Uit liefde voor de natuur Vogeloase bij Westerscheldetunnel PZC Open tuinen zijn een hausse geworden W. Kakebeeke een leven lang N atuurmonumenten dinsdag 12 april 2005 blijft het rustig tot juni. In die maand en en juli ligt het hoogte punt. Op 4 oktober sluit in de provincie het open tuinensei- zoen in Gapinge (tuin van Sie- ber). Opmerkelijk is dat in de gids geen enkele open tuin op Schouwen-Duiveland genoemd wordt (op Sint-Philipsland ook niet). Het zwaartepunt ligt in Midden-Zeeland; in bijvoor beeld Oost-Zeeuws-Vlaanderen staan maar zes tuinen vermeld. Kloetinge (vijf tuinen) en Oost- kapelle (ook vijf tuinen, waaron der die van Terramaris, het bio logisch museum) komen met de meeste tuinen voor. Het is niet verwonderlijk dat er in het Zeeuwse nogal wat boerderij tui nen voorkomen. Maar ook onder meer een terptuin, Engelse tui nen, bordertuinen, cottagetui- nen. Logies en ontbijt Het zijn niet alleen de open tui nen die zich in een groeiende be langstelling kunnen verheugen. De laatste jaren is ook de vraag naar bed and breakfast toegeno men. Zeg maar slapen en ontbij ten bij een particulier. Een vorm van logies die in Frankrijk (chambres d'hötes) en Engeland al veel langer door veel toeris ten wordt benut. Door de stij gende vraag is ook het aanbod groter geworden. Wie op stap gaat en een persoon lijk overnachtingsadres zoekt, heeft dus volop keuze. Dat kan zijn logeren bij de boer, slapen in een eenvoudige woning of in een monumentaal onderkomen. De ANWB heeft nu de gids Bed Breakfast Nederland samengesteld, met daarin ruim 1650 adressen en informatie over wandelen en fietsen. De accommodaties zijn per pro vincie gerangschikt. Óp een pro- vinciekaart staan alle plaatsen waar zich een logeeradres be vindt aangegeven. Er zitten nog al veel pensions tussen, verschil lende caravans, maar toch ook echte huisadressen. Symbolen geven informatie over de accom modatie. Logies en ontbijt is er voor minder dan 35 euro voor twee personen per nacht, maar er zijn ook luxe onderkomens van meer dan 100 euro. De mees te liggen tussen 36 en 55 euro per nacht. In Zeeland bevinden de meeste adressen zich op Walcheren. Naarmate de kust verder weg is, wordt het minder. Zo heeft Tho- len drie adressen, oostelijk Zuid-Beveland twee en Oost-Zeeuws-Vlaanderen slechts vier onderkomens. Op Sint-Philipsland is er helemaal geen logies en ontbijtadres, ter wijl dat nu juist voor rustzoe- kers, die willen genieten van een stil, open polderlandschap een uitgelezen gebied is. Rinus Antonisse De Tuin Exclusief, open tuinen- gids 2005. Uitgave bureau Case, Hoorn, prijs 14,75 euro. Bed Breakfast Nederland, uitgave ANWB, Den Haag, prijs 14,95 Honderd jaar geleden werd in Artis de Vere niging tot Behoud van Na tuurmonumenten in Neder land opgericht. Een reactie op de Amsterdamse plan nen om een vuilnisbelt te maken van het Naarder- meer. Dat werd één jaar la ter het eerste beheergebied van de vereniging. Nu zijn het er 363, goed voor 90.000 hectare natuur. Ruim 910.000 mensen zijn lid van Natuurmonumenten. W. Ka kebeeke uit Veere is dat al sinds 1927. Bijna 80 jaar steunt hij de vereniging. Hij vindt zijn zéér lange lid maatschap van de Vereni ging Natuurmonumenten niet echt bijzonder. De 93-jarige W. Kakebeeke is er ook nooit spe ciaal voor in het zonnetje gezet. „Dat hoeft niet zo. Ik heb ervan genoten en gebruik gemaakt van hun werk. Dat is genoeg." Een bestuurlijke functie bij de vereniging heeft hij nooit geam bieerd. „Ik beschouw mijzelf als behorende tot wat je in de poli tiek noemt de zwijgende of stille meerderheid." De in mei 1911 in Goes geboren landbouwkundig ingenieur in ruste (zijn vader was er direc teur van de Landbouwinter- school) verhuisde al jong naar Den Haag. Zijn belangstelling voor het buitenleven ('vooral voor de vogels') ging in de stad niet teloor. „De vakanties bracht ik altijd op boerderijen door, op het familiebedrijf in Zeeland en op een bedrijf in Friesland." In de residentie bezocht Kake beeke het Nederlands Lyceum. „Daar was een natuurlijke histo rie-club, waar ik al gauw voor zitter van werd. We gingen de natuur in, organiseerden excur sies naar buiten. Dat had heel aardig succes. Het was niet zo zeer een studieclub, meer met elkaar genieten van de natuur." Natuurlijk naar Meijendal, de befaamde Haagse waterleiding duinen. „Ik herinner me een ransuilenpaar dat daar broedde en waarvan ik enkele jaren ach ter elkaar de jongen heb zien op groeien." Standunt De band met Natuurmonumen ten is in die periode ontstaan. Het waren vooral de boeken van Jac. P. Thijsse (bekend van de Verkade-albums) die Kake beeke inspireerden. „Ik ging met een vriend naar Texel, om daar de natuur te bekijken. Mijn vader richtte mijn aan dacht op Natuurmonumenten. Hij zei: 'als je gebruik maakt van het werk van de vereniging, moet je iets terug doen, het een voudigste is lid worden en con tributie betalen'. Daar was ik het helemaal mee eens. Als je er gens gebruik van maakt en je W. Kakebeeke: „Iedere organisatie heeft steun nodig om te kunnen bestaan." voelt ervoor, dan moet je het steunen. Dat standpunt huldig ik tot op vandaag-de-dag." Glimlachend constateert Kake beeke dat een optelsom van de sinds zijn zestiende jaar afgedra gen contributie - 'en je rekent de inflatie mee'- een aardige waarde beloopt. Hij heeft er geen moeite mee. „Iedere organi satie heeft steun nodig om te kunnen bestaan." Na zijn studie aan de Landbouwhogeschool in Wageningen keerde Kakebeeke terug naar Zeeland, waar hij in 1938 directeur werd van land- bouwmaatschappij De Bathpol- ders (tot 1971). Zijn gevoelens voor de natuur zijn volgens hem niet in de knel gekomen bij het behartigen van. de agrarische belangen van het grote landbouwbedrijf. „Het conflict dat er nu wel is tussen landbouw en natuur speelde voor mij niet. In de landbouw leef je toch met de natuur." Hij erkent dat in zijn tijd de natuur bescherming nog niet zo actiege- richt was als nu. „Destijds voel de ik de noodzaak niet zo hard, maar als actie tegenwoordig no dig is, dan accepteer ik dat." Kakebeeke illustreert de andere omstandigheden met enkele voorbeelden. Plij woonde aan de boorden van de Oosterschelde. „Op de zandplaat voor het ha ventje Rattekaai lagen regelma tig zeehonden, de natuurlijke be volking. Als we gasten hadden gingen we bij opkomend water vaak naar ze kijken. Als je met een bootje uitvoer, had je altijd nieuwsgierige zeehonden om je heen. Dat hield op." Wat nu verboden is, was vroe ger normaal. Kakebeeke: „We gingen nogal eens zonnen op een zandplaat middenin de kom van de Oosterschelde. Een vriend zei: ik denk dat dit de eni ge plek is in Nederland waar je in een straal van één kilometer geen andere mensen om je heen aantreft." Met veel dadendrang zette Kake beeke zich aan het modernise ren van De Bathpolders. Hij breidde het bedrijf aanzienlijk uit met staatsgronden, voerde grondverbetering en verkavelin gen uit en zag de ruim 70 stoere Zeeuwse trekpaarden plaats ma ken voor een tiental tractoren. Na zijn afscheid verhuisde hij naar Italië, naar het Lago Mag- giore. Daar kreeg Kakebeeke de bijnaam 'loopkever' voor het or ganiseren van vele natuurwan delingen. Sinds 1997 woont hij met zijn echtgenote buiten de veste in Veere. Het is voorjaar, een nieuw tuinseizoen breekt aan. Me nigeen staat te popelen om weer aan de slag te gaan. Voortbordu ren op de bestaande tuin of - daar zijn de wintermaanden goed voor - kiezen voor een ge heel nieuwe tuin. Het inrichten van een mooie tuin is nog steeds erg trendy. Menigeen wil het be reikte resultaat niet voor zich zelf houden, maar er graag mee pronken. Steeds meer mensen stellen hun tuin open voor publiek. Het is een ware hausse. Wat zo'n kwart eeuw geleden op heel be scheiden schaal begon, is uitge groeid tot een heel eigen vorm van recreatie. Het is ook handel geworden. Was het bezoek aan vankelijk gratis, tegenwoordig moet bijna overal (flink) betaald worden om een kijkje in de tuin te mogen nemen. Vijf euro is niks bijzonders meer. Zoals er voor wandelaars en fiet sers vele routes zijn uitgestip peld, zo zijn er ook voor de tuin- liefhebbers steeds meer gidsen en andere bronnen van informa tie. Wie daar zin in heeft kan moeiteloos een vakantietocht door het hele land maken, van tuin naar tuin. Daarbij kan open tuinengids van De Tuin goede diensten vervullen. Uitge ver Bureau Case in Hoorn noemt het de meest complete gids van open tuinen en parken, met verder de tuinevenementen van dit jaar en de beste kwe kers, hoveniers en bloemenwin kels van Nederland. „Echte groenliefhebbers kunnen deze zomer niet zonder", meldt de uit gever. Op de compleetheid is wel het een en ander af te din gen. Zo zijn er in Zeeland be slist meer dan de drie in de gids genoemde hoveniersbedrijven. Maar met ruim veertig vermel dingen van open tuinen, scoort de provincie lang niet slecht. Een toenemend aantal tuineige- naren trekt gezamenlijk op en organiseert als groep open da gen. De tuinen hebben dan de zelfde openingstijden en zijn vaak bij elkaar in de buurt, zo dat het mogelijk is op een dag of weekeinde veel af te werken. Voor Zeeland worden als tuin- groepen vermeld: Bevelandse Tuinen; de Open tuinen van Tho- len; de Zeeuwse Tuinen; Tuinen aan de Kust; Tuinen in Kats en Walcherse Tuinen. Een aantal tuinen kent vaste openingstijden; ze zijn in het sei zoen een periode lang dagelijks of ieder weekeinde geopend. Voor tuinclubs geldt: een af spraak maken. In Zeeland gaat het om negen tuinen (de inmid dels gesloten Euregiotuinen in Oostburg zijn nog wel genoemd in de gids, maar die vallen uiter aard af). Handig is de van-dag-tot-dag kalender, waarin per maand is aangegeven welke tuinen er ge opend zijn. Deze kalender leert dat Zeeland op 7 en 8 mei met één tuin begint (Juust Wa'k Wou in Schoondijke), maar dan foto Dirk-Jan Gjeltema Het leven is op de terugtocht, maar Kakebeeke houdt de ont wikkelingen bij. Als recht geaard agrariër wil hij van ont- polderen niets weten. „Daar heb ik grote bezwaren tegen, gevoels matig en als landbouwman. Ik mis bij de ontwikkeling van de Westerschelde een echte lange duurvisie. Een nieuwe verdie ping is nodig voor de container vaart. De schepen worden nog steeds groter. Als je zo doorgaat kun je heel Zeeland wel ontpol- deren. Dan wordt het weer het sappige moeras dat het in de tijd van de Germanen was." Met de Italiaanse ervaringen in het achterhoofd, wil hij liever niet spreken over dé Zeeuwse natuur. „Ik hou van Zeeland, voel me Zeeuw. Maar natuur is universeel, Zeeuws of niet. In Italië genoot ik ook van de na tuur. Als je er oog voor hebt zie je overal in het landschap en de natuur wat moois." Na enig aan dringen blijkt dat er toch wel één Zeeuws gebied is dat een warm plekje in zijn hart heeft: de Rattekaai aan de Oosterschel de. Rinus Antonisse LANGS DE BOORDEN VAN DE SCHELDE De plek lijkt niet ideaal voor een rustplaats en al hele maal niet voor vogels. Toch is de laagte op hemelsbreed enkele tientallen meters afstand van de Westerscheldetunnel binnen en kele jaren een oase voor visdief- jes, sterns en tientallen andere vogelsoorten, verwacht René Wink van de Vereniging Natuur monumenten. De 35 hectare voormalig nat grasland zijn nog niet ingericht als inlaag. Kluten, tureluurs, brandganzen, bergeenden, scho leksters, kok- en zilvermeeuwen trekken zich daar niets van aan. Zij hebben het nieuwe natuurge bied al ontdekt. Veel vogels ge bruiken het hier en daar luk raak afgegraven stuk grond niet alleen als rust- en voederplaats, maar ook al als broedplek. Het weiland is bij de aanleg van de Westerscheldetunnel al voorbes temd als natuurgebiedje. De NV Westerscheldetunnel adopteer de de 35 hectare aan de Zeedijk ten westen van Ellewoutsdijk om er natuur te ontwikkelen als compensatie voor de aanvoerwe- gen van de westbuis en de af- voerwegen van de oostbuis van de tunnel. Het drassige weiland moest een stuk worden afgegraven om er net zo'n inlaag van te maken als Inlaag 1887, het natuurgebiedje tussen Fort Ellewoutsdijk en de oostkant van de tunnel. De eer ste grote happen grond zijn luk raak uitgegraven om te dienen als geluidswallen langs het Beve landse 'aan- en afvoertracé' van de tunnel: de Sloeweg. Voor een leek is het gebiedje aan de Bors- selse Zeedijk al een inlaag, maar Wink waarschuwt: „Als er verder niets gebeurt, verruigt het gehied binnen de kortste ke ren. Zeekraal, zeeaster en ande re zoutminnende planten wij ken dan voor gras en riet. En dan is de inlaag alleen nog inte ressant voor meeuwen." Op nog een kolonie, vooral, zil vermeeuwen zit Natuurmonu menten niet te wachten. De vere niging zet ambitieus in op een vluchtplaats voor vogels als sterns en visdiefjes. Als die bij hoog water niet meer op banken in de Westerschelde terecht kun nen, is de Inlaag 2005 - er is ge rede hoop dat nog dit jaar nood zakelijke werkzaamheden plaatsvinden - een prachtige uit wijkplaats. Ook in de Delta alge mener voorkomende steltlopers als kluten, tureluurs en scholek sters zijn blij met een extra on derkomen. Als het weer een beet je mee zit, krijgt de inlaag het huidige jaar 2005 als naam. De NV Westerscheldetunnel draagt het gebied direct na de werk zaamheden over aan Natuurmo numenten, bevestigt hoofd tech nisch beheer Dirk Grevink. „We hopen dat het dit jaar lukt, maar mocht het weer tegenval len of kan door een andere oor zaak niet alles gebeuren wat no dig is, dan heet het gebied straks Inlaag 2006." Het is de be doeling dat graafmachines en andere werktuigen direct na het uitvliegen van alle jonge vogels het gebiedje aan de Staartse Nol inrijden. Ze graven de inlaag een flink stuk af, zodat een groot deel van het gebied 's win ters onder water blijft staan. Een kudde schapen zorgt vervol gens van eind april tot novem ber dat de begroeiing kort blijft. Het is niet de bedoeling dat wan delaars en vogelaars gevederde vrienden persoonlijk bezoeken. „Maar zowel vanaf de Schelde- dijk als vanaf de Zeedijk is het vogelleven goed te observeren", stelt Wink. Het budget van de NV Westerscheldetunnel voor ziet in de plaatsing van een vo gelkijker en enkele informatie panelen. De borden moeten pas santen duidelijk maken wat er in het gebied te beleven is én wat er onder de grond is te vin den. Bij de zandwinning voor de dijk- lichamen langs de Sloeweg zijn namelijk bijzondere archeologi sche vondsten gedaan. Het in ventariseren van restanten van een Romeinse nederzetting en boerderijen hield de aanleg van de inlaag, die al vijf jaar gele den was voorzien, een tijdje te gen. Het uitgebreide onderzoek leidde niet tot het blootleggen van ruïnes. Grevink: „Zuurstof er bij en weg zijn de overblijfse len. Maar we kunnen wel op een informatiepaneel aangeven wat er is geweest. Het is toch prach tig dat cultuurhistorie en na tuur zo mooi samenkomen op zo'n klein stukje grond." Wink is het van harte met hem eens. De nieuwe inlaag is welis waar niet bedoeld om in rond te banjeren, maar het natuurge bied wordt wel een mooie scha kel van een ketting bezienswaar digheden, die Natuurmonumen ten binnen een paar jaar wil aan bieden. „Met het Sloebos, de nieuwe inlaag, Inlaag 1887 en Fort Ellewoutsdijk zijn vlakbij elkaar een paar parels langs de Schelde te vinden. In een fiets en wandelroute of desnoods een autotochtje zijn die beziens waardigheden prima te combine ren. Van het fort naar het bos voor een wandeling of van het bos naar het fort voor een be zichtiging. Een dijktentje of een café komen de kandidaat-recre anten onderweg nergens tegen. Maar bij Natuurmonumenten zijn ze niet wereldvreemd, blijkt als Wink aarzelend (want de plannen zijn nog niet helemaal in kannen en kruiken) laat we ten dat de vereniging de tocht aantrekkelijk wil maken. „Na tuurlijk willen veel mensen voor of na een tochtje even ergens uit blazen. Als ze daarbij de natuur- belangen niet schaden, hebben we daar niets op tegen. We ho pen binnen afzienbare tijd een klein rust- en fourageerpunt in Fort Ellewoutsdijk te kuimen inrichten." René Hoonhorst Het natuurgebiedje naast de toegangsweg tot de Westerscheldetunnel. foto Peter Nicolai

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 24