Bootjes klunen van meer naar zee Vanaf de dijk heb je prachtig uitzicht op de abdij Vogelbevolking op Slikken van de Heen verandert langzaam Afstudeerplan voor Veerse Gatdam dinsdag 22 maart 2005 Kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wielewaal. Het is het begin van een oud liedje, dat vroeger op de lagere school opwekte de natuur in te gaan. Die wielewaal is tegen woordig met een kaarsje te zoe ken. Tussen 1985 en 2000 hal veerde landelijk het aantal pa ren tot vijfduizend. Op bijvoor beeld Walcheren en Zuid-Beve land is de vogel vrijwel verdwe nen. Hij lijkt in de bossen, die op de verzoete Slikken van de Heen gekiemd zijn, een nieuwe start te maken, zij het nog maar met twee gevonden broedplek- ken. Dat geldt ook voor andere soorten van opgaand bos, zoals de grote bonte specht (vier broedplaatsen) en de boomkrui per (één broedplek). Op het met gras begroeide noordoostelijk deel van de slik ken en op de Beukelenberg zijn weidevogels en een klein aantal kustbroedvogels te vinden: kluut, grutto, bontbekplevier. Opmerkelijk is het aantal terri toria dat Van Kleunen van de be dreigde veldleeuwerik ontdekte: maar liefst 29. De vogel trekt zich vanuit het cultuurland meer en meer terug in natuurge bieden. Kale kreekoevers Watervogels zoals de bergeend, zomertaling en slobeend, heb ben hun leefgebied voorname lijk op de kreken. Op drie plek ken zijn kolonies van oeverzwa luwen aangetroffen, samen goed voor 58 broedparen. Ze hebben een goede stek gevonden in stei le, kale kreekoevers, waarin ze hun 60-120 centimeter diepe ho len graven. De oeverzwaluw doet het trouwens op de Plaat van de Vliet nog veel beter. In een speciaal opgeworpen zand- lichaam zit al jaren een kolonie, waar in 2004 bijna 370 bezette nesten werden geteld. Het natte struikgewas op de Plaat van de Vliet herbergde acht nesten van de blauwborst. Op de oeverlanden broedden kleine aantallen ganzen en een den. Het schrale grasland van de plaat is botanisch gezien inte ressant, maar er zijn weinig broedvogels te vinden. De scho lekster vormt met twaalf nesten een uitzondering. Vogels kiezen bewust voor een bepaald landschapstype om te broeden. Dat luistert erg nauw gezet. Zo zijn er in de jaren ne gentig op de Slikken van de Heen waarschijnlijk behoorlijke aantallen vogels geweest die houden van rietruigtes, zoals blauwborst en rietzanger. Deze soorten zijn, nu het riet is afge nomen, zeldzaam, met nog maar één en drie broedparen. Rinus Antonisse Ze liggen een beetje in een uithoek, aan de noord oost-rand van Zeeland: De Slik ken van de Heen en de Plaat van de Vliet, 350 hectare natuur in het Zeeuwse deel van het Kram- mer-Volkerak. Ontstaan na af sluiting van de compartimente- ringsdammen in het oostelijke deel van de Oosterschelde in 1987. In alle rust zijn de twee na tuurgebieden, in beheer bij stich ting Het Zeeuwse Landschap, zich aan het ontwikkelen. De voormalige zoute schorren op de Slikken van de Heen zijn veranderd in ruigtes met plaatse lijk opslag van struweel en er heeft zich jong bos ontwikkeld. Het hele jaar lopen er stoere Schotse hooglanders om door be- grazing delen van het terrein open te houden. Ze kunnen het nauwelijks bijbenen. Alleen een deel van de slikken, genaamd Beukelenberg, is nog schaars begroeid met gras en pioniervegetatie. De Plaat van de Vliet bestaat uit grasland en struweel; aan de noordzijde is heel dicht struikgewas gegroeid, met moerassige terreintj es ertus sen. In deze ruige, afgelegen natuur onderzocht André van Kleunen op verzoek van Het Zeeuwse Landschap wat er aan broedvo gels rondvliegt. Daarbij vallen vooral de veranderingen op die zich in nog geen twintig jaar hebben voltrokken. Er was bij de afsluiting en het ontstaan van het zoete Krammer-Vol kerak sprake van een zekere 'ecoschok'. Het landschap is snel gewijzigd. Dat heeft onder meer flinke in vloed op de broedvogelbevol- king. Het accent is verschoven van de echte pioniervogels (die niet van bossen houden) naar struweel- en bosvogels. Ze he ten niet voor niets pioniervo gels; meeuwen en sternen vesti gen hun kolonies het liefst op ka le, weinig begroeide terreinen. Het in beeld brengen van de ont wikkelingen is nuttig om te we ten of het beheer van de terrei nen op de goede weg zit. Is het streven naar een afwisseling van begroeide en grazige terrei nen goed voor de vogelstand? Zijn er voor de kustbroedvogels extra maatregelen nodig? Op de Slikken van de Heen ont dekte Van Kleunen 59 soorten broedvogels, waarvan negen soorten op de Rode Lijst van be dreigde vogels staan en drie ge noemd worden in de Europese Vogelrichtlijn. Op de Plaat van de Vliet zijn 44 soorten broedvo gels vastgesteld, waarvan er drie op de Rode Lijst staan. Van Kleunen gewaagt van een 'grote vogelwaarde' van de twee gebie den. Maquette van het ontwerp van een overtoom die het Veerse Meer verbindt met de Noordzee. Naast de 'kluunweg' voor kleinere boten is er ruimte voor onder meer een water sportcentrum en een restaurant. In het vernieuwingsplan 'Rondom het Veerse Meer' is de Veerse Gat- dam aangeduid als hot spot. Dat wil zeggen dat er ruimte is voor recreatie ve activiteiten. Liefst niet méér van hetzelfde, maar iets nieuws. Architect Chris Wattel heeft de plan nenmakers op hun wen ken bediend. Voor zijn af studeren aan de Techni sche Universiteit Delft ont wierp hij het plan Meer op Zee en Meer. Een Zeeuws watersportcentrum op een unieke plek. Schuitje varen, theetje drin ken, varen wij naar de over toom. Menigeen heeft dit kinder liedje gezongen, zonder precies te beseffen wat ermee wordt be doeld. Overtoom wil niet zeggen overkant. Het is een plek tussen twee wateren waarover schepen gehaald worden. Een stukje klu nen met de boot. Een moderne versie van de overtoom vormt de kern van het ontwerp van Chris Wattel voor de Veerse Gat- dam. Geïnspireerd door het gedicht 'Elementen' van Andreas Oost hoek zette hij zijn fascinatie voor water, golven en wind om in een plan om het Veerse Meer en de Noordzee via de Veerse Gatdam te verbinden, in het bij zonder voor kleine boten. Niet via een dure sluis of een ingewik kelde lift, maar volgens het ouderwetse, simpele idee van een overtoom. Zo kun je met de boot via de overtoom vanuit het Veerse Meer vlot naar de Noord zee en vice versa. De beste plaats daarvoor is volgens Wat tel het huidige viaduct halverwe ge de dam. Toen Chris Wattel, werkzaam bij architectenbureau Rothui zen van Doom 't Hooft in Mid delburg, met het ontwikkelen van zijn plan begon, kende hij de gebiedsvisie 'Rondom het Veerse Meer' nog niet. „Ik ben gewoon gaan bedenken wat ik zou kunnen doen met water en watersport. Ik heb langs de hele kust gekeken, ook bijvoorbeeld Scheveningen. De Veerse Gat- dam was de leukste plek. Twee verschillende werelden, het meer en de zee - die wilde ik koppelen." Als uitgangspunt richtte Wattel zich vooral op kleinere zeilbo ten. „De types die je ook uit het water kunt halen en die je ach ter je auto meeneemt, zoals cata marans." Maar wat hem betreft kunnen visbootjes ook. Als het maar een boot is die gemakke lijk rollend te verplaatsen is. Nu is het nauwelijks mogelijk om met dergelijke boten vanuit het Veerse Meer de Noordzee op te komen, tenzij er een enorme reis gemaakt wordt. Hoe slecht je een grote barrière als de Veerse Gatdam, zonder de waterkerende functie aan te tasten? Daarop vond Chris Wat tel een aantrekkelijk antwoord. Hij ontwierp een constructie van twee golfbewegingen - een vanuit het meer en een vanuit de zee - die elkaar bovenop de dam ontmoeten. De lijnen wor den aangegeven door de golfbe weging en de wind. Het zorgt voor een zowel strakke als speel se aanblik. Alleen een overzetplaats voor boten zou, ook om te exploite ren, wat mager zijn. Daarom be gint de overtoom in het Veerse Meer met een lange steiger, waaraan plaats is voor een duik school met een oefenbad. Ook is er royale ruimte voor een water sportclub (ontmoetingsplek, kleedruimten, opslag) en een grote watersportwinkel met showroom. Op verschillende plaatsen fungeren groene boxen als kantoor- en opslagruimten; die komen in het hele ontwerp steeds terug. Bovenop de overtoom (als het ware een nieuw viaduct) is 'par keergelegenheid' voor de boten en plaats voor een restaurant met dakterras en zicht over het water. Aan de zeekant van de dam loopt opnieuw een steiger, met ruimte voor een watersport- Architect Chris Wattel: „Het is een heftige locatie." foto Dirk-Jan Gjeltema club en een onderkomen voor de reddingsbrigade. Aan het eind op een betonnen platform een strandpaviljoen, dat 's winters kan worden opgeborgen. Behal ve de watersporters kunnen ook fietsers en wandelaars volop ge nieten van de overtoom. Van de weg over de dam kan gewoon ge bruik worden gemaakt. Technisch gezien is het ontwerp uitvoerbaar. Wattel: „Het is een heftige locatie. Er zit veel zout in de lucht. Daarmee moet je re kening houden met de keus van materialen en je moet het wel goed onderhouden. Daar ont kom je niet aan." Hij heeft niet onderzocht wat zijn overtoom kost. „Ik heb wel gedacht aan voldoende draagvlak, vandaar de horeca- en watersportvoorzie ningen." Pluspunt is ook de con centratie van diverse voorzienin gen, die nu nogal verspreid langs het Veerse Meer liggen. Wattel bezorgde zijn plan inmid dels bij de provincie, die de ver nieuwing van het Veerse Meerge bied coördineert. Hij heeft niet de illusie dat die er meteen mee aan de slag gaat. „Maar als men sen geïnteresseerd zijn, wil ik er graag mee verder gaan. Het past heel goed in de visie 'Rondom het Veerse Meer'." Zijn plan Meer op Zee en Meer is in elk ge val op de universiteit goed ont vangen. Het leverde Chris Wat tel een hoge waardering op. Rinus Antonisse LANGS DE BOORDEN VAN DE SCHELDE Deel 24: Hemiksem Guido de Kimpe uit Hobo ken fietst met kleindoch ter Inse langs de Schelde. Hij stopt even ter hoogte van de Sint Bernardusabdij in Hemik sem. Wielrijders moeten hier even afscheid nemen van de ri vier, omdat er een paar fabrie ken pal aan het water liggen. De Kimpe wijst zijn kleindoch ter waar het pontje van Calle- beek afmeert. Met het veer kunnen ze overste ken naar Bazel. Daar kunnen ze eventueel het kasteeltje in het dorp bekijken. „Maar het boot tochtje op zich is ook al interes sant voor de kleine. Voor mij trouwens ook. Ik vind het nog steeds zonde dat jullie de Zeeuwse veren hebben opgehe ven. Het was immer plezant om een fietstocht naar Beveland of Walcheren te maken toen we nog bij Perkpolder of Breskens de oversteek konden maken." De Kimpe is ook geïnteresseerd in de geschiedenis van zijn ei gen woonomgeving. Hij is blij dat de abdij in Hemiksem een nieuwe bestemming heeft gekre gen. „Het is natuurlijk een prachtig gebouw met een onge kend rijke historie. Heel wat in teressanter en mooier dan alle fabrieken hier aan de Schelde. De elektriciteitscentrale even verderop is bijvoorbeeld al lang weer buiten gebruik gesteld." Vanaf de dijk langs de Schelde hebben fietsers en wandelaars op veel plekken een prachtig uit zicht op de Sint Bernardusab dij. Volgens De Kimpe is het en kele kilometers verderop, waar Rupel en Schelde samenkomen, nog mooier omdat de rivier en de Bernardusabdij in een bocht in één beeld van een fototoestel de auto's te zien. De voor- en de achterkant van het voormalige klooster stralen weer grandeur uit, maar wie per ongeluk één van beide zijvleugels van het ge bouw voor het eerst ziet, denkt aan een op instorten staande fa briek. Gapende gaten op plaat sen waar eerder ramen zaten, tientallen kapotte ruitjes, provi sorisch dichtgetimmerde toe gangsdeuren en een dak dat nog maar hier en daar als overkap ping kan dienen, doen vermoe den dat hier een monument uit een industrieel verleden lang zaam de laatste adem uitblaast. De Vlaamse Gemeenschap heeft de restauratie van het hele com plex op het programma staan. Welke diensten, bedrijven of in stellingen de zijvleugels op ter mijn bevolken, is echter nog on gewis. De naam van het kloos ter staat een kleine acht eeuwen na de oergeboorte nog recht overeind. De functie als reli gieus bezinningscentrum mag al twee eeuwen zijn opgeheven, de titel abdij blijft gehand haafd. Inwoners van Hemiksem gaan niet naar het gemeente huis, maar naar de Bernardus abdij. René Hoonhorst In de Sint Bernardusabdij in Hemiksem huizen nu ambtenaren en senioren. foto Peter Nicolai om hun aan de Here en het hier namaals gewijde werk te ver richten. Maar het gebouw is ook gevangenis geweest, leger- depot en graanopslagplaats. De westgevel is tegenwoordig dus een bestuurders- en ambtena- renpaleis. Maar aan de achter kant wonen senioren op stand. De oostgevel is onlangs ook ge heel gerestaureerd, waarbij re kening is gehouden met het in richten van twee dozijn servi ceflats. De voor 65-plussers be doelde appartementen worden door de gemeente verhuurd. Te gen schappelijke prijzen aan de bij de appartementen geparkeer- gevangen kunnen worden. Als je voor de ingang van het kloos ter staat, verhinderen bomen en de wat hoger liggende dijk het zicht op de rivier. De abdij werd in 1244 gebouwd door cisterciënzers, ook wel ber- nardijnen genoemd, volgelingen van Bernard van Clervaux. De kloosterbewoners kozen onge twijfeld met opzet voor een ves- tigingsplek direct aan de stroom. Net als kasteelheren, vissers en scheepsherstellers profiteerden monniken graag van de onmiddellijke nabijheid van water. Op die manier was de grondstof voor irrigatie van landerijen en het brouwen van bier altijd bij de hand. Met de bouw van de abdij ga ven de monniken de aftrap voor de baksteennijverheid in de Ru- pelstreek. De 'paepesteen' van de cisterciënzers - gebakken in veld- en klampoventjes - bracht de bakstenen uit de Rupelstreek grote faam. Roem die boven dien eeuwen standhield, want aan het begin van de twintigste eeuw werkten er zo'n zesdui zend mensen in 160 steenbakke rijen in de streek. De abdij is elf jaar geleden - precies 750 jaar na het begin van de bouw van het eerste klooster - in handen van de ge meente Hemiksem gekomen. Het gemeentebestuur, enkele ambtelijke diensten en het poli tiebureau bevolken nu het 'ad ministratief centrum' in de ge restaureerde westvleugel met toren. Bezoekers die nu de in gang bij de imposante toren bin nenstappen, vermoeden waar schijnlijk niet welk een roerige geschiedenis het klooster kent. Het gebouw ging verschillende malen verloren door overstro mingen, branden, vernielingen (de Beeldenstorm, de Franse Re volutie), maar herrees telkens weer. De eerste vijfhonderd jaar kwa men de monniken telkens terug

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 24