PZC bosuitje Al die koninklijke huwelijken zijn een kolfje naar mijn hand RUDEN RIEMENS Modekoning Frans Molenaar zaterdag 16 april 2005 FOTOGRAFIE Hij is de modekoning van Neder land. Frans Molenaar (64) viert zijn 45-jarige jubileum als coutu rier. De man achter de naaimachi ne: „Ik heb altijd geweten dat ik ta lent heb." Frans Molenaar: „Ik ben ijdel. Tien jaar geleden heb ik een facelift gehad. Ik was tien kilo afgevallen en had enorme wal len onder m'n ogen. Ik heb vijf uur onder het mes gelegen en nu ziet het er allemaal weer wat strakker uit. Natuurlijk besef ik dat ik ouder word en laat ik mij echt niet aan alle kanten oprekken, maar ik wil wel een beetje in vorm blijven. Zo neem ik rus tig een botox-behandeling om een frons in mijn voorhoofd weg te halen. Voor mijn werk sta ik veel in de schijnwerpers, dan wil ik er goed uitzien. Ik zie overigens meer ijdele mannen. Ze dur ven meer dan vroeger. Een gekleurd jasje, een vrolijk hemd. Die aandacht voor het ui terlijk heeft vooral te maken met al die ver zorgende producten die tegenwoordig te koop zijn. Je hebt zelfs een speciale Ni- vea-lijn voor de man! Vijfenveertig jaar ge leden was dat absoluut ondenkbaar. In al die jaren is de gemiddelde Nederlander zich niet beter gaan kleden. Dit blijft het land van 'Doe maar gewoon, dan doe je gek ge noeg.' Onlangs kreeg ik een verzoek om alle zeven tien nieuwslezers van het NOS-journaal te kleden. Voor een mooi damespakje zijn ze bij mij al gauw 3500 euro kwijt. Dat vond de NOS te duur, zoveel geld hebben zij er ge woon niet voor over. Wat een verschil met de Italiaanse zender RAI UNO! Die meiden zien er perfect uit, die kerels dragen mooie hemden, het haar zit goed, een genot om naar te kijken! Ik was vorige week nog in Parijs, daar is het straatbeeld qua kleding trouwens behoorlijk veranderd. Je denkt dat in zo'n stad iedereen elegant gekleed gaat, maar ook daar gaan mensen in jogging pak over straat. Tegenwoordig kun je voor een appel en een ei de wereld over reizen. Mensen in goedkope kleding kunnen ook fla neren over de Champs Elysées." „Als klein jongetje ging ik al met mijn va der mee naar het confectiebedrijf in Amster dam. Hij was verkoopdirecteur en terwijl hij zaken deed, scharrelde ik wat in het ate lier rond. Ik weet nog goed dat Rolf, de hoofdcoupeur, mij een restje stof gaf en ik er thuis een giletje (vestje) van maakte. Staat je leuk, Frans, zei hij later. Het knippen, het ontwerpen, het zit gewoon in me. Dat zagen mijn ouders ook. Ik zat op de mulo, maar dat ging niet goed. Ik haalde slechte cijfers en mijn vader haalde mij er op m'n vijftiende vanaf en stuurde me naar de vakschool voor kleermakers. Later kon ik via een kennis van hem stage lopen bij Charles Montaigne in Parijs. Mijn moeder had met spaarpunten van Al- bert Heijn een draagbare naaimachine op de kop getikt, zodat ik wat bij kon verdie nen. Dat was altijd zo fantastisch van mijn ouders, ze dachten voortdurend met mij mee. Op mijn zolderkamertje in Parijs maak te ik rokjes voor Nederlandse au pairs en verkocht ze voor vijftien francs; daar kon ik dan weer twee dagen van eten. Als ik dan voor een lang weekend naar Nederland ging, en ik had een heel mooi pak aan, dan trok mijn vader mij op schoot, gaf mij een zoen en zei: 'Jongen, wat zie je er toch mooi uit.' Ik was al een jaar of twintig, maar vond dat niet raar, ik was dol op mijn ouders. Bij ons thuis was schoonheid belangrijk. De eettafel was altijd keurig gedekt en iedere avond, vlak voordat mijn vader thuiskwam van zijn werk, ging mijn moeder zich verkle den. Zij zei altijd: 'Hij hoeft niet tegen zo'n sloof aan te kijken.' Samen dronken ze een borrel in de voorkamer: hij een glas jenever, zij een citroentje met suiker." „Mijn ouders waren moderne mensen. Toen ik hen vertelde dat ik homoseksueel was, reageerde mijn vader alsof ik hem opbiecht te dat ik schoenmaat 48 had. Het maakte hen werkelijk niets uit. Zij waren wel wat gewend. Mijn vader kende een lesbische mannequin, mijn moeders tweelingbroer was homoseksueel. Mede door hun tolerante houding heb ik er nooit onder geleden dat ik homoseksueel ben. Dat gaat bij sommige jongens wel anders. Ik denk dat er veel verborgen homoseksuali teit is. Als je naar die homo-ontmoetings plaatsen kijkt, dan zie je allemaal auto's staan met kinderzitjes achterin. Veel ge trouwde mannen dus. Zelf kom ik niét op dat soort plekken. Ik ben ook geen lid van het COC en ook de Gay-krant lees ik niet. Ik ben er gewoon niet mee bezig dat ik homo ben. Ik sta niet 's ochtends voor de spiegel en denk: 'Nu gaat homo Frans zijn tanden poetsen.' Het komt gewoon niet in mijn hoofd op. In de liefde freelance ik, ik heb geen vaste vriend. Ik val op mannelijke mannen, niet op die vrouwelijke types. Verder moet een man humor hebben en van het culturele le ven houden. Ik kan wel denken: 'Hè, die stratenmaker ziet er leuk uit, maar daar kan ik niks mee.' Weet je, ik ben helemaal niet op zoek naar een vaste relatie. Ik ben al zo lang alleen en ik vind het heerlijk. Juist omdat ik eigenlijk nooit alleen ben: bijna iedere avond eet ik met vrienden in een restaurant, ga naar de opera of naar het theater; dan is het lekker om af en toe ook op jezelf te zijn." „Ik heb altijd geweten dat-ik talent heb. Dat betekent niet dat het succes mij is ko- men aanwaaien. Ik heb keihard gewerkt. Toen ik in 1967 terugkwam uit Parijs, leen de ik 250.000 gulden van een vriend en be gon een eigen zaak in Amsterdam. Iedere avond werkte ik over. Ik knipte alles zelf. Met een tuinslang had ik in het atelier een geïmproviseerde douche gemaakt, zodat ik me aan het einde van de dag even kon opfris sen. Ik zette een plaat op van Toon Her mans, knipte door tot een uur of tien, ging een hapje eten in de stad en de volgende och tend vroeg weer op. Mies Bouwman was een van mijn eerste vas te klanten. Wat een fantastisch mens om aan te kleden, ik ben nu weer een pak voor haar aan het maken! Zij past in mijn stijl, klassiek, zonder al te veel franje. Dat is ei genlijk in al die jaren zo gebleven. Ik maak ook regelmatig pakjes voor prinses Margriet en ik heb de trouwjurk van Annette Sekrève, haar schoondochter, ontworpen. Al die koninklijke huwelijken zijn fantas tisch voor de haute couture, een kolfje naar mijn hand. Voor de bruiloft van Maxima en Alexander mocht ik zeventien gasten, onder wie hofdames en de grootmeesteres, van top tot teen aankleden. Handschoenen, tasjes, hoedjes, bijpassende shawls voor als het koud is in de kerk, heerlijk. Iedere keer leveren opdrachten weer span ningen op. Het is met de jaren wel minder geworden, maar ik ben altijd weer onzeker. Ik denk dat bijna alle getalenteerde mensen onzeker zijn. Bij mijn laatst collectie nog. Een paar dagen voor de show loop ik de rek ken door en denk: 'Zal ik dit pakje er toch maar uit halen?' Zelf zit ik dan al weken te gen bepaalde ontwerpen aan te kijken en slaan de twijfels toe." „Tijdens een show draag ik meestal de trouwringen van mijn ouders om mijn pink. Dan heb ik het gevoel dat ze nog een beetje bij mij zijn. Ze zouden nu precies 100 jaar zijn geweest; mijn vader is 81 geworden, mijn moeder 87. Zij kwamen altijd kijken. Ze zaten op de eerste rij, ik legde kussentjes klaar op die keiharde stoeltjes. Zodra ik op kwam, zat mijn moeder keurig te klappen, mijn vader schoot altijd vol. Ik denk dat mijn ouders het wel jammer von den dat ik altijd alleen ben gebleven. Toen ze wisten dat ik op jongens viel en ik vroe ger wel eens een vriend mee naar huis nam, vroeg mijn vader altijd: 'Is dat jouw nieuwe vriend, Frans?' 'Nee, pa!' Ik heb nu eenmaal geen huisje-boompje-beestje leven. Wel had ik graag kinderen willen hebben. Vijf jaar geleden kwam ik in contact met een lesbisch stel dat ook een kinderwens had. Twee hele leuke meiden. Na wat heen en weer gepraat, zei ik dat ik wel hun donor wilde zijn. Helaas, de zwangerschap wilde niet lukken. Bij één van de vrouwen zat iets niet goed. Zelf was ik al zestig, eerder was het er bij mij niet van gekomen om iets met mijn kinderwens te doen. Ik was jarenlang alleen en altijd met mijn carrière bezig. Dat is heel belangrijk voor mij geweest. In mei word ik 65 en ik wil doorwerken tot mijn 75e. Ik wil nog 20 collecties maken, dan kom ik op een totaal van 100. Ik voel me kiplekker, dus waarom zou ik stoppen? Internationaal doorbreken, zoals het duo Victor Rolf nu doet, zit er voor mij niet meer in. Dan had ik vroeger in Parijs moe ten blijven. Ik ben niet jaloers, dat zou wel erg kinderachtig zijn. Besef wel dat interna tionale roem ook niet alles is. Een paar jaar geleden kwam ik Yves Saint Laurent tegen. Absoluut mijn favoriete ont werper, hij heeft prachtige, verfijnde kle ding gemaakt. Saint Laurent liep de lobby van mijn hotel binnen, hij zag er uit als een gedrogeerd wrak. We hebben heel even met elkaar gepraat. Weet je, ik ben nude modekoning van Ne derland. Daar ben ik dik tevreden mee,j» rol past mij heel goed. Ik ben een edited derlander en dol op Amsterdam. Fi kast niet meer." d Caring 28 april 2005: opening overzichtstol* stelling 'Frans Molenaar - 45 jaar coutuj» foto's' in het Centraal museum in Utrf® Ook verschijnt er een boek ter gele van zijn jubileum. Frans Molenaar foto Harmen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 22