Glastuinbouw is een mooie teelt
Hier moet toch het knuppelpad liggen?
weerwoord
namen
NAAR BUITEN
Ktie bijlagen: 0113-315680
(.pzc.nl
uUredactie pzc.nl
pus 31,4460 AA Goes
0tentie-exploitatie:
jj-en Midden-Zeeland: 0113-315520;
^-Vlaanderen: 0114-372770;
tnaal: 020-4562500.
isdag 29 maart 2005
it
Droge maart,
natte april,
koele mei,
vullen de schuur
en de kelder
erbij
dfl/u
Op wasdag wil Willem
Wisse weieens weg
gaan. Naar zijn neef die
ook Wisse heet, maar dan
van voren. Van achteren
heet die Maandag. Ze zijn
er eens mee weg.
Zo'n duizend Wisse-fami-
lies - families! zijn er on
der ons. De helft is Zeeuws,
veel op de Bevelanden en
Walcheren. In Vlaanderen
leven er meer dan vijftig,
minder dan honderd, gecon
centreerd in de regio Brug
ge-
Ze hebben het met hun
naam niet altijd gemakke
lijk, de Wisses. In hun
jeugd krijgen ze dingen te
horen als: die van wisse,
kan nie pisse, kan nie kak-
ke, want het broekje kan
nie zakke. Ach, zo komen
de trauma's en ze gaan
nooit meer weg.
Zoals zoveel familienamen
is Wisse in oorsprong een
voornaam: Wizzo, een ver
kleinwoord van een Ger
maanse voornaam Wido. Er
zijn ook andere familiena
men daarvan afgeleid, zo
als Wisselet.
Bij sommige achternamen
kan er een dubbele oor
sprong zijn. Zo heet in de
Middeleeuwen en nog in
Vlaamse dialecten een wil
getwijg een wisse. Het zou
daarom in sommige wis-
se-families een beroepsbij
naam van de mandenvlech-
ter of de handelaar in
brandhout kunnen zijn.
Willem Wisse en Wisse
Maandag zouden misschien
wel groös wezen als ze wis
ten dat de oudste vermel
dingen van Wisse-namen in
Midden-Zeeland gevonden
zijn. In de 12e eeuw. Helaas
ze hebben het druk met an
dere dingen.
Zo moet op vrijdag neef
Wisse altijd naar Willem
Wisse. Dan is de zorgjuf-
frouw er en wordt het huis
gedaan. Hoe die zorgster
heet heeft ze niet gezegd.
Toen ze kwam, zei ze alleen
d'r voornaam en die is Wis
se Maandag nog dezelfde
vrijdag vergeten.
Lo van Driel
Hoera, het is lente. Overal
barst het nieuwe leven uit
de knoppen, hier nog pril en in
getogen frisgroen, daar uitbun
dig en kleurrijk. Westduin en
Nollebos in Vlissingen ontwa
ken uit de winterslaap.
Vanaf het parkeerterrein bij het
Nollebos, onder de boulevard,
zijn twee wandelingen uitgezet.
Eén met rode paaltjes, kort gele
den opnieuw beschilderd en
voorzien van nummers 1 tot en
met 25, van twee kilometer, on
geveer een half uur lopen. Die
gaat bij het parkeerterrein on
middellijk het bos in, links af.
De witte route is vier kilometer,
duurt een uur en een kwartier
en gaat eerst terug, de boule
vard op en dan onmiddellijk
rechtsaf, via het wandelpad bo
ven op de Nolledijk.
Op de Nolledijk heb je een fraai
uitzicht op het Nollebos aan je
rechterhand. Links zien we de
typische duinvegetatie. De bo
men zijn hier nog kaal, met een
grillig netwerk van takken.
Stuifzand bedekt het pad. De
rottende vleugel van een ekster
ligt er half onder bedolven.
We naderen een dijkgedeelte.
Links ligt het strand waar nu
nog de honden mogen dollen,
rennen, spelen en elkaar besnuf
felen. Rechts kijken wij neer op
een Scandinavisch aandoend
landschap met waterpartijen.
Meerkoeten en eendjes drijven
in het water. Over het gras van
de dijk lopend, kom je bij een
kunstwerk van brons, als twee
uiteengescheurde brokstukken.
Dit monument is vervaardigd
door Mari Boeyen, op initiatief
van de stichting Monumenten
Walcheren '40-'45 en onthuld
door de heer W. Aarnoutse, op
4 oktober 1990. Hiermee wordt
het bombardement van de Nolle
dijk op 7 oktober 1944 door de
geallieerden herdacht. Bij dat
bombardement werd Walche
ren geïnundeerd en later be
vrijd. Als gevolg van de dijk
doorbraak ontstonden er kreek
jes, die de basis vormden voor
de nu nog aanwezige waterpar
tijen. Vervolgens is het Nolle
bos aangelegd. Het aansluiten
de Westduin dateert nog maar
van begin jaren tachtig.
We lopen rechtdoor over de dijk
en nemen bij de Zwanenburgse-
weg de trap van de duinover
gang naar beneden. Onmiddel
lijk aan de rechterkant bij de
tennisbaan vind je de grens
paal, de grensscheiding der stad
Vlissingen, zoals er in staat ge
grift. We volgen het pad naar
links. Hier is stevig gekapt en
gerooid. Houtsnippers liggen
verspreid als bodembedekking.
Rechts staat jonge aanplant, po
vere struiken en boompjes die
geen kans lijken te maken.
We passeren één van de vele
houten bruggetjes. Honden
zwemmen in de vijver, proberen
met hun snuit een balletje op de
kant te duwen. Na een volgend
bruggetje gaan wij linksaf langs
een smalle vaart. We betreden
een drassig gebied. Het water
staat boven de grond. Aan de
rechterkant ligt een primitief
weidegebied. Bomen worden
met afrastering beschermd te
gen schurkende koeien of knab
belend wild. Een konijn hup
pelt van ons weg.
Links ligt het moeras met wui
vend riet, niet in een kraag zo
als langs de vijvers, maar als
een dikke plaid van pluimen.
Hier moet toch het zogenaamde
knuppelpad liggen? Het is inder
tijd aangelegd om het moeras te
kunnen betreden zonder mod-
derschoenen op te lopen. Bij het
stijgen van het waterpeil, kwam
ook het pad van balkjes om
hoog. Het pad is echter nergens
te bekennen. We zoeken de hele
omgeving af. Dan uiteindelijk
ontdekken we twee witte paal-
jes dicht bijeen. Daartussen
blijkt een met gras begroeid op
gehoogd pad te liggen, eigenlijk
niet als zodanig herkenbaar.
Als een dijkje slingert het zich
tussen het riet door. Van een
knuppelpad is geen sprake
meer. Navraag bij de gemeente
leert, dat de knuppels ongeveer
drie jaar geleden zijn opge
ruimd. De balkjes vertoonden
steeds meer slijtage door verrot
ting. Het dijkje is aangelegd ter
vervanging van het knuppel
pad.
We gaan weer over een brug en
komen bij de trimbaan uit. Di
verse toestellen nodigen uit tot
lichaamsoefeningen, variërend
van slingeren en rekken, sprin
gen en strekken.
We naderen de kanovijver en
slaan rechtsaf. De bodem is be
dekt met vergeet-me-nietjes en
paarse klokjes. Overal staan
bosjes hyacinten. Aan de linker
hand ligt een bunker, groten
deels verstopt onder het zand.
Spelende kinderen kunnen er
op komen, mede dankzij enkele
ijzeren grepen in het beton. Een
groot deel van het complex is
uit baksteen opgetrokken. Een
ingang is nergens te bekennen.
Verderop ligt een trapje naar
een speelveldje. We steken het
fietspad over. Rechts liggen de
duinen waarover de wandeling
begon. De rode paaltjes vol
gend, keren we terug bij de par
keerplaats.
Hans Tabbers
Rondje door Nollebos en West
duin bij Vlissingen, ca. 4 km.
In vergelijking met de gla
zen stad in het Westland
is het meer een buurtschap.
Maar de groei naar een gla
zen dorp zit er zeker in.
Overal op het kassencom
plex in de Eerste Bathpol-
der boven Rilland klinkt
het lied van de arbeid. Nieu
we kassen schieten als pad
destoelen uit de grond; in
middels is een kleine hon
derd hectare beglaasd. In
het kader van de jaarlijkse
manifestatie Kom in de kas
presenteren zes telers zich
zaterdag 2 april aan het pu
bliek.
Corrie en Gerrit Visbeek stre
ken in 1998 vanuit het West-
land neer in de Eerste Bathpol-
der. Ze bouwden er een groot
kassencomplex van maar liefst
elf hectare voor de zogenaamde
'koude teelt' van veldsla. Die
gaat onder de handelsnaam Ger-
co de deur uit; naar de veiling
en supermarkten, tot ver in het
buitenland. Jaarlijks halen ze
circa zes rondes van de grond,
goed voor een productie van 60
tot 70 hectare veldsla.
foto's Dirk-Jan Gjeltema
die, via een railsysteem, boven
de bedden glijdt. De medewer
kers (vier tot acht, vooral Polen)
liggen op een matras. Chemi
sche onkruidbestrijding is uit
den boze.
Wel is er enige lichte bemesting.
Die wordt meegegeven tijdens
gietbeurten. Wekelijks worden
monsters genomen, aan de hand
waarvan de dosering wordt be
paald. „Het wordt precies afge
past gegeven. We willen uitspoe
ling voorkomen en het milieu zo
weinig mogelijk belasten", al
dus Gerrit. Naast de kassen ligt
een groot bassin (35.000 kubie
ke meter) voor opvang van re
genwater. Na speciale zuivering
gaat dat de kassen in. Voor het
geval het bassin leeg is (nog
nooit voorgekomen) kan de land-
bouwwaterleiding van nutsbe
drijf Delta worden gebruikt.
De Visbeeks doen voor het eerst
mee aan Kom in de kas. Ze vin
den het belangrijk meer bekend
heid te geven aan hun activitei
ten, vooral voor de mensen uit
de omgeving. „Meer inzicht en
begrip kweken. Onbekend
maakt onbemind. Mensen weten
niet dat wij het zo natuurge
trouw mogelijk doen."
Rinus Antonisse
Kom in de kas: Zes telers in de
Eerste Bathpolder bij Rilland
presenteren zich op zaterdag
2 april van 13.00-17.00 uur. Bij
vier bedrijven (waaronder dat
van de Visbeeks) is bezichtiging
mogelijk.
Als zoon van een Friese akker
bouwer werd Gerrit Visbeek
aangetrokken door de tuin
bouw. Hij vindt het een mooie
teelt. Zo belandde hij in het
Westland, nog altijd hét cen
trum van de teelt onder glas.
Daar vormde hij met tuinders
dochter Corrie een bedrijf, waar
ze behalve veldsla onder meer
radijs teelden. Dat gebeurde op
negen tot elf locaties, in naar
verhouding kleine kassen en dus
niet echt doelmatig.
Die versnippering is te verkla
ren door het ontstaan van het
Westland, legt Corrie uit. De
veelal kleine bedrijven breidden
regelmatig uit en dat kon vaak
niet naast het bestaande bedrijf.
Het is nog wel een beetje zo. „In
het Westland praten ze nog over
vierkante meters, hier in de
Bathpolder gaat het over hecta
res", vertelt Corrie. Omdat ze
vergaand wilden automatiseren,
zochten de Visbeeks naar één
groot gebied. Via een makelaar
werden ze gewezen op de moge
lijkheden in Zeeland.
„Eén blok van totaal zo'n vijf
tien hectare, met lichte grond,
waar ook glas mag komen - dat
is zeldzaam in Nederland", zegt
Gerrit. Hij is tevreden met de
nieuwe stek. De polders en dij
ken doen hem denken aan Fries
land, al heten de schorren daar
Op het bedrijf van Corrie en Gerrit Visbeek in de Eerste Bathpolder bij Rilland wordt veldsla gekweekt.
kwelders. Voor Corrie was de
verhuizing naar Zeeland even
wennen. „Je had in het begin
het gevoel van: we zitten in the
middle of nowhere. In het West
land kon ik veel op de fiets
doen, hier heb je echt een auto
nodig."
De Visbeeks zijn echte grondte-
lers. Anderen gebruiken voor
het opkweken van de producten
vaak substraat (steenwol). Het
gaat om een koude teelt. Dit
heet zo omdat een minimum aan
energie (gas) wordt gebruikt.
„De stookkosten zijn bij ons
heel laag in vergelijking met an
dere teelten", betoogt Gerrit.
„We hebben zogenaamde hijs
verwarming, we brengen de
warmte bij de plant."
Zo zuinig mogelijk omspringen
met energie betekent aanzien
lijk minder kosten. Gerrit voor
spelt dat die energiekosten
straks een obstakel vormen voor
de ontwikkeling van de tuin
bouw. „Hoge olieprijzen beteke
nen ook hoge gasprijzen. We be
talen al bijna de dubbele prijs
van enkele jaren geleden. Er wij
ken ook al tuinders uit naar war
me landen." De kassen zijn goed
geïsoleerd. Een scherminstalla-
tie dekt wanden en dek af. De
kou blijft buiten, de warmte bin
nen.
Mede vanwege de energiekosten
zijn de Visbeeks gestopt met de
teelt van radijs. Daarvoor is
driemaal zoveel energie nodig
als voor veldsla. Gerrit: „Met ra
dijs is geen droog brood te ver
dienen. De jongere generatie eet
Het kassencomplex van Visbeek is elf hectare groot en levert circa zes oogsten veldsla per jaar.
geen radijs meer. Het areaal is
met vijftig procent ingekrom
pen. De afzet zit ook meer in het
Westland." Dus is het nu alleen
veldsla (overigens geen familie
van de sla). Met hun elf hectare
zijn ze de grootste producent in
Nederland.
„Het is een sterke kant wanneer
je je kunt specialiseren met je
gewas. Je kunt beter inspelen op
de wensen van de klanten, je
hoeft nooit 'nee' te verkopen en
je kunt zorgen voor een gelijk
waardige kwaliteit - dat is ook
erg belangrijk", stelt Gerrit. In
spelen op wensen betekent on
der meer leveren in verschillen
de verpakkingen: kisten, dozen,
zakjes. Als de klant een verpak
king van 100 gram wenst, of een
van 125 gram, dan wordt daar
voor gezorgd. Het verzendklaar
maken, gebeurt in het bedrijf
zelf.
Veldsla telen is geen erg inge
wikkelde bezigheid. Het wordt
gezaaid en in de zomer is het in
vijf weken oogstrijp ('s winters
in twaalf weken). Wel moet re
gelmatig onkruid worden verwij
derd. Dat gebeurt met de hand;
er is een machines ontwikkeld