Nell Ginjaar
wil niet van
fraude horen
Wie niks te vertellen heeft, maakt geen cabaret
Ontwapenend
tussen de
grijze pakken
zaterdag 16 april 2005 25
Nell Ginjaar, voorzitter van de raad van toezicht van de Hoge
school Zeeland, weet zich nog goed haar eerste vergadering
in 1993 van die nieuw opgerichte hogeschool te herinneren. Het
was een samenraapsel van een heel stel Zeeuwse hogeschooltjes.
De Pabo, de Zeevaartschool, de HTS, de Heao, allemaal waren ze
vertegenwoordigd in het nieuwe bestuur van de Hogeschool Zee
land. En allemaal zaten ze daar om de belangen van hun eigen
voormalige school te verdedigen. Die eerste vergadering: „Het
was verschrikkelijk. Er was absoluut geen sprake van één Hoge
school Zeeland. Aan de toenmalige voorzitter Van Heel komt ove
rigens de eer toe een stevig saneringsproces op gang te hebben ge
bracht."
een veel grotere organisatie. Die hef
fen het eerst die verliesgevende afde
lingen op en zeggen: 'Dat kun je wel
bij ons doen.' Dan zouden die dus uit
Zeeland verdwijnen. Zo'n fusie zou be
tekenen dat je hier alleen een gesubli
meerde pabo en een verpleegstersop
leiding over zou houden. Wij willen in
Zeeland in de volle breedte opleiden.
Er moeten hier technische opleidin
gen zijn."
Daarna volgde op 1 januari 2002 de
benoeming van een nieuwe voorzitter
van de raad van bestuur, Jan Bart
Mandos, voormalig burgemeester van
de gemeente Borsele. Ginjaar: „Ik
weet nog dat we tegen hem hebben ge
zegd: 'De situatie is gezond. Het loopt
als een trein'."
Vertrouwen
Wat zit er eigenlijk achter haar terug
treden? „Ik was al aan het afbouwen.
De Hogeschool is me erg aan het hart
gebakken. Maar nu ik sinds december
geen lid meer ben van de Onderwijs
raad droogt een bepaalde informatie
stroom op. In die Onderwijsraad kon
ik iedere 14 dagen discussiëren met
mensen uit allerlei takken van het on
derwijs. Nu ik dat niet meer doe,
houdt mijn meerwaarde op. Anderen
hebben dan nog banen die ze een ze
ker netwerk bezorgen, maar dat heb
ik niet meer. Je kunt geen functie heb
ben als lid van de raad van toezicht
Drs. Nelly Jeanne Gin
jaar-Maas is een opvallende
verschijning tussen de grijze pak
ken. Ze wordt nogal eens inge
schakeld als bemiddelaar bij pro
blemen en alleen al haar ontwa
penende aanwezigheid haalt een
hoop kou uit de lucht. Momen
teel is ze aan het afbouwen en
legt ze één voor één haar vele ne
venfuncties neer.
Tot 24 juni is ze nog voorzitter
van de raad van toezicht van de
Hogeschool Zeeland. Binnen een
jaar stopt ze als voorzitter van de
raad van toezicht van de Roose
velt Academy en als vice-voorzit-
ter van de Pontes Scholengroep.
Ze werd geboren op 7 mei 1931
in Rotterdam, waar ze de HBS-b
volgde. In 1954 deed ze doctoraal
examen scheikunde aan de Rijks
universiteit van Leiden. Van
1960 tot 1973 was ze lerares
scheikunde en maatschappijleer
aan de Rijswijkse Scholenge
meenschap; van 1973 tot 1982 lid
van de Tweede Kamer voor de
VVD; van 1982 tot 1989 staatsse
cretaris van Onderwijs en Weten
schappen en van 1989 tot 1993
weer Tweede Kamerlid.
Een greep uit de nevenfuncties
die ze in de loop van de jaren ver
vulde; van 1997 tot december
2004 lid van de Onderwijsraad;
voorzitter van de stuurgroep
vwo/havo van het ministerie van
Onderwijs en Wetenschappen; be
stuurslid van het Nederlands
Centrum Buitenlanders; voorzit
ter van de Wetenschappelijke
Commissie Minderheden van het
ministerie van Binnenlandse Za
ken; lid van de raad van advies
van de ABN/AMRO; lid van de
raad van toezicht van het zieken
huis Leyenburg in Den Haag;
voorzitter van het Koninklijk
Zeeuws Genootschap der Weten
schappen; bestuursvoorzitter van
verzorgingshuis Borrendamme in
Zierikzee; voorzitter van Omroep
Zeeland.
Op 20 november 1989 werd ze
Commandeur in de Orde van
Oranje Nassau. Op 24 maart
2000 ontving ze een ere-docto-
raat van de Engelse Bradford uni
versiteit.
In Zeeland was ze 'in' voor het
burgemeesterschap van Wester-
schouwen, als opvolgster van de
toenmalige burgemeester Jo Nie-
mantsverdriet. Haar kansen voor
die functie namen af toen haar
kandidatuur vroegtijdig in de pu
bliciteit kwam. Het was overi
gens diezelfde Niemantsverdriet
die haar daarvoor al, tijdens een
toevallig bezoek aan de westhoek
van Schouwen-Duiveland, inte
resseerde voor haar huidige
woonplaats Burgh-Haamstede.
In 1998 stelde ze op verzoek van
minister A. Peper van Binnen
landse Zaken een onderzoek in
naar klachten over seksuele inti
midatie door de toenmalige bur
gemeester van Middelburg,
L. Spar van der Hoek. Ook werd
ze voorzitter van het Zeeuws Ge
nootschap na een bestuurscrisis
in dat gezelschap.
Op 24 juni 2005 legt ze officieel de
hamer neer van de voorzitter van
de raad van toezicht. Ze laat dan een
Hogeschool Zeeland achter met 4000
studenten. Het is een instituut in Zee
land. Een instituut ook, dat ter discus
sie staat. In ieder geval bij het ministe
rie van OCW. De Hogeschool Zeeland
wordt genoemd in verband met de zo
genaamde HBO-fraude. Nell Ginjaar
wil het het woord fraude niet in de
mond nemen. Ze heeft het, als het
daarover moet gaan, over het dossier
Schutte. Het oud-GPV kamerlid G. J.
Schutte staat aan het hoofd van de
commissie die het onderzoek uitvoert
naar mogelijke malversaties van Ne
derlandse hogescholen met buiten
landse studenten. De schaarse berich
ten die uit Den Haag doorsijpelen ma
ken aanvankelijk gewag van een be
drag van 11.8 miljoen euro dat de Ho
geschool Zeeland terug moet betalen.
Later wordt zelfs een bedrag van 24
miljoen genoemd. Dat zijn bedragen
die het vermogen van de HZ te boven
gaan.
Het vertrek van Ginjaar op dit mo
ment doet dan ook de wenkbrauwen
fronsen. Verlaat ze het zinkende
schip? Een stellig 'neen' is haar ant
woord. „Ik was vorig jaar al van plan
weg te gaan. Toen kwam het dossier
Schutte. Daar zaten we op dat mo
ment zo over in de put dat ik toen niet
op wilde stappen. Inmiddels loopt er
stevig overleg met het ministerie. De
voorzitter van de raad van bestuur,
Jan Bart Mandos, is daar zo goed mee
bezig, dat ik er alle vertrouwen in heb
dat dat goed afloopt. Als gevolg van
de besprekingen met het ministerie
hebben we nu zwart op wit dat het
zelfstandig voortbestaan van het HBO
onderwijs in Zeeland is gegarandeerd.
Dan kan er niet veel misgaan en kan
ik dus met een gerust hart stoppen."
Zin.
Nell Ginjaar weet nog precies hoe en
wanneer de ellende is begonnen. De
financiering van het hoger beroepson
derwijs in Nederland was actueel. De
vraag was: moet je rekening houden
met de regio waarin een hogeschool
functioneert (de zogenaamde regio-be-
kostiging) of moet je rekening houden
met de schaal en het aantal studenten
van de scholen.
Ginjaar: „Ik had van te voren inzage
gekregen in de toespraak die toenma
lig minister Loek Hermans zou hou
den bij de opening van het hoge
school-jaar. En in die toespraak stond
één zin over de regiobekostiging, na
melijk dat hij er mee akkoord zou
gaan. Ik had zelf toen ik op het minis
terie zat niet de gewoonte toespraken
die ik zou houden, van te voren aan de
andere partijen te laten lezen. Maar
toen hij zijn verhaal hield, heeft hij
die ene zin niet uitgesproken. Ik ben
hem natuurlijk meteen op gaan zoe
ken na zijn toespraak en heb hem
naar die bewuste zin gevraagd en toen
bleek dat hij die niet was vergeten. Ik
heb hem de consequenties daarvan
voor een school met de schaalgrootte
als de HZ in Vlissingen voorgehou
den. Zijn antwoord was: 'De wet biedt
voldoende ruimte om je broek op te
houden. Denk eens aan de markt van
de buitenlandse studenten.' Zo is het
begonnen."
De Hogeschool Vlissingen nam het ad
vies van de minister ter harte. De bui
tenlandse studenten begonnen toe te
stromen. Uit Spanje, België, China,
Vietnam, noem. maar "óp. Iedere stu
dent betekende extra inkomsten. En
nog steeds lopen er allerlei nationali
teiten rond in de gebouwen van de HZ
in Vlissingen. De kritiek van de com
missie Schutte is nu dat de HZ wel in
schrijvingsgeld voor de studenten in
casseerde, bijna 500 euro per persoon,
maar er nauwelijks iets tegenover stel
de. Sommige buitenlandse studenten
zouden het gebouw in Vlissingen am
per van binnen bekeken hebben. Vol
gens Ginjaar is die kritiek niet in over
eenstemming met de feiten.
Ginjaar was op dat moment voorzitter
van de raad van toezicht van de
school: „Ieder jaar hebben we in ons
jaarverslag deze gang van zaken aan
het ministerie gemeld en meteen daar
bij onze zorgen hierover kenbaar ge
maakt. De buitenlandse studenten wa
ren op den duur de kurk waar de Ho
geschool Zeeland op dreef. Maar dat
was een heel riskante zaak. We von
den zelf dat we eigenlijk zonder die
buitenlandse studenten zouden moe
ten kunnen draaien. Dat hebben we
van jaar tot jaar aan het ministerie ge
meld. Maar die jaarverslagen verdwe
nen potverdorie onder in een kast. Er
werd niets mee gedaan. Ik heb Loek
daar later over opgebeld en hem ge
vraagd of hij zich die situatie met die
bewuste toespraak nog kon herinne
ren. Dat kon hij wel. Ik heb hem ver
Nell Ginjaar
volgens gevraagd of hij in een brief
wilde schrijven hoe hij zich dat ge
sprek herinnerde. Hij antwoordde dat
hij er nog eens over moest denken. Die
brief heb ik nooit gehad. Ik heb nooit
begrepen dat deze manier van werken
met buitenlandse studenten verboden
was. Hij had het me zelf aangeraden.
Ik neem hem dat ook erg kwalijk."
Toch heeft Ginjaar zich nooit zorgen
gemaakt over mogelijke fraude of ver
schrijvingen bij de Hogeschool Zee
land. „We hebben als een van de eer
ste hogescholen zelf een accountants
onderzoek in laten stellen. Dat lever
de geen onrechtmatigheden op."
De toenmalig directeur Lein Labruyè-
re stapte over naar de veel grotere Ho
geschool Inholland waar hij nu vi
ce-voorzitter van de raad van bestuur
is. Allerwegen was de verwachting
dat een fusie van de Hogeschool Zee
land met Inholland het gevolg zou
zijn. Er zijn gesprekken tussen beide
partijen over dat onderwerp geweest.
Het is niet doorgegaan. Ginjaar:
„Daar heb ik een stokje voor gesto
ken. We hadden bijvoorbeeld een ver
liesgevende en dure technische oplei
ding en dat gold ook voor de chemi
sche opleiding. Te weinig studenten
kozen er voor die opleidingen te vol
gen. Maar wij vonden dat er in Zee
land technische en chemische opleidin
gen moesten zijn. En je weet natuur
lijk wat er gebeurt als je fuseert met
foto Mechteld Jansen
van de HZ als je aan het afbouwen
bent. En ik bepaal liever zelf dat ik
weg moet, dan dat anderen dat tegen
me zeggen."
Nell Ginjaar kijkt met vertrouwen
naar de toekomst van de Hogeschool
Zeeland. Haar opvolger wordt Hans
Simons, die opgroeide in Renesse, niet
ver van haar huidige woonplaats
Burgh-Haamstede. Alles lijkt zo weer
samen te vallen. Simons (PvdA) was
in de jaren tachtig wethouder in Rot
terdam, later staatssecretaris voor
Volksgezondheid en Ginjaar (WD)
staatssecretaris van Onderwijs en We
tenschappen. „We hebben tijdens zijn
wethouderschap leuke dingen gedaan
als bestuurders. Toen ik hoorde dat
hij voorzitter van de raad van bestuur
van de Oosterscheldeziekenhuizen
werd hem ik hem meteen gebeld of hij
er wat voor voelde om zich met de Ho
geschool Zeeland te bemoeien."
HBO-fraude of niet, Ginjaar is er ge
rust op. En ze heeft aan de wieg ge
staan van wat nog geen twee weken
geleden bekend is gemaakt: een hech
te samenwerking die het volledige
Zeeuwse onderwijs omvat, van voort
gezet onderwijs tot de Roosevelt Aca
demy. Nu al begint die samenwerking
in Den Haag bekend te raken onder
de naam 'het Zeeuwse model'. Daar
kan ze van genieten. Nog jaren lang.
René Schrier
leprijzenkast van de Koningstheaterakademie
■/m Den Bosch raakt aardig gevuld met jury-, pu-
en persoonlijkheidsprijzen. De particuliere
^kunstacademie van cabarethistoricus Frank
ballen en regisseuse Anita Uitde Haag blijkt een
tókasje voor de toekomst van het Nederlandse ca-
jjk «Als je de blues niet hebt en over twee jaar al
Carré wilt staan, dan hoef je je niet aan te mel-
M dinsdag, de ochtend na de finale van het Am-
raams Kleinkunst Festival. Student Pieter Derks
Koningstheaterakademie heeft er de pu-
osprijs gewonnen, maar de medestudenten aan
Keukentafel snappen niet dat de jury hem als der-
üeteindigen, en dat ze een nogal streng oordeel
Hover zijn schmieren met het publiek en zijn pre-
'jf®,vol jeugdige overmoed. Het is ook nooit
led
laatste jaren kwamen er al heel wat studenten
'keen grote of wat kleinere prijs naar het thuis-
Zakelijk en artistiek directeur van de oplei
den regisseuse Anita Uitde Haag: „Ze kunnen al
"alles als ze binnenkomen. Dansen, zingen, acte-
n.schrijven. Hoe maak je er theater van? Hier heb
Paai'jaar de tijd om ontzettend veel bagger te
reMot het allemaal klopt." Er stappen, zegt
"K"erhallen, wel eens jonge mensen binnen met
touding van: 'Leg mij maar even snel uit wat suc-
^ft bij het publiek en dan ga ik dat doen.' „De
Ij-0succesvolle Brabander Guido Weijers was in
°rte tijd dat hij lessen bij ons volgde, alleen be
slet wat wérkt in een zaal, met wat het publiek
Jindt en dat op maat bedienen. Wij zeggen dan
lQat'c dat moet laten. We kunnen dan alleen niet
01 Uit halen wat wij denken dat er óók nog in zit.
Dan houdt het voor ons op. Ja, zijn zalen zitten vol
nu, ook in ons eigen Koningstheater."
Want ook dit in de kleinkunst zeer gewaardeerde
theater in het centrum van Den Bosch heeft bij tijd
en wijle een Leve De Lach-publiek binnen, het jon
ge, luidruchtige publiek dus. „Het bierpubliek, zeg
gen we dan gekscherend. Het minder kunstzinnige
publiek. Niks mis mee, maar het is amusement, géén
cabaret. Wij hebben hier een kunstenaarsopleiding,
geen kunstjesmakersschool. Als je met je hele heb
ben en houden op dat podium wilt staan, dan moet je
hier eerst ontdekken wat je pijn is, je hartstocht en je
passie."
Dus dat ene eerstejaars meisje, dat vorig jaar perse
aan Idols wilde meedoen, kreeg van Anita en Frank
te horen dat ze het kennelijk niet goed heeft begre
pen. Frank: „Of je kiest voor deze opleiding.... óf je
kiest voor het snelle succes.Als je de blues met hebt
en over twee jaar al in Carré wilt staan, dan hoef je
je niet aan te melden."
Liefdevol verwaarlozen
Maandagochtend, kwart over tien. Katinka Polder
man (23, 's-Heer Abtskerke), heeft de blues niet echt
tijdens de improvisatieles voor derdejaars. Ze is, als
winnares, op tournee met de andere finalisten van
het Leids Cabaret Festival en daar word je moe van.
Een paar jaar geleden verkondigde Polderman nog
dat ze een toneelspeler was. Anita Uitde Haag laat
studenten meestal in hun eigen waan. „We gaan ze
liefdevol verwaarlozen, tot ze er zelf achter komen
dat ze iets anders zijn dan ze denken. Tegen Katinka
heb ik echter direct gezegd: 'Je bent een liedjesschrij
ver en een zangeres, géén actrice.' Daar was ze even
heel erg boos over, maar we laten ze hier zelf die klik
Katinka Polderman, winnares Leids Cabaret Festival
2005: „Als het mis gaat word ik lekker schippers
vrouw." foto Jaap de Boer/GPD
maken en ontdekken wat ze echt goed kunnen." Ka
tinka Polderman: „Aan liedjes had ik nog nooit ge
dacht. Pas tijdens de schrijfles ontdekte ik dat ik
goed was met teksten en dat het ook nog eens goed
werkt als ik ze zelf vertolk. Ik ben een kluizenaars-
type.Als ik schrijf wil ik niet gestoord worden. Dat
heb ik altijd gehad. Vroeger joeg ik vriendinnetjes al
tijd de deur uit, want ik was bang dat ze er met mijn
fantasie vandoor gingen."
Na de winst van het Leids Cabaret Festival heeft ze
haar baantje opgezegd. „Niet omdat ik denk dat ik
nu binnen loop. Het kan evengoed mis gaan. Ach,
dan word ik toch lekker schippersvrouw? Hij aan het
roer en ik de hele dag bij het kacheltje met een boek
je."
Minimum
Je kunt, als je zoveel talent hebt, ook naar een klein
kunstacademie in Amsterdam. Dan krijg je wel een
studiebeurs. Hier niet, dit is een particuliere oplei
ding. Anita Uitde Haag: „Ze leven vaak vier jaar op
een minimum van zo'n vierhonderd euro in dè
maand. Alles wat ze kunnen doen om aan geld te ko
men, pakken ze aan. Sommigen spelen in theaterpro
ducties, als stagiaires. De meesten hebben rare bij
baantjes. We hebben er nu een die urenlang puree in
bakjes staat te scheppen om een beetje rond te ko
men." Twee dagen per week, op maandag en dins
dag, hebben ze fulltime les. Ze leren improviseren,
schrijven, ze krijgen zang en dans, lied interpretatie,
stembeheersing, acteurstraining, cultuurgeschiede
nis, repertoirekennis.
Natuurlijk dromen ze allemaal van een mooie car
rière Eerstejaars Jamie Grant, met haar 18 jaar de
frêle Benjamin uit Tilburg, durft het bijna niet te zeg
gen in dit kleinkunstbolwerk, maar als ze ooit rollen
in films zou krijgen„Ik vraag me af of ik wel in
één richting moet gaan. Misschien wil ik wel alles. Ik
leer hier ontzettend veel over mezelf en ik jank er
heel veel en heel vaak bij. Dat zit in de genen." Ruud
Aarden (23) uit het Limburgse Landgraaf: „Ik wil
het gevoel hebben dat ik iets doe dat onvervangbaar
is. Dus.... als ik er niet ben, dan is er niets." Dinsdag
middag. Johan Hoogenboom geeft tweedejaars het
vak liedinterpretatie. Hij heeft maar een paar simpe
le ingrepen nodig om Sanne Eggenkamp, 24, uit Til
burg, te laten ervaren hoe intens het lied Niemand
weet hoe laat het is van Youp van 't Hek eigenlijk is.
Als ze de remmen los laat, blaast ze sprankelend
nieuw leven in een eigenlijk stokoud lied. „Ik hoor
hier dingen, waar ik helemaal plat van ga, zo mooi",
zegt Hoogeboom.„Als ik dan niet oppas ga ik janken
terwijl ik achter de piano zit. Ik wil de waarheid van
ze zien als ze zingen. Man. ik ben zó bevoordeeld als
ik hier tussen sta en deze periode in hun leven mag
meemaken. Dit is de generatie die gaat bepalen hoe
we verder gaan in het cabaret." Jurrian van Dongen
(hij doceert het vak schrijven): „Ik hoop het. Ik zie
nu zoveel cabaretiers in het theater van wie ik me af
vraag: 'Waarom sta je er? Wat wil je nou van mij?
Wat moet ik morgen nog hebben onthouden van wat
je me vertelt?' Ik vraag me ook vaak af of het publiek
nog echte kwaliteit herkent. Of ziet het het verschil
niet meer tussen een Van der Valk en een sterrenres
taurant?" Hoogeboom: „Je ziet de laatste seizoenen
dat de zalen niet meer automatisch vollopen. We
gaan weer normaal doen. Al die kleine meefietsers
op de hausse van de afgelopen jaren krijgen het vol
gens mij moeilijk. Het lyrisch ingestelde publiek
keert weer terug in het theater. We willen weer
mooie liedjesprogramma's en cabaret met inhoud."
Frank Verhallen: „En laten we de term geëngageerd
cabaret ook eens voorgoed bij het vuilnis zetten. Ca
baret is altijd geëngageerd, maatschappelijk of per
soonlijk. Wie niks te vertellen heeft maakt geen caba
ret."
Ruud Buurman