Zang veldleeuwerik verstomt Voor eeuwig rustend op de dijk bij Sint-Amands Vogeltelling Walcheren Standbeelden geven een rondleiding door de geschiedenis dinsdag 22 februari 2005 -v. r I i£fc «*?:-/«->.• - „.^v.rW tl Walchers weidelandschap in de omgeving van Grijpskerke. Vogels als de veldleeuwerik "•fr- ïwi waren zo'n vijftien jaar geléden nog veelvuldig te vinden op het boerenland. foto Dirk-Jan Gjeltema Eind vorig jaar ver scheen de nieuwe Rode Lijst van bedreigde vogels. Uit de toelichting blijkt dat het vooral slecht gaat met de akker- en weidevogels: de dieren van het boeren land, zoals de veldleeuwe rik. Onderzoek naar de posi tie van de vogel op Walche ren onderstreept dat. Het aantal broedparen van de veldleeuwerik op Wal cheren is sinds 1991 sterk afge nomen. Van 775 tot 950 paar naar 52-60 paar. Dat komt neer op een afname van 93 procent. Er is geen aanleiding te veron derstelling dat het elders beter gaat met het dier, al is de daling op Walcheren wel erg drama tisch. Voor de Vogel werkgroep Wal cheren nam Jaco Walhout het initiatief voor een onderzoek naar de veldleeuwerik op het ei land. Aanleiding om dat te doen vormden de alarmerende berich ten uit den lande over de sterke achteruitgang van de vogel in Nederland en West-Europa. Vogelaars is gevraagd in de pe riode maart-augustus 2004 hun waarnemingen van zingende veldleeuweriken door te geven. Ook zijn gegevens van de provin cie Zeeland over een aantal be langrijke weidevogelgebieden meegenomen. In nieuwsbrief 't Zwelmpje van de Vogelwerkgroep geeft Wal hout de uitslag van het onder zoek weer. Hij wijst erop dat de veldleeuwerik in Nederland tot voor kort één van de meest talrij ke broedvogels was. Een kwart eeuw geleden werd het aantal geschat op tenminste 500.000 broedparen. In 2000 bleek die omvang danig te zijn gezakt, tot naar schatting 50.000-70.000 paar. De afname was het sterkst in de duingebieden (74 procent). In de akker- en weidegebieden was dat 45 en 54 procent. Voor wat hij noemt de 'dramatische afna me' zijn er volgens Walhout ver schillende oorzaken. In het open cultuurlandschap lukt het de vogels niet meer om twee of drie legsels per broedsei- zoen te produceren. Juist die leg sels zorgden in de regel voor veel jonge dieren. In grasland worden veel legsels uitgemaaid. Dat heeft te maken met de steeds vroegere maaidatum en meerdere malen maaien (door gebruik van andere, sneller groeiende grassoorten). Verder heeft de afname in weide gebieden te maken met de op komst van andere, hoge gras- maïs en wintertarwe (ten koste van zomergraan), de kavelver- grotiiig en de verkleining van bermen langs onverharde we gen. Daar komt bij dat gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunst- soorten en de toegenomen gelijk vormigheid ('biljartlakens') van graslanden. Walhout meldt dat op bouwland sprake is van een sterke afname van de verschei denheid aan gewassen. Hij noemt de opkomst van de voor de veldleeuwerik minder aantrekkelijke gewassen als Veldleeuwerik foto Het Zeeuwse Landschap mest zorgen voor een verarming van de prooidierfauna en krui- denrijkdom. En tenslotte is ook het verminderen van de open ruimte ongunstig voor de veldl eeuwerik. Walhout merkt op dat in het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw de Zeeuwse populatie op 16.000 werd ge schat. In 1991 was dat aantal ge zakt tot hooguit 10.000 paar. De meeste broedparen zaten in gras land en open akkerland. Toegespitst op Walcheren is er een vergelijkbare neerwaartse spiraal. In 1984 waren er circa 1600 paar veldleeuweriken (en enkele paren op de Haringvreter in het Veerse Meer en in het Zuid-Sloe). De meeste veld leeuweriken werden destijds ge vonden in het Zandvoortwegge- bied tussen Grijpskerke en Sint-Laurens. Afgelopen jaar bleef de teller steken op 52-54 door leeuwerik paartjes bezette leefgebieden: 44-46 op Walcheren, twee in het Zuid-Sloe en zes op de Haring vreter. Walhout gaat ervan uit dat maar weinig koppels over het hoofd zijn gezien. De soort is namelijk vrij gemakkelijk op te sporen, door zijn opvallende en luide zang die een groot deel van de dag ten gehore wordt ge bracht. Dat is ook één van de kenmer ken waardoor de veldleeuwerik bewust en onbewust bij veel mensen bekendheid geniet en nauw verbonden is met het voor- jaars- en zomergevoel op het platteland. Het beest zingt vaak bij zonsopgang, zittend op een paaltje, maar meestal toch hoog in de lucht. Het maakt mooie, rollende geluiden. In de Walcherse duinen is de veldleeuwerik nu verdwenen. Van de 30 zangposten in het Zuid-Sloe zijn er nog twee over gebleven, op de Haringvreter heeft de vogel zich redelijk staande weten te houden. Op merkelijk is de achteruitgang in het Zandvoortseweggebied (nog één paar per 100 hectare), het Schellach en de Kleverskerkse Weihoek. In de polders rond Nieuw- en Sint Joosland en Welzinge is het dier niet meer aanwezig. Het overgrote deel van de sterk gede cimeerde veldleeuweriken op Walcheren is nu nog te vinden in het open weidegebied, grof weg tussen West- en Oostkapel- le, Grijps- en Mariekerke. Rinus Antonisse Een reis door de vaderlandse geschiedenis aan de hand van standbeelden en gedenkmo- numenten. Met een terugblik op persoon en gebeurtenis. Nagaan in hoeverre de geschiedenis nog leeft bij de mensen van nu, of wel: hoe staat het met het histo risch besef van de Nederlander. Henk ten Berge doet dat in het boek Spiegel van de Lage Lan den hij loopt daarbij naadloos vooruit op de Boekenweek 2005, met het gelijknamige thema ge schiedenis. Twee zaken springen meteen in het oog. Nederlanders zijn in het algemeen niet zo standbeeld achtig. Beelden zijn dus tame lijk zeldzaam. En wat er aanwe zig is, oogt doorgaans heel be scheiden en trekt, enkele uitzon deringen daargelaten, in het da gelijks leven nauwelijks aan dacht. Laat staan dat bekend is waarom het beeld ooit is ge plaatst. Conclusie van Ten Ber ge: het historisch besef van de gemiddelde Nederlander blijkt niet groot (meer) te zijn; de histo rische kennis evenmin. Tot de uitzonderingen behoort ongetwijfeld Michiel Adriaens- zoon de Ruyter, één van de be kendste zeehelden uit de geschie denis. Op de kop van de Vlissing- se boulevard staat zijn robuuste bronzen standbeeld. Een pla quette vermeldt dat 24 maart 1607 zijn geboortedatum was, dat hij op zijn elfde voor het eerst naar zee trok en biedt een overzicht van zijn heldendaden en overwinningen. De voorberei dingen voor de herdenking van de 400ste geboortedag van De Ruyter zijn al in gang gezet. Ten Berge vertelt dat het stand beeld is gemaakt door de in Am sterdam woonachtige Vlaamse beeldhouwer Louis Royer. Die werd wel de 'beeldhouwer van de vaderlandse helden' ge noemd. Ook de beelden van Joost van den Vondel (in het park), Rembrandt (op het uit- gaansplein), Laurens Janszoon Coster (in Haarlem) en Willem de Zwijger (in Den Haag) ko- men uit zijn atelier. Aardige test voor het eigen historisch besef: wat waren dat voor Nederlan ders en wanneer leefden zij? Het standbeeld van De Ruyter werd 'plegtig ontbloot' in 1841 en kreeg in 1905 aan weerszij den gezelschap van twee zware kanons. Een geschenk van de Italiaanse regering, nadat zij wa ren opgevist in de Straat van Messina, de plaats waar De Ruy ter zijn laatste gevecht voerde. Het ene kanon was van de Am sterdamse Admiraliteit, het an dere van de Rotterdamse. De ad miraal overleed in 1676 aan de gevolgen van verwondingen die hij voor Syracuse opliep. Hoe wel Zeeuw in hart en nieren (hij verhuisde niet geheel van harte naar Amsterdam), bevindt zijn praalgraf zich in de Nieuwe Kerk van 's lands hoofdstad. Van geheel andere aard is het tweede Zeeuwse standbeeld waar Ten Berge aandacht aan besteedt. Geen historisch held haftig of hooggeleerd persona ge, maar een schelms dier uit een dierenepos, namelijk dat van den Vos Reinaerde. Het staat aan de voet van de stads wal in Hulst, naast de oude Gentse poort. Het berijmde ver haal is een satire op de maat schappij; het drijft de spot met allerlei toestanden in de 13de en 14 de eeuw. Reinaert werd de schrik van adel en geestelijkheid, stelt Ten Berge, 'zoals het cabaret in thea ter en op televisie in onze tijd po litici nogal eens de zenuwen op het lijf jaagt'. Van de schrijver ervan is weinig meer bekend dan de naam Willem. Het ver scheen in een periode waarin in de zuidelijke Nederlanden een taalstrijd ontwaakte. Diets, de taal van het volk, tegenover het Frans van de hogere standen. Ten Berge constateert dat het dierenepos door de verbeeldings kracht en ontwikkelingen actu eel blijft. Hij laat daarover oud-huisarts W. Gielen aan het woord, die zich al een levenlang met Rei naert de Vos bezig houdt. Hij zorgde er mede voor dat het ver haal - waarvan niet onomstote lijk vast staat dat het zich in Hulst en omgeving afspeelde - is blijven leven. Hij vertelt onder meer dat het epos in de Tweede Wereldoorlog door de uit België gevluchte NSB-er R. van Gen- echten op navrante wijze is her schreven, ten behoeve van de na- zi-propaganda tegen de joden. Reinaert is dan vervangen door hoofdfiguur Jodokus. Verwarrend Het beeld van Reinaert, van de Antwerpse kunstenaar A. Da- men, verrees in 1938 op de Hout markt en werd na de oorlog bij de Gentse Poort geplaatst. Iet wat verwarrend is dat er in Hulst nog een tweede Reinae- ï't-monument staat, op de Grote Markt in de schaduw van cle ba siliek. Dat is gebaseerd op het spreekwoord 'Als de vos de pas sie preekt, boer pas op je kip pen'. De voorstelling is niet ont leend aan het historische die renepos. De standbeelden-tocht van Ten Berge bestrijkt meer dan twee duizend jaar. Hij begint met de hunebedden in Drenthe, rust plaatsen voor de doden, en eindigt met de in 1925 overle den strijder voor vrouwenrech ten Wilhelmina Drucker. Tus sendoor figureren onder ande ren Jan van Schaffelaar, de Friese vrijheidsstrijder Grote Pier, de onthoofde graaf Eg- mont, Jan Pieterszoon Coen en staatsman Thorbecke. Alles bij elkaar een prettig gebrachte op friscursus vaderlandse geschie denis. Rinus Antonisse Henk ten Berge: Spiegel van de Lage Landen. Monumentale ver halen - Uitgeverij Conserve, Schoorl, €18,-. LANGS DE BOORDEN VAN DE SCHELDE Deel twintig: Sint-Amands TBfK" Gent tiviteiten. Hij ontmoet schrij vers en beeldende kunstenaars, schrijft in studentenbladen, richt er zelf een op en ontdekt dat de literatuur hem meer ligt dan het recht. Na twee optre dens als strafpleiter trekt hij de toga definitief uit. Als dichter en criticus maakt Verhaeren snel naam. In Les Flamandes, zijn eerste bundel schetst hij sensueel en realis tisch zijn geboortestreek. De pu blicatie ontmoet veel bijval in avant-gardistische kringen. Het enthousiasme in het behouden de katholieke milieu ten platte- lande is echter veel minder groot. Geholpen door de pas toor van Sint-Amands, probe ren de diepgelovige ouders van Verhaeren de volledige oplage op te kopen en te vernietigen. Het blijkt een kwestie van wen nen. Ook internationaal breekt Ver haeren door. Rond de eeuwwis seling is hij letterlijk wereldbe roemd. Zijn werken worden in alle Europese talen en in het Ja pans vertaald, geciteerd en be sproken. Verhaeren inspireert een nieuwe generatie schrijvers, zoals de Duitser Rainer Maria Rilke. In 1911 ontglipt hem net de Nobelprijs voor de litera tuur. In 1941, op het hoogtepunt van zijn roem, breekt de Eerste We reldoorlog uit. Verhaeren, over «y Het praalgraf is onthutsend lelijk, maar de plek ver goedt veel. Op de dijk bij Sint-Amands in de mooiste bocht van de Zeesclielde heb ben de dichter Emile Verhaeren en zijn vrouw Marthe Massin hun laatste rustplaats gekre gen. De constructie van graniet met daarop zwart marmer is misschien niet precies wat Ver haeren wilde, maar de wens aan de oever van de Schelde te wor den begraven, heeft hij in elk ge val in een van zijn gedichten geuit. Daar is vanzelfsprekend gehoor aan gegeven. Verhaeren geldt nu eenmaal als de dichter die Vlaanderen en de Schelde het mooist heeft bezongen. In het Frans. Dat wel. Belgischer kan het nauwelijks. Het gezin waarin Emile Verhae ren op 21 mei 1855 wordt gebo ren, behoort tot de gegoede stand van Sint-Amands. Dus is de voertaal in de familie Frans. Emile klapt evenwel het dorps dialect met zijn klasgenoten van de dorpsschool en de inwo ners van Sint-Amands. Op elfja rige leeftijd gaat hij op inter naat, naar het jezuïetencollege Sainte-Barbe in Gent, waar Ver haeren in enkele jaren volledig verfranst raakt. Hij blijft zich zijn hele leven niettemin door en door Vlaming voelen. Tij dens zijn studie rechten aan de universiteit in Leuven wijdt hij zich aan zijn eerste literaire ac tuigd pacifist, verzet zich in woord en geschrift fel tegen de waanzin van de oorlog. Hij pu bliceert er dichtbundels over, levert bijdragen aan anti-Duit se propagandabladen en houdt voordrachten om de solidariteit tussen Frankrijk, Groot-Brittan- nië en België te bevorderen. Eén van die voordrachten brengt hem op 26 november 1916 in Rouen. De volgende dag wil hij er in het station aan boord springen van de binnen rijdende trein naar Parijs. Hij verliest zijn evenwicht, komt on der de trein terecht en veronge lukt. Omdat België is bezet door de Duitsers, biedt Frankrijk aan Emile Verhaeren in het Pan theon in Parijs een laatste rust plaats te geven tussen de groten van de Franse literatuur. De fa milie bedankt voor dit aanbod en Verhaeren wordt begraven op de militaire begraafplaats van Adinkerke. Bij de nadering van het front wordt de kist spoe dig weer opgegraven en overge bracht naar Wulveringem. Op 9 oktober 1927 gaan stoffelijke resten van de dichter naar het praalgraf aan de oever van de Schelde in zijn geboortedorp. Hij had er tenslotte zelf om ge vraagd in zijn gedicht L'Escaut: Schelde, Wilde en schone Schelde, Praalgraf van de dichter Emile Verhaeren en zijn vrouw Marthe Massin. foto Peter Nicolai Gij hebt de gloed Doen stralen van mijn jeugd vol overmoed. Dus wil ik dat, als eens het lot mij nederslaat, Men op uiv boorden, in uw schoot, Mijn lichaam rusten laat, Om u te voelen, nog doorheen mijn dood! (vertaling René Verbeeck) Op de honderdste geboortedag van Verhaeren wordt zijn echt genote Marthe Massin, die haar man tot 1931 overleefde, bijge zet in het graf. In Sint-Amands is het Provin ciaal Museum Emile Verhaeren gevestigd, gelegen aan de Emile Verhacrenstraat 71. Het is van eind maart tot eind oktober ge opend op zaterdagen, zondagen en feestdagen. Van 1 juli tot en met 15 september is de collectie manuscripten, brieven, foto's, boeken, persoonlijke bezittin gen van de dichter, kunst- en beeldhouwwerken elke dag met uitzondering van maandag te bezichtigen. Er zijn dit jaar extra activiteiten in verband met de honderd vijftigste geboor tedag van Verhaeren. Ben Jansen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 22