Het hart klinkt als de donder
Heimwee en vreugde wonen in zijn liederen
Japans slagwerk
Y amato
Met acht wasmachine
duik je onder water
Fernando Lameirinhas
Schudden ii
Vlissingei
Scène uit de show van de Japanse slagwerkgroep Yamato
musement, techniek
en kunst komen met
razend geweld sa
men in de nieuwe show Ka-
mi-Nari van Yamato - de
drummers van Japan. In een
mix van spiritualiteit en to
meloze energie wisselen de
klanken van gevoelige regel
druppels en rollende donders
elkaar af.
Niet zo opmerkelijk, want Ka-
mi-Nari staat voor onweer.
Zaterdag is de show in Ter-
neuzen te zien.
D e taal van trommels ver
staat iedereen. Drums en
donderslagen kennen geen gren
zen. Al meer dan tien jaar reist
de Japanse slagwerkgroep Ya
mato dan ook kriskras over de
wereld; aanvankelijk vooral in
Aziati^phe landen als China,
Zuid-Korea, Singapore en Indo
nesië, maar vervolgens ook in
Zuid-Amerika en Israël. Nadat
Yamato in 1998 op het festival
van Edinburgh in de prijzen
was gevallen, volgde de verove
ring van Europa. In augustus
'99 stond Yamato maar liefst
twee weken achtereen in de Am
sterdamse Stadsschouwburg.
Het succes van de groep is echt
wereldwijd. „We zitten meer
buiten dan in Japan", vertelt
Akiko Ogawa - een van de vijf
vrouwelijke leden van de slag
werkgroep. „Met deze nieuwe
show zijn we in februari in Boe
dapest begonnen en pas in sep
tember gaan we terug naar
huis." Yamoto heeft dan alles
bij elkaar 130 voorstellingen ver
zorgd in Rusland, Polen, België,
Spanje, Duitsland, Zwitserland,
Oostenrijk en Nederland. Eind
van dit jaar volgt dan nog een
tour door de Verenigde Staten.
Eigenlijk gaat het zo al jaren
met Yamato. In 2004 bijvoor
beeld zat de groep ook al meer
dan een half jaar in Europa,
waarna nog eens een maand
Mexico en een maand Azië volg
den. De tien drummers - vijf
mannen en vijf vrouwen - leiden
een leven in hotels.
Sushi
Wie een partner en kinderen in
Japan heeft, ziet die maar een
paar maanden per jaar. De slag
werkers proberen overigens in
den vreemde wel zo veel moge
lijk zelf te koken, want sushi
smaken in Warschau echt an
ders dan in Japan. Maar in de
27 landen waar ze tot nu toe heb
ben opgetreden, is altijd wel
aan rijst te komen. „Het is fy
siek zwaar wat we doen, maar
we volgen geen speciaal dieet.
Rijst is altijd goed", zegt Akiko.
Akiko Ogawa zit al vanaf het be
gin bij Yamato, zij is de zus van
oprichter Masa Ogawa en inmid
dels getrouwd met artistiek lei
der Takeru Matsushita. En nee,
ze wordt er niet gek van om elke
dag met de leden van de groep
op te moeten trekken. Sterker,
zo vertelt broer Masa, in Japan
wonen de drummers ook bij el
kaar in het dorp Asuka. Masa:
„Elke dag beginnen we om half
acht, dan rennen we eerst tien
kilometer - eentje zorgt onder
wijl voor het ontbijt. Daarna ma
ken we met z'n allen het huis
schoon en in de middag repete
ren we."
Dat repeteren gebeurt tégen-
woordig ondergronds. Want de
traditie van Japanse drums mag
dan vele eeuwen teruggaan, ook
in Aksu bestaan klagende buren
die op den duur genoeg krijgen
van het dagelijkse geroffel en ge
bonk. Na een jarenlange rond
gang langs diverse oefenloca
ties, voortdurende verhuizingen
van de ene plek naar de andere,
heeft Yamato nu een eigen ge-
luiddichte studio onder de
grond laten bouwen. Masa zegt
het lachend, met een blik vol on
begrip omdat hij bijna niet kan
begrijpen dat mensen zich sto
ren aan drumgeluid. „Zelfs als
we in de bus zitten, op weg naar
len; door helemaal in het spel op
te gaan, proberen we het ritme
van het leven zelf weer te geven.
Het ritme van de hartslag, van
alles wat leeft, het oerritme dat
in alles doorklinkt, dat willen
we laten horen.' En 'Deze hart
slag willen we over de hele we
reld laten weerklinken, soms
zacht en subtiel en dan weer
met donderend geweld.'
Heel bewust hebben Masa Oga
wa en de zijnen destijds voor de
naamgeving van de groep geko
zen voor de streeknaam Yama
to. Want in dit gebied rond de
oude hoofdstad Nara werd de
eigen Japanse cultuur als het
ware geboren. „Dat legt wel een
een theater, begint altijd wel ie
mand van ons een roffelt je te ge
ven op de bank of het raam. En
binnen de kortste keren doet de
hele groep mee."
Want voor de le&en van Yamato
weerklinken in de trommels de
ritmes van het leven. In een
soort beginselverklaring stellen
ze: 'Trommels bestaan al sinds
mensenheugenis en trommelge-
roffel roept altijd een gevoel
van opwinding bij de mensen
op, ongeacht hun leeftijd, af
komst of religie. Wij de spelers
Yamato gaan tot het uiterste,
waarneer we de trommels bespe-
grote verantwoordelijkheid op
onze schouders", vindt Masa.
„Immers, als je aangeeft dat iets
typisch Japans is, dan noem je
.het simpelweg Yamato."
Maar opmerkelijk genoeg is de
slagwerkgroep juist allesbehal
ve traditioneel; eerder modern.
De positie van de vrouwen bin
nen Yamato is weliswaar min
der dominant dan van de man
nen, de dames staan er toch
maar. En dat in een land waar
de man in vele opzichten nog
heer en meester is. De vrouwelij
ke drummers geven trouwens
met hun bezwete gezichten en
overduidelijke spierballen een
aparte sensualiteit aan de show.
Maar ook de choreografie van
het optreden, de projecties, het
gebruik van decor, de humoris
tische elementen en publiekspar
ticipatie is alles behalve ouder
wets. „Maar het is toch wel heel
erg Yamato", lacht Masa Oga
wa.
Eigentijds
Want al is de aanpak en tech
niek eigentijds, de instrumenten
van Yamato en de manier van
bespelen zijn volledig authen
tiek. Hun trommels (daiko) zijn
van hout uit één stuk vervaar
digd, het vel is van koeienhuid
en met nagels op de trommel ge-
spannen.Yamato sleept een klei
ne twintig trommels over de we
reld met zich mee - de kleinste
met een diameter van enkele
tientallen centimeters en de
grootste met een doorsnee van
ruim 1.70 meter en een gewicht
van 450 kilo. Met elkaar vormen
zij het geluid van Yamato. 'Tij
dens het optreden voelen we de
kracht en de warmte van het le
vensritme', staat er in de begin
selverklaring van de groep. 'Dit
ritme, dat je overal waar ook ter
wereld tegenkomt, geeft je de
kracht en de moed om het leven
te accepteren zoals het is; dat is
het gevoel dat we met ons pu
bliek willen delen'-.
En het publiek stelt dat kenne
lijk op prijs. Inmiddels hebben
ruim een miljoen toeschouwers
Yamato zien optreden.
Coos Versteeg
De Yamato World Tour 2005 Ka-
mi- Nari: zaterdag 16 april om 20 uur
in het Scheldetheater Terneuzen.
Emiel de Jong (links) en Noël van Santen
woensdag 13 april 2005
Blof, Raymond van het Groenewoud,
Frank Boeijen, Trijntje Oosterhuis en
Paul de Leeuw zijn enkele van de bekende
namen die in Carré het veertigjarig arties
tenjubileum van Fernando Lameirinhas vie
ren. „Dat al die mensen voor niks op mijn
feestje spelen, dat is mijn Oscar-uitrei
king", zegt Fernando. „Dit is mooier dan de
nep van prijzen, Edisons en commercie."
Het is begin jaren vijftig van de vorige
eeuw. Het maïs op de velden rond het dorp
je Vimioso baadt in de zon. Een jongen op
blote voeten zingt er uit volle borst. Hij
zingt voor de vogels en de planten. „En als
ik nu op het podium sta, kan ik weer die jon
gen van acht zijn", zegt Fernando Lameirin
has. Toen in zijn geboortedorp had Fernan
do het gevoel alleen op de wereld te zijn.
„Dat gevoel van totale overgave, dat alleen
zijn met de bomen, dat herken ik nog
steeds. Op het podium kan ik ook alles ver
geten. Eigenlijk wil ik nog steeds als die jon
gen zijn."
Toch zit er in veel opzichten een wereld tus
sen die jongen van 8 en die van 61 die straks
in Amsterdam zijn veertigjarig jubileum als
artiest viert. Lameirinhas woont al 46 jaar
niet meer in zijn geboorteland, al is Portu
gal muzikaal nooit ver weg geweest. Daar
wordt zijn muziek niet herkend als Portu-
Fernando Lameirinhas: veertig jaar in de muziek
foto Marcel Israel/GPD
gees, maar in de melodieën en vooral in de
emotie.is het land van de fado dichtbij. De
zanger, gitarist en componist zingt, zoals hij
het noemt, zijn eigen, hoogstpersoonlijke fa
do. Het lied waarin de heimwee woont en te
gelijk de vreugde; het lied, dat pijn kan doen
maar dan op het ritme van Fernando's le
ven.
„Ik heb een bepaalde somberheid, want ik
houd van verdriet", zegt hij. „Maar verdriet
is voor mij als een bevrijding, een oplossing.
Ergens schijnt altijd de zon, zo is mijn ka
rakter."
Het gezin Lameirinhas ontvluchtte de dicta
tuur van Salazar toen Fernando 15 was en
kwam in België. Sinds een jaar of 35 woont
Fernando in Amsterdam. Toch is zijn Neder
lands nog altijd op een charmante manier
gebrekkig. Opvallend voor een man die zo
veel talen spreekt en die zijn carrière be
schouwt als één lange reis met veel, heel
veel bochten. „Er is altijd weer een nieuwe
bocht, en dan nog een, en weer een andere,
je weet niet waar het eindigt", vertelt hij.
„Plet wordt me steeds duidelijker welke
weg ik moet nemen, al blijft het onbekend
wat er na de volgende bocht komt. Ik heb
dat altijd laten gebeuren. Wel reis ik steeds
bewuster, doelgerichter,'1 en valt er steeds
meer franje af."
De muzikale geschiedenis van Fernando La
meirinhas is er een die veel stijlen, landen
en tradities raakt. Met The Modes brengt hij
in 1964 zijn eerste single uit, om samen met
broer Antonio (die hem nog altijd vergezelt)
in de jaren zestig bekend te worden als Jess
James. De broers spelen soul en pop en
scoren een hit met 'Move', dat het veel later
in'een uitvoering van The Tramps opnieuw
tot hit brengt. De showbizz is niet zijn we
reld, dus trekt Fernando zich terug om met
Antonio in de Londense metro te spelen. Na
een kort popavontuur in Spanje formeren
de broers Lameirinhas de band Sail-Joia,
waarmee ze in 1975 'Amsterdao' opnemen.
Deze swingende meezinger blijkt onver
woestbaar en kent al negen versies.
Er is nog een periode van jazz en jazzrock
nodig om de veelzijdige zanger thuis te la-
ten komen. En 'thuis' is hier de fado, zij het
niet de traditionele en ook niet die van de fa
doschoonheden waarmee de muziekmarkt
de laatste jaren wordt overspoeld. Voor La
meirinhas is de fado een identiteit. En wat
hem betreft hoeft die niet eens fado te he
ten. „Het is bijna alsof mijn Portugees zijn
niet wordt erkend", zegt hij. „Maar ik ben
een andere Portugees, iemand die meer en
meer is bepaald door zijn omgeving. Het is
mijn heimwee, mijn saudade. Mijn fado
gaat over de ziel, over de grote Portif
ziel, niet over mooie plaatjes bij mooifS
dichten. De fado die je tegenwoordig!»'
begint me een beetje te vervelen, zi) s!
meer over de vorm dan over de inta»
wil van die naam af, ik ben gewoon Feit
do Lameirinhas en ik kom naar je tof3
mooie liedjes en mooie melodieën."
Het is de rode draad in zijn carrière: zet
het etiket de inhoud dreigt te oversein®
wen, haakt de Portugese Amsterdam»®
Of beter gezegd: begint hij opnieuw.
do heeft me dichter bij mezelf gebraü
voelt hij. „Nu is het tijd mezelf als het®
te verzamelen, om nog" dichter bij mijn»'
te komen. Melodie zal daarin altijd erf
blijven, want ik ben een man van mrf
ën. Acht noten in eindeloze combinaties-
men met de emotie die ik kan overbreng
Ik weet dat dat mijn kracht is. Ik hrf
ontzettend veel plezier langs allerlei slip
gereisd, maar nu is het tijd voor mijniri
me melodieën, voor de eenvoud. Voorr
echt gevangen ga. voelen, kies ik voor,1
rust. In mijn zang voel ik me sterkrf
ooit; mijn stem is als rijp fruit en dusc'h
z'n lekkerst."
Dick bi
Jubileumconcert van Fernando Lflirf,
m,aandag 18 april in Carré Amsterdam.
is tussen de acteurs en
bliek." Acteurs? Schiil
vindt zichzelf dus geen ca'^
duo? „Nou, nee. In dit J
ma is het ook nog meer l!g
geworden", meent Noëlvac;
ten. „Een cabaretier geef),
visie op de wereld om hemt
en richt zich tot het publieV
Schudden brengt korte
meestal herkenbaar, en qÏ
nieuwe werelden jvaarit
Jong en Van Santen eer;
staan, maar ook andere
ges die ze uitbeelden.
ben geen boodschap of mei
we proberen wel iets oei
brengen. Dat kan een laeh;
maar ook ontroering."
Wasserette
Klam. speelt zich af in eentn
rette, waar het tweetal ui
Het idee deed Van Santé
toen hij in zijn woonjÈ
Utrecht op straat liepen;
een wasserette zag. „Ik tij
een maffe plek in deze tiji
komt daar nu tegenwor
nog? De meeste mensen hl
toch wel een wasmachine;
vraag' hebben we verder i
werkt."
En zo komen er in de wasss?
van Klam ook twee oude ie
tjes langs. „Die geen idee!
ben hoe zo'n moderne was®
ne nu eigenlijk werkt", vg
Van Santen. „Tussen dies
mannen ontstaat een dialoi
maar je ziet ze ook stoeien:
de apparaten. Het gaat c
ouder worden. Ik vind het:
een van de ontroerendste
menten in ons programma,
is herkenbaar, ja. Ook voora
Ik zi,e het zelf bij mijn vader
beuren. Nu is hij nog nie;
heel oud, maar hij raaktalk
niek van de afstandsbediei
En om het visuele aspect
Schudden daarna nog eenss
te benadrukken bouwen
de Jong en Noël van Santen*
volgens: met acht wasmaca
een heuse onderzeeër, „Tja,!!
ontstaat zoiets?", peinst
Santen. „Ik denk door gem
heel beeldend te denken."
Sandra
Schudden met Klam: donder
20.15 uur in het Arsenaaltheatöl
Bij het nieuwe programma
Klam van het cabaretduo
Schudden kan het publiek dit
keer gerust plaatsnemen op de
eerste rij. „We laten ze namelijk
helemaal met rust", belooft de
31-jarige Noël van Santen. „We
spelen niet meer direct op de
man. We maken sowieso minder
contact met het publiek." Mor
gen kunnen cabaretliefhebbers
dat in Vlissingen ervaren.
Klam is alweer het vijfde pro
gramma van Schudden, dat
naast Noël van Santen uit de
32-jarige. Emiel de Jong bestaat.
Begonnen in 1994 met hun deel
name aan het Groninger Studen
ten Cabaretfestival - dat ze won
nen - en Cameretten - waar ze
tweede werden - trekt het duo
inmiddels al jaren volle zalen.
Toch zijn het weer niet de zalen
als waar een Hans Teeuwen op
treedt. Op de een of andere ma
nier blijft Schudden onbekend.
„Nee, ik heb daardoor toch niet
het gevoel dat we worden onder
gewaardeerd", stelt Van San
ten. „We zijn dan al wel tien
jaar bezig, maar wij hebben ons
zelf ook nooit gehypet, of zo.
Misschien dat ze ons daardoor
niet goed kennen. Ach, we hoe
ven ook niet zo nodig mee te
doen aan een televisiespelletje
als Waku Waku bijvoorbeeld.
We doen gewoon wat we willen,
theaterprogramma's maken. En
we trekken best wel volle zalen,
hoor. Nou ja, niet altijd natuur
lijk, maar we hebben een vast
publiek."
Terugblikkend op de afgelopen
jaren ziet Van Santen dat Schud
den zich heeft ontwikkeld. „We
zijn gegroeid. Wat we nu maken
is natuurlijk niet meer te verge
lijken met ons eerste program
ma. Ik vind dat we steeds ster
ker zijn geworden en meer een
eigen stijl hebben ontwikkeld.
We weten ook steeds beter waar
we voorstaan."
Lichaamstaal
Die stijl van Schudden bestaat
uit fysiek cabaret, een beetje in
de traditie van het inmiddels op
geheven cabaretduo Waarden-
berg en De Jong. „We maken in
onze voorstellingen gebruik van
lichaamstaal, het decor en attri
buten", legt Van Santen het
Schudden-concept uit. „In onze
scènes is het visuele heel belang
rijk, meer nog dan het gespro
ken woord."
Schudden doet dan ook niet aan
liedjes. „Nee, dat is voor ons
geen toevoeging." Schudden is
druk, krachtenslopend en speelt
niet zoals de meeste cabaretiers
met de actualiteit. Een rode
draad hebben De Jong en Van
Santen ook niet. „Bij ons gaat
het om het dunne lijntje dat er