PZC Zeeland op een praatstoel Af en toe duikt de oude Wolkers op spiegel van de lage landen Verhalende geschiedenis van Kees Slager Zomerhitte Redactie bijlagen: 0113-315680 yyww.pzc.nl E-mail:redactie@ pzc.nl Postbus 31,4460 AA Goes Advertentie-exploitatie: Noord- en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. zaterdag 5 maart 2005 boekenweek over onze geschiedenis De zeventigste editie van de Boekenweek (9 t/m 19 maart) staat volledig in het teken van de vaderlandse geschiedenis. Elke boekenweek dag heeft een eigen thema gekregen, variërend van biografieën tot historische romans, de Oranjes en Nederlands-Indië. In deze bijlage krijgt de Boekenweek een Zeeuws tintje, met Zeeuwse boeken, schrijvers die in Zeeland hun verhaal komen doen en een overzicht van de activiteiten in de provincie. foto Mechteld Jansen Prins Maurits op de Markt van IJzendijke, een beeld van Guidó'Metsers. et belooft een histo rische Boekenweek te worden. Alles wat maar een beetje met giste ren te maken heeft, wordt door overuren makende uitge vers op de markt gebracht. Dus zou je bijna geneigd zijn te denken: laat Kees Slager met De Zeeuwse geschiedenis in meer dan 100 verhalen maar even wachten, tot het spitsuur voorbij is. Dan krijgt zijn boek tenminste de aandacht die het verdient en zal het zeker niet kopje onder gaan in de stroom van glim mend geïllustreerde hard covers die met ingang van 9 maart de schappen bevolken. Slagers boek wordt de eerste dag van de Boekenweek offi cieel aan Commissaris van de Koningin Wim van Gelder aan geboden. De schrijver en zijn uit gever Van Gennep hebben er dus kennelijk alle vertrouwen in dat de - om precies te zijn - 124 getuigen van het Zeeuwse verle den voldoende zeggingskracht hebben om de concurrenten op afstand te houden. Wie de nieuwe uitgave ter hand neemt, zal dat vertrouwen kun nen begrijpen. Het is typisch zo'n boek zonder illustraties. dat het volledig van de betove ring van het woord moet heb ben. Slager (1938), die zich als voormalig radioman en oral his- tory-schrijver vooral met de twintigste eeuw bezighield - landarbeiders, vissers, ooggetui gen van de watersnood - is deze keer diep in de Zeeuwse geschie denis gedoken. Hij verzamelde teksten van auteurs, die ieder op hun manier een stukje verlë- den van het deltagebied ver woorden. Het eerste verslag stamt uit de tiende eeuw, toen de vanuit Spanje naar Utrecht reizende Arabier Ibrahim b. Ya'" gü in zijn verslag enkele regels aan Zeeland wijdde: 'Het land is ér doordrenkt van zout en onge schikt om planten of gewassen voort te brengen. De bewoners voorzien in hun onderhoud door kudden schapen te houden Dat is het begin. Via getuigenis sen van geestelijken, militairen, geleerden, ambtenaren en 'gewo ne' mensen marcheren we zo de hele geschiedenis van Zeeland door tot - bijna - de dag van van daag. PZC-journalist Emile Ca- lon is de uitsmijter met zijn re portage over de laatste tocht van de veerboot tussen Perkpol- der en Kruiningen, 14 maart 2003, de dag dat Koningin Bea trix in de tunnel onder de Wes- terschelde Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen elkaar de hand liet schudden. Die tien eeuwen Zeeuwse ge schiedenis bevatten veel strijd. Strijd tegen binnenvallende heerscharen om te beginnen. De delta is met de vele havens aan open water altijd een begeerlijk bezit geweest. Tot de 18de eeuw voor Hollanders, Vlamingen, Geuzen en Spanjaarden, later voor Fransen, Engelsen en Duit sers. Eén voorbeeld uit het verre verleden, toen de Vlamingen Zie- rikzee en daarmee heel Zeeland onder hun heerschappij hoopten te brengen, is veelzeggend. Het was op 10 en 11 augustus 1304, dat zij in een bloedig treffen hun meerderen moesten erken nen in de gezamenlijk opereren de Hollanders en Fransen. Een anonieme geestelijke schreef in De Kronijk van Holland: 'En het lawaai van het volk en van de hamassen en van het smijten van de een tegen de ander, was zo hevig dat men het tot op wel twee zeemijlen hoorde. Ten slot te waren de Vlamingen zo ver moeid dat zij het opgaven en zich lieten doodslaan en in de stroom werpen. Bij deze strijd bleven bijna vijfduizend Vlamingen dood of verdronken en er gingen wel elfhonderd schepen verloren.' Kees Slager geeft er in zijn keu ze van fragmenten blijk van te beseffen dat een militair, hoe zwaar bewapend ook, toch voor al een mens is. De gewonnen zee slagen tegen de Spanjaarden in de tweede helft van de 16de eeuw, werden door Zeeuwse be stuurders zo bepalend geacht voor de toekomst van het ge west, dat ze meteen op monu mentale tapijten werden vereeu wigd. Ook van Spaanse zijde zijn er herinneringen aan de voor hen ongelukkig verlopen zeeslagen op de Zeeuwse wate ren bewaard gebleven. Soldaat Bernardino de Mendoza be schreef hoe een Spaans eskader in 1574 in Antwerpen gereed lag om naar Reimerswaal te varen: 'Even voor het vallen van de nacht kwam de grootcomman deur de vloot in ogenschouw ne men en de schepen begroetten hem met salvo's. Een der best be wapende schepen loste ook een salvo met als gevolg dat de spanten sprongen en het schip vlak bij de dijk zonk. Dit ging zo snel dat alleen de soldaten en de bemanning die zich aan dek bevonden, het er levend afbrach ten.' Klein en groot leed was er ook toen Maurits in 1604 Uzen- dijke belegerde. De Spanjaar den konden geen kant op, en de prins stuurde zijn trompetter om hen tot overgave te somme ren. Maurits' neef Ernst Casi- mir, die bij het beleg aanwezig was, noteerde: 'De trompetter was de oude brave Hans, die Zij ne Excellentie zo lang heeft ge diend. Hij stak eerst in de loop graven zijn trompet en kwam er toen uit tevoorschijn om nog eens te schetteren, zoals dat van ouds het gebruik is. Een Itali aanse soldaat echter van het IJ- zendijkse garnizoen, die achter een palissade gedoken zat, schoot hem een musketkogel dwars door het hoofd, zodat Hans morsdood ter aarde stort te.' Een vergissing, zo was met een duidelijk. Er moest heel wat heen en weer gepraat worden voor de Spanjaarden bereid wa ren de ongelukkige schutter uit te leveren, 'opdat de prins er naar goeddunken mee zou han delen'. 'Alzo geschiedde', be sluit Ernst Casimir. Hij vertelt niet wat er met de Italiaan ge beurde. De Zeeuwse historie is meer dan De liefhebbers van Jan Wolkers mogen de heren van de Stichting voor de Col lectieve Propaganda van het Nederlandse Boek wel innig dankbaar zijn. Zij kregen datgene voor elkaar waar uitgeverij De Bezi ge Bij twintig jaar lang in faalde: Wolkers een heuse roman laten schrijven. Want na De onverbiddelijke tijd (1984) bereikte ons van de Texelse meester geen fictie meer. Het had er veel van weg dat Wolkers' ooit zo vul kanische verbeeldingskracht voorgoed was Uitgedoofd. Of had hij er eenvoudig genoeg van te dienen als schietschijf voor een steeds onwelwillender kritiek? Hoe dan ook, js terug, en zijn bewonderaars kunnen zich weer eens ouderwets koesteren in de gloed van zijn als immer warm omfloerste stem. Zomerhitte heet de kleine, op een onge noemd Waddeneiland gesitueerde roman waarmee Wolkers zijn comeback maakt, ken kijkje in het lijstje met titels van nog te schrijven romans dat Wolkers jaren geleden aan elk nieuw boek toevoegde, suggereert B'^et hier om een oud plan gaat. Want daar treffen we naast 'Het muizenorakel' en 'Waar eens LENTE stond' ook 'De hittegolf' aan. Genoemde zomerhitte heeft allereerst be trekking op de temperatuur gedurende het badseizoen. Maar er is ook het bloed van de verteller dat tot het kookpunt wordt opge jaagd. Deze ik-figuur, een fotograaf die re gelmatig op het eiland te gast is. loopt op een van zijn strandwandelingen de struise schoonheid Kathleen tegen het lijf. Hoewel ze zijn testosteronspiegel flink opstuwt, zal hij pas aan het slot van het verhaal de lief degloed bij Jiaar kunnen blussen. Voor die tijd heeft hij, om de beeldspraak nog maar even vast te houden, bijna zijn vingers ver brand aan de louche zaakjes waarmee Ka thleen zich inlaat. Om haar studie kunstge schiedenis te kunnen bekostigen verleent ze hand- en spandiensten aan een drugssmok kelend duo. Onze hoofdpersoon steekt, onge twijfeld uit jaloezie op de baas van het stel, een spaak in het wiel en kan alleen aan een dodelijke afrekening ontkomen door zelf een van de twee boeven uit de weg te mi men. Nadat de andere boef zich uit ongenoe gen over het verdwijnen van vele kilo's he roïne door het hoofd heeft geschoten, ligt de weg naar Kathleen helemaal open. Fris en fleurig varen de gelieven naar het vaste land, ongetwijfeld een mooie toekomst tege moet. Bij zo'n B-filmscenario zou je haast gaan denken dat Wolkers bewust heeft gemikt op de gemiddelde smaak van de 750.000 greti ge lezers die zich de komende dagen naar de boekhandels en kiosken zullen spoeden om hun geschenk binnen te halen. Alle ingre- di( iten om de smaak van een groot publiel te prikkelen zijn in Zomerhitte voorhanden: seks, spanning en sensatie. Zelfs de horror ontbreekt niet, gelet op het optreden van een agressieve velduil die een vogelwachter een oog uitkrabt. Die episode is overigens keurig voorbereid door een historische ver wijzing naar de Engelse koning Harold die tijdens de slag bij Hastings, in 1066, sneuvel de nadat een pijl zijn oog had doorboord. In het verleden was er soms sprake van eni ge animositeit tussen Wolkers en Maarten 't Hart, maar nu beide heren de rijpere leef tijd hebben bereikt kun je alleen maar vast stellen dat ze wat hun schrijverschap be treft enorm op elkaar lijken. Allebei excelle ren ze in uitgebreide natuurbeschrijvingen, die vaak doen denken aan de wervende en opvoedende Verkade-albums van Jacq. P. Thijsse. En de figuur van de oubollig-deftig pratende meneer Federici, die foetert tegen de uitwassen van het toerisme en onze held met raad en daad terzijde staat in zijn strijd tegen de georganiseerde misdaad, kan onge wijzigd worden overgenomen in een her druk van 't Harts recente dorpsvevelling gekletter van wapens. Slager laat ook de strijd tegen het wa ter als een rode draad door zijn boek lopen. „Minstens de helft van de gekozen fragmenten heeft met water te maken", zegt hij. Dan gaat het niet alleen over Sint Felix Quade Saterdag (1530), de Ramp van 1953 en an dere watersnoden, maar ook over scheepvaart, ontdekkings reizigers, visserij, ontpoldering, dijkgraven, veer- en loodsdien- sten. Hoe actueel de geschiedenis kan zijn ervaart de schrijver dage lijks in zijn woning, onder aan de dijk bij Poortvliet. In zijn boek heeft hij een fragment op genomen van de waterbouwkun dige Andries Vierlingh uit Steen bergen. Die schreef in 1579 het boek Tractaet van Dijckagie, waarin hij onverholen kritiek leverde op de dijkgraven die het beheer van de dijken veronacht zaamden: 'Die lieden zijn te zeer het gemak gewend. Grote dag gelden weten zij wel te rekenen, maar dat brengt geen zoden aan de dijk. Zij zouden hun poten ook eens nat moeten maken, de vetlaarzen aantrekken en de he le dag de lendenen strekken door dik en dun.' Vierlingh ging op inspectie uit en zag dat het gat in de zeedijk van Lodijke, ten westen van de toenmalige stad Reimerswaal, funeste gevolgen had. 'Ik ben daar voorbij gevaren met een schip en wij zagen stukken van de schorren wegvallen, zo groot als het vierendeel van een ge- met.' „Kijk", zegt Slager, „als dat gat van Lodijke er niet was geweest, dan zou ik hier een prachtig schor aan de andere kant van de dijk hebben gehad. Zo heb ik alsnog de schurft aan die Lodijke gekregen." De fragmenten in het boek ge ven een, niet de geschiedenis van Zeeland. Slager kan het niet genoeg benadrukken. Al le zend kwam hij tot de conclusie dat Zeeland in de loop der eeu wen steeds minder avontuurlijk is geworden. Het water lijkt ach ter veilige dijken uit het zicht geraakt te zijn, zodat we ons nu over vrijwillige ontpoldering druk kunnen maken. Slager: „Het water is veel meer fun ge worden. Dat is een soort luxe, die we ons kennelijk kunnen per mitteren." Het boek verschijnt als zesde deel in een landelijke serie; van de drie noordelijke provincies, Nederlands-Indië en Gelder land zijn al eerder afleveringen verschenen. Slager laat elke ge tuigenis voorafgaan door enkele regels introductie, waarin ver rassend beknopt en helder het 'wie-wat-waar-wanneer' uit de doeken wordt gedaan. „Ik hoop dat onderwijsgevenden meer tijd vinden om aandacht aan om gevingsgeschiedenis te beste den. Als die historische inspira tie van mijn boek uitgaat... Jan van Damme Kees Slager: De Zeeuwse geschiede nis in meer dan 100 verhalen - Uitge verij Van Gennep, 348 pag., 18,-. De overhandiging van het eerste exemplaar aan Commissaris van de Koningin Wim van Gelder is op woensdag 9 maart om 16 uur in De Drukkerij in Middelburg. Omslagillustratie van Zomerhitte Lotte Weeda. Toch kunnen we zo nu en dan nog een glimp van de oude Wolkers opvangen, t jvoor- beeld als er van een sardonische grap te ge nieten valt. Bij het aanschouwen van een troep dronken discogangers bedenkt de foto graaf vergoelijkend dat de apostelen tijdens de uitstorting van de Heilige Geest ook flink uit hun dak gingen. 'Je kon bij wijze van spreken bij iedereen je sigaret aanste ken zonder dat je om een vuurtje hoefde te vragen.' Of het nu is om heimwee naar ver vlogen tijden op te wekken of niet, zeker is dat Wolkers de laatste twintig pagina's van Zomerhitte heeft gemodelleerd naar even zinderende als klassiek geworden teksten als 'Kunstfruit' of 'Turks fruit'. De door hem opgeroepen erotische scènes bezitten nog altijd het aanstekelijke naturel dat van ouds zijn handelsmerk is. En Kathleen, de schaamteloze dame van het verhaal, heeft veel dat herinnert aan Olga uit 'Turks fruit'. Zo wordt Zomerhitte toch nog een feest der herkenning. Jaap Goedegebuure Jan Wolkers: Zomerhitte - Uitgave Stichting CPNB, 92 blzgratis verkrijgbaar bij aankoop van €11,50 aan boeken in de periode 9 t/m ly maart.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 47