zc Een fris idee en Boude wijn kan weer Jm jaren mee Lennaert Nijgh zou tevreden geweest zijn Concerten in Goes en Terneuzen 22Claire Polders heeft haar wettén 24 i Venetië inspireert Henk van Os 27 i Kpanu Reeves drijft duivels uit Josee Koning £!ie bijlagen: 0113-315680 tpzc.nl rredactie@pzc.nl ■us31,4460 AA Goes 'nentie-exploitatie: jen Midden-Zeeland: 0113-315520; ^-Vlaanderen: 0114-372770; jiaal: 020-4562500. ensdag 23 februari 2005 Josee Koning presenteert met dronken Vlinder een cd met stuk- Lennaert Nijgh, de man met wie ze •jaar getrouwd was. En samen met Vos doet ze deze ook in de theaters, s die we kennen van Boudewijn de 1 geeft Josee Koning een nieuw leven, ze op in Brazilië, met Braziliaanse anten. Boudewijn de Groot wist wat 8"t er zelf van zou vinden. „Die zou ndraaien in zijn graf, tevreden grom- te nog met tekstschrijver Lennaert was, werd Josee Koning re- ig uit haar slaap gehouden door zijn '°P de typemachine. Hij werkte Dan vond ze de volgende ochtend p van zijn werkkamer bezaaid met papier. „Op het laatst kwam er al- 5g maar onzin uit en dat gooide hij de teksten die hij afhad liet hij me Ken. Die gaf hij direct aan Boude- Groot. En dan hoorde Lennaert het I het af was, als het op plaat stond. er gemakkelijk afstand van. Hij ie er verder nooit naar. Als het ei een- 'as gelegd, als het bij de componist hij weer verder met schrijven." ook zelden naar concerten van Josee Koning foto Dirk W. de Jong/GPD Boudewijn of Rob de Nijs. Hij moest wel vre selijk lachen om het feit dat op middelbare scholen zijn teksten zo werd uitgeplozen. Hij had het uit z'n mouw geschud. Ik heb liedjes als 'Land van Maas Waal' zelf ook wel gezongen met de klassen toen ik les gaf op de havo." Van sommige teksten weet Ko ning dat ze over haar gaan. 'Liefde van La ter' waarmee ze haar nieuwe cd opent, was haar op het lijf geschreven. Het heeft vanaf het begin gevoeld alsof het helemaal over haar ging. Maar dat lied was al af voordat ze elkaar in een Haarlemse kroeg de liefde verklaarden. Toen Lennaert 'Tip van de sluier' schreef, waren ze nog getrouwd. En toen de cd Een nieuwe herfst van Boude wijn de Groot uitkwam, herkende ze tot haar schrik dat 'De Rover' over haar ging. Maar toen waren ze al een paar jaar uit el kaar. In de twaalf jaar dat Lennaert Nijgh en Jo see Koning met elkaar getrouwd waren, spraken ze er nooit over dat zij zich met zijn teksten zou bezighouden. Josee zat in een heel ander circuit. Ze trouwden in 1979. In dat jaar ook brak ze door met haar band Batida. Ze zette Ne derland op z'n kop met Braziliaanse mu ziek. De groep bestond nog maar net of ze werd uitgenodigd voor het tv-programma van Sonja Barend. Diezelfde avond belde Paul Acket nog. Of ze met de band dat jaar op het North Sea Jazz Festival wilde spelen. Inmiddels heeft ze heel vaak op 's werelds grootste overdekte jazzfestival gezongen. Ook met Braziliaanse grootheden als Dori Caymmi en Ivan Lins. Ze is al zestien jaar hoofdvakdocent zang op de conservatoria van Amsterdam en Rotterdam. Ze wordt ge zien als dé specialist van Braziliaanse mu ziek. Liefde voor Zuid-Amerikaans repertoire was er al in haar jeugd. Ze herinnert zich dat ze een elpee had van Astrud Gilberto. En een platenbon die ze van een vriendinne tje kreeg, ze werd vijftien of zestien en de bon vertegenwoordigde een waarde van tien of twaalf gulden. Kocht ze in de uitverkoop- bak van V&D een elpee met Zuid-Ameri- kaanse successen. Bossanova Toen ze later bij de KLM werkte als stewar dess en gestationeerd werd in Rio de Janei- ï'o sloeg de vonk helemaal over. Vanuit haar appartement liep ze zo het strand van Capa- cobana op. De bossanova en de samba hin gen in de lucht. „Ik voelde me helemaal Bra ziliaans worden." Haar Braziliaanse vrien den keken tegen haar op. Want ze zong jazz en dat was iets hogers dan hun eigen mu ziek, vonden ze. Josee Koning was echter ge- grepen door de Braziliaanse muziek: Joao Gilberto, Doryval Caymmi en de meester Antonio Carlos Jobim. „Toen ik klaar was met de stationering, heb ik direct ontslag genomen. Ik ben naar het conservatorium gegaan. Daar kon ik niets met Bi-aziliaanse muziek. Maar ik kwam in het eerste jaar Peter-Schön tegen. Met hem ben ik songbooks gaan doorzingen die ik in Rio had gekocht. Na elk liedje zei hij: oké, die doen we. Zo is Batida begonnen. Lennaert had helemaal niets met die mu ziek. Hij ging zelden naar optredens." „Hij wilde in zijn hoofd bezig zijn met schrijven. Als ik zingend door het huis liep leidde ik hem ook af. Vroeg hij ook altijd of het wat minder kon. Hij was de hele dag be- zig zichzelf te verbeteren, zich te overtref fen. Al die hits van vroeger had hij zo uit z'n mouw geschud, hij was bezig met hoe daar overheen te komen." „Mijn mening over zijn werk is niet veran derd. Wat ik toen vond van die liedjes van hem en Boudewijn, vind ik nog steeds. Prachtige teksten, mooie melodieën, maar ik hou van rijkere harmonieën." Het was Antiono Adolfo, een Braziliaanse gastdocent van het Rotterdams conservato rium die vond dat Josee Koning een cd moest opnemen in Rio. „Hij vroeg of wij geen volksmuziek hebben, waar ik Brazilia nen mee kon laten stoeien. Op Recorded in Rio had ik twee Nederlandse liedjes op staan: 'Stil in Amsterdam' van Ramses Shaf- fy en 'Zonder joü' van Lennaert. En dat laat ste zong ik wel in het Portugees." Maar het smaakte naar meer. En voor haar laatste cd Verdronken Vlinder die ze in Brazilië maak te, selecteerde ze vijftien teksten van Len naert Nijgh. De meeste bekend van Boude wijn de Groot. Maar ook eentje waarvoor ze zelf de muziek maakte: 'Zomaar tegen het lijf'. Haar debuut als componist. „Toen ik de tekst van 'Zomaar tegen het lijf' las, wist ik dat het over onze ontmoeting ging. Ik ben achter de piano gaan zitten en het liedje rol de er zo uit. Boudewijn vond dat ik dat va ker moest doen." Ton Ouwehand Theatertour: Vleugels van Papier van Josee Ko ning David Vos -za. 12 maart in de Concertzaal Middelburg. Verdronken Vlinder van Josee Koning verscheen bij Artist Si Company. e jubileumtournee van Boudewijn de Groot duurde vorig jaar net twee maanden. Daar kon het dus niet bij blijven. Tot eind juni trekt hij weer door het land, deze week is hij in Goes, eind volgende maand in Terneuzen. De zangeiVacteur, toch ook al weer 60, is de rust zelve. Nog een enkele repetitie en dan begint hij aan een nieuwe thea tertournee. Of eigenlijk: de twee de ronde van een tournee. Een reprise. Een herneming. Zelf zegt hij: „Wegens succes gepro longeerd. Dat heb ik altijd de mooiste kreet van het theater ge vonden. Wegens succes gepro longeerd." Eind maart vorig jaar begon hij aan een jubileumtoumee omdat hij veertig jaar in het vak zat. Als peildatum geldt 14 mei 1960. „Die dag ging ik voor het eerst de studio in." Maar omdat hij rond die tijd vorig jaar in Bel gië zat voor opnamen van de po litieserie 'Flikken' kon hij er slechts twee maanden tussenuit. Dit keer duui't de tour vier maanden. Langs de vele zalen en schouwbui-gen die hij had moeten overslaan. Het program ma is grotendeels hetzelfde. „Op een paar kleine wijzigingen na. Omdat ik het leuk vond om iets meer te doen met de nieuwe cd Het eiland in de verte." De plaat kwam vorig jaar uit en bevat de laatste teksten van zijn vaste tekstdichter Lennaert Nijgh (1945-2002). Een oud nummer voor de pauze wordt vervangen door een nieuw. Maar ingrijpen der is dat hij zijn akoestische so loblokje met de grote hits 'Testa ment' en 'Verdronken vlinder' heeft geschrapt. „Dat vindt het publiek wellicht heel erg en jam mer", zegt hij met gevoel voor understatement. Geen reden tot paniek echter. Hij speelt ze wel, eventueel, na de laatste toegift, als publiek en band inmiddels 'onder de groene hemel' zitten omdat het dak eraf is. Dan pas. Nerveus „Ik ben niet iemand die zo ge makkelijk improviseert. Wat dat betreft ben ik enorm conser vatief. Als ik me eenmaal iets in het hoofd heb gezet, zit het daar en als ik daarvan ga afwijken, word ik ontzettend nerveus. Het ligt niet in mijn karakter om daar soepel mee om te sprin gen." Maar een controlefreak is hij ook weer niet. Dat zijn jong ste cd zo prachtig klinkt, dank u, maar het is slechts ten dele doorzijn toedoen. „Ik zal er wel op toezien dat het uiteindelijke resultaat zo mooi mogelijk is, maar de weg er naar toe wordt vooral door anderen gedaan. Ik schrijf het materiaal, zing, speel mijn partijen en de rest doet de rest. Het detailwerk doe ik niet. Ik vind dat ver schrikkelijk. Ik kan niet avond aan avond, middag aan middag in de studio zitten en honderd keer hetzelfde liedje horen. Al helemaal niet als ik het zelf zing. Na de vierde keer denk ik: misschien moet ik het anders zingen. Bij de tiende keer ga ik het dan anders zingen. Voor mij niet leuk en voor de producer al helemaal niet. Op een gegeven gen neer. „En toen werden Anja en ik ineens een stel. We kregen verkering. Vervolgens werd de tekst die Lennaert over Anja had geschreven dus een tekst die ik voor Anja kon zingen. De zelfde impact, dezelfde emotio nele lading. Daarmee was ik ei genlijk beter geschikt om het stuk te zingen dan Rob." „Waarom het zo hoog staat in de Top 2000 is indei'daad onver klaarbaar. Je kunt allerlei ver klaringen achteraf geven, maar het zijn geen argumenten die je kunt gebruiken om een hit te schrijven. Je kan zeggen: het is een simpel refrein met iets reli gieus erin wat veel mensen aan spreekt. Het lied beschrijft sim pel maar lyrisch een relatie. Het gaat over het begin van zo'n rela tie en dat kan iedereen aanvoe len. Iedereen kent zo'n moment. Het spreekt aan. Maar het zijn argumenten achteraf." Onbegrip De eerste respons op 'Avond' kwam in de zaal. „Iets vergelijk baars gebeurt nu met 'De vonde ling van Ameland'." De tekst daarvan is van Fi'eek de Jonge. Over een jongen die door een strandjutter wordt gevonden en tegen een muur van onbegrip op loopt. „Veel mensen reageren daar zeer emotioneel op." In het boekje bij Het eiland in de verte schreef hij dat er nog drie teksten van Nijgh op mu ziek gezet dienen te worden. Maar daar is nog geen begin mee gemaakt. Omdat ze niet af gerond zijn. „Ik weet niet of ik ze afkrijg. Zeker een is heel rudi mentair. Ik zal moeten zien hoe ik dat in zijn stijl afkrijg." Boudewijn schreef zelf de laat ste regel van 'Een eiland in de verte' na Nijghs overlijden. „Als hij een tekst klaar had, kon hij er niets meer mee. Veranderen mocht, als hij het maar niet zelf hoefde te doen. Voor hem was zo'n tekst perfect. Als hij na zijn overlijden een zin had kunnen schrijven, had hij deze erachter gezet, Ik dacht: dan moet hij, als hij het er niet mee eens is, maar bij mij komen spoken. Maar dat is niet gebeurd." Eigen lied Voor Lennaert schreef hij 'De blauwe uren'. „Technisch noch emotioneel moeilijk om te doen." Op de cd staat vei*vol- gens'een eigen lied, waarin zo waar engagement in zit. Aan de hippieperiode met politieke lied jes wordt hij niet graag herin- nerd. Hij. lacht. „Als je het maar geen protestlied noemt." Het gaat om 'Op weg naar mijn lief'. De man in het lied bezoekt op weg naar zijn minnares vele lan den en ziet alom onrecht om zich heen. Moeders zonder kin- dei'en, kinderen zonder moeder. „Joegoslavië. Omdat ik me nog al getroffen voelde door de situa tie daar. Maar ook de beelden die je nog steeds ziet, van kinde ren met name. Want kinderen zijn altijd slachtoffer in dat soort situaties. Kinderarbeid, sloppenwijken. Kinderen die lij den, dat beeld wilde ik erin ver werken zonder dat het een lijf- lied voor WarChild of Unicef zou gaan worden. Ik wilde het er gewoon even over hebben." Theo Hakkert Concerten Boudewijn de Groot in Zeeland: zaterdag 26 en zondag 27 feb. in de Mythe Goes, vrijdag 25 maart in het Scheldetheater Terneu zen. - Boudewijn de Groot tijdens zijn jubileumtour Eeuwige Jeugd. foto Rick Nedertigt/ANP moment vind ik een liedje dus niet leuk meer." „Als ik een maal de vorm van een liedje ge vonden heb, kan ik het wellicht een beetje anders gaan zingen, maar het echt veranderen, dat gaat niet. Gelukkig zitten er mensen in de band die veel onbe- vangener naar mijn liedjes kij ken. Ze durven meer te doen. Ko men ze met voorstellen om het zus of zo te doen, dan weet ik het niet. Dan ben ik opeens weer dat bibbeiige besje dat denkt: maar dat meubeltje staat daar al vijftig jaar en moet daar blijven staan. Maar ik ga er wel in mee. Omdat ik inmiddels weet dat ze goede ideeën heb ben en omdat het voor mij ook een leuke manier is om deze lied jes te blijven zingen. Het is niet zo dat het lied me tegenstaat, hooguit de uitvoering. Met een fris idee kunnen het lied en ik er weer veertig jaar tegenaan." Een apart verhaal in leven en loopbaan van Boudewijn de Groot is het lied 'Avond'. Als re latief onbekend albumnummer - met het repeterende 'Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, in jou en mij' - staat het inxniddels hoog in de Radio 2 Top 2000. Het enige nummer waarvan beweerd wordt dat het in staat zou zijn Queen's 'Bohe mian Rhapsody' van de eerste plaats in de Top 2000 te verdrin gen. „Dat is een mooi verhaal, ja. Het is de tekst die Lennaert schreef toen hij samen was met Anja. Dat was begin jaren zeven tig. Hij ging met haar samenwo nen, daar gaan de eerste regels over. Die tekst schreef hij óver haar, maar vóór Rob de Nijs. Wij waren samen bezig materi aal te schrijven voor hem. Er moest een elpee komen en daar was dit een van de nummers van. Het was een elpeestuk en niemand had het erover. Rob zong het ook bijna nooit live. Het stond op die plaat, punt uit." „Toen ik 1995 weer aan een nieu we cd begon en aan Lennaert vroeg of er nog nieuwe teksten kwamen, had hij er niet genoeg. En ik wilde zo graag meer tek sten van Lennaert op die cd heb ben dus ging ik zoeken tussen wat hij had geschi-even in die lange periode dat ik geen plaat had gemaakt." Omdat hij Malle Babbe van Rob de Nijs zong, zocht hij op diens platen en vond daar 'Avond'. Thuis ging hij zelf met het arran gement aan het werk. Speelde zelfs op een synthesizer de later door Hans Hollestelle zo prach tig gespeelde gitaarsolo in. Bo vendien veranderde hij op een enkele plek de tekst. „Iets meer betrekking hebbend op de situatie van dat moment, want inmiddels was het zo dat ik Anja, van wie Lennaert al ja ren gescheiden was, was tegen gekomen - bij Lennaert thuis, waar ik tijdelijk inwoonde. Be hoorlijk gecompliceerd." Hij slaat z'n ogen een beetje verle-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 21