Margarine is de
handdoek in de ring
Bach leeft ook in Japan
PZC
Onzeker dwalend
tussen toen en nu
Masaaki
Suzuki
21
W, F. Hermans
[rijgt een eigen
piéiade-reeks
WKÊÊÊm\
Nelleke Noordervliet
woensdag 16 maart 2005
pEen van de belangrijkste, zo
uet de belangrijkste uitgave
De Bezige Bij ooit. Zo beti
telt uitgever Robert Ammerlaan
|e uitgave van het volledig
jerk van Willem Frederik Her-
pis (1921-1994). Maar dat
Berk is dan ook volgens Aramer-
jan, 'een van de belangrijkste
leuvres uit de geschiedenis van
|eNederlandse literatuur'. Wer-
elijk alles wordt van stal ge
aaid om rond Hermans' oeuvre
parnassus te creëren.
ja auteur worden in 24 su-
er-de-luxe uitgevoerde boeken
emitgebracht. De norm die
lier in uitgeefland voor staat is
e prestigieuze Pléiade-reeks,
raann de hoofdwerken van de
■ranse literatuur voor de eeu-
ngheid zijn bijgezet. Hermans
ed in zijn Parijse woning een
,ele wand met de reeks. Deze
lomi willen het W.F. Hermans-
istituut, de Bezige Bij en het
luvgens Instituut der Koninklij-
e'Nederlandse Akademie der
Wetenschappen minimaal evena-
en. De 24 delen verschijnen
anaf 4 november met een fre-
uentie van een per half jaar. El-
e titel wordt gevolgd door een
jwoord waarin de ontstaans-
ipublicatiegeschiedenis wordt
schreven. Daarvoor kan het
uygens Instituut, dat met zes
lensen aan de uitgaven werkt,
fcruik maken van het archief
an W. F. Hermans, dat door de
eduwe voor de wetenschap-
ars open is gesteld. Projectlei-
rdr. Annemarie Kets van het
uvgens Instituut trof daar on-
r meer een klein boekje aan:
igboekje Canada 1948. Her-
ans werkte toen bij een houtfa-
Hek en moest toezicht houden
hoe boomstammen de rivier
den. Over zijn collega's
Hermans toen: 'Deze
:n geven je het gevoel dat
je leven aan het verpesten
nt.' Of dit dagboekje, en de ve-
andere, ongepubliceerde tek-
len, waaronder honderden brie-
n, van de Tweede Wereldoor-
g tot enkele dagen voor Her-
ans' overlijden, ook ooit in een
lek verschijnen, is onbekend,
aandacht richt zich voorals-
de 24 delen volledig
ark, waarbij volledig staat
lor gepubliceerd bij het leven
inde auteur.
boeken verschijnen in twee
ities: een leeseditie en duurde-
luxe uitvoering. Als eerste
rschijnen de romans Conserve
Tranen der acacia's in een
el.De verschijning van het vol-
lig werk is bepaald niet het
wapenfeit rond de schrij-
Op Hermans' sterfdag 27
ril wordt een grondige websi-
met daaraan gekoppeld een
tabase, gelanceerd. Er zijn
imenteel twee speelfilms op
sis van Hermans' boeken in
orbereiding. In het najaar
mt Max Pam met de tweedeli-
documentaire Een overgevoe-
natuur op televisie. Sympo-
en bloemlezingen complete-
i het Hermans-jaar 2005.
yer drie jaar hoopt Willem Ot-
rspeer de eerste officiële bio-
afie af te ronden. Hermans be
nt ook tot het buitenland door
dringen. De donkere kamer
ndamocles en Nooit meer sla-
i verschijnen in Frankrijk,
ïrémgde Staten en Engeland,
tnnans stond zelf zeer kritisch
piover vertalingen. Volgens
pmerlaan is 'in geest van de
[teur' contractueel vastgelegd
't de vertalingen eerst door
ft W.F. Hermans instituut wor-
pgecontroleerd.
Theo Hakkert
Nelleke Noordervliet: „In mijn grootmoeder is de negentiende eeuw geconcentreerd aanwezig."
V V "r
foto Niels van der Hoeven/GPD
et legioen van
schrijvers die de ei
gen familie als on
derwerp voor hun boeken ne
men, groeit gestaag. Ook Nel
leke Noordervliet heeft zich
met Altijd roomboter, dat on
langs verscheen, hierbij aan
gesloten. Toch geeft zij op
een geheel eigen wijze invul
ling aan het populaire thema.
In een Boekenweek die in het
teken staat van de geschiede
nis, mag Nelleke Noordervliet
(Rotterdam. 1945) eigenlijk niet
ontbreken. Ze schreef veel histo
rische essays, maar ook in haar
romans theoretiseert ze vaak
over de geschiedenis. Haar de
buut, Tine of De dagen waar het
leven woont (1987), was bijvoor
beeld een gefingeerde autobio
grafie van Tine Douwes Dekker,
de eerste vrouw van Multatuli.
Dat Altijd roomboter kort na
verschijning al aan de derde
druk toe is, toont de populari
teit van het familiegenre ander
maal aan. Het boek is een klein
monument voor Noordervliets
overgrootmoeder, Engelbertha
Teljeur-Wiggelaar. Zij overleed
in oktober 1953, 97 jaar oud
maar nog 'bij de pinken en vin
nig'.
Haar leven en dat van haar
schrijvende achterkleindochter
overlappen elkaar slechts acht
jaar. Noordervliet beschikte
over een handvol feiten, flarden
eigen herinneringen, wat ar
chiefstukken en verhalen van fa
milieleden. opgeslagen in 'mijn
eigen gebrekkige, vervormende
geheugen'. Samen geven ze ech
ter geen antwoord op de vraag
die in het boek centraal staat:
„Wie was ze, wat kon ze den
ken, voelen, hopen en verwach
ten, en hoe verhouden haar emo
ties en gedachten zich tot die
van de generaties vrouwen die
op haar zijn gevolgd, die in zeke
re zin uit haar zijn voortgeko
men."
Het verleidt Noordervliet, in
een mengeling van geschied
schrijving, essay en roman, tot
een gewaagde herschepping van
haar overgrootmoeder. De le
vensfeiten vormen de botten er
van, de historische kennis het
vlees en de fantasie van de
eerste kind stierf kort na de ge
boorte. Ze raakte opnieuw in
verwachting en verhuisde als on
gehuwde moeder naar Leiden,
waar ze de zilversmid en latere
brievenbesteller Bram Teljeur
ontmoette. Ze trouwden en kre
gen tien kinderen.
Het is het verhaal van iemand
'van eenvoudige komaf', levend
in een tijd waarin arbeiders en
vrouwen zich steeds bewuster
werden van hun onderdrukte po
sitie, waardoor 'het vuur van de
revolte' werd ontstoken.
Noordervliet gaat ver in haar
fantasie. Zij beschrijft onder
meer hoe haar overgrootmoeder
in Leiden een toespraak zou heb-
schrijfster het bloed dat haar
tot leven wekt, zij het meer als
romanpersonage dan als Engel
bertha Teljeur-Wiggelaar. Zij
wordt de verpersoonlijking van
een complete generatie vrou
wen. „Ik wil haar uit de massa
tillen", verklaart Noordervliet.
„In mijn grootmoeder is de
negentiende eeuw geconcen
treerd aanwezig."
Dienstbode
Zij belandde op jonge leeftijd in
het Burgerweeshuis, waarna het
haast vanzelfsprekend was dat
ze dienstbode werd, 'een vorm
van slavernij'. Nadat ze door de
zoon des huizes was bezwan
gerd, moest ze vertrekken. Het
ben bijgewoond van Domela
Nieuwenhuis, die als een Mes
sias wordt onthaald. „Hij ver
hief je. Hij maakte je een beter
mens. De woorden kregen vleu
gels en landden als duiven op de
schouders van mannen en vrou
wen, die even de last van het le
ven minder voelden drukken.
Hij bracht de boodschap van
liefde en solidariteit."
Het zijn de mooiste scènes in het
boek, samen met die van de
denkbeeldige ontmoeting tussen
Engelbertha en Sigmund Freud
en haai' vergeefse sollicitatie
naar de positie van koninklijke
min, voedstermoeder, bij Emma
van Waldeck Pyrmont. „Een
voormalige ongehuwde moeder,
hoe kraakhelder en netjes ze
ook was en hoe overvloedig
haar melk ook stroomde, nee,
die was te min voor min."
Ondanks de opstand der horden
die zich voltrekt, ondanks Dome
la, ondanks haar 'innerlijke on
rust', bleef Engelbertha vooral
de onverschrokken dame die
stond voor haar gezin. De 'oude
matriarch' was gevangene van
de omstandigheden, besefte dat
het onmogelijk was om aan haar
milieu te ontstijgen. Het gebo
ren dubbeltje kon niet zomaar
een kwartje worden. De strijd
om het bestaan eiste alle aan
dacht op, maar toch kwam er al
tijd roomboter op tafel. „Marga
rine is de handdoek in de ring,
is de eerste stap op het hellende
vlak, is toegeven aan de goot."
Noordervliets experiment om
een leven te schetsen zoals zich
dat zou kunnen hebben afge
speeld, al is het niet erg waar
schijnlijk, slaagt wonderwel.
Dat is te danken aan haar histo
risch inlevingsvermogen maar
bovenal aan haar rijke verbeel
dingskracht, wat eens te meer
blijkt als ze uitkomt bij haar
grootmoeder en moeder, die ze
uiteraard veel beter kent. Dan
worden het wapen van de fanta
sie en 'de vrijheid van inventie'
de schrijfster uit handen gesla
gen en nadert familiegeschiede
nis ineens de grenzen van het
sentimentele.
Rolf Bosboom
Nelleke Noordervliet Altijd roombo
ter - Uitgeverij Augustus, 204 blz
15,-.
In het verlengde van de Boekenweek
geeft Noordervliet dinsdag 22 maart
in de Zeeuwse Bibliotheek een lezing
over 'De vaderlandse geschiedenis en
de zeventiende-eeuwse kunst'. Aan
vang: 20.00 uur.
Ij1 T T7^ ATT T ITT zijn er weinig Nederlandse ge-
J_J X VJT r J i. N 1 J _LeJ X\.dichten die je kunt zingen. Ja
wel, een gedicht van Jan Pieter Heye bijvoorbeeld, dat gaat wel:
Heb je wel gehoord van de zilvervloot. Er zijn nog wel een paar voet
balliederen en vaderlandslievende poemen. Maar moderne poëzie?
Kun je die op muziek zetten?
Een aantal jaren geleden, om precies te zijn in 1994, is er ter gele
genheid van de Boekenweek (die was toen van 16-26 maart) een cd
gemaakt: Nederlandse verzen verwerkt door popmuzikanten en een
paar gewone zangers. Denkend aan de Dapperstraat heette het
schijfje, een mix van Marsmans Denkend aan Holland en Bloems re
gel Domweg gelukkig in de Dapperstraat. Geen onaardige cd, al
kon je bij de meeste gedichten de tekst niet volgen.
Even iets horen? Luister dan, dit is november, ook van Bloem. Ge
zongen door De Dijk, kennelijk een groep, met elektrieke gitaren en
een namaakorgel. Je kunt dit goed verstaan, dat wel, met af en toe
een bons, en dan weer een harde klap. Of luister naar Marsmans
evergreen op muziek gezet door de legendarische Jaap Visser. Mooi
en modern.
Het kan ook anders: plotseling hoor je op een late wintermiddag rij
dend langs 's Heeren wegen, de boomtoppen oplichtend, en de lan
derijen in de richting van de duinen zoekend naar kleur. Restjes
sneeuw vervuild in een hoekje. Plotseling hoor je dan in de auto een
zachte, bescheiden mannenstem een gedicht aankondigen dat hij op
muziek heeft gezegd.
Zachte pianomuziek ter introductie en dan begint het lied: Nijhoffs
Ik ging naar Bommel om de brug te zien. Het lijkt werkelijk een
psalm. Uiterst langzaam en gedragen klinkt het, over die zingende
schippersvrouw: Zij was alleen aan dek, zijn stond bij 't roer, en
wat zij zong hoorde ik dat psalmen
waren. O, dacht ik, o dat daar mijn
T i pHprPTT moeder voer. Prijs God, zong zij,
L/lGUvi t-Il hand zal u bewaren. Een ande
re wereld stroomt binnen.
Het lied is uit en de componist
wordt bedankt. Dan kondigt de presentator ten besluite van het
itempie nog een nummer aan. Je maakt schielijk een stop en hoort
een lied voor ongelovige gevoeligen: een gedicht van Hans Andreus,
voor een dag van morgen. Een sopraan zingt, elk woord langzaam
uitsprekend, helder en verstaanbaar: Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen/ hoeveel ik van je hield. Maar zeg het
aan geervmens. Ze zouden je niet geloven. Het is van een onmogelij
ke kwetsbaarheid. Bijna ongemakkelijk. Of Vroman: Gedrukte let
ters laat ik U hier kijken, maar met mijn warme mond kan ik niet
spreken.
Het kost nog moeite om de cd (Q Disc, Q 97010) in bezit te krijgen.
Mooi boekje erbij. De teksten, de zangers, de componist Antoine
Oomen, een beetje over zijn leven. Het is te horen dat hij uit de
school van Oosterhuis komt, niet van Trijntje maar van d'r vader.
Ademloos luister je naar verzen van Andreus. Of van Ida Gerhardt:
Zeven maal om de aarde te gaan, als het zou moeten op handen en
voeten. De gedichten zijn bekend, maar op deze wijze gezongen zijn
ze in tegenspraak met alles wat je tegenwoordig op lawaaigebied
hoort. Of neem Lodeizen: dit leven zachtjes ken ik het/ zachtjes
loop ik eruit/ als een kind uit de zandbak. Lucebert klinkt, speelser
en agressiever. Dit kost de zanger wat moeite. Maar daarna komen
er zeven raadselachtige gedichten van Nijhoff. En Paul van
Ostayen en Leo Vroman niet te vergeten.
Het is een wonderlijke geheel, deze wereld van Oomen. Ontroerend,
als een kinderkoor. Niet van deze tijd. Gedichten als liederen.
Lo van Driel
Het geheugen lijkt soms een
aangename plek om te
schuilen, maar schijn bedriegt.
In Portrettensoep. de debuutro
man van Beitske Bouwman, zijn
de beelden uit het verleden die
boven komen drijven bij de
hoofdpersoon aanvankelijk te
der en onschuldig.
Maar langzamerhand blijkt dat
achter de nostalgie van het bra
men plukken met papa een
groot gemis, talloze vragen en
een onbeantwoorde roep om
hulp schuil gaan.
De roman van Beitske Bouw
man (1973) begint in het nu bij
een uitwisseling van e-mails tus
sen twee mensen, die elkaar nog
nooit gezien hebben en fantase
ren over een ontmoeting aan en
in zee. Het komt er maar niet
van en dat lijkt ook niet te be
doeling.
Angst
Beiden koesteren hun herinne
ringen en echt contact met een
ander lijkt hen al snel te veel.
Ze kunnen zich ook niet in el
kaar verplaatsen. Zij met die va
der en zijn bramen, hij met zijn
moeder die hem soep en koffie
voorzet. Waar die angst voor de
ander vandaan komt, blijft
vaag, al wordt het in de loop
van het boek wel duidelijker.
Bouwman serveert de lezer bij
vlagen eenzaamheid, maar voor
al een rusteloos zoeken naar een
identiteit. Haar hoofdpersoon,
een jonge vrouw, dwaalt onze
ker en tastend tussen vroeger en
nu. Vader deed als kind van al
les met haar, maar wilde nooit
over moeder vertellen. Slechts
een afgescheurd stukje foto
heeft ze van haar. Vader teken
de er een lichaam onder. Met die
tekening gaat de jonge vrouw
naar de stad om haar moeder te
zoeken. Maar eigenlijk zoekt ze
zichzelf.
Ze spreekt allerlei haar onbeken
de vrouwen aan om te onderzoe
ken of zij soms een moedervlek
op hun rug hebben. Het leidt tot
verrassende ontmoetingen maar
nooit tot dé ontmoeting. Portret
tensoep is een fijn, gevoelig en
geheimzinnig boekje.
Mieske van Eek
Beitske Bouwman - Portrettensoep,
uitgeverij Querido, 13,95
jat zie je niet elke dag: twee Bach-auto-
-'riteiten uit twee werelddelen samen,
swikkeld in een geanimeerd gesprek. In
Slobby van een Utrechts hotel zitten Jos
r "eldhoven en de Japanse dirigent, orga-
Kl en klavecinist Masaaki Suzuki tegen-
j® elkaar. De één artistiek leider van de
Merlandse Bachvereniging, de ander op-
er van het gerenommeerde 'Bach Colle-
'um Japan' dat vriend en vijand ervan over-
'dat je niet uit Europa hoeft te komen
111 de ziel van Bachs muziek te doorgron-
Ma is in Nederland om met het koor en
van de Nederlandse Bachvereniging
Nermaarde 'Matthaus Passion'-uitvoe-
d§uiNaarden te dirigeren. Een spannen-
■tntdaging, vindt hij. „De meeste barok-
®nk>les worden bijna uitsluitend gediri-
door hun oprichters. Ik ben erg blij
ben uitgenodigd door de Bachvereni-
i. ;Ue meeste leden van mijn eigen ensem-
Jö beïnvloed door de Nederlandse
fem V?n ouc*e muziek. Dus ik denk dat
yj U2'^aal wel dezelfde taal spreken."
.spreekt Suzuki ook een woordje Neder-
imst Sen.19?9 en 1983 studeerde hij in
- «"dam bij Ton Koopman en Piet Kee.
mooie en vruchtbare tijd", blikt Su-
Hij herinnert zich nog goed de
Masaaki Suzuki: „Iedere tijd heeft zijn eigen Bach."
drukbezochte voorspeelavonden bij Ton
Koopman thuis, die tot diep in de nacht
duurden. Hij herinnert zich de grote histori
sche kerkorgels waarop hij kon spelen.
Maar met dirigeren hield hij zich toen nog
niet bezig. Dat veranderde toen hij in 1990
terug in Japan zijn 'Bach Collegium' op
richtte.
Sindsdien vormen de cantates en passionen
zijn dagelijks brood. Deel 26 van zijn beju
belde integrale uitgave voor het label Bis
verschijnt deze maand. Suzuki's liefde voor
de muziek van Bach ontstond toen hij als
jongetje van twaalf de kerkdiensten bege
leidde. Een echt orgel was er niet en op het
harmonium was het schipperen met de mo
gelijkheden. Als tiener had hij een opname
van de 'Hohe Messe' met Karl Richter.
„Daar luisterde ik elke nacht naar. Ik ken
nu nog steeds elk detail van die opname."
Tijdens zijn studie aan de universiteit van
Tokio wijdde hij zich samen met een groep
medestudenten aan het uitvoeren van Bachs
cantates. Suzuki: „Een speciale ervaring.
Niemand wist iets van die cantates. We had
den alleen de partituren en een paar opna
mes. En zo zochten we er de mooiste stuk
ken uit."
Ook toen leefde de muziek van Bach in Ja
pan. Talloze amateurkoren stortten zich
met grote toewijding op de Passionen. Maar
professionele barokorkesten om die koren
te begeleiden en een uitvoeringstraditie ont
braken. De situatie is inmiddels grondig ver
anderd. Nu zijn er in de grote steden regel
matig concerten met barokmuziek op au
thentieke instrumenten. Mede dankzij de in
spanningen van Suzuki en zijn Collegium.
Bachs muziek overschrijdt alle culturele en
religieuze grenzen, weet de dirigent. „Ze
raakt ons hart."
Mysterieus
Gefascineerd wordt hij door de complexi
teit van Bachs polyfonie. „Zijn melodielij
nen zijn afzonderlijk vaak heel eenvoudig
maar samen leveren ze een mysterieuze har
monie op." En hij is gegrepen door de consis
tentie van Bachs genie. „Zijn jeugdwerken
verschillen natuurlijk enorm van zijn rijpe
composities. Maar zijn basishouding is zijn
hele leven hetzelfde gebleven. De manier
waarop hij een tekst toonzette is fascine
rend. Het antwoord op uitvoeringstechni
sche vragen kun je altijd in de muziek zelf
terug vinden."
Of de muziek in Bachs tijd dan net zo ge
klonken heeft, vindt Suzuki minder belang-
rijk. „Ik heb geen idee wat authenticiteit is.
Iedere tijd heeft zijn eigen Bach. Ik gebruik
authentieke instrumenten vooral omdat die
naar mijn gevoel de tekst beter kunnen uit
drukken. Ze passen bij de scherpe medeklin
kers van de Duitse taal. Bovendien zocht
Bach de grenzen op van zijn instrumenten.
Hij gebruikte de allerhoogste en de aller
laagste tonen. Als je nog een octaaf extra op
je instrument hebt geven diezelfde noten
een ander gevoel." Wat vindt Suzuki van de
opvatting van Jos van Veldhoven dat de
Passionen en Cantates van Bach met een so
listische bezetting moeten worden uitge
voerd? „Dat is een debat waarin ik me niet
meng", antwoordt Suzuki diplomatiek. „Ik
ben een uitvoerend musicus en dus moet ik
vooral praktisch zijn. In sommige cantates
klinkt tijdens het openingskoor de koraal
melodie in de sopranen. Als je die enkelvou
dig bezet, valt het contrast weg met de daar
op volgende aria's en recitatieven. Belangrij
ker vind ik dat het onderscheid tussen kooi
en solisten wordt opgeheven. In Bachs tijd
zongen de solozangers van begin tot eind
mee. Op die manier krijgt de klank eenheid
en wordt de muziek meer één geheel."
Zelf heeft Suzuki zijn solisten gevraagd
mee te zingen in het koor. „Behalve de evan
gelist. We leven nu eenmaal in een andere
tijd. Bach heeft de 'Matthaus Passion' nooit
negen keer in tien dagen uitgevoerd. Zo'n
project is ontzettend vermoeiend voor de so
listen Ik moet een beetje rekening met ze
houden."
Winand van de Kamp
Solisten en Koor en Orkest van de Nederlandse
Bachvereniging o.l.v. Masaaki Suzuki met de
Matthaus Passionvan Bach o.a. 19 maart in Aar
denburg Grote Kerk).