord. Hij begon op het biolo
gisch akkerbouwbedrijf ander
half jaar geleden een zorgtak.
„Ik vind het leuk om met men
sen samen te werken. Mijn be
drijf leent zich heel goed voor
mensen die moeten herstellen.
Er zijn hier veel werkjes te
doen, licht, zwaarder, kort,
lang. Het is allemaal nuttig. Ik
vind het leuk om met mensen te
zoeken naar het soort werk dat
bij ze past."
Op Lovenhof gaat het om men
sen die te maken hebben met
psychosociale problemen. Dege
nen die aan het woord komen la
ten zich lovend uit over de boer
derij. Ze ervaren het als opstap
om de draad van het gewone le
ven weer op te pakken, om in de
buitenlucht te kunnen werken
zonder de druk van het per se
moeten presteren.
Op de Catharina Mariahof in
Kamperland gaat het om men
sen met een verstandelijke of li
chamelijke beperking. Naast
het akkerbouwdeel kent de boer
derij een minicamping, een bio
logische moestuin, flink wat
kleinvee en een winkeltje. Juist
bij die nevenactiviteiten kunnen
heel goed hulpboeren worden
ingezet.
Stimuleren
Bij zorgboerderij Tuinenburg in
Zaamslag wisselen de groepen:
de ene dag mensen uit de psy
chiatrie, de andere dag ouderen
en mensen met een beperking.
Ook hier een akkerbouwbedrijf,
met een camping, dieren en
fruit. Boerin Ella vertelt dat
goed wordt opgelet of een nieuw
komer past bij de bestaande
groepen. „Het is belangrijk dat
de medewerkers elkaar stimule
ren. Daarom moet het onderling
klikken. Dat werkt in hoge mate
mee aan het plezier dat ieder
hier heeft."
Om hun krachten te bundelen,
hebben de Zeeuwse zorgboerde
rijen onlangs een stichting opge
richt. Voorzitter is Marjo Boon
man van Akkerwinde bij Nisse.
Eén van de zaken die zeker aan
dacht verdient, is de instroom
van hulpboeren. Het is allemaal
leuk en aardig, maar voor de
boeren gaat het toch om het bin
nenhalen van een neven-inko
men. Overigens kunnen ook
mensen meedoen die zelf geen
boer zijn, maar rond hun boeren
huis dagbesteding willen aanbie
den.
Rinus Antonisse
Je draai op de boerderij. Erva
ringsverhalen van mensen op
Zeeuwse zorgboerderijen. Sa
menstelling Jacques Roumen.
Uitgave Buitenkans, centrum
voor ondernemen op het platte
land te Goes. Zie ook op
www.vofbuitenkans.nl.
KINDERBOERDERIJ
De kinderboerderij aan de
Evertsenlaan in Terneuzen
is een druk bezochte plek.
Even brood brengen voor
de dieren, even eruit met
de kinderen, even een om
metje maken. Verstande
lijk gehandicapten van de
stichting Tragel verzorgen
de dieren en onderhouden
de stallen.
In deze rubriek wordt we
kelijks bericht over het wel
en wee op de Temeuzense
kinderboerderij.
De kinderboerderij
Het bevalt Maarten wel. De
dag moet eigenlijk nog be
ginnen, maar hij struint de boer
derij al geruime tijd af. Handen
op zijn rug, kippen voor zijn voe
ten, genietend van de rust.
Of beter, de serene stilte, slechts
door een enkel tokje onderbro
ken. Het klinkende geroer van
lepeltjes in dampende koppen
koffie in de activiteitenruimte is
aan hem niet besteed, de boerde
rij is voor even helemaal van
hem. Zijn mede-cliënten van de
stichting Tragel moeten nog met
het busje arriveren. Maarten
woont dichtbij de kinderboerde
rij en komt daarom altijd op de
fiets. Activiteitenbegeleiders
Jan van Os en Angelique Moes
en kantinebeheerster Lia Diele-
man zien zijn rustige gangetje
met plezier aan. Laat hem maar
doen, hij vermaakt zich wel.
Maarten neemt het er nog snel
even van, want aan de andere
kant van de boerderij komt het
ppfpffpr «<ppHs dirhfp.rbii. Viifpn-
twintig kleuters en een handvol
begeleiders van basisschool
't Kompas uit Hoek naderen de
ingang, tot in de puntjes klaarge
stoomd voor een educatieve och
tend in de weide en de stallen.
„Dit uitstapje hebben we vier
weken lang voorbereid in de
klas", vertelt juffrouw Chantal.
„De kinderen hebben liedjes ge
leerd, die nu tijdens opdrachten
terugkomen. Verder hebben ze
heel veel geknutseld. Varkens,
koeien, hertenmaskers... voor
sommige kinderen is dit echt
een hele belevenis. Die zijn bij
wijze van spreken door het dolle
heen, omdat ze nog nooit zoveel
dieren bij elkaar hebben ge
zien." Even later wil ze haar 'pu
pillen' in de schuur trakteren op
een aaisessie met een konijn,
maar het diertje heeft daar alles
behalve zin in. „Daphne, maak
jij het hok even open?", gebiedt
ze haar leerling met vriendelijke
haast, om het onrustige hangoor-
tip vprvnJvpns mpl ppii «mirt tp-
1 van basisschool 't Kompas uit Hoek geeft een lammetje de
foto Peter Nicolai
rug in haar hok te ploffen,
't Kompas is één van de vele
«rhnlpn Hip ffphrnilimnnlrl var
de gastvrijheid op de kinder
boerderij. In de lente en zomer
i« ppn tiP'rnplr van ppn cntinnllrlai
bijna dagelijkse kost. „Deze
week hebben we er vijf op het
programma staan. Niet alleen
uit Terneuzen en omliggende
dorpen, maar ook uit plaatsen
als Vogelwaarde en Goes", ver
telt Angelique.
De kinderen worden in groepjes
verdeeld, om onder begeleiding
van ouders op zoek te gaan naar
antwoorden op de vragen die de
juffrouw heeft opgesteld. Zo
moeten alle ezels worden geteld
(een strikvraag, want de hengst
graast voor even uit het zicht,
aan de andere kant van de boer
derij) en zoveel mogelijk woor
den die rijmen op 'schaap' wor
den opgelepeld. En de geitjes
krijgen zelfs een heuse ballade
voor hun kiezen: 'Hoor de koe
zegt boe, het geitje dat zegt mek
ker. Geeft het varkentje een
knor, bedoelt hij 'oh wat lek
ker'. Het bruine kipje kakelt na
het leggen van een ei, alle dieren
kunnen praten op de kinderboer-
Eén van de kleuters neemt dat
laatste wel erg letterlijk. Als een
dorstige kip haar snavel in een
emmer water steekt, zegt het jo
chie vriendelijk goedendag.
„Hij zegt niets terug, nou dan
niet hoor!" Dan maar de schuur
in, waar Tragel-cliënten Olga en
Jacqueline twee lammetjes de
fles geven. Ook dit dartelende
grut wordt met passie toegezon
gen. 'Lammetje zoet, lammetje
klein, wil jij wel mijn vriendje
zijn?' Een moeder heeft daar zo
haar bedenkingen over en steek
die dan ook niet onder stoelen
of banken: „Getver, wat stinken
die beesten zeg!"
Raymond de Frel