Turnen raak je nooit beu Even in de huid van Jos Verstappen PZC Bijzonder muisje wordt verliefd op mooie prinses 3 GEBOEKT zaterdag 26 maart 2005 illustraties Philip Hopman Het was de muziek die Des- pereaux Tilling overmoe dig maakte. En om de liefde dat hij het laatste grote, eeuwenou de muizengebod overtrad. Wie kan weerstand bieden aan 2en boek met de titel Despe- reaux, of het verhaal van een muis, een prinses, een schoteltje loep en een klosje garen'Hele- naai geen twijfel kennen lezers I die zich bij de naam van de - schrijfster Kate DiCamillo het plezier herinneren dat ze beleef den aan haar eerste boek 'De zo mer van Winn-Dixie' over een •meisje dat een zwerfhond leert kennen die iets kan wat geen en kele andere hond kan. Of aan tiaar tweede 'Op de rug van de tijger' dat vertelt over de vriend schap tussen twee kinderen en aen groot, gevaarlijk geheim. Als je die boeken niet gelezen hebt? Waag dan gerust een gok je. Het sprookjesachtige verhaal zal je niet teleurstellen. Geen begrip Despereaux is het jongste en laatste kind van Lester en Antoi nette Tilling. Zijn moeder vindt bevallen (en alles wat eraan voorafgaat) geploeter en niet goed voor haar uiterlijk. Ook voor de reactie van zijn vader valt geen begrip op te brengen: 'Er is iets loos met hem. Laat hem maar. Hij zal het niet lang maken. Met die wijdopen ogen kan hij toch niet blijven le ven.' Maar Despereaux blijft wél le ven. Tot verbazing van iedereen en misschien ook wel van jou, want: 'Hij was bespottelijk klein. Zijn oren waren onfat soenlijk groot. Hij was geboren met open ogen. Hij moest zo vaak hoesten en niesen dat hij altijd een zakdoek in zijn pootje had. Hij had om de haverWap koorts. Hij viel flauw bij het minste of geringste lawaai.' Kruimeltjesjacht Nog duidelijker wordt het dat Despereaux anders is wanneer zijn grotere broers en zusjes hem proberen te leren hoe hij een muis moet zijn. Veel eer valt daar door hen niet aan te beha len. Voor de kruimeltjesjacht heeft hij geen belangstelling, de fijne kneepjes van het pa pier knabbelen interesseren hem niet en als zijn broer Furlough hem op een dag wil laten zien hoe hij moet rennen ('Heen en weer, en al door omkij ken, eerst rechts, dan links. En nooit stilstaan.') luistert hij niet. Er lopen in kinderboeken heel wat muizen rond: Geronimo Stil ton van dagblad De Wakkere Muis, Minetje Miezemuis, Dok ter De Soto, Ieniemienie, Inspek- teur Kaasjager, Quasi Muis, Her- mux Tantarnoq en Linka Perflinger, Freek de Eekmuis, De Trippeltjes, Tissie van Bram- mert, Stuart Little of Tom Trik- kelbout... maar geen van hen is sympathieker, weerlozer, nieti ger dan Despereaux, die - zou je kunnen zeggen - onschuldig is als een kind. Niet één ook is zo bijzonder. Hij heeft oog voor de schoonheid van het zonlicht dat door gebrandschilderde ramen naar binnen stroomt, hij kan le zen en hij hoort wat niemand an ders hoort. Geluid Op één van die dagen dat Despe reaux weer eens in een enorm dik boek het verhaal leest van een mooie prinses en de dappere ridder die haar diende en vereer de, ontdekt hij wat het honing zoete geluid is dat uit een van - de vertrekken van het kasteel komt: 'Hij stak zijn linkeroor uit het hol in de muur, om de muziek beter te horen, en toen stak hij zijn rechteroor ook naar buiten, om nóg beter te horen. En het duurde niet lang of na zijn kop kwam een pootje, en toen nog een pootje, en toen, zon der dat Despereaux er zelf op be dacht was, verscheen hij van top tot teen, om maar dichter bij de muziek te zijn.' Eigenlijk zou dit alles voldoen de moeten zijn om gretig aan het met de 'Newbery Medal (Amerikaanse Gouden Griffel) bekroonde boek te beginnen. Of moet je toch ook nog iets weten over wat hartverwarmend is en onvermijdbaar was? Over de lief de dus van 'een ondermaatse zie kelijke muis met veel te grote oren' (het zijn de woorden van Kate DiCamillo) voor de 'mooie mensenprinses die Erwt heet': 'Ja, het is belachelijk. Natuur lijk is het belachelijk. Liefde is belachelijk. Maar liefde is ook heerlijk. En krachtig. En Despe reaux' liefde voor prinses Erwt was alle drie, zoals later zou blij ken: krachtig en heerlijk en bela chelijk.' Wil je ook nog antwoord op de vraag of ze nog lang en gelukkig leefden? Kom! Laat je liever verrassen. Dan lees je ook over verraad en over de wrede Chiaroscuro en over Zeugje Modder, over... nou ja, dat geloof je toch niet. Jan Smeekens Kate DiCamillo: Despereaux - Que- rido, 184 pag., €13,50. Soms kan Melissa Scher- penisse (9) het niet la ten. Bankstel en eettafel gaan dan aan de kant om ruimte te maken voor een kleine 'huiskamertraining': een radslag richting keuken of een handstand tegen de kamerdeur. De energie moet eruit, als lava uit een vulkaan. Opmerkelijk, want wie het trainingsschema van de turnster uit Sint-An- naland onder ogen krijgt, begrijpt niet, dat er na 25(!) uur training per week nog energie over is. Willen is Kunnen is het de vies van Melissa. Bij de gelijknamige turnvereniging uit Sint-Annaland, legde zij als driejarige peuter de basis voor haar huidige prestaties. Inmid dels traint ze bij Tumcombina- tie Zuid-West-Nederland en maakt deel van het zogenaamde topsportproject. Melissa: „Via dit project krijg ik de kans om nationaal op topniveau te gaan turnen. Dat betekent veel, heel veel trainingsuren maken. Veel reizen ook, want per week ben ik ook nog eens tien uur reistijd kwijt naar sporthal De drie Lin den in Prinsenbeek. Maar ik heb het er graag voor over. Saai? Nee, echt niet. Turnen raak je nooit beu. We hebben een hele leuke groep meiden en een toffe trainer. Die zit ons flink achter de vodden, maar het is wel een toptrainer. De beste van Neder land. Moest ik van hem zeggen, anders werd ik uit de selectie ge gooid. Geintje hoor, Harry Sta pel is echt toppie. Ik heb al ont zettend veel van hem geleerd. Of-ie het zelf voordoet? Nee, dat niet maar hij kan het wel goed overbrengen." Het lichtvoetige turn talent is be zig met een opmerkelijke op mars binnen de turnwereld. Tij dens het Nederlands kampioen schap in 2004 behaalde zeeen twaalfde plaats en in januari pakte ze - met 34.825 punten - in Woerden tijdens de Bosari Cup een gouden plak in de cate gorie topsport. Sterke onderde len van Melissa: haar sprongoe- feningen en de balk. „Je evenwicht bewaren is moei lijk. Boogje-boogje voorover, een salto achterover, een hand stand, het moet allemaal op een balk van negen centimeter breed. De kans dat je uit balans raakt, is dan groot. Ik ben nu be zig een flikflaksalto te oefenen. Heb ik nog niet helemaal onder controle, maar dat komt wel." Ook aan de brug ongelijk scoort Melissa opvallend hoog. Een 'reus' voorover, een los-om hand stand, een kip-handstand. Vi deobeelden van de wedstrijd in Woerden bewijzen haar talent aan dit toestel. De sprong op de pegasus - een overslag streksal to - was daar goed voor brons. Bij de KNGU - de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie - is haar talent niet onopgemerkt gebleven. Via selectiewedstrij den in Beekbergen wist Melissa een plaats in de Oranje-Jong se lectie te veroveren. „Wedstrij den in het buitenland zitten er nog niet in. Zover ben ik nog niet hoor", klinkt het beschei den. Huiswerk De komende weken'steekt Melis- sa al haar energie in de plaat singswedstrijden voor het Ne derlands kampioenschap op 18 juni in Nijmegen. In Budel maakte ze begin maart haar lan- Melissa Scherpenisse: „Alles moet op een balk van negen centimeter breed." foto Willem Mieras delijk debuut met een vierde plaats; een riante uitgangsposi tie voor kwalificatie. „Op 24 april is er nog een voorronde in Breda en via wedstrijden in Goes en Huizen kan ik dan - als alles goed gaat - meedoen aan het NK." De combinatie school en top sport levert voor Melissa geen problemen op. „Op woensdag train ik de hele dag. Krijg ik van school huiswerk mee. Dat maak ik dan in de rustpauze tus sen twee trainingen. Lukt best, geen enkel probleem." Het rapportcijfer voor school- gym levert sowieso geen koppijn op. De 'g' voor gym - 'cijfers wor den niet gegeven' - staat in haar geval ongetwijfeld voor 'gran dioos'. Hans Segboer Omdat we op de Nederland se wegen hooguit 120 mo gen rijden en we niet allemaal Jos Verstappen of Christijan Al- bers heten, is er een alternatief uitgevonden: de racegame. Zo wel op de pc, de PlayStation en de Xbox (de Nintendo is nauwe lijks actief op dit front) is de keuze groot. In onderstaand ver haal een (allesbehalve volledig) overzicht van wat er de laatste tijd speelt. Seat belts not included, staat er met grote letters op de verpak king van Flat Out (BugBear/- Empire Interactive). De enige overeenkomst met doorsnee-ra- eegames is dat je ook hier als eerste over de finish dient te ko men, maar verder hoef je je voor al niet zo bezorgd te maken of je wagen wel intact blijft. Integen deel, met veertig onderdelen die los kunnen raken en daadwerke lijk achter blijven op de track is Flat Out vooral bedoeld voor het ruigere werk. Het is knap om te zien hoe de makers erin geslaagd zijn deze over het alge mene oude brikken op te poet sen om ze vervolgens aan bar rels te laten rijden door je zeven tegenstanders. Bij iedere volgen de ronde is de weg meer bezaaid met onderdelen. Flat Out zou wel eens de niéuwe standaard op racegamegebied kunnen wor den. Tenminste, waar het de PS2 betreft. Die standaard heette tot dusver re Gran Turismo (Polyphony Digital/Sony). Er is geen race- spel dat zoveel originele auto's en mooie tracks herbergt als Gran Turismo, zoveel is zeker. Maar na nummer 3 is het begin deze maand uitgekomen num mer 4 niet echt meer een verras sing. Het spelletje zelf blijft even simpel als verslavend: met een van je eerste zuurverdiende centen gekochte tweedehands autootje beginnen, die met je eerste premies finetunen, nog meer geld verdienen, andere au to's verdienen en kopen en ga zo maar door. Meer dan zevenhon derd natuurgetrouwe modellen van tachtig autofabrikanten ma ken hier hun opwachting en dat is ongekend. Gran Turismo is zo ongeveer het tegenovergestelde van Flat Out: Hier geen onderde len die losraken als er een bot sing volgt. Zelfs Ford Racing 3 van Razor- works/Empire Interactive heeft dat wel, althans in de Xbox-ver- sie. Er zijn er ook voor de Play Station en de pc, maar in de veelheid aan autogames zal deze niet hoog scoren. Grafisch is het allemaal niet spectaculair, qua gameplay weinig verrassend en zó bezien lijkt Ford Racing toch vooral een leuk cadeautje om door de gelijknamige autofabri kant weg te geven aan kopers van een nieuwe auto. Dat geldt ook voor het al wat oudere A2 World Racer (Davi- lex) van eigen bodem. De A2 Ra cer-serie verdeelde jarenlang fans en critici: het spel zag er niet uit maar was door z'n een voudige opzet en Nederlandse steden en straten wel geliefd bij de pc-bezitters. Met World Ra cer maakt Davilex de sprong naar de PlayStation 2, maar veel verder dan wat onschuldig racevermaak in een keur aan rommelig nagebootste steden ko men we niet. Spelbeeld uit de game Flat Out. Ook van eigen bodem: de bin nenkort te verschijnen straatra cers Manhattan Chase en Taxi 3 Extreme Rush. Die zijn ontwik keld door Team6. Helaas krij gen we nogal wat A2 Racer-visi oenen: grafisch is het allemaal niet spectaculair, origineel is het allerminst en de besturing van de auto's is lang niet opti maal, maar voor wie niet te veel eisend is, is het wellicht een goedkoop alternatief voor per fecte straatracers als Project Gotham Racing 2 voor de Xbox en Burnout en Flat Out voor de PS2. Is er dan helemaal geen fatsoen lijke natuurgetrouwe échte race- game meer? Natuurlijk wel. Electronic Arts kwam nog niet zo lang geleden met Nascar 2005 en binnenkort vast wel weer met een nieuwe Formula 1 game, terwijl Codemasters de laatste jaren furore maakt met Colin McRae Rally en DTM Ra cing. De respectievelijk vijfde en tweede versie van beide games zijn grafische juweeltjes, ken nen een uitstekende online-op- tie en zijn beschikbaar op PlayStation, Xbox, pc en, bin nenkort, de draagbare PSP. An dere goede rallygames zijn voor de PS2 World Rally Champion ship en voor de Xbox Microsofts eigen Rallisport Challenge. Keus genoeg dus. Gert Meijer A R K u &INNEM IS HET VEEL RU«M£R

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 50