Als een
gelovige
bedrogen
Een egte gedig
kom vanzelf
Claire
Polders
Slapeloosheid
Elisabeth
Eybers
90 jaar
woensdag 23 februari 2005
Elke slag weer
jou woelig omkeer,
ag wat 'n taak
om bewusteloos te raak;
snak-na-asem vergroot
die bekoring van dood.
Hoewel aanmekaar strewe
beslis dui op lewe"
blyk 'n nag wat verbrou
word mistroostig en grou
wanneer kil oggendlig
jou ontmaskerend betig.
Elisabeth Eybers, geb.1915
De droom van elke dichter:
een taal van jou alleen, een
taal die zonder smetten blijft.
De schrik van iedere poëet: een
taal die je moet delen, een taal
die snel vervuild raakt. De groot
ste bedreiging voor de poëzie is
de brute usurpatie van woorden
en wendingen door reclame, po
litiek, journalistiek. Wonder
baarlijk genoeg lijkt Elisabeth
Eybers gevrijwaard van deze cli
chémachine, van de gemeen-
plaatsenwals die jouw taal tot
een taaltje plet.
Op zaterdag 26 februari viert
zij, de enige in ons land levende
schrijver die Nobelprijswaardig
is, haar negentigste verjaardag.
Wij lezers kunnen het feest mee
vieren, met haar Versamelde ge-
digte waarvan vorige en een met
haar nieuwe bundel Valreep/
Stirrup-cup. Hoe weet de dichte
res te ontsnappen aan de taalbe-
lagers?
Met een truc die zijn weerga
niet kent. Door een taal hele
maal voor zichzelf te reserveren.
Ze ging al zo'n zeventig jaar ge
leden gedichten schrijven in het
Afrikaans, de taal van haar va
der. Daarmee is ze, hoe lang ze
ook al in Nederland woont, al
tijd doorgegaan. We krijgen zo
doende Nederlandse gedichten
te lezen. Gedichten over het Ne
derlandse landschap en de Ne
derlandse seizoenen. Gedichten
ook die beïnvloed zijn door het
werk van Nederlandse poëten
en die op hun beurt vaderlandse
dichters beïnvloedden. Maar
dan geschreven in een taal die
wij Nederlanders weliswaar ver
staan, maar toch niet helemaal.
In een persoonlijke variant van
het Afrikaans, haar taal is uiter
aard volkomen los geraakt van
de taal zoals die in Zuid-Afrika
wordt gebruikt.
Zo werd haar taal een uniek, be
nijdenswaardig en zeer plooi
baar instrument. Wat in ónze
taal ridicuul over kan komen,
wordt in die van haar fascine
rend. Het hierbij afgedrukte ge
dicht uit Valreep is daarvan een
goed voorbeeld. Probeer de ont
boezeming van de dichteres in
het Nederlands na te vertellen
en er rest slechts iets ana
van de weelde.
Ja, het is een weelde ov?
taal te beschikken. Ea
waarin zinsbouw en woon
ongekend vrij zijn. Es
waarin je zonder angst va
clichémachine 'vankanla
'boublokkies' en 'snak-na-i
kunt zeggen. Een taal waan
bekommerd gerijmd kar i
den. Een taal waarin beo
werkelijk boos klinkt, zs
haar aanklacht tegen deS
van de Poëzie: 'Aan ong
blootstelling verwant/is®
kuns as dit skaamtelooq
deer,/ waggelend op stelte,
spreker in hand./ Dit sun
jaag moet word en skigtijii
na 'n donker afgeleë skuilplt
Zij is streng voor de dichte
voor het gedicht. Spektakel
toegestaan, want ze wee'
geen ander: 'n egte gedij!
vanzelf, 'n pseudo-gedig
gemaak. Valreep bevat vijil
echte, grandioze, hartvetst
rende gedigte. Over dew
dom, over het einde, over
gestorven zoon. Zonder has
langt ze niets meer, behaltt
'die tydstip waarop ek/ i
de stilte mag betrek'. Lee!
beth Eybers, helemaal icj
in de Nederlandse litei
maar tóch een eigen sö
Een droom van een dichte.
Mario Mos
Elisabeth Eybers: Versamelii
te - 852 pag./ gebonden/ €29,Si
Elisabeth Eybers: ValreepI
Stirrup-cup - 36 pag./ 13$
Beide uitgaven: Quendo, l
dam.
et de verschijning
van Connie Pal
mens luidkeels ver
welkomde roman De wetten
(1991) is er in de Nederlandse
letteren een nieuw soort au
teur opgestaan: de zelfbewus
te, intelligente, goedgeschool
de, spirituele en als het moest
ook brutale vrouw.
Niet alleen schrijvend maar
ook van zich doen spre
kend speelt de spirituele auteur
haar sex-appeal uit en bestrijdt
de letterheren met eigen wa
pens. La Palmen zette een mar
kant spoor uit, Marie Kessels.
Désanne van Brederode en ande
ren volgden.
De onfeilbare, de eerste roman
van de in 1976 geboren Claire
Polders, heeft nogal wat gemeen
met het werk van Palmen, niet
alleen met De wetten, maar ook
met De vriendschap. Ook in dit
debuut hebben we immers van
doen met een geschiedenis van
het type 'Hoe werd ik degene
die ik ben?' En ook hier brengt
de heldin verslag uit van de
groei naar een eigen persoonlijk
heid die is opgebouwd met be
hulp van rolmodellen en mento
ren wier lessen een tijd lang gre
tig worden benut om op een ze
ker moment in de prullenbak te
verdwijnen.
Hoofdpersoon in De onfeilbare
is Amber Braam, een ruim twin
tigjarige Amsterdamse die hun
kert naar het grootse en meesle
pende leven maar niet precies
weet waar ze dat kan vinden. In
Parijs misschien? Over het brui
sende intellectuele klimaat in
die stad zijn haar de bekende
verhalen ter ore gekomen, verha
len over Sartre, Camus en ande
re sterren aan het cultureel fir
mament van een voorbije eeuw.
Voor Amber zijn het altijd nog
navolgenswaardige voorbeel
den. Met haar vrienden wil ze
graag geloven dat elk mens in
staat is keuzes te maken en daar
voor de verantwoordelijkheid te
nemen, het bestaan te omarmen
en te kneden tot een hoogst indi
vidueel, authentiek verhaal. Zo
hebben de existentialistische fi
losofen van de jaren veertig en
vijftig het ons immers geleerd.
Alleen is het leven meestal ster
ker dan het boekje. Want 'wat
als je niet in een keurslijf past?
Grijs is de kleur van mijn gene
ratie, niet het heldere wit of het
eenduidige zwart. Elke dag leek
mijn leven een nieuwe wending
te nemen en als het middenstuk
veranderde, moest ik ook het be
gin herschrijven. Een einde ver
zinnen was al helemaal gekken
werk. Ik zou pas weten wie ik
was als ik in een kist lag.' Tja,
niet elke vrouw met een hang
naar vrijheid is een Simone de
Beauvoir.
Ambers probleem is dat ze te
weinig talent heeft en een beetje
te veel van alles is. 'Een beetje
sexy, een beetje slim en een beet
je artistiek.' Wat daaraan te
doen? De oplossing komt van
Cleo, een leeftijdgenote die Am
ber in Parijs tegen het lijf loopt.
Van haar leert ze dat je bij het
uittekenen van een levenslijn
vooral niet te ver vooruit moet
willen denken. Grijp het mo
ment en bedenk er een scenario
bij. Hou vol dat je een getalen
teerd fotografe bent als men dat
van je denkt. Verhuis naar New
York en open er een winkel,
zelfs als je vooraf niet het flauw
ste benul hebt wat je daar zal
gaan verkopen. Neem een identi-
teit aan zoals je een nieuw paar
schoenen aan zou trekken.
Aanvankelijk laat Amber zich
door Cleo nieuwe zekerheden
aanpraten. En ze knoopt met
haar een vriendschap aan die al
le kenmerken heeft van een
brandende passie. Maar dan
komt ze erachter dat Cleo hele
maal niet Cleo heet, maar Rosa
lie van Walgaerden, een persona
ge met een totaal afwijkende
biografie. Deze ontknoping past
geheel niet in haar opvatting
van authenticiteit. Sterker nog:
Amber voelt zich beschadigd
door een gedrag dat Sartre zou
hebben omschreven als 'kwade
trouw'. Cleo/Rosalie weigert im
mers te aanvaarden dat ze is wie
ze is en vlucht voor haar verant
woordelijkheid.
Tenslotte begint het Amber te
dagen. Stiekem lezend in het
dagboek van haar vriendin (van
'kwade trouw' gesproken!) heeft
ze al ontdekt dat die ook niet zo
rotsvast in zichzelf gelooft. Rosa
lie kroop namelijk pas definitief
in de rol van Cleo toen ze Am
Claire Polders
ber tegen het lijf liep en wist dat
zij Het was. Op dat moment
kwam ze 'tot leven zoals Pinoc-
chio van een pop veranderde in
een jongetje.' Amber geloofde
maar al te graag in de illusie,
omdat ze die op dat moment no
dig had. En daarom gebruikte
ze Cleo, onbewust, maar toch
overtuigd, als een gelovige die
uiteindelijk zou worden bedro
gen door haar zelfgemaakte
god.
De Palmen-achtige inslag van
De onfeilbare blijft bespeurbaar
tot en met de troostrijke aan
vaarding van ontnuchtering en
verlies aan het slot. Toch is Clai
re Polders' modieus getoonzette
debuut ook een verhaal van alle
tijden, gegeven de eeuwigduren
de confrontatie tussen meesters
en volgelingen. Je moet wel een
bijzonder vaardig verteller of ge
talenteerd dramaticus zijn om
zo'n beproefd thema nog uit te
kunnen tillen boven het cliché.
Het ontbreekt Polders zeker
niet aan talent, maar in haar
stijl is ze, misschien vanwege
haar dubbelnatuur van schrij
ver én filosofe, te sterk geneigd
foto Vincent Mentzel/Balans
tot bespiegeling en commentaar
om de aandacht bijna driehon
derd pagina's lang vast te kun
nen houden. De roman komt al
leen in die passages tot leven
waar het in de verhouding tus
sen Cleo en Amber vonkt en
vlamt, al ontkom je juist daar
weer niet aan de indruk dat je
soms met een veredeld meisjes
boek van doen hebt.
Jaap Goedegebuure
Claire Polders: De onfeilbare - Uitge
verij Balans, 295 pag., 16,90.
Rudy Kousbroek Muziekstad
ls het lukt gaat hierbij een heel
zeldzame foto, voorstellende de
foyer of de balzaal van de prach
tige Franse Opera in New Or
leans, verbrand in 1919, diep betreurd maar
nooit meer opgebouwd.
Het is een foto van slechte kwaliteit, vaag en
donker, maar dat is juist wat hem zo mooi
maakt. Dat en het besef dat je kijkt naar mis
schien de enige nog bestaande foto van het in
terieur van de Franse Opera in New Orleans -
je staart in die donkere diepte en bedenkt dat
dit eens bestaan heeft: daar hebben mensen ge
lopen, je hoort stemmen en muziek, de verbeel
ding ontsteekt de lichten. De Franse Opera
was het centrum van de creoolse chic in New
Orleans, je ziet de avondkleding en de crinoli
nes; December 1859, de première van Guillau-
me Tell van Rossini. Triomfen van de befaam
de sopraan Adelina Patti, geboren in 1843 en
dus 17 jaar oud in 1860. Zij stierf in hetzelfde
jaar als waarin de Franse Opera is verbrand,
1919, en ligt begraven naast Rossini op Père
Lachaise.
De opera van New Orleans was de oudste van
Amerika, er waren al opvoeringen in 1796,
nog onder de Spaanse bezetting. Louisiana
was uiteraard oorspronkelijk Frans. Ameri
kaans werd het gebied pas in 1803, door Napo
leon voor 60 miljoen francs aan de Verenigde
Staten verkocht. De Franse Opera is sindsdien
meermalen verhuisd, meestal na door brand te
zijn vernield. De opera van de foto dateert van
1859, ontworpen door James Gallier: een
groot classicistisch gebouw, uittorenend bo
ven de omringende huizen, op de hoek van de
rue de Bourbon en de rue de Toulouse. Er was
een grote elliptische zaal met 1800 plaatsen in
rood pluche en aparte loges voor dames. Naar
het schijnt hebben er gescheiden afdelingen
bestaan voor blank en zwart, maar hoe ver dat
in de practijk ging is niet duidelijk, want de
Frans-creoolse elite die zoveel luister verleen
de aan de briljante gala-premières was veelal
gemengdbloedig; wonderlijk is ook dat daar
juist een einde aan kwam met de bezetting
van New Orleans door de Noordelijke troe
pen.
Er volgde een moeilijke periode: Jack Belson
beschrijft in Historical Milestones of Opera in
New Orleans hoe in 1866, na de beëindiging
van de vijandelijkheden, een schip genaamd
Evening Star koers zette naar New Orleans
met aan boord een in Europa gerecruteerd ope
ragezelschap, compleet met impresario, plus
de architect van de Opera James Gallier, om
op 3 October 1866 in een razende orkaan by
Tybee Island, Georgia, met man en muis te ver
gaan. Pas na 1870 kwam het herstel, met ga-
la-premières van meest Franse opera's, o.a.
van Massenet, Lalo en Gounod.
Aan al deze schittering kwam dus een ontijdig
einde in de nacht van 4 December 1919, toen
de Franse Opera van New Orleans is verbrand
en om raadselachtige redenen nooit meer opge
bouwd. Ik ben er gaan kijken: op de hoek van
Bourbon Street en Toulouse Street is nu een
hotel genaamd Inn on Bourbon; niets dan een
bronzen plaquette herinnert aan de vergane
glorie. Wie zich een voorstelling wil maken
van hoe het was kan gaan kijken in het Mini
stère des Finances in het Louvre, een interieur
in de meest pure Style Napoléon III, met pre
cies zulke cirkelvormige sofa's als op deze fo
to.
Het moet me overigens van het hart dat, hoe
onbegrijpelijk en betreurenswaardig het ook
mag zijn dat de Franse Opera nooit is her
bouwd, New Orleans nog steeds een van de
meest betoverende plaatsen op de aardbol is.
Dat komt voor een groot deel op rekening van
het Franse verleden, je voelt je er in een pro
vinciale Zuid-Franse stad waaraan sinds de
18de eeuw niet veel is veranderd; er bestaan
on-Amerikaanse culinaire tradities en op het
gebied van de architectuur is er veel te genie
ten, zoals in heel Louisiana. Maar New Or
leans is ook een stad met een grandioos muzi
kaal verleden, zoals alleen al de naam van de
luchthaven helpt herinneren.
Het is vermoedelijk geen toeval dat de stad
met de oudste opera-tradities ook de geboorte
plaats is van de Jazz, terecht omschreven als
een originele Amerikaanse bijdrage aan de we
reldcultuur. Het is waar dat deze muziek in
New Orleans niet meer echt levend kan wor
den genoemd, maar de herinneringen aan het
verleden zijn overstelpend. Wel springlevend
is de creoolse muziek, vaak gezongen door een
speciaal soort schoiTe stemmen in een merk
waardig speels en cynisch Frans waar ik niet
genoeg van kan krijgen. Er is in het centrum
van de stad een museum aan gewijd, de Cajun
Music Hall, met de profetische naam 'Opelou-
sas' - het klinkt als het Amerikaanse woord
voor opera.