België is
gespleten
en creatief
IC
Het Stedelijk reist door de eigen collectie
Expositie
in Brussel
0113-315680
Uus 31,4460 AA Goes
intentie-exploitatie.
tZ Midden-Zeeland: 0113-315520;
1Vlaanderen: 0114-372770;
Ïal: 0204562500.
oensdag 16 maart 2005
mehistone
Goes
e expositie'Visio-
nair België' was de
laatste klus van de
vorige maand overleden ten
toonstellingsmaker Harald
Szeemann. De expositie in
Brussel laat het verhaal van
175 jaar België zien aan de
hand van de beeldende
kunst.
België is weer eens in crisis.
Streng kijkende commenta
toren waren afgelopen weken
veelvuldig op televisie te zien.
Ze kondigden het einde aan van
de Belgische staat. Aanleiding is
een mogelijke splitsing van de
tweetalige kieskring Vilvoorde
bij Brussel, dat een nieuw sym
bool dreigt te worden voor de
diep verankerde meningsver
schillen bij onze zuiderburen.
Het leidde in Linkebeek bij
Brussel zelfs tot een confronta
tie tussen Vlamingen en Fransta-
ligen waarbij rake klappen vie
len.
Uiteraard is de tweespalt in Bel
gië ook een thema op de exposi
tie Visionair België, over 175
jaar beeldende kunst in België.
De kunstenares Ann Veronica
Janssens bijvoorbeeld zette een
ruimte vol met een dikke mist.
In die zaal verlies je snel het be
sef van ruimte. Tastend, met je
handen voor je uitgestoken,
dwaal je door de mist die Jans
sens de kleuren van de Bel
gische vlag heeft meegegeven.
Eerst een donker licht, vervol
gens geel en tenslotte rood.
Neon-buizen aan het plafond
zorgen voor de kleuren. De mist
lijkt symbolisch voor de proble
matiek van België. De Belgische
premier Guy Verhofstadt, die Vi
sionair België en de ruimte van
Janssens in Brussel vorige week
even bezocht, stopte na een aan
tal meter, draaide zich om en
merkte op dat het leek alsof hij
in de toekomst van België keek.
Symbolisch is ook de carrousel
van Carsten Holler aan het be
gin van de expositie. Het is een
draaimolen die de Belgische re
gering voorstelt en tergend lang
zaam ronddraait. De ene dag
naar rechts, de volgende naar
links.
Vierluik
Visionair België blijkt de laatste
klus te zijn geweest van de gere
nommeerde tentoonstellingsma
ker Harald Szeemann, die net
voor het gereedkomen van de ex
positie overleed. De tentoonstel
ling is onderdeel van een vier
luik: eerder maakte de Zwitser
Szeemann soortgelijke exposi
ties over de kunst in Oostenrijk,
Polen en Zwitserland.
Szeemann, opgeleid als antropo
loog en filosoof, had een brede
kijk op beeldende kunst. Zijn be
langstelling waaierde alle kan
ten op en dat heeft er voor ge
zorgd dat deze expositie vooral
een verhaal vertelt. Een verhaal
over een land dat al 175 jaar ge
spleten is, maar dat desondanks
of juist dankzij die gespleten
heid in staat blijkt een groot
aantal creatieve geesten voort te
brengen.
Al in 1912 schreef de Waalse so
cialist Jules Destrée aan de Bel
gische koning Albert I een brief,
naar aanleiding van regerings
plannen om soldaten op te roe
pen voor een Belgisch leger. 'Si
re, er zijn geen Belgen, alleen
Wim Delvoye: Cloaca Turbo, 2005
James Ensor: Skelet bekijkt chinoiserieën, 1885
Vlamingen en Walen', schreef
Destrée.
Het is inmiddels een veel geci
teerde zin. In feite hobbelt de
Belgische staat al 175 jaar van
crisis naar crisis. Trokken in de
vorige eeuw de arme Vlamingen
van het platteland naar de Waal
se mijnen en fabrieken, momen
teel hebben de Vlamingen het
weer voor het zeggen. Maar pu
blicist Geert van Istendael
schrijft in de catalogus dat er he
lemaal geen redenen zijn om te
denken dat het einde van de Bel
gische staat nabij is. Wie dat
denkt, kent de Belgische geschie
denis niet goed. Belgen weten
zelf maar al te goed hoe broos
hun land is, aldus Istendael.
Szeemann gaat met grote stap
pen door de Belgische geschiede
Marcel Broodthaers: La Salle Blanche, 1975
nis, losjes links en rechts verban
den leggend. Het koloniale con
flict in Congo, de katholieke
knoet van de pastoors, de socia
listische arbeidersbeweging, al
les komt voorbij. Alle grote Bel
gische kunstenaars, Margritte,
Ensor, Tuymans, Broodthaers,
Spilliart, De Smet, Fabre, Per-
meke en Panamerenko, zijn ver
tegenwoordigd. Maar niet met
hun mooiste of belangrijkste
werken, want daar is Szeemann
minder in geïnteresseerd. Szee
mann zet niet de kunstwerken
centraal, maar de creatieve ver
mogens van de kunstenaars.
En die zijn, blijkens de exposi
tie, in België bijzonder groot
Want een kunstenaar met dezelf
de rijke fantasie en beeldend
vermogen als bijvoorbeeld Pana-
marenko zul je in Nederland
niet snel vinden. En ook een kun
stenaar als Wim Delvoye lijkt in
ons land niet voorhanden. Voor
de expositie maakte Delvoye
een nieuwe horizontale uitvoe
ring van zijn 'Cloaca', een fan
tastische strontmachine die het
menselijke spijsverteringproces
machinaal weet na te bootsen,
's Ochtends gooien museumme
dewerkers er een paar kilo voed-
sel in, op het einde van de dag
komt het er aan de andere kant
als een bruine, stinkende sub
stantie weer uit.
Szeemann schroomt er ook niet
voor om materiaal uit niet-
kunstmusea te halen. Zoals het
Belgisch slipmuseum, waaraan
veel bekende en onbekende Bel
gen hun onderbroek schonken.
Of een filmpje over de Belgische
sporthelden Jacky Ickx en Eddy
Merkcx.
De bezoeker dient mee te gaan
in het verhaal, waarbij het overi
gens de vraag is in hoeverre de
huidige expositie precies is wat
Szeemann wilde. Want toen de
Zwitser in december zwaar ziek
werd, waren weliswaar alle
kunstwerken uitgezocht en ook
vele teksten gereed, maar de uit
eindelijke plaatsing op zaal
bleek niet helemaal duidelijk.
Jéröme, de zoon van Szeemann
die door zijn vader vanaf zijn
ziekbed was gevraagd de exposi
tie af te maken, sprak op het
laatste moment nog met diverse
kunstenaars om te reconstrue
ren in welke context zijn vader
het werk had willen presente
ren.
Toch is de geschiedenis die Szee
mann wil vertellen duidelijk.
Het is geen lineair verhaal en
het vraagt veel van de bezoeker,
maar wie de moeite neemt mee
te gaan zal veel moois ontdek
ken over een land dat Szeemann
zeer goed kende. C'est arrivé
prés de chez nous, gaf Harald
Szeemann de levendige exposi
tie als ondertitel mee. Het is ook
de titel van een film van Benoït
Poelvoorde, een zin die onge
veer te vertalen is met 'dit is
vlak bij ons gebeurd'. 'Een pano
rama van het leven in België, de
cultuur uitgelegd door zijn be
woners', dat is wat Szeemann
voor ogen stond. Uiteindelijk is
hij daar in geslaagd.
Gerrlt van den Hoven
Expositie: Visionair Belgie. C'est ar
rivé prés de chez nous - t/rn 15 mei in
het Paleis voor Schone Kunsten
Brussel, di. t/m zo. 10-IS uur, do.
10-21 uur; publicatie 10,-.
«stedelijk Museum CS in Amsterdam
Jr "e komende maanden op reis door
collectie. In de serie gastconservato-
Jaann °ok koningin Beatrix de vloer
nu de beurt aan Carel Blotkamp,
kunstgeschiedenis aan de Vrije
jfxpositie Leporello. Een reis door de
begint met een straatgezicht van
uit 1874 en eindigt in 2004 met
p ommelstoel van de Israëlisch-Engel-
feerRonArad.
J?* de chronologie met per jaar
.maar gaat daarbij dwars door alle
m stijlen en disciplines heen. Hij
sisv- a"musea en boeken de geschie-
*n de moderne kunst vaak voorstel-
'ttoinr ncd°g'sche opeenvolging van
sen. Eerst was er impressionisme,
Johan Barthold Jongkind (1819 -1891): La mai-
son du maïtre Adam Billaud a Nevers, 1874
toen symbolisme, vervolgens expressionis
me, kubisme, futurisme, enzovoort: „Prettig
overzichtelijk, zo'n schema, maar de prak
tijk van de kunstproductie is anders, meer
kaleidoscopisch. Er lopen allerlei lijnen
door elkaar en veel kunst laat zich helemaal
niet in een stroming dwingen."
Die opvatting verklaart de titel Leporello.
Dat is een in harmonikavorm gevouwen
boek dat werd vernoemd naar Leporello, de
knecht van Don Giovanni in Mozarts opera
die de veroveringen van zijn meester in zo'n
boek toont. Omdat ze op deze tentoonstel
ling in een reeks op elkaar reageren, ontvou
wen de werken zich als 'een soort leporello'
over de tweede verdieping van de tijdelijke
vestiging van het museum bij het Centraal
Station.
Bij deze bonte afwisseling kreeg Blotkamp
zelf ook de associatie met het toneelstuk
'Reigen' van Arthur Schnitzler uit 1903,
'waarin het hoertje het doet met de soldaat,
de soldaat weer met het kamermeisje, het
kamermeisje met de jonge meneer, de jonge
meneer met het vrouwtje, enzovoort'.
Individuele associaties en emoties daargela
ten, geeft zijn tentoonstelling in elk geval
een mooi beeld van de rijkdom van de vaste
collectie. Die is zelden zo grootschalig te
zien omdat tijdelijke exposities de afgelo
pen decennia, mede door ruimtegebrek aan
het Museumplein, meestal voorrang kregen
Blotkamps start laat zich verklaren omdat
in 1874 de 'Vereeniging tot het Vormen van
eene openbare verzameling van Hedendaag-
sche Kunst' werd opgericht. Daarmee legde
een aantal vermogende Amsterdamse parti
culieren de basis voor wat een nieuw mu
seum voor moderne kunst moest worden.
De expositie omvat zo'n 130 werken, waar
onder veel dat door deze vereniging en/of
particulieren werd geschonken. Daaronder
was het eerder genoemde straatgezicht van
Jongkind, een werk van Willem Roelofs
(1876), twee schilderijen van Charles Ro-
chussen (1880) en een schilderij van Jan
Toorop (1890). Als eerbetoon aan alle parti
culieren die sinds de oprichting de collectie
hebben verrijkt, vroeg Blotkamp vijf verza
melaars voor Leporello een 'jaloersmakend
werk' in bruikleen te geven. Uit de collectie
van Willem Diepraam werd dat voor 1938
een foto van Paul Outerbridge, terwijl Mar-
tijn en Jeannette Sanders voor 1985 een
werk van Martin Kippenberger uitleenden.
Blotkamp koos voor de 19de eeuw onder an
deren Isaac Israëls (voor 1881), Auguste Ro
din (voor 1884), Edgar Degas (1888), Vin
cent van Gogh (1889) en Paul Cézanne
(1891). Op reis door de vorige eeuw staan
voor de eerste helft bekende namen als Jan
Sluijters (in 1907), Georges Braque (1908),
Picasso (1911), Carel Willink (1926), Kees
van Dongen (1931) en Charley Toorop
(1939) op het programma.
Over de tweede helft van de vorige eeuw
kon Blotkamp uit een grotere variatie aan
technieken kiezen: hij selecteerde onder
meer een halssieraad van Emmy van Leer-
sum (voor 1982), een portret van René
Daniëls van Mariene Dumas (1984), een affi
che van Anton Beeke (1989) en een video
van Aemout Mik (1998). Om de concentra
tie op de kwaliteit van de individuele kunst
werken te bevorderen, worden ze afzonder
lijk getoond op panelen naar een kleurenpa
let van P. Struycken.
Frangoise Ledeboer
Expositie: Leporello. Een reis door de collectie,
1874-2004- 1874 - Stedelijk Museum CS, Ooster-
dokskade 5, Amsterdam; t/m 12 juni. Geopend da
gelijks van 10.00 tot 18.00 uur en op donderdag
van 10.00 tot 21.00 uur.