Je kijkt naar je kind, niet naar de handicap teel ouders zijn vergeten wat opvoeden is 23 zaterdag 16 april 2005 Ze woont in een opmerke lijk fleurig huis in de luw te van een Middelburgse sin gel. Speelgoed, bloemen en heel veel kinderschilderijen ver sieren het binnen en buiten. Een huis als een droom voor haar gezin, beaamt Silvia Ap- ner. Zelf is ze bepaald geen dro merig type. Met haar drukke, jonge gezin en een opleiding in Utrecht pakte ze er een half jaar geleden nog een fikse vrij- willigersbaanbij. Als contact persoon voor de Zeeuwse afde ling van de BOSK, de vereni ging voor mensen met een moto rische handicap, heeft ze het druk met de organisatie van de komende ontmoetingsdag, za terdag 23 april. Dikke ordners, folders en een bezige telefoon bezetten de keukentafel. Silvia Apner verheugt zich op de dag in het Middelburgse Spiegel- theater. Het wordt een soort herstart voor de Zeeuwse tak van BOSK na een tiental jaren stilte. De BOSK is een wat vreemdsoortige vereniging. Er horen ouders en kinderen bij, jonge ren, volwassen eri ouderen met de uit- eenlopenste aandoeningen: bijvoor beeld een waterhoofd, open rug, ge spleten verhemelte, spasticiteit of ern stige meervoudige handicaps. Ze heb ben één ding gemeen: de aandoening beperkt hun functioneren. En dat is voldoende voor een gemeenschappelij ke basis, bewijst de vereniging al vijf tig jaar. Bij Silvia's collega's in het nieuwge- worven Zeeuwse team horen een Zeeuws-Vlaamse vrouw met spina bi fida die zich toe wil leggen op contact groepen voor mensen met dezelfde aandoening; een Westkappelaar met spasticiteit die de landelijke belangen behartiging voor BOSK oppakt; een Kapelse vader van een spastische pu berdochter die de website van BOSK Zeeland onderhoudt. Verder wil de vereniging het lotgenotencontact op zetten. Silvia: „Dat woord 'lotgeno ten' vinden we een beetje zielig. We zijn dringend op zoek naar een ander woord. Maar ja. Wat dan? Gelijkge stemden? Ervaringsdelers?", fronst ze. Het was haar eigen behoefte om erva ringen met anderen te delen die haar een jaar geleden lid deed worden van de BOSK. „Jaren hebben we vereni gingen rond handicaps niet aangeke ken. Je wilt als ouder naar je kind kij ken, niet naar de handicap." Roes En er is met haar oudste, dochter Don na, niks mis buiten haar handicap. Ze werd vier jaar geleden geboren met een open ruggetje, formeel spina bifi da aperta. Donna had ook een water hoofd: een teveel aan vocht in de her senen. Nog dezelfde avond werd Don na van het Vlissingse ziekenhuis naar het Sofia Kinderziekenhuis in Rotter dam gebracht. „Het ging in een roes. Tegelijkertijd hadden we het gevoel: het komt wel goed. Wij kunnen dat wel aan. Geen dokter die zei of ze zou lopen of niet, maar wij zijn heel posi tief ingesteld. En ik had haar voelen schoppen in mijn buik." Omdat het een hele lage spina is, loopt Donna inderdaad. Ze heeft een drain, een slangetje van haar hoofd naar haar buikholte dat vocht uit haar hersenen afvoert. En ze is volle dig incontinent. Vijf keer per dag moet haar blaas geleegd worden met een katheter. Drie keer per week krijgt ze een klysma voor haar onlas- ting. Dat is een hele toer, vertelt Sil via. „Dat hebben we best onderschat. We kregen toch behoefte aan informa tie. Die vonden we bij de BOSK. Daar om zijn we lid geworden." Naam: Silvia Apner Woonplaats: Middelburg Gezin: man Matthijs, dochter Donna (4) en zoon Arend (3) Geboren: 1967, Vrouwenpolder Opleiding: Havo aan CSW Middelburg, toeristische opleiding te Leiden, Spaans te Malaga, hbo maatschappelijk werk te Breda, hypnotherapie te Utrecht. Loopbaan: reisbureaumedewerker in Rotterdam, maatschappelijk werker in de Zeeuwse verslavingszorg, contactpersoon voor BOSK Zeeland, aankomend hypnotherapeute. Toen drie jaar geleden Arend werd ge boren, hoorde de kinderarts in het zie kenhuis in Antwerpen een hartruisje. „De kindercardioloog constateerde een vernauwde longslagader en liet dna-onderzoek doen. Hij zei niets van zijn vermoedens, maar in Arends' elf de week kwam de diagnose: het Willi ams syndroom." Een zeldzame ontwik kelingsstoornis. Per jaar worden in Nederland vijftien kinderen geboren met Williams. „Het is uniek dat wij er zo vroeg achter kwamen. Je hoort vaak dat het pas op kleuterleeftijd ont dekt wordt. Ik heb zelfs gehoord van mensen die er op middelbare leeftijd achterkwamen dat ze Willams had den. Omdat het zo onbekend is, her kennen veel artsen het niet. Onze kin dercardioloog zat in een werkgroep die zich met Williams bezighield." Zodra de diagnose er was, struinde Sil via internet af. „Dat had ik bij Donna niet gedaan. Als ouder ga je door fa sen. Soms is de behoefte aan informa tie heel sterk, en dan heb je weer ge noeg aan je eigen problemen en din gen. De ene ouder wil er helemaal in duiken, de ander juist helemaal niet. Ik heb dat meer dan mijn man. Daarin zijn we verschillend. Met Arend wilde ik inspelen op mogelijke problemen. Zo blijken Williamskinderen heel prik- kelgevoelig. Voor geluiden, voor krampjes. Als je weet wat er aan de hand is, kan je er net even beter mee omgaan." Kinderen met Williams hebben vaak een verstandelijke handicap en een heel zonnige natuur. Arend is daar geen uitzondering op. Ook uiterlijk draagt hij de typische Williamsken- merken: een krullenkopje met dop- neusje, een smalle kin en een volle, wat weke mond. Hoe sterk die gelijke nis is, merkten Silvia en haar man op een familiebijeenkomst van de Willi- ams-oudervereniging „Ik wilde wel eens andere Williamskinderen zien. Het was bizar. Ik zag bij zoveel kinder een trekken die Arend ook heeft. Heel raar. Alsof er overal familie van hem liep. En je mag ongegeneerd kijken", grinnikt ze. „Dat doet iedereen daar namelijk." Silvia en Matthijs zijn voorstanders van gewoon doen waar het kan, maar met aandacht voor de bijzonderheid van hun tweetal. „Mijn kinderen wor den niet vanzelf groot. Op het consul tatiebureau is het zo snel gezegd tus sen moeders: 'Kinderen worden van zelf groot.' Het is goed bedoeld. Ik ga daar niet door steigeren, maar het heeft voor mij wel een andere dimen sie. Als je naar andere BOSK-leden kijkt, voorzie je wat we zelf nog zul len beleven. Waar lopen wij tegenaan als de kinderen straks gaan puberen? En als ze zelfstandig worden?" Te klein Het BOSK-werk was Silvia welkom na vier jaar voltijds moederen „Het ging kriebelen. Mijn wereldje werd te klein, mijn identiteit werd te klein. Ik had te veel tijd om me te veel zorgen te maken." 'Een vorig leven', noemt ze haar oude loopbaan als maatschappelijk werker. Eerst bij het vroegere JAC, later JAIB, het opbouwwerk voor jongeren. „Heel leuk. Ik werk het liefst met pubers. Dat is een boeiende leeftijd." Later volgde de verslavingszorg van het Zeeuws Consultatiebureau voor Alco hol en Drugs. „Als je achter de versla ving kijkt, zie je vaak heel zachtmoedi ge mensen die niet opgewassen zijn te gen de hardheid van de maatschappij. Drugs gebruiken ze als schild voor hun ziel." Ze heeft nog veel meer gedaan.Ze proefde van het reis wezen als reisbu reaumedewerker. Woonde een jaar in Spanje om er de taal te leren. Trok een tijd door Azië. „Wat ik uit Azië heb meegenomen is relativering. Als ik in India van Donna had moeten be vallen, dan hadden we dat geen van beiden overleefd. Mensen met een han dicap kunnen daar helemaal niets. Als je kijkt naar het verschil in hygiëne, ontwikkelingskansen, deelname aan de maatschappij. Hier zijn zoveel voor zieningen en medische zorg. Daar kun nen we op foeteren, maar het is er wél!" „Het werk voor de BOSK lijkt wel op maatschappelijk werk. De behoefte van de leden is heel divers. Veel vra gen van ouders gaan over contacten met artsen. Ik heb zelf een workshop communiceren met artsen gevolgd. Je hebt zoveel met artsen te maken. Niet foto Mechteld Jansen Silvia Apner, ervaringsdeler alles verloopt altijd soepel." Ondertus sen volgt ze een opleiding in haar oude interessegebied: psychotherapie met als specialisatie hypnose. „Mijn dochter en ik gingen tegelijk voor het eerst naar school. Heel grappig. Ik kreeg van haar vragen terug: 'Heb jij ook een sticker op je stoel? Hoe heet jouw juf?"' Voor haar opleiding reist Silvia heen en weer naar Utrecht. „Met de auto. Heerlijk. Zonder dat er een beroep op je wordt gedaan. Dat is mijn tijd. Daar kan niemand aankomen." Hypnose heeft niets zweverigs voor Silvia. Het is enkel een hele sterke con centratie op jezelf, omschrijft ze. „Bij je volle bewustzijn. Het is juist de be doeling dat je onthoudt wat je voelt, denkt en zegt. Er gebeurt niets buiten je wil. Integendeel, het gaat juist om datgene wat je wilt." Haar man Mat thijs heeft praktijk aan huis als Siatsu-therapeut, gebaseerd op een Ja panse drukpuntmassagetechniek. Ide aliter combineert Silvia straks haar eigen praktijk met die van haar man. „Twee part-timepraktijken aan huis, dat lijkt me wel wat. Ik denk dat ik volgend jaar begin met mijn naam in het telefoonboek te zetten." Claudia Sondervan Bet gedram, gezeur, gejengel en gekrijs van kin deren kan ouders tot wanhoop drijven. Tenvijl ïoeden toch echt niet moeilijk hoeft te zijn vol- sgezinstherapeute Gitty Feddema. „Iedereen kan leren, net zoals iedereen kan leren autorijden, moetje bereid zijn erin te investeren, van je fou te leren en desnoods vijf keer op examen te gaan. leje ervan bewust bent wat je wilt en je houdt je dan hoeft opvoeden helemaal niet moeilijk te Jdema spreekt uit jarenlange ervaring. „Ik gaf lers na een huisbezoek wel eens wat tips mee en flater van hen te horen dat die werkten." bracht de Bredase op het idee om haar ervarin- "kboek te stellen, met groot succes. Na de bestsel- w als we nou weer eens gewoon gingen opvoeden W Opvoeden kun je leren en onlangs verscheen Gouden Regels van de opvoeding, met 99 pedago ge tips die ouders de helpende hand kunnen bie- 1 bij concrete opvoedingsvragen. mgels vallen op door hun eenvoud en helderheid: biet discussiëren met je peuter; Geef niet toe aan 'elen, drammen, dwingen en zeuren; Beloon al- I" positief gedrag, dat werkt beter dan het bestraf- p'an ongewenst gedrag; Als iets moet, vraag het yees duidelijk, voorspelbaar en conse- 11 l^er waarschuwen moet genoeg zijn. Jvanzelfsprekend de regels en de daarbij gegeven 'enting ook mogen lijken, in de praktijk blijken ouders grote problemen te hebben bij de opvoe- van hun kinderen. „Er zijn heel veel ouders die Ma C'oen"' ze& Feddema, „maar het aantal er$ dat vastloopt in de opvoeding neemt onrustba- ja°e, ^Unt dat onder meer staven met de toena- Aan het aantal aanmeldingen bij de jeugdhulpver- rop r i°°ra' *n ërote steden zie je steeds meer nerfV schoolverlaters, spijbelaars, dropouts en inria ?deren'waar niemand nog naar omkijkt. Ik 'ha 6n Z01'Selijke ontwikkeling." .werk als gezinstherapeute merkte Feddema Tegenwoordig is het heel normaal dat kinderen veel opvoeders hebben: hun ouders, grootouders, de oppas, de creche, de school foto Robin Utrecht/ANP hoe opvoedingsproblemen door de jaren heen zijn veranderd. „Vroeger werd ik vooral te hulp geroepen in gezinnen met pubers en adolescenten. Problemen met kleine kinderen waren een uitzondering. Tegen woordig gaat het vooral om kinderen van twee tot tien jaar, die niet willen eten, niet willen slapen en voortdurend gillen en krijsen om hun zin door te drij ven. 'Mijn kind tiranniseert ons hele gezin', hoor ik moeders steeds vaker zeggen." „Achter een kind met een gedragsprobleem zit altijd een gezin waar problemen spelen. Als ouders niet op één lijn zitten en zo eikaars gezag ondermijnen, dan kun je er bijna zeker van zijn dat kinderen hun ouders tegen elkaar gaan uitspelen. Dat zie je bij voorbeeld in gezinnen waar moeder vindt dat vader te streng is of vader vindt dat moeder te toegeeflijk is en omgekeerd. Het is dan van belang dat ze samen afspreken wat ze essentieel vinden in de opvoeding en zich daar vervolgens strikt aan houden." Samenleving De veranderingen in de samenleving zijn volgens Feddema van grote invloed op de opvoeding. „Vroe ger was opvoeden gemakkelijker. Wat thuis niet mocht, mocht ook niet bij oom en tante, de buren en op school. Iedereen deelde dezelfde waarden en nor men. Er heerste een strenge sociale controle en wie zich niet gedroeg werd daarop aangesproken. Bin nen het gezin was een duidelijke taakverdeling. Va der werkte buitenshuis en moeder regelde de zaken binnenshuis. Die traditionele rolverdeling in het ge zin is totaal veranderd doordat veel vrouwen zijn gaan werken. Opvoeden is minder makkelijk gewor den omdat veel ouders niet meer weten wat opvoe den is. Er is iets mis als een moeder zegt: 'Ik ben blij dat mijn kind naar school gaat, dan wordt hij daar eindelijk opgevoed'. Nee, zeg ik dan, opvoeden hoort thuis te gebeuren." „Kinderen hebben behoefte aan duidelijke leiding en die moet van de ouders komen. Tegenwoordig is het heel normaal dat kinderen veel opvoeders hebben, hun ouders, grootouders, school, de oppas, de crèche. Dat werkt niet omdat kinderen zich dan telkens aan een ander persoon en een andere stijl van opvoeden moeten aanpassen. Ouders zouden zich moeten reali seren hoe belangrijk zij zijn bij de opvoeding van hun kinderen. Ze peinzen er niet over om hun mooie auto aan een ander uit te lenen, maar vinden het van zelfsprekend om de zorg voor hun kinderen uit te be steden aan een ander. Ze beseffen niet hoe wezenlijk het voor de ontwikkeling van hun kind is dat zij er zelf zijn om hun kind warmte, genegenheid en aan dacht te geven." Als gezinstherapeut probeert Feddema ouders te la ten beseffen waar ze mee bezig zijn. „Ik houd ze een spiegel voor en laat ze naar hun eigen gedrag kijken. Want uiteindelijk zullen zij zelf de opvoeding ter hand moeten nemen. Als ze het gedrag van hun kind willen veranderen, zullen ze bij hun eigen gedrag moeten beginnen. Ik wijs ouders er bijvoorbeeld op dat het veel minder moeilijk is om nee te zeggen te gen hun kind dan ze denken. Als uw kind zeurt om een glas jenever, krijgt hij het dan? vraag ik wel eens. Natuurlijk niet, zeggen ze dan. Waarom bent u dan niet even duidelijk als het om eten gaat of om op tijd naar bed gaan? Het komt erop neer dat ouders best streng kunnen en mogen zijn, als ze iets echt wil len. Ouders doen er verkeerd aan om hun kinderen te leren dat over bijna alles onderhandeld kan worden. Ouders moeten duidelijk aangeven waar hun gren zen liggen. Verwennen is net als verwaarlozen niet in het belang van het kind." „Opvoeden is een kwestie van je gezond verstand ge bruiken, maar ook van vallen en opstaan. Er bestaan immers geen volmaakte ouders en fouten in de opvoe ding kun je niet voorkomen. Wel kun je ervoor zor gen dat je niet elke keer weer dezelfde fouten blijft maken. Opvoeden kost energie en doorzettingsvermo gen, maar je kunt het leren. Ik verbaas me er wel eens over dat mensen gemakkelijker geld investeren in de training van hun hond dan in een cursus voor de opvoeding van hun kinderen." Twan van Lierop Gitty Feddema. 'De Gouden Regels van de opvoe ding'. Uitgeverij Terra Lannoo. Prijs: 14,95

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 23