Wel de meest gebloemleesde Een strip heeft ook een hoofdfiguur nodig Driek van Wissen 23 Barbara Stok woensdag 23 februari 2005 TT^ T TT^ ATT T TT/'"heeft de jeugd van Maarten 't ril VJT r J IN 1 iij X\.Hart in Maassluis iets verstik- kends. Waarom moest ik er dan zo nodig naar toe? Misschien zou Maassluis zelf het antwoord geven of de tocht erheen. Scharendijke, Ouddorp. Goedereede - niets gaf geen aanleiding van het rechte pad af te wijken. Sierlijk en doelgericht ging het op Ro zenburg af. Wie Maassluis bezoekt, zal de veerpont nemen, dat stond vast: de waterweg, het silhouet van de kerk, het havenhoofd, de binnenhaven. De venijnige noordooster liet echter weinig keus: eerst moest de horeca bezocht worden. Op de Veerstraat draaide de kompasnaald alle kanten op. Een vrouw, type dame, wilde wel ter wille zijn: 'het museum is daar, maar leuke cafés zijn hier niet. Je moet gewoon nemen wat er open is.' Gezegd, gedaan, het werkte. Maassluis was betoverend. De sluisjes, de trappen op naar de dijk, het gemaal. De kerk waar Maarten het orgel leert kennen, rechts. De steile helling, de wip genaamd, moest zelfs nog komen. Zo onbe dorven. De dame had de juiste weg gewezen naar het museum. Het bleek echter het nationale zeesleep vaartmuseum te zijn. Twee zee bonken zeiden om strijd met spijt dat een kwart mijl verder het his torisch museum was. Daar was alles te zien, van Maassluis' allerbe roemdste zoon. Op de dijk het goede museum, met het uitzicht uit De steile helling: 'Onder je lag de stad; het was of je daar boven uit getild werd, of je onaantastbaar en onkwetsbaar je eigen bestaan mocht aanschou wen, dat zich, daar ergens in de diepte, daar waar je je evenwicht niet hoefde te bewaren, moeizaam voortsleepte van maandag naar maandag.' Werkelijk alles heeft het mu- -jy /r I seum gedaan om er iets moois IVJ-CtctSSJLUlS van te ma^en- Zeker, voorspel bare foto's en boeken, een manu script, kaarten en stadsgezich ten van een oeverloze nostalgie. Een schitterende ets van Jongkind met schaatsenrijders op de vlie ten. En dan de museumtrap af. Je weet niet wat je ziet: de keuken, de huiskamer van de familie 't Hart nagebouwd. Het harmonium, de christelijke wandspreuken, de lamp boven de tafel, het tijdloze ta felkleed, het granieten aanrecht, het aardappelbakje, de wasmachi ne. Je waant je in de jaren vijftig. Zuchtend. Dan komt het badhuis nog, de gereformeerde kerk, het orgel, het psalmboek met enige ge zangen. De school, de wandplaten van Isings, de leesboekjes van Jaap en Gerdientje. De boekjes van het kerstfeest, en de werken van gewicht ter v,oorbereiding van knapen- en mannenvereniging. Zachtjes speelt de radio, een NCRV-hoorspel, en dan Sweet Sixteen en dat is Peter Ook wie geen deel uitmaakte van de kring der afgescheidenen beleeft de herkenning. In ieder geval de herkenning van de bron van de schrijver Maarten 't Hart. Benepen en druk kend, maar veilig en warm. Het museum heeft er een prachtig boek je bij gemaakt. Dan, met Mijn vaderstad in de hand, begint de literaire wandeling door het Maassluis van Maarten 't Hart. Het geboortehuis is er nog. 'Soms denk ik dat al wat ik schrijf voortkomt uit heimwee naar Maassluis. Het is net of ik, sinds ik er niet meer woon, niet echt meer leef, of ik nu droom en op een dag ontwaken zal in mijn eigen bed op de zolder van het huis aan de Patijnestraat... en alles zal weer zijn zoals het hoort'. Zie de havenkom met de weerspiegeling van de Grote Kerk aan de overzijde zoals in De aansprekers de ik-persoon die ziet: als ik tenminste die weerspiegeling maar af en toe zou kunnen zien in Leiden, dat zou al genoeg zijn. 's Avonds, liggend in bed, warm, buiten de wind, de pannen ramme len, in de verte de scheepsfluit, lezend in Mijn vaderstad. Een vaag gevoel doorstroomt de lezer. Zouden dat weemoedige herinnerin gen zijn? Aan Maassluis? Lo van Driel proza Selma Lonning Aare: Nog een rondje? - In Nog een rondje? wordt het verhaal verteld van Berg en David. Nadat Berg door David is bedrogen, sluit zij zich op in de badkamer. Om aan Berg zijn ontrouw te verklaren en haar over te halen bij hem te blijven, begint David via het sleutelgat te praten. Hij vertelt over zijn jeugd, zijn ouders en hoe zijn vader als joods jongetje de Tweede Wereldoorlog over leefde. Ook Berg heeft een pijn lijke jeugd die zij nog nooit met David heeft besproken. Selma Lonning Aaro woont en werkt in Oslo. Ze studeerde theaterwe tenschappen en literatuur. Nog een rondje? is inmiddels haar vijfde boek. Vertaling: Annema- rie Smit. Uitgeverij Contact, 224 pag.,€ 16,90. Jean-Paul Franssens: De wissel wachter - Na jaren trouwe dienst krijgt een wisselwachter te horen dat zijn wissel komt te vervallen. Hij dreigt alles wat hem dierbaar is te verliezen: zijn huis aan het spoor, zijn ge liefde groentetuin. En uiteinde lijk ook zichzelf. Begin jaren tachtig debuteerde Franssens (1938-2003) met dit kleinood, dat nu is heruitgegeven met twaalf nooit eerder gepubliceer de tekeningen van de hand van de schrijver. Tussen 1997 en 2003 werden vier andere boeken van Franssens gepubliceerd, die allemaal sterk autobiografisch van inslag waren. Toch ontspro ten ze allemaal aan zijn verbeel ding, het was pure fictie, De wis selwachter incluis. Uitgeverij De Arbeiderspers. 120 pag., geïll. 14,95. Dezsö Kosztol nyi: Anna - Schrijver Kosztol nyi (1885- 1936) geldt als een van de gro ten in de Hongaarse literatuur en als 'de meest elegante van al le Hongaarse schrijvers'. In An na vertelt hij het verhaal van het dienstmeisje Anne Édes dat voor het kinderloze echtpaar Vi- zy werkt. Het leven is een sleur, maar dan duikt een neef van de familie, Jancsi, op met wie An na een kortstondige, maar hefti ge liefdesrelatie krijgt. Maar als Jancsi op een gegeven moment berooid Boedapest moet verla ten, lijkt het leven van weleer weer terug te keren. Maar als meneer Vizy een feest geeft ter ere van zijn promotie, vindt er na afloop een schokkende ge beurtenis plaats die het leven van Anna in een ander daglicht stelt. Vertaling Henry Kammer. Uitge verij Van Gennep. 288 pag. 17,90. Susan Glimmerveen: De reizen de voorstelling - Op zoek naar avontuur en verdieping reist een groep mensen in een oude vrachtauto door Afrika. Fie is weduwe, bibliothecaresse, jong bejaard. Ze wil de voorspelbaar heid van haar toekomst ont vluchten. Ena, negentien, zit naast Fie en kauwt op haar ha ren. Fie wordt haar rots in de branding en Schot, de cynische bijrijder, haar uitdaging. Uitgeverij De Arbeiderspers. 248 pag. €16,95. uur was de kritiek na de verkiezing van Driek van Wissen tot Dichter des Vaderlands. Maar de Groningse verzenma ker, hij dicht onverdroten voort. Zelfs zijn voicemail rijmt. Hij pakt zijn agenda er eens bij. Een paar dagen gele den nog had hij een lezing in Harderwijk. Een voordracht in de bibliotheek van Heerhugo- waard, een optreden in Rotter dam, een quiz op Texel. Sinds zijn verkiezing tot Dichter des Vaderlands is de marktwaarde van Driek van Wissen (61) flink toegenomen. „Gisteren kreeg ik vier verzoeken om ergens te gaan voorlezen." Van Wissen is voor zo goed als alles in te hu ren. „Ik luister symposia en con gressen op met een taaicabaret. Op basis van brochures en docu mentatie voer ik dan een num mer op. Het is niet al te serieus bedoeld en het trekt de lachers aan." Zo heeft Van Wissen zijn licht laten schijnen over de riole ring in Nederland, smartlappen, beginnende dementie, IVF-be- handelingen, de wijkagenten in Drenthe. En met dichter Carel Helder leidt hij sinds kort ook een caféquiz met 'onzinnige vra gen'. De poëzie maakt een 'aanzien lijk' deel uit van zijn leven, laat dat wel duidelijk zijn. „Het is leuk om de vorm te hanteren en dat op verschillende manieren uit te dragen." Zo heeft Van Wis sen wel een bezwaarschrift in sonnetvorm aan de belasting dienst gericht. „Het heeft lang geduurd voordat ik antwoord kreeg. De brief schijnt daar een jaar op het prikbord te hebben gehangen. Het hielp wel. Ik kreeg een positieve beschik king." Discussie De dichtkunst is er om zowel de diepste emotie uit te dragen als het verwoorden van de irritatie over een krantenbericht, meent Van Wissen. „Ik zeg wel eens: ik ben niet de beste dichter van Ne derland, maar wel. een van de meest gebloemleesde. Een bun del over poezen, een boek over voetbal, ik sta bijna overal in." De verkiezing van Van Wissen heeft de gemoederen in voorna melijk literair Nederland flink beroerd. „Er is een zinnige dis cussie ontstaan over de functie van Dichter des Vaderlands", zegt hij met gevoel voor under statement. „Ik vind dat het werk van zo'n dichter direct moet aanspreken. Mijn tegen standers roepen dat de poëzie vooral moet ontregelen. Maar als je na tien keer lezen een ge dicht nog niet begrijpt, schiet je je doel voorbij." Van Wissen is ei-van overtuigd dat hij ook zonder de actieve campagne door zijn Groningse achterban de verkiezing gewon nen had. „Het is vooral de keuze van een heleboel mensen voor toegankelijke poëzie. En dat zijn niet alleen Groningers, maar ook veel lezers van mijn website. Ik weet van een hele boel dichtclubs in het land dat ze mij hebben gesteund: er kwa men stemmen uit Almelo, Eind hoven, Heerhugowaard." Volkskrant-criticus Michaël Zeeman typeerde Van Wissen als een rijmelaar, sinterklaas dichter en drinkebroer. Geër gerd: „Drinkebroer heeft er niets mee te maken. Zelfs al zóu ik een drinkebroer zijn, ik moet toch goede gedichten blijven schrijven. Ik vind het ook raar dat dat drinkebroer maar door Driek van Wissen, dichter des vaderlands: „De dichtkunst is er om zowel de diepste emotie uit te dragen als het verwoorden van de irritatie over een krantenbericht." foto Kees van de Veen/GPD iedereen wordt overgenomen. Je komt het overal tegen." Hij heeft al met NRC Handels blad, die het werk van de Dich ters des Vaderlands afdrukt, de onderwerpen afgetast die tot poëzie zouden kunnen leiden. „Ik denk dan aan de terugkeer van de Nederlandse militairen uit Irak. Dat is een gedenkwaar dig moment. En ik weet niet of dat het meest inspirerend is, maar om het ambtsjubileum van koningin Beatrix kan ik niet heen." Een gedicht over het tweede kind van Willem-Alexander en Maxima zal er niet komen. „Dat vind ik niet interessant." Veel eer zal hij de rijmkunst aanwen den bij het overlijden van schrij ver Gerard Reve. Of de pads. Al met al wordt er te zwaar ge tild aan dat hele Dichterschap des Vaderlands, vindt hij. „Men denkt dat het de belangrijkste zaak van de wereld is. Maar al leen de naam al, Dichter des Va derlands, is te archaïsch om al te serieus te nemen." Leraar Van Wissen zit ruim 37 jaar in het onderwijs. Hij doceert tot aan het eind van dit jaar Neder lands in de hoogste HAVO en VWO-klassen van een scholenge meenschap in Hoogezand-Sap- pemeer. „Daarna houd ik ermee op. Ik ben al een jaar verder dan de VUT-gerechtigde leeftijd." De poëzie is begonnen als een hobby en daarna uitgegroeid. „Dat gaat nu een nog belangrij kere rol spelen. Ik zeg wel eens spottend dat op mijn cv 'In zijn vrije tijd was hij leraar' staat." Hij is ervan overtuigd dat jonge ren nog te porren zijn voor een portie poëzie. „Ik neem altijd vijftig bundels mee van huis. Heel diyers en over het alge meen heel toegankelijk. Daaruit mogen ze de drie mooiste gedich ten kiezen. Dan zie je dat de weerzin in het begin omslaat in plezier en het elkaar voorlezen. Je moet het dus vooral niet op leggen." Vergeet niet, zegt Van Wissen, dat het rappen populair is onder de jongeren. Ook een rijmvorm met allerlei wetmatigheden. „Het heeft voornamelijk met de voordracht te maken, maar toch." Hij groeide op in een gezin met vijf kinderen. Vader Herman was architect en kunstschilder, hij maakte deel uit van de kun stenaarsvereniging De Ploeg, waartoe ook Hendrik Werkman en Jan Wieger behoorden. Van Wissen is van huis uit katholiek, maar niet meer actief met het ge loof bezig. „Maar ik heb er ook geen rancune tegen. Als je toch gelovig wordt opgevoed, dan kan dat het best als rooms-ka- tholiek, vind ik. Want je houdt daar een toch wat vrolijker le vensvisie aan over. Het calvinis me is daarentegen heel erg met schuldgevoel bezig. Katholieken hebben een wat luchtiger mo raal: je hoeft niet alles te bewa ren voor het hiernamaals, ook op aarde mag je feesten." Hoe zuur critici en sommige vak genoten ook mogen zijn, Van Wissen benadrukt dat liefde, ge luk en gezondheid meer gewicht in de schaal leggen dan een nega tieve recensie. En hij stelt vast dat het met die drie fenomenen wel goed zit. „Ik heb niet te kla gen. Ik heb geen aanwijsbare kwaal. Ik leef er nog vrolijk op los. En ik heb al jaren een vaste vriendin, afkomstig uit de onder wijswereld, met wie ik heel ge lukkig ben." Nooit getrouwd ge weest, nee. „En toevallig zijn er ook nooit kinderen gekomen, wat toch vaak een zwaarwegen de reden is om te gaan trou wen." De nadering in ouderdom leest men eerst in meisjesblikken, dichtte Van Wissen ooit. „Op een gegeven moment heb ik wel eens iemand zien kijken met een blik van: ouwe lui. bedenk wel even hoe groot het verschil tus sen ons beiden is. Je hebt man nen die geweldig achter de jon ge meisjes aanzitten. Dat is soms stuitend om te zien. Dit ge dicht was bedoeld als een soort waarschuwing." Optimist Zijn vriendin is vijftien jaar jon ger. „Maar ik ken ergere geval len." Hij zou er niet zo mee zit ten als hij na zijn dood niet een onsterfelijke dichter zou blijken te zijn. „Ik ben niet vies van tij delijke roem. Maar wat heb je aan status als je dood bent? De poëzie geeft je juist tijdens het leven zo veel mogelijkheden. Je komt met leuke mensen in contact, je maakt veel vrienden. Het maakt het leven spannender op allerlei manieren." Van Wissen beschouwt zijn rela tiveringsvermogen als een van zijn grootste gaven. Hij be schrijft zichzelf als optimist. Peter Kuijt tea Stok haalde meteen de landelij- smedia toen ze begin 1996 haar eerste ten, Barbaraal #1, uitbracht. In ei- ter gefabriceerd met een fotokopi- en over haar eigen leven. Want ra Stok is zelf de held in haar stripver- «Inhoudelijk was het redelijk opzien- denk ik. Heel persoonlijk. Dat was de tekenstijl was ook bijzonder." kl 1 gaat over wilde stappartijen. tijfels en verliefdheden. Over hoe ze 'belandt met een andere vrouw. Hoe te 21ste voor het eerst een orgasme Je wordt tegenwoordig doodge seks, maar altijd op een stoere ma nvan: wij lusten er wel pap van. Mijn was eigenlijk andersom. Ik wist van "och blazen. Ik had er op mijn 21ste idee van hoe het allemaal werkte. }n de verhalen die je nooit hoort. Ik at ik er op een heel vriendelijke, intie mer over heb verteld." ra doet Barbara Stok al van kinds af tra schrijven ook. Toen ik net had le- ®n- begon ik al verhaaltjes te tikken Barbara Stok foto Jan Zeeman op de typemachine. Met één vinger. Samen met mijn nicht Marjan en ook wel in mijn eentje tekende ik in die tijd al stripjes. Over Olie, een jongetje. Die werden dan ge plaatst in het tenniskrantje." Ze komt uit een familie van zelfstandige ondernemers. „Mijn ouders hadden een familiebedrijf, Bo zo Metaal. Opgericht door mijn overgrootva der en daarna overgenomen door mijn opa. Het is nog steeds een familiebedrijf. Mijn broer werkt er nu. Zelf wilde ze altijd schrijver worden. „Jour nalist bleek een wat realistischer variant, maar ik werd uitgeloot." In 1989, toen de Muur viel, trok ze naar Berlijn en toen ze daar allemaal journalisten zag rondlopen be dacht ze dat persfotograaf ook wel wat zou zijn. Toch kwam ze in de journalistiek te recht. „Er kwam een advertentie langs voor fotograaf/journalist bij huis-aan-huiskran- ten en ik dacht: laat ik eens solliciteren." Hoe het Stok verging in haar journalistieke loopbaan is te lezen in Je Geld Of Je Leven, haar striproman uit 2003. Ze werd langzaam maar zeker helemaal op geslokt door haar werk, kreeg slaapproble men en andere burnout-verschijnselen, tot ze de knoop doorhakte en ontslag nam. Ze verbaast zich over mensen die op basis van de strips de conclusie trekken dat Barbara Stok een onzeker meisje is. „Juist omdat ik sterk in mijn schoenen sta, durf ik in mijn strips ook mijn kwetsbare kanten te laten zien. Vooral in Barbaraal Tot Op Het Bot heb ik de verlegen en onhandige kant van mezelf uitvergroot, omdat ik dat de meest in teressante kant vond voor de verhalen. Men sen kunnen het idee hebben dat ze me hele maal kennen als ze mijn strips lezen, maar dat is kolder. Het zijn maar een paar situa ties die ik eruit licht." Als je de strips goed leest, komt er een vrouw uit naar voren die allerminst timide of onzeker is. In Barbaraal Tot Op Het Bot vertelt ze hoe ze eens op filmmaker Pim de la Parra afstapte voor een baantje. „Een goe de vriend van mij was still-fotograaf, die maakt de foto's die bij bioscopen opgehan gen worden. Dat leek me wel wat. Een foto graaf hadden ze niet nodig, maar een boek houder wel. Ik dacht: hup, gewoon ja zeg gen. Ik wist van niks en heb zelf maar een boekhoudsysteem opgezet. Dat werkte." Tegenwoordig is Barbara Stok fulltime (strip)tekenaar. In april verschijnt haar nieuwe album bij uitgeverij Nijgh Van Ditmar, Nu We Hier Toch Zijn. „Een bundel met korte strips, die eerder in de One heb ben gestaan, een blad waar ik vijf jaar voor getekend heb. Er komen ook andere dingen in. Het is een verzameling van de afgelopen jaren plus wat nieuwe dingen." Naast haar Barbaraal-strips werkt ze als illustrator en maakt ze strips in opdracht. „Ik heb bijvoor beeld een strip gemaakt voor de cultuurno ta van de provincie. Ik ben een langzame te kenaar, een ontzettende pietlut. Het moet al lemaal heel precies. Elk lijntje moet precies dik genoeg zijn." Ze werkt ook wel samen met haar vriend. Ricky van Duuren, die grafisch ontwerper is. Zo maakte Stok voor de onlangs uitgezon den VPRO-televisieserie Alles voor de band de tekeningen en nam haar vriend het ani matiegedeelte voor zijn rekening. „Ricky is zelf ook striptekenaar; hij maakt strips voor een studentenkrant." Ze doet nu de dingen die ze leuk vindt, zoals optreden met haar vriend. Samen vormen ze De Straaljagers, een punkrockband. „Er is een link tussen pop en strips. Veel striptekenaars maken muziek. De tekenaar van Dirkjan speelt bij voorbeeld ook in een bandje." Barbara Stok heeft haar draai gevonden in het leven. „Die strip is helemaal mijn ding. Soms twijfel ik wel eens of de verhalen die ik maak wel mooi zijn. Waar het nou eigenlijk op slaat, zo'n stomme strip. Uiteindelijk, als ik graag iets wil vertellen, grijp ik toch altijd weer te rug op die strip. Het is mijn manier om din gen te vertellen." Job van Schaik Op 1 april 2005 verschijnt het nieuwe album Nu We Hier Toch Zijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 23