Liszt met een
literaire en
theatrale saus
Jonge heethoofden
contra regenten
Het was net alsof ik mezelf weer tegenkwam
Het Nationale Ballet
feestend op tournee
woensdag 6 april 2005
Concerten worden steeds
meer een evenement. Zelfs
een spannend geprogrammeerd
recital wordt een avontuur voor
lichaam en geest. Pianist Yoram
Ish-Hurwitz trekt door het land
met de complete serie Pelgrims
jaren van Franz Liszt, literair
en theatraal aangevuld door Ca-
rel Alphenaar en de kersverse
winnaar van de P.C. Hooftprijs,
Frédéric Bastet.
De pianist uit Heerenveen leer
de pianospelen op de Zaanse mu
ziekschool. Op het conservato
rium in Amsterdam studeerde
hij bij Danièle Dechenne en Jan
Wijn, die menig solist van naam
vormde. Ish-Hurwitz studeerde
vervolgens twee jaar in New
York aan de Juilliard School bij
György Sandor, die als zo veel
Hongaarse pianisten een artistie
ke nazaat is van Liszt. Daarna
behoorde hij tot de solistenklas
van Karl-Heinz Kammerling in
Hannover.
Sandor en Kammerling gaven
ook jarenlang masterclasses tij
dens de International Holland
Music Sessions in Bergen, een
festival waar ook Ish-Hurwitz
veel studeerde en vooral speel
de. „Ik ben erg blij dat ik daar
zoveel podiumervaring heb kun
nen opdoen, een kans die je op
het conservatorium bijna niet
krijgt. Je eerste echte recital is
daar het eindexamen. In Neder
land hebben de Holland Music
Sessions werkelijk een enorme
aanvullende taak."
Het maakte hem allemaal rijp
voor de Pelgrimsjarendrie cy
cli die drie bijzondere perioden
uit het leven van Liszt marke
ren. Wie de serie als geheel be
luistert, in de concertzaal of op
drie fraai opgenomen cd's, on
dergaat in grote lijnen zowel
diens artistieke als geestelijke
ontwikkeling en krijgt en pas
sant ook nog een stukje mee van
zijn rijke liefdesleven.
Zo ontstaat de eerste serie na
dat Liszt in Parijs een affaire
krijgt met gravin Marie
d'Agoult. Ze verlaat haar veel
oudere echtgenoot en om de
daarop volgende afkeer van de
Parijse society te ontlopen, gaan
ze in 1835 naar Zwitserland.
„Liszt is daar niet meer de lou
ter spectaculaire virtuoos, die
muziek schrijft om de show te
stelen. Ook inhoudelijk is zijn
werk de moeite waard", aldus
Ish-Hurwitz. Daar schept hij
muzikale poëzie als De Kapel
Van Willem Teil, het bekende
Au bord d'Un Source en de noc
turne De Klokken Van Geneve.
„Daar hoor je hoe natuur en la
ter ook literatuur en religie een
rol gaan spelen. Totaal nieuw
voor die tijd, waarin muziek ab
stract geacht werd te zijn, ver
verheven boven aardse zaken
als het dagelijkse leven en de na
tuur. Ook Schumann en Brahms
zullen later botsen met die opi
nie, die even voorbij ging aan
Mozart en Beethoven die ook de
natuur een rol gaven."
In het tweede jaar bezoeken ze
Italië, waar hij vooral in Floren
ce onder de indruk raakt van de
kunst uit de Renaissance en de
poëzie van Petrarca. „Liszt
schrijft dan al een soort impres-
Pelgrimsjaren
in Veere
sionistische muziek. Net als la
ter Ravel vertaalt hij de emoties
die zijn ervaringen daar losma
ken in muziek."
De derde cyclus ontstaat tussen
1867 en 1877. „Ook zijn tweede
levensgezellin is dan inmiddels
al uit beeld en zelf leidt hij een
druk internationaal bestaan na
dat hij zich tijdelijk had terugge
trokken in een klooster bij Ro
me. Intussen heeft hij dan zijn
eerdere werk al behoorlijk bijge
schaafd en gecorrigeerd. Heel
andere muziek dan de mensen
van hem kennen, zoals de
transcripties. Het is muziek die
intenser wordt naarmate je er
meer naar luistert."
In zijn laatste periode is Liszt,
die nog les had van Salieri en
Czèrny, al zo ver dat hij bijna
atonale muziek schrijft. „Wag
ner kan hem dan al niet meer
volgen. Hij vereenzaamt artis
tiek, maar zijn muziek blijft de
moeite waard. Met dit program
ma breng ik muziek voor men
sen die van Liszt houden, maar
ook voor hen die hem denken te
haten. Ik denk dat Liszt zo'n
programma verdient."
Hans Visser
Yoram Ish-Hurwitz speelt De Pel
grimsjaren, met toelichtingen van
F Bastet en Carel Alphenaar. Zon
dag 10 april Grote Kerk Veere,
14.30-15.30 (deel 1). 16.30-17.30
(deel 2), 19.30-20.30 (deel 3).
Het Nationale Ballet (HNB)
gaat in mei op tournee met
het programma Feest, waarin
het plezier van het dansen cen
traal staat. Hoogtepunt wordt
The Concert van West Side Sto-
ry-choreograaf Jerome Robbins.
The Concert, in 1956 gemaakt
voor het New York City Ballet, is
een van de weinige succesvolle
balletkomedies.
HNB presenteert in elf theaters
door het gehele land ook Pulci-
nella van artistiek directeur Ted
Brandsen, een choreografie met
commedia dell' arte-achtige ele
menten waarvoor Brandsen inspi
ratie vond in de gelijknamige sui
te van Stravinsky. De andere on
derdelen zijn Black Cak' van
Hans van Manen en de Tsjaikovs-
ki-pas de deux van George Balan-
chine. De tournee begint 3 mei in
de Stadsschouwburg Amsterdam
en eindigt op 21 mei in de Stads
schouwburg Eindhoven. GPD
De jonge Haitink, de
nieuwlichters Boulez
en Madema, grote gastdiri-
genten als Monteux, Szell,
Jochum en Ormandy: nie
mand kan zeggen dat er in
de jaren zestig bij het Con
certgebouworkest niets ge
beurde. Straatrumoer was
er ook. Mede dankzij de
Wereldomroep is die perio
de vastgelegd op veertien
cd's.
Ook de muren van het Am
sterdamse Concertgebouw
zijn niet zo dik, dat ze het ru
moer van de jaren zestig buiten
konden houden. Net als elders
in de Nederlandse samenleving
ontstonden bij het Concertge
bouworkest problemen vallend
onder het begrip gezagscrisis.
'Jonge heethoofden', zoals ze in
die tijd werden genoemd, wil
den de 'regenten' aan de Van
Baerlestraat niet langer hun
gang laten gaan.
Had Bernard Haitink weinig op
met de atonale muziek, dan
moest er maar een dirigent bij
komen die deze wél een warm
hart toedroeg. Zodat Bruno Ma
dema, zonder dat hij het zelf
wilde, de inzet werd van een
campagne, in gang gezet door
degenen die een paar jaar later
weer als 'Notenkrakers' opdo
ken. Maar de leiding van het or
kest piekerde er niet over om
Louis Andriessen, Reinbert de
Leeuw, Peter Schat en al die an
dere nieuwlichters gelijk te ge
ven en naast Haitink een tweede
dirigent aan te stellen.
Zeker niet Madema, met zijn
'wat ongedisciplineerde wijze
van leven', zoals het in deel 2
van Historie en kroniek van het
Concertgebouw en het Concert
gebouworkest heet, opgetekend
uit de mond van componist Jan
van Vlijmen.
In de cd-uitgave Anthology of
the Royal Concertgebouw Or
chestra 1960-1970 staan ze nu
broederlijk naast elkaar, de
twee die toen tegen hun wil te
gen elkaar werden uitgespeeld:
Bernard Haitink en Bruno Ma
dema. Haitink met - uiteraard -
Mahler (Zevende symfonie),
maar toch ook met Matthijs Ver
meulen en Rudolf Escher. Ma
dema met 20e-eeuwse meesters
als Varèse en Lutoslawski, maar
toch ook met Mendelssohns
Schotse symfonie. Wat blijkt?
Madema had dan wel de reputa
tie dat hij het niet altijd zo
nauw nam, die Mendelssohn-uit-
voering, meeslepend, fantasie
rijk en nog behoorlijk precies
ook, is een juweel, één van de
hoogtepunten van deze uitgave,
die veertien cd's met radio-con
certopnamen omvat. Een uitga
ve die een voortzetting is van
een monumentale, in samenwer
king met Radio Nederland We
reldomroep tot stand gekomen
reeks waarin eerder de periodes
1935-1950 en 1950-1960 een
plaats kregen.
De jaren zestig bij het Concert
gebouworkest: dat was de tijd
van de tandem Bernard Haitink
(chefdirigent) en Marius Flot
huis (artistiek leider), de eerste
- aanvankelijk jong en onerva
ren - gesteund door de tweede.
Het was ook de periode van de
grote, in veel gevallen bejaarde
gastdirigenten, onder wie Otto
Klemperer, Pierre Monteux, Ge
orge Szell, Eugen Jochum, Euge
ne Ormandy en Hans Rosbaud.
Wie er bij was, kon zich geluk
kig prijzen. Bij Monteux bijvoor
beeld, iemand die al ten tijde
van Mengelberg semi-perma-
nent in Amsterdam was en die
voor het Concertgebouworkest
van grote betekenis is geweest.
Monteux was beroemd vanwege
zijn interpretaties van het Fran
se repertoire, maar ging daar
ook een beetje onder gebukt,
April 1970. Discussie tussen leden van de Notenkrakersgroep en het Concertgebouworkest. Op de foto: Notenkraker Peter Schat (links) in gesprek
met Harry Mulisch. foto Ton Schutz/ANP
want het liefst dirigeerde hij
Beethoven, Brahms en Wagner.
En hoe. We horen hier een van
de meest stralende uitvoeringen
van Beethovens Achtste die ooit
zijn opgenomen. Ook de slotscè-
ne uit Wagners Götterdamme-
rung mag er zijn, al heeft de aan
vankelijk vals zingende Zweed
se sopraan Birgit Nilsson tijd no
dig om op temperatuur te ko
men.
Scherpslijpers
Er waren scherpslijpers die ont
zag inboezemden als George
Szell en Kirill Kondrashin, ter
wijl ook de Italiaan Carlo Ma
ria Giulini - door de Amster-
(Ford), Luigi Alva (Fenton) en
Mirella Freni (Nanetta).
Als een onzichtbare rode draad
in de activiteiten van het Con
certgebouworkest in deze perio-
-de loopt het artistiek beleid
van Marius Flothuis. Iemand in
die functie die zelf componist
is, laadt al snel de verdenking
op zich dat hij zich door zijn ei
gen smaak laat leiden. Flothuis
had zijn duidelijke voorkeuren,
zoals - alle drie hier vertegen
woordigd - Britten, Lutoslaws
ki en Henze. Maar hij was ruim
van geest en zag er bijvoor
beeld niet tegenop muziek van
Boulez te programmeren. Bou
lez als dirigent had hij al veel
De rumoerige jaren van het
Concertgebouworkest
damse musici op handen gedra
gen - geregeld terugkeerde. De
cennia lang wilde Giulini, een
begenadigd operadirigerit, niet
in theaters werken, teleurge
steld als hij was door slechte
werkomstandigheden. Hij prefe
reerde uitvoeringen van opera's
in concertvorm, zoals de fameu
ze Falstaff van het Holland Fes
tival 1963, opgenomen in het
Haagse K&W. We krijgen hiel
de complete registratie van Ver
di's laatste meesterwerk, met
solisten van wie de namen tal
rijke operaliefhebbers doen wa
tertanden, zoals Fernando Core-
na (Falstaff), Renato Capecchi
eerder ontdekt, lang voordat de
ze Fransman bij andei-e beroem
de orkesten furore maakte. De
door hem in het begin van de
jaren zestig gedirigeerde uitvoe
ringen van Stravinsky (Chant
du Rossignol) en Debussy
(Jeux) behoren tot de beste in
deze set.
Het wekt misschien verbazing,
dat voor deze uitgave werken
als Mahlers Zevende (Haitink)
en Sibelius' Tweede (Szell) wer
den gekozen. Want er is geen
enkele reden om die radio-regis
traties te prefereren boven de
in dezelfde periode door Phi
lips in Amsterdam vastgelegde
Maart 1999. Bernard Haitink viert tijdens de repetitie van het Concertge
bouworkest zijn 70e verjaardag en wordt benoemd tot eredirigent.
foto Koen Suyk/ANP
opnamen van die werken onder
dezelfde dirigenten. Ook al om
dat de Philips-opnametechniek
duidelijk beter was. Anderzijds
behoren die uitvoeringen onge
twijfeld tot de meest memorabe
le. In een overzicht als dit heb
ben ze dan ook hun plaats ten
volle verdiend.
Aad van der Ven
Anthology of the Royal Concertge
bouw Orchestra - The Radio Recor
dings 1960-1970 - RCO 05001 - 14
CD's.
Tien jaar geleden al begon Nan
cy Sinatra aan een comeback,
naar niemand die het doorhad. Met
'iank aan Morrissey en haar kin
deren gaat het er nu alsnog op lij
ken. Ze heeft een nieuwe cd en staat
16 april op festival Motel Mozai-
<|ue in Rotterdam. „Ik voel me niet
oud."
Arc you ready boots? Start wal
ing!' Gevolgd door een stel spette
nde trompetten. Geen liefhebber
fen jaren zestig-pop die dit muziek
fragment niet kent. De finale van de
fr' Iftese boots are made for wal-
gezongen door Nancy Sinatra.
Een wereldhit. Nummer 1 in Neder-
nd in 1966.
Vervolgens had ze nog twee hits een
laar later. Twee duetten waren het.
wtething stupideen samenzang
niet vader Frank, en Jackson, waarin
te werd bijgestaan door de heerlijk
Knauwende Lee Hazlewood met wie
ze lange tijd heeft samengewerkt,
"har toen was het eigenlijk alweer
Voorbij voor Nancy Sinatra. Lang
riet het talent en timing van haar va-
fei', wel zijn achternaam, die had
naar sowieso al een voorsprong gege
ven.Nancy Sinatra, ster van de jaren
zestig. Ook mooi, toch?
„Nou, ik vind dat ik ook best nu nog
wat te zeggen heb", zegt ze.„Ik voel
me in ieder geval niet oud."
Voor wie het weten wil: in juni
wordt ze 65. „Ik fitness drie keer per
dag. Hardlopen? Nee, ik heb een knie
operatie gehad." En: ze heeft een erg
aardige nieuwe cd gemaakt. Met me
dewerking van grote namen als Bo
no, Elvis Costello, Jarvis Cocker en
Morrissey, die liedjes voor haar
schreven.
„Ik heb de afgelopen tien jaar heel
hard gewerkt. Veel optredens ge
daan. Drie cd's heb ik gemaakt in
die tijd." Ai, pijnlijk. Ze moet maar
begrijpen dat die aan Nederland vol
ledig voorbij zijn gegaan. „Ja, ze heb
ben niets gedaan, ook hier in Ameri
ka niet. Ze zijn geflopt. Alleen de
fans hebben me weten te vinden, via
de website."
Het heeft haar met die platen ook
niet meegezeten. De eerste verscheen
op een klein label, dat meteen na de
release failliet ging, de tweede kwam
uit via Disney, dat niets aan promo
tie deed en nummer drie beleefde al
leen een release in Australië. „Het is
met alle respect, maar smeken om
uitgebracht te worden, daar voelde
ze zich te goed voor. „Een artiest als
ik moet dat niet doen."
Afgelopen jaren zijn oudere arties
ten als Johnny Cash en Solomon Bur
ke door fans uit de business, respec
tievelijk Rick Rubin en Joe Henry,
op sleeptouw genomen. Met nieuw
elan maakten beiden comeback-cd's
die eerder werk overtroffen. Nancy
Sinatra past in dit plaatje, al ligt het
bij haar iets genuanceerder.
Als er een fan is die haar nieuwe cd
in gang heeft gezet, is het Morrissey,
Engels fenomeen en oud-zanger van
The Smiths. Hij stuurde haar een
liedje op: Let me kiss you.,,Net op
het moment dat mijn dochter A.J.
ook een liedje voor mij had geschre
ven en ze pasten zo goed bij elkaar
dat we op het idee kwamen nog meer
vrienden te benaderen." U2-zanger
Bono bijvoorbeeld. „Ken ik al tien
jaar." Nog van het duet dat hij met
haar vader Frank had gezongen. Bo
no had ooit een lied speciaal voor 'ol'
blue eyes' geschreven, maar Sinatra
was al te zwak om het nog op te ne
men. U2 heeft het live gespeeld en
een deel van de opnamen is nu ge-
gewoon moeilijk om attentie te trek
ken", zucht ze. „Ik heb onderschat
hoe onmogelijk het is in de vluchtige
wereld van de muziek om je tien jaar
terug te trekken."
Opvoeding
Want dat deed ze, medio jaren tach
tig. Toen haar echtgenoot overleed,
besloot ze zich volledig op de opvoe
ding van de kinderen te richten. Die
waren toen 9 en 11 jaar oud. „Ik ben
Comeback van
Nancy Sinatra
er trots op dat ik die beslissing toen
heb genomen. Ik heb iets goeds ge
daan in mijn leven."
Tien jaar later echter zat niemand
nog op haar te wachten. „Ik heb hele
generaties muziekliefhebbers overge
slagen." En leuren met haar cd's,
sampled terug te vinden in Nancy's
versie van Two shots of happy, one
shot of sad.
Het is het enige jazzy stuk op de cd,
die verder de pop- en countrysfeer
ademt van haar oude hits. De ope
ningstrack zet wat dat betreft met
een de toon. Ze wordt begeleid door
Calexico. de country band die zo
veel landerige landelijkheid in de
countryrock stopt. Engelsman Jarvis
Cocker van Pulp kwam voor de opna
men naar de VS.
Bijzonder is ook haar versie van
Momma 's boy van Thurston Moore,
van Sonic Youth. „Mijn favoriete
nummer. Thurston is een uniek feno
meen. Een genie. Zo hebben ze alle
maal op hun eigen manier inbreng
gehad. Iedereen stuurde me liedjes
die ze bij mij vonden passen. Zo heb
ik weer veel over mezelf geleerd. Ie
dere muzikant schreef over een an
der deel van mijn persoonlijkheid.
Deze cd is een studie over mij. Het
was alsof ik mezelf tegenkwam."
Theo Hakkert
De cd 'Nancy Sinatrais verschenen bij So
ny BMG; optreden festival Motel Mozai-
que Rotterdam op 16 april.
Nancy Sinatra: „Ik heb iets goeds gedaan in mijn leven." foto GPD