zc
temedie tegen schildersziekte
Rust, reinheid, regelmaat
nog altijd goed voor kind
trikte afspraken
ver e-mailreeept
Artsen geven maar
met moeite ruimte
aan superzuster
7
vheugensteuntjes gebruiken in plaats van hersengymnastiek
Ouderen en verkeerde medicijnen
Aanmaak cholesterol is te remmen
Enquête over ideaal ziekenhuis
Enzym stagneert spierziekte
Tellen cellen voorkomt hartfalen
dinsdag 29 maart 2005
ilf miljoen werknemers
regelmatig blootgesteld
oplosmiddelen. Die giftige
n kunnen leiden tot geheu-
rlies, vermoeidheid en de-
iviteit, oftewel Organisch
ho Syndroom (ops). Een
■e aanpak biedt lijders aan
iiIdersziekte weer uitzicht
beter leven.
Jan Ruesink
herkent de patiënten te-
tnwoordig meestal vrij
„Een wat verdwaasde uit-
ng, een verminderd initia-
reacties en moeilijk
dingen tegelijk kunnen
Per jaar behandelt kli-
neuropsycholoog Moniek
Hout zo'n dertig mensen
ijden aan ops, een aandoe-
die veroorzaakt wordt
werken met oplosmidde-
iycholoog van het Medisch
trum Twente is lid van het
int Team Enschede, een
ie twee landelijke centra
ndere zetelt bij het Neder-
Centrum voor Beroeps-
>n in Amsterdam) die de ge-
de schilderziekte, dia-
iceren en behandelen,
louts patiënten zijn vooral
len. hebben een gemiddel-
iftijd van 46 jaar en wer-
leestal al vele jaren inten-
let producten die oplosmid-
bevatten. Haar grootste
patiënten bestaat daarom
childers, autospuiters en
iers en in mindere mate
toffeerders en laboranten,
ertig patiënten vormen ove-
maar een deel van de ne-
mensen die jaarlijks aan-
Id worden bij het Enschede-
Ivent Team (solvent bete
oplosmiddel). Want ops is
ïoeilijk vast te stellen en
;auw verward worden met
ante (hersen)aandoenin-
als dementie, het chro-
vermoeidheidssyndroom
pressie. De mensen die bij
iolvent Team komen, zijn
lal doorgestuurd door huis-
bedrijfsartsen of specia-
uit het hele land. Want
Met name schilders lijden aan de ziekte Organisch Psycho Syndroom, dat door huisartsen vaak wordt aangezien voor depressie of het chro
nisch vermoeidheidssyndroom. foto Robin Utrecht/ANP
die kunnen alleen vermoeden
dat iemand aan ops lijdt. De
ziekte kan namelijk niet worden
aangetoond via bloedonderzoek
of scans. Ops wordt uiteindelijk
vastgesteld op basis van testen
en vragenlijsten. Het is dus een
diagnose op basis van uitslui
ting van andere ziektes en
wordt vastgesteld door een team
van verschillende specialisten.
„Daar zit tegelijk het venijn in",
legt Van Hout uit. „Want veel
ops-patiënten zijn verwikkeld
in gevechten met uitkeringsin
stanties of claimprocedures met
hun oude werkgever en kunnen
soms medisch niet aantonen dat
ze een ziekte hebben. Ops is
geen erkende ziekte en maar een
klein deel van de mensen die
met oplosmiddelen werken,
krijgt de aandoening."
Een ander addertje onder het
gras is dat mensen met ops-ach-
tige klachten zich gaan gedra
gen naar hun ziektebeeld en dus
bewust of onbewust gaan onder
presteren tijdens tests. „Ze ma
ken er zich met een Jantje van
Leiden vanaf, terwijl ze hele
maal geen ops hebben." Op dit
onderpresteren is dokter Van
Hout afgelopen december gepro
moveerd aan de Rijksuniversi
teit Groningen. Volgens haar
studie is onderpresteren zelfs
een Vaak voorkomend verschijn
sel' bij patiënten die worden
aangemeld met een mogelijk
ops. Er zijn overigens wel tests
om dat onderpresteren op te spo
ren.Tegenover de onterechte ge
vallen staan de vele niet-gemel-
de gevallen. Volgens Van Hout
zijn er duizenden schilders en
stoffeerders die ondanks klach
ten gewoon met hun werk door
gaan en ops niet als zodanig her
kennen. „Ze zijn vaak vermoeid
of verstrooid, maar dat zegt ook
niet alles. En als ze al ops ver
moeden, blijven ze soms toch
doorwerken met oplosmiddel-
houdende verven of lijmen.
Want ze houden van hun werk
en vervangende middelen strij
ken vaak niet zo prettig. Dat
doorwerken is ook heel verleide
lijk, want je merkt de teruggang
soms nauwelijks. Ops is een ech
te sluipmoordenaar."
De nog doorwerkende ops-
slachtoffers zitten in fase 1 van
de aandoening. De meeste men
sen die Van Hout in haar spreek
kamer krijgt, zitten al in fase 2,
als de klachten echt ernstig zijn.
En hoewel de ziekte in die fase
al onomkeerbaar is, kan een be
handeling wel degelijk soelaas
bieden, aldus Van Hout. Bij het
Solvent Team gaat dat als volgt.
Na de doorverwijzing voert een
aantal specialisten gesprekken
met de patiënt. .Na de gesprek
ken en testen volgt een diag
nose. Het Solvent Team richt
zich daarbij op de neuropsycho-
logische klachten. Sinds kort is
bekend dat blootstelling aan op
losmiddelen ook kan leiden tot
verminderde vruchtbaarheid en
tot kinderen met soortgelijke
klachten of met een aangeboren
afwijking.
Volgens onderzoek van het Uni
versitair Medisch Centrum St.
Radboud in Nijmegen is de kans
dat schilders een kind met een
handicap krijgen zelfs vijf keer
groter dan gemiddeld. Van Hout
en haar team richten zich dus
niet op die aspecten van ops.
Behandeling
De diagnose door het Solvent
Team kan uitmonden in een be
handeling. Sinds de twee teams
in 1997 zijn opgezet, is daar veel
ervaring mee opgedaan. Daar is
nu een nieuwe aanpak uitge
rold. De ene kant daarvan is be
ter leren omgaan met de klach
ten. Van Hout: „Veel mensen
met ops werken niet meer, maar
hebben nog wel de mentaliteit
van hard werken en 's avonds
bijklussen. Ze schamen zich dat
de buurt hen nu overdag ge
woon in hun tuintje zien schoffe
len. terwijl ze in de WAO zitten.
De andere kant van de nieuwe
aanpak is wat Van Hout noemt
een 'cognitieve strategietrai
ning': „Hulpmiddelen bedenken
om het geheugen te ontlasten,
zodat je je hersens leeg houdt
voor wat er echt toe doet. Geen
hersengymnastiek, want dat
helpt niet echt, maar slimme
trucjes om beter om te gaan met
je beperkingen."
Uit het promotie-onderzoek van
Moniek van Hout blijkt dat deze
behandeling in veel gevallen
leidt tot een beter functioneren
van de patiënt, zowel sociaal als
cognitief (denken, onthouden).
GPD
PRAAG - In Nederland gebruikt ruim 13 procent van de
ouderen verkeerde medicijnen. Nederland zit hiermee op
het Europese gemiddelde. In Tsjechië, bijvoorbeeld krijgt
ruim 40 procent van de ouderen niet de meest geschikte
medicijnen, in Italië 26 procent en in Denemarken 5,8 pro
cent.
Dit concludeert D. Fialova van de Praagse Karlova-uni-
verstiteit in het medisch tijdschrift Jama op grond van
een vergelijkend onderzoek onder 2707 oudere patiënten
in acht Europese landen. GPD
DALLAS - Cholesterol Lanosterol, een tussenproduct
van het in het lichaam zelf gemaakte cholesterol, blijkt te
werken als natuurlijke 'rem' op de aanmaak van choleste
rol. Hierdoor wordt de productie van cholesterol in toom
gehouden.
Dit schrijft B. Song (Universiteit van Texas) in het vak
blad Cell Metabolism op grond van laboratoriumonder
zoek. Lanosterol-achtige stoffen kunnen daarom moge
lijk gebruikt worden als medicijn voor de behandeling
van een hoog cholesterolgehalte. GPD
DEN HAAG - Een ideaal ziekenhuis heeft personeel van
onbesproken reputatie, is in maximaal 15 minuten te be
reiken en heeft een spoedeisende hulp die altijd geopend
is.
Aldus het ideale ziekenhuis dat oprijst uit de enquête die
het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nivel,
dat 1500 huishoudens omvat, heeft gehouden naar hoe
burgers denken over het ziekenhuis. GPD
OXFORD - Door de werking van een bepaald gen (super
oxide dismutase) uit te schakelen is het mogelijk - voorals
nog bij muizen - het voortschrijden van de (dodelijke)
spierziekte ALS (amyotrofisch laterale sclerose) af te rem
men. Dit schrijven S. Ralph verbonden aan het Britse Ox
ford Biomedica en zijn Zwitserse collega-onderzoeker C.
Raoul in twee artikelen in het medisch tijdschrift Nature
Medicine op grond van proeven met muizen.
Het enzym superoxide dismutase wordt ook bij een deel
van de mensen met ALS verantwoordelijk gehouden voor
het ontstaan van de ziekte. Bij hen zou het blokkeren van
het gen dus mogelijk uitkomst kunnen bieden. GPD
MINNEAPOLIS- Simpelweg tellen van het aantal witte
bloedcellen in een bloedmonster levert (bij vrouwen
ouder dan 50 jaar) een goede voorspelling op van de kans
op (overlijden aan) hart- en vaatziekten.
Een groot aantal witte bloedcellen (meer dan 6,7 miljoen
per milliliter) gaat gepaard met een tweemaal zo hoog risi
co als een laag aantal witte bloedcellen (minder dan 4,7
miljoen per milliliter).
Dit concludeert K. Margolis van het Hennepin County Me
dical Center uit Minneapolis in het medisch tijdschrift Ar
chives of Internal Medicine op grond van een onderzoek
onder ruim 70.000 vrouwen. GPD
or Marieke van Schie
de pauze vraagt mijn as
sistente: .,Wil je even teke-
i?". Elke dag om tien uur
nken we koffie. Om kwart
er zeven gaat de praktijk
ai en ontvangt ze de pa-
aten. Ons open spreekuur
log steeds erg geliefd, re-
waarom we het niet af-
laffen. De ouders, die 's
:hts met een huilende ba-
zitten, zijn blij zonder af
raak binnen te kunnen lo-
Voor herhaalrecepten
nnen de patiënten terecht
de assistente. Zij meet de
eddruk, als alles goed is
(elt ze de herhaalrecepten,
faxt ze naar de apotheek,
vice voor de patiënt, als
bij de apotheek komt
lat alles klaar. Dat scheelt
zhttijd. Sommige recepten
nnen telefonisch of per
nail. Maar we hebben stiik-
afspraken over middelen
vallen onder de groep
apmiddelen, morfine-ach-
e pijnstillers, antidepressi-
of kalmeringsmiddelen,
patiënten wil ik zelf spre-
- Kunnen ze niet komen,
ik wel naar ze toe, of ik
Ize om te overleggen. Ik
ook alle patiënten die
e-mail gebruik maken,
ihet kennismakingsrecept
|ik uit, waar we de mail
or gebruiken. Die vervangt
t telefonisch spreekuur. Ik
I graag controleren of het
tdicatiegebruik klopt,
ar is de automatisering
geschikt voor.
t leidt soms tot irritaties,
'ook bij mevrouw Lodder,
telkens telefonisch of per
nail slaapmedicijnen pro-
erde los te krijgen, Na een
ade tegen mijn assistente
fcg ik haar aan de lijn. Ik
.Mevrouw Lodder, mag
neven onderbreken. Slaap
celen geven we nooit
ronisch, en ook kalmeren-
tabletten zoals lorazepam
oxazepam kunnen we niet
fonisch voorschrijven,
igik u uitnodigen voor het
feekuur?" Ik hoorde aan de
jfere kant het zuchten en
nnen. „U bent mijn vader
zei mevrouw Lodder,
heb die pillen nodig, dus
*nou niet zo moeilijk!
kze pillen werken versla
vend. Is het toch een idee er
een keer wat langer over te
praten?" Met hangen en wur
gen lukte het me een af
spraak met haar te maken.
Mevrouw ontving me in och
tendjas. „Zo, u komt me con
troleren", opende ze het of
fensief. „Eerst wil ik even rus
tig met u praten. Hoe gaat
het met u?", antwoordde ik.
„Uitgesproken rot", zei ze,
terwijl ze een trek van haar
sigaret nam. „Ik heb al jaren
pijn, codeïne helpt nog het
beste, maar dat wilt u ook al
niet geven. De oxazepam heb
ik nodig tegen de pijn, en de
diazepam tegen de spierpijn.
Van een weekendarts heb ik
lorazepam gekregen, dat
hielp wel. Dus ik stel u voor
maandrecepten te maken met
een herhaling, want die pijn
in mijn rug kan u toch niet
oplossen." Een verhaal zon
der pauzes. Ze wist wat ze
wil, en ik zat met haar in een
impasse. In de afgelopen
maanden heb ik de pijnpoli
al ingeschakeld, een neuro
loog en een reumatoloog heb
ben haar onderzocht, maar
het komt erop neer, dat me
vrouw Lodder verslaafd is.
En met verslaafde mensen
valt niet in redelijkheid te
praten. We kwamen dus niet
tot een oplossing. In boosheid
nam ze afscheid en vroeg
haar dossier op. „Ik haal
mijn pillen wel via internet,
of via het buitenland. Als ik
betaal krijg ik ze wel!Dat
kan, maar het is niet in het
belang van de patiënt. Het
zou mijns inziens verboden
moeten zijn aan patiënten,
die je niet persoonlijk kent,
verslavende medicatie per
e-mail voor te schrijven!
Marieke van Schie
is huisarts.
Huilbaby's huilen omdat er span
ningen zijn in het gezin en anti
depressiva helpen niet bij jonge
kinderen. Bijna wekelijks ko
men nieuwe feiten aan het licht
over kinderen en opvoeden. Aan
die over elkaar heen buitelende
onderzoeken is voor ouders geen
touw meer vast te knopen. Voor
al over de eerste levensjaren be
staan volgens ontwikkelingspsy
choloog Ewald Vervaet veel mis
verstanden.
door Lo van der Wal
Maja's ouders houden erg
van vakantie en reizen.
Daarom willen ze hun kind ook
eens een weekje in een andere
omgeving laten zijn. Als Maja
negen maanden is, gaat ze voor
het eerst logeren bij opa en
oma. Lijkt u dat een goed idee?
De studentes hebben het er
moeilijk mee. In groepjes van
twee buigen ze zich over het
vraagstuk. Ze willen later de
kinderopvang in en daar kom je
dit soort situaties tegen. Dus
wat zouden ze tegen ouders zeg
gen die hen om raad vragen?
„Gewoon doen", vinden sommi
gen. „Voor ieder kind is het eens
de eerste keer. En zo'n weekje lo
geren op een vertrouwd adres,
bij opa en oma, dat maakt niet
zoveel uit." Anderen zijn voor
zichtiger. „Een baby van negen
maanden moet je niet uit haar
vaste patroon halen. Dat tast
haar gevoel van veiligheid aan."
De 'voorzichtige' studentes zit
ten op de lijn van dr. Ewald Ver
vaet, die een gastcollege geeft
over ukkepukken, dreumesen en
baby's. De Amsterdamse ontwik
kelingspsycholoog heeft zich ge
specialiseerd in de eerste levens
jaren van een kind. Vervaet:
„Een baby van negen maanden
let nog niet op z'n omgeving. Zij
gaat heel erg af op geur. Op
melkresten van moeder bijvoor
beeld. Als je Maja een weekje
parkeert, ook al is het bij opa en
oma, raakt ze uit haar doen. Ze
voelt zich niet veilig en daar
door kan ze in haar ontwikke
ling stagneren." Overigens, laat
Vervaet weten, zijn heel jonge
kinderen flexibel. Ze hebben
zo'n kort geheugen dat het ook
voor kinderen die het tijdens
Ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet: „De drie R's voor kinderen moeten nog steeds met hoofdlet
ters te worden geschreven." foto: Geert Snoeijer/GPD
zo'n weekje logeren voor de kie
zen hebben gehad wel weer
goed komt.
Regelmaat
Vervaet: „Vooral jonge ouders
zijn bang dat ze iets verkeerds
doen, dat tot een trauma zou
kunnen leiden." Rust, Reinheid
en Regelmaat. Hele generaties
zijn groot geworden met deze al
oude consultatiebureauwijs
heid. Ook al komen steeds nieu
we fêiten aan het licht over kin
deren en opvoeding, wat Ver
vaet betreft dienen de drie R's
nog steeds met hoofdletters te
worden geschreven. Vooral in
deze prikkelrijke tijd.
De vakantievierende ouders van
Maja bijvoorbeeld zondigen te
gen de R van regelmaat, al moet
regelmaat volgens Vervaet niet
worden verward met eenkennig
heid. „Regelmaat hoeft niet te
zijn gebonden aan één persoon.
Regelmaat kan ook zijn: 's mor
gens bij de moeder en 's mid
dags in het kinderdagverblijf.
Regelmaat is vastigheid." Regel
maat heeft weer alles te maken
met hechting, volgens Vervaet
de allerbelangrijkste voorwaar
de in de ontwikkeling tot mens.
„Een kind dat huilt omdat het
honger heeft, moet er vertrou
wen in hebben dat het inder
daad strakjes te eten krijgt als
zijn papa zegt 'strakjes'." Hech
ting ligt op het terrein van op
voeden. In termen van ontwikke
lingspsychologie betekent hech
ting: er wordt rekening met mij
gehouden. Vervaet wijst erop
dat ook over hechting misver
standen bestaan. Ouders van
kinderen die meteen bij vreem
den op schoot gaan zitten krij
gen vaak complimenten, omdat
hun kinderen zich zo vrij gedra
gen.
Maar deze 'allemansvrienden'
hebben juist een gebrek aan
hechting. Ze zoeken hun veilig
heid bij iemand anders. Goed ge
hechte kinderen blijven, zeker
de eerste minuten, op afstand.
Ze kijken de kat uit de boom.
„Afhankelijk van het gegeven of
ze een onderzoekende aard heb
ben of introvert zijn, zoeken ze
daarna contact met de vreem
den." Vervaet stelt in zijn in
2002 verschenen boek 'Groeien-
derwijs' vast dat een kind als
het tussen de acht en twaalf
maanden oud is allerlei vormen
ontdekt van regelmaat in z'n di
recte omgeving. Mede daardoor
gaat het zich hechten aan z'n
ouders en aan andere mensen
met wie het geregeld te maken
heeft. Dat besef van regelmaat
heeft als bij-effect dat het kind,
in staat is tot humor.
Humor, zegt Vervaet in zijn
boek, is immers gebaseerd op
lichte afwijkingen van regel
maat. Tussen de nul en de drie
jaar maakt een kind volgens de
ontwikkelingspsycholoog in to
taal tien psychologische ontwik
kelingsfases door, elk met z'n ei
gen specifieke kenmerken. Op
voeden, zegt hij, is alleen zinvol
als het aansluit bij de fase waar
in het kind verkeert.
Vervaets basisregel ten aanzien
van het opvoeden luidt dan ook:
aansluiten bij wat het kind kan.
Op die manier wordt niet alleen
de hechting maar ook het zelf
vertrouwen van het kind ver
sterkt. Opvoeden is kortom niet
te veel te snel willen, maar tem
poriseren. GPD
Vanwege het artsentekort
wordt de rol van verpleegkun
digen en doktersassistenten
in de zorg steeds belangrijker.
Zij zijn vaak zo ervaren en
goed opgeleid dat ze veel me
dische taken prima zelfstan
dig aan kunnen. De artsen
blijken echter maar met moei
te een deel van hun domein-
prijs te geven.
door Arend van Wijngaarden
De 'superzuster' doet nut
tig werk, maar het art
sentekort wordt er niet mee
opgelost. Bovendien worstelt
de 'nurse practitioner' met
haar positie, zo'n beetje bun
gelend tussen de verpleegkun
digen en de artsen; Dat blijkt
uit onderzoek van Petrie
Roodbol, die daarop binnen
kort hoopt te promoveren
aan de Rijksuniversiteit Gro
ningen.
De 'nurse practitioner' is een
extra opgeleide verpleegkun
dige die allerlei medische ta
ken van artsen overneemt.
Acht jaar geleden werden in
het Universitair Medisch Cen
trum Groningen, de eerste
nurse practitioners aange
steld en daarna kwamen ze
overal in Nederland in de mo
de. Inmiddels werken er 220
van deze superzusters in de
Nederlandse ziekenhuizen en
zijn er 250 in opleiding.
De overheid maakte geld vrij
voor de opleiding van super
zuster om het artsentekort te
bestrijden. Maar dat geld
komt niet op. In praktijk wor
den nurse practitioners aange
steld om de verpleegkundigen
meer carrièreperspectief te ge
ven. „Ze nemen de artsen wel
veel werk uit handen maar
dan moet je afspraken maken
over wat die artsen dan doen
met hun vrijgekomen tijd. En
dat gebeurt dus niet", consta
teert Roodbol.
De artsen blijven zich, in de
woorden van Roodbol, eige
naar voelen van hun eigen
werk. En aan de andere kant
hebben verpleegkundigen het
vaak ook moeilijk met de nur
se practitioners. „Daar wer
ken sommige nurse practitio
ners ook aan mee door met
een als ze hun nieuwe baan
hebben een dokters jas te
gaan dragen in plaats van een
verplegersuniform.
De beroepsgroepen van art
sen en verpleegkundigen zijn
de laatste jaren volgens Rood
bol erg uit elkaar aan het
groeien. Daar komt nu een
derde groep, de superzusters,
tussen. „Ze zouden een brug
moeten kunnen slaan tussen
de twee groepen maar dat ge
beurt nog niet."
De 47-jarige Evert Jan Pruim
was acht jaar geleden een van
de eerste 'nurse practitioners'
die begonnen in het Groning
se Universitair Medisch Cenb-
trum. Hij heeft er geen spijt
van. „Ik was hoofdverpleeg
kundige en ik kreeg hiermee
de kans weer aan het bed met
de patiënten bezig te gaan.
Dat bevalt erg goed."
Pruim doet de pre-operatieve
screening, onderzoek op pa
tiënten die geopereerd moe
ten worden, en werkt in de
acute-pijnservice.
Daarbij verricht hij allerlei
handelingen die voorheen al
leen artsen mochten doen. Zo
als lichamelijk onderzoek,
het toedienen van medicijnen
en het voeren van anamnese-
gesprekken.
Nooit klachten
Van patiënten heeft hij nog
nooit klachten gekregen dat
ze liever een echte arts aan
hun bed hebben. „Patiënten
willen gewoon iemand die ver
stand van zaken heeft en hen
goed kan helpen."
De problemen die in het on
derzoek van Roodbol naar vo
ren komen, herkent hij wel.
„Je hoort niet bij de verpleeg
kundigen maar ook niet bij
de artsen. De rol is niet altijd
duidelijk, je bent geen mini-
dokter maar ik vind de term
superzuster ook onterecht."
Dat artsen het soms moeilijk
vinden taken uit handen te ge
ven, heeft hij ook wel meege
maakt. „Vooral de artsassis
tenten hebben wel eens moei
te om een deel van hun ter
rein prijs te geven." GPD