IC
Alles is dichtbij,
ook de verte
Antoine
Mes
24 Jules Verne was nogal a-technisch
26 Fotograaf van het Rode Leger
2 7 Joep Onderdelinden in Vlissingen
ggbijlagen: 0113-315680
Sactie@pzc.nl
«31,4460 AA Goes
iwitié-exploitatie:
Midden-Zeeland: 0113-315520;
Vlaanderen: 0114-372770;
L 020-4562500.
23 maart 2005
ij is nu vooral de man van het verticale landschap, waarin het schilderen is terugge
bracht tot de essentie van de lijnen die er werkelijk toe doen. De Middelburgse kun
stenaar Antoine Mes begon zijn artistieke loopbaan begin jaren zestig echter als mo
numentaal kunstenaar. Ad Beenhakker heeft in een boek diens leven en vooral werk in kaart
gebracht. Een overzicht van het werk is vanaf zondag ook te zien in Domburg.
taal kunstenaar heeft Ad Been
hakker het monumentale oeuvre
geïnventariseerd, van het glasin-
tarsiapaneel in een klooster in
Bergen op Zoom (1961) tot en
met de zes rode, gele en blauwe
balken in het trappenhuis van
de Zeeuwse Bibliotheek in Mid
delburg (1985). In totaal gaat
het om 38 opdrachten, waarvan
ruim twee derde binnen de
Zeeuwse grenzen. „Dat bete
kent dat Mes zich in de Zeeuwse
bouwwereld een plaats heeft we
ten te verwerven", schrijft Been
hakker. „De keuze om zich weer
in Zeeland te vestigen is een goe
de geweest."
Vergankelijk
Uit zijn boek blijkt ook de ver
gankelijkheid van het monumen
tale werk. Gebouwen verande
ren of verdwijnen en de kunst
werken, speciaal voor die loca
tie ontworpen, worden ver
plaatst naar een plek waar ze
niet tot hun recht komen of wor
den gewoonweg gesloopt. Een
aanzienlijk deel van Mes' ont
werpen is, vaak zonder zijn me
deweten, verdwenen.
Zijn naam als monumentaal
kunstenaar verwierf hij begin
jaren zestig met een wandschil
dering in het gebouw van de fir
ma Ahrend in Rotterdam. Ook
dat werk bestaat niet meer. In
eigen provincie groeide zijn be
kendheid dankzij onder meer
een paneelschildering op de
veerboot Prinses Margriet (nog
te zien in het voormalige
PSD-pand aan de Prins Hen-
drikweg in Vlissingen) en een
groot glas-in-loodraam in het
nieuwe gemeentehuis in Bres-
kens (1964), dat na de verkoop
van het pand eind jaren tachtig
werd verplaatst naar de openba
re basisschool.
Beenhakker signaleert dat Mes
het verhalende karakter met het
gebruik van motieven uit de Bij
bel en de Oudheid, in lijn met de
klassieke monumentale traditie,
geleidelijk loslaat en zich meer
in abstracte richting beweegt.
Zijn ontwerpen, vooral voor
openbare gebouwen zoals scho
len en ziekenhuizen, worden
steeds meer onderdeel van of
zelfs één met de architectuur.
Reliëfs in baksteen zijn op diver
se plaatsen te vinden, zoals op
de voorgevel van het politiebu
reau in Goes en bij de ingang
van het gemeentehuis in Krui-
ningen. Een van zijn opvallend
ste werken is het, inmiddels ver
dwenen, bakstenen gordijn in
het belastingkantoor in Zierik-
Koeien, 1988, acryl op doek
Halverwege de jaren veertig
was Antoine Mes achttien
jaar. De wederopbouw na de
oorlog en de inundatie van Wal
cheren zorgde ervoor dat archi
tecten volop werk hadden. Mes
ging aan de slag op zo'n bureau,
waar hij een opleiding tot bouw
kundig tekenaar kreeg.
Ook beeldend kunstenaars speel
den een belangrijke rol bij de
wederopbouw, dankzij de rege
ling waarbij één procent van de
bouwkosten werd besteed aan
monumentale opdrachten, zoals
gevelstenen en bijzondere de
tails. Mes besloot zich in die
richting te ontwikkelen en volg
de de lerarenopleiding aan de
Academie voor Beeldende Kun
sten in Tilburg. Hij voltooide
zijn studie weliswaar niet, maar
werd wel assistent van docent
Jan Dijker, een vermaarde Bra
bantse kunstenaar die een ate
lier voor monumentale kunst
leidde.
Hij groeide uit tot een belangrij
ke inspiratiebron voor Mes, die
zich halverwege de jaren vijftig
aanmeldde voor de afdeling mo
numentale kunsten van de Rijks
academie voor Beeldende Kun
sten in Amsterdam, waar de
Zwitserse kunstenaar Walter
Clénin zijn leermeester werd.
Mes studeerde in 1961 af en ves
tigde zich daarna als monumen
taal kunstenaar in Middelburg,
zijn geboortestad.
In het rijk geïllustreerde Antoi
ne Mes. Schilder en monumen
Zeeuws landschap, 1992, acryl op doek
zee. Op diverse plaatsten buiten
de provincie paste hij de formu
le van de versteende achtergela
ten voorwerpen toe, zoals de ba
gage op het perron van metrosta
tion Gaasperplas in Amster
dam.
Mes sloot zijn monumentale pe
riode halverwege de jaren tach
tig af, met de metalen A op het
terrein van het inmiddels voor
malige PZC-kantoor in Vlissin
gen en de palen in de Middel
burgse bibliotheek. Vanaf dat
moment werkte hij niet meer in
opdracht en kon zich helemaal
wijden aan het vrije werk, dat
de aandacht van de kunstenaar
steeds had moeten delen met het
monumentale.
Helderheid
Beenhakker ziet een duidelijk
verband tussen beide delen van
het oeuvre, een link die zijde
lings ook op de tentoonstelling
in Domburg wordt gelegd. De
eenvoud en helderheid van de
verticale landschappen komen,
zo analyseert de auteur, uit het
streven van de monumentale
kunstenaar om met zijn werk de
ruimte niet open te breken. Hij
leerde vormen groot te houden.
„Ook zijn schilderijen en teke
ningen, zelfs de allerkleinste,
zijn monumentaal van opzet."
Beenhakker noemt Mes 'een kun
stenaar van het platte vlak'. De
aloude wetten van het perspec
tief worden genegeerd, de hori
zon is niet meer dan de schei
dingslijn tussen land en lucht en
daardoor ontbreekt elke diepte
werking. „Dat is de essentie van
Antoines werk: alles is dichtbij,
ook de verte."
Het gaat de kunstenaar, schat
plichtig aan met name Matisse,
om de verdeling van de verschil
lende kleurvlakken. Die is volle
dig gebaseerd op de waarne
ming van de natuur, maar terug
gebracht tot de eenvoudigste
vorm, waarbij alles wat afleidt
is weggelaten. Het kleurgebruik
is consequent, geënt op de sei
zoenen, sober en ingetogen,
maar vooral ook harmonisch in
de combinaties. Tussen de vlak
ken liggen aanvankelijk smalle
grensgebieden waarin de kleu
ren, zoals Beenhakker het om
schrijft, 'elkaar als het ware af
tasten'.
Aan de lange reeks polderland
schappen gingen diverse perio
des vooraf. Begin jaren zestig
maakte hij een omvangrijke se
rie krijttekeningen en gouaches
van het ontstaan van de Delta
werken, met bijzonder aandacht
voor de sluiting van het Veerse
Gat. Daarna tekende en schilder
de hij vooral drooggevallen getij
dehaventjes, oude scheepswer
ven en de oesterputten van Yer-
seke.
In de jaren zeventig voerde Mes
de eenvoud in compositie tot het
uiterste door, met veelal eenvou
dige huishoudelijke voorwerpen
tegen een neutrale achtergrond
en een serie strandhuisjes en
windschermen. Zaken worden
volledig ontdaan van tijd en
ruimte. Nadien begint de popu
laire reeks Zeeuwse boerderij
en, met 'de dieptewerking van
een bouwplaat', volgens Been
hakker. Later volgen de koeien-
ruggen, van nabij weergegeven,
waardoor eindeloze zwart-wit-
patronen ontstaan.
Mes komt rond 1990 bij de pol
derlandschappen uit, 'definitief'
zoals Beenhakker schrijft, een
'voorlopig eindpunt van de lan
ge ontwikkelingsgang van Antoi
ne Mes'. Het is een reeks die de
kunstenaar, inmiddels 77 jaar
oud, nog niet heeft afgesloten.
Mes legt met zijn verticale schil
derijen het Zeeuwse land aan de
voeten van de toeschouwer, 'een
nieuwe en originele visie op het
landschap', oordeelt Beenhak
ker.
De kleine elementen die aanvan
kelijk op de schilderijen nog te
zien waren, zijn geleidelijk ver
dwenen. De lijnen en kleurvlak
ken zijn gebleven, oneindig als
de seizoenen. Het is de geperfec
tioneerde waarneming, weerge
geven in monumentale eenvoud.
Rolf Bosboom
Publicatie: Ad Beenhakker, Antoine
Mes. Schilder en monumentaal kun
stenaar - Uitgeverij den Boer/de Rui
ter, 96 blz., 25,-. ISBN 90-74576-
001.
Expositie: Overzichtstentoonstelling
Antoine Mes, met ongeveer vijftig
werken, voornamelijk uit particulier
bezit - van 27 maart t/m 5 juni in Ma
rie Tak van Poortvliet Museum, Oost
straat 10a, Domburg. Geopend: di
tlmzo. en op feestdagen, 13-17 uur.
Zeeuwse boerderij, 1975, acryl op doek
afbeeldingen uit besproken boek