Ik voel me helemaal geen gast! Irote genieën hebben hun beste tijd allang gehad 27 zaterdag 5 februari 2005 November 2004. Honderden Marokkanen demonstreerden in Den Haag voor een vreedzame samenleving. foto Robert Vos/ANP meestal op de achtergrond. „Vader geeft een keer in de week een preek, dat je goed je best moet doen. Heel wat van die vaders waren gefrus treerd, werden depressief, en moeilijk benaderbaar voor de kinderen, dus als ze al met vader spraken, ging het over school, of over het geloof, maar zeker niet over seks. Je moet gewoon je best doen, meer niet." Er ging nog wel meer anders in Nederlands gezinnen, merkte hij. „Ik had verkering met een Nederlands meisje. We liepen hand in hand,.zoenden en ze nam mij gewoon mee naar huis. Na een paar maanden gaf haar vader ons, vriendelijk en met eqn grapje, condooms! Ik heb mij nog nooit zo ongemakkelijk gevoeld. Dat daar zo open over werd gedaan, was bij ons ondenkbaar." Hij kan er nu hartelijk om lachen, en met nostalgie terugkijken op de jaar lijks op vakantie naar Marokko: „Die reis, met het bekende busje, met gor dijntjes, vol troep, verzameld op ko ninginnedag, met alles wat bruikbaar was, van stofzuigers en wasmachines tot fietsen, dat werd er allemaal inge- propt, en het was ongelooflijk gezel lig. Die ervaring blijft mij altijd bij, zo anders dan wanneer je nu gaat, met het vliegtuig. Die lange reis, helemaal door België, door Frankrijk, door Spanje, en dan de aankomst daar. Dat was altijd zo hartelijk, dan werd je ge zoend en geknuffeld, door mensen die je nauwelijks kende, grootouders, tan tes, neven.en nichtjes. Het was altijd twee weken leuk, en dan miste je Ne derland weer: het voetballen op het groene gras, een patatje speciaal. Die vakanties'duurden en duurden maar, ze waren ongelooflijk lang. De volle zes of zeven weken bleven we daar, want mijn ouders vonden het natuur lijk heerlijk." Intussen is hij 26. Hij studeert, wil strafrechtadvocaat worden en is nu even heel druk met politieke activitei ten. „Op enig moment, na de moord op Theo van Gogh, zei Wouter Bos op een forum: 'Nederland is niet meer het zelfde'. Ik dacht: 'Dat is voor veel Ma rokkanen al niet meer het geval sinds 11 september 2001.' Toen kwam er een omslag. Ik ben hier geboren en ge togen, heb mij altijd een gewone Ne derlander gevoeld en opeens, na de aanslagen, moest ik mij verantwoor den voor daden van totaal vreemden, ergens ver weg van hier, met wie ik als enige overeenkomst heb dat we de zelfde God hebben. Daar kwam For- tuyn bij. Dat alles heeft bij heel veel Marokkanen de reactie gegeven van: 'Je zegt maar wat je wilt, ik verant woord mij niet voor daden van een an der.' Iedereen vindt het verschrikke lijk wat Mohammed B. heeft gedaan, maar Marokkanen hebben er geen zin in zich te verantwoorden voor zijn da den." In de week na de moord op Theo Van Gogh belde vader Kasem opeens op. „Hij sprak mij nooit aan op situaties in Nederland, maar nu had hij op tv gezien dat Van Gogh was vermoord, dat er brand was gesticht in moskeeën en scholen. Hij zei: 'Hoe gaat het? Wat is er aan de hand?' Na mijn uitleg .zei hij: 'Zorg ervoor dat je je nergens mee bemoeit, ga naar school en dan met een naar huis.' Hij zei ook: 'Vergeet nooit dat wij gasten zijn en dat we geen problemen moeten veroorzaken.' Maar ik voel mij helemaal geen gast! Shouf Shouf Mimoun Ouad Radi (26) is een snelle jongen. Met zijn ronde gezicht dat al tijd op lachen staat, sociaal vaardig tot in zijn tenen, altijd babbels, kun je hem rustig laten gaan. Hij heeft zijn HBO commerciële economie op zak, hij speelde in de speelfilm Shouf Shouf Habibi, weinig staat zijn geluk in de weg. Behalve een baan, hij zegt het meteen, want die heeft hij nog niet. Hij is niet de enige Marokkaan met een goed diploma die alleen van wege zijn naam ondervindt dat de we reld om hem heen niet zo makkelijk 1 meer is. Die tweede Shouf Shouf gaat er ko men. Mimoun weet het zeker, maar eerst gaan ze een serieuze film maken. Er zijn heel veel Nederlanders die, zelfs als ze naast Marokkanen wonen, nooit contact met ze hebben. Die ken nen Marokkanen alleen van de draai deurcriminelen en van Mohamed B. Dat bepaalt hun idee over Marokka nen en daar wil Mimoun, samen met de andere Shouf Shouf-acteurs en re gisseur Albert ter Heerd wat aan doen. Mimoun Ouad Radi, zegt hij, is niet, zoals anderen, uitgescholden of nega tief bejegend sinds de moord op Theo Van Gogh door de Marokkaanse Mo hamed B. Mocht het gebeuren: „Ik scheld gewoon terug. Ik ben natuur lijk niet verantwoordelijk voor wat Mohammed B. heeft gedaan. Jullie zijn toch ook niet met zijn allen ver antwoordelijk voor wat Volkert van der G. heeft gedaan? Ik haat racisme. Op straat zijn het de sukkels die roe pen dat de moord op Theo zijn eigen schuld was." Hij proeft de sfeer, ziet dat iedereen zich terugtrekt, dat nie mand meer wil praten. Hij wel: „Ik ben voor negentig procent een Neder lander, een moslim-Nederlander. Ik voel en ik denk Nederlands en die tien procent, dat is uiterlijk. De grootste charme van mijn Marokkaanse af komst is mijn eerlijkheid." Mimoun is gek op zijn familie. „Mijn moeder deed bij ons de opvoeding. De hele familie studeert, gelukkig. Mijn beide ouders zijn analfabeet, ze heb ben geen idee wat we leren, maar ze vinden het geweldig. Ze zeiden altijd: 'Als wij het opnieuw konden doen, zouden we ook gaan leren.' Zij komen uit dorpen waar het water nog uit de put komt en waar alleen de jongste kinderen leren." Pionier Mimoun is tweede generatie. Zijn va der ging, zoals al die mannen, als pio nier naar Nederland. Een baan zoe ken, een huis, en toen de familie over laten komen. Hij heeft vijfentwintig jaar gewerkt bij de Hoogovens in IJ- muiden. Vader is nu 67. Mimoun is zo Amsterdams als wat. Zijn vrienden, zegt hij, heeft hij in alle etnische groe pen: Nederlanders, Surinamers, Nige- rianen, Antillianen en Turken. Mimoun, dat spreekt voor hem van zelf, is trots op zijn afkomst en weet precies wat hij mooi vind aan het Ara bische leven. Dat zijn de keuken, het kleurrijke en de hechte familieban den, met ouders, broers en zussen. Hij kan zich bij voorbeeld echt niet voor stellen dat zij, de kinderen, hun ouders in een bejaardenhuis zouden stoppen. „Dan komen ze maar bij mij wonen. Het heeft te maken met voor elkaar zorgen." Voor Mimoun is het gezin de hoek steen van de samenleving. Niet dat hij daar nu aan bouwt, daar is het leven nog net even te leuk voor, maar dat komt wel. Hij heeft al getrouwde vrienden en dan word je rustig, zegt hij. Die vrienden waren vroeger, net als hij nu, wild, maar sinds hun huwe lijk niet meer: „Een vrouw maakt je rustig, dan ga je meer aan geloof doen, je rookt en drinkt niet meer, je wordt serieus. Dan ga je ook niet meer uit, je kunt moeilijk je wouw alleen thuis laten zitten." Volgens Mimoun verwacht negentig procent van de jongens te trouwen met een maagd. Hij waarschijnlijk ook, hoewel: „Je wordt natuurlijk ge woon verliefd, en dan maakt het mij niet uit of ze Marokkaans is of Neder lands, ik ken zoveel jongens die ge mengd getrouwd zijn." Zijn bruid moet wel weten dat hij een jaloerse jongen is, die liever niet ziet dat zij straks bij voorbeeld met collega's op stap gaat. Er zijn dus zo een paar re gels waarover ze afspraken gaan ma ken: „Ze moet kiezen voor mij." Dat zit, zegt hij, 'in ons': „Hoe modem wij ook worden op vrouwengebied, we blijven ouderwets." Loes de Fauwe en Arthur van Amerongen Hetzelfde christendom dat zo'n belangrijke factor bleek in het stimuleren van mannen tot grote prestaties, hield de vrouwen voor dat zij kinderen moesten krijgen en het huis houden moesten doen. Murray wijst verder op de interessante culturele oorzaken die kunnen verklaren waarom joden sinds 1800 zoveel geniale kunstenaars en wetenschap pers hebben opgeleverd. Voor elke stelling en veronderstelling voert hij reeksen cijfers en analyses aan. Dat vraagt nogal wat van de lezers. Hij maakt wel erg veel werk van het onderbouwen van conclusies die je eigenlijk al op bladzijde een kunt trekken. Aan het slot van zijn boek verlaat Murray de paden van de cijferende wetenschap en kruipt hij in de rol van cultuurcriticus. De tijd van de grote genieën ligt achter ons, con cludeert hij. Het prestatieniveau is afgeno men. Kunst Vooral in de kunst hebben we de laatste an derhalve eeuw nog maar weinig vernieu- wends gezien. Die werd vroeger gemaakt in opdracht van, en ten behoeve van, een elite. Tegenwoordig moet kunst juist een breed publiek trekken. Had een genie als Mozart nu geleefd, dan zou hij geen symfonieën en kerkmuziek in opdracht van vorsten en gees telijken hebben gecomponeerd, maar waar schijnlijk popmuziek hebben geschreven. Daarmee is niet alles gezegd. Volgens Mur ray zijn echte topprestaties onhaalbaar zon der geloof in hogere waarden. Door het over heersende ongeloof en cultuurrelativisme is de kunst de afgelopen eeuw gedegradeerd tot vakkundig gemaakt amusement. De hele westerse beschaving is in verval, sombert Murray, maar als de grote talenten weer gaan geloven, kan het volgens hem weer goed komen, al wordt het nooit meer zoals vroeger. Wie zei dat laatste ook alweer? Kees Buijs Charles Murray: Het menselijk genie. Stre ven naar het ultieme in kunst en weten schap door de eeuwen heen - Uitgeverij Het Spectrum, 755 blz., gebonden, 49,95. Vraag Marokkanen wat er nog leuk is aan Marok kaans zijn, en ze noemen alle maal de hechte familieband. Twee keer per maand met de hele familie - twintig, dertig man - eten, is vrij normaal. Een gesprek met twee Marok kanen: Khalid Kasem en Mi moun Ouad Radi. Khalid: „Die feestdagen, de warmte van de ramadan, 's nachts opstaan om half vijf en dan samen eten. Dan heb je de prachtigste ge sprekken. „Daar denk ik nog wel eens met weemoed aan te rug, dat is iets wat ik later mijn kinderen zeker wil meege ven, die gezelligheid." e grote genieën in de wereldgeschiede- r nis zijn bijna allemaal blanke Europea- ndie allang dood zijn, concludeert Char- Murray met behulp van een heleboel sta llek. Had Mozart nu geleefd, dan had hij pmuziek geschreven. 'ader de Borgia's kende Italië dertig jaar igmoord en doodslag. Die tijd bracht ook nieën als Michelangelo en Leonardo da inci voort. Zwitserland heeft al vijfhon- ■d jaar democratie en vrede, en wat heeft opgeleverd? De koekoeksklok." Het zijn orden van Harry Lime uit de film 'The lirdMan'. het Wenen van vlak na de Tweede We- Idoorlog drijft Lime - gespeeld door Or- n Welles - zwarthandel in verdunde peni- hne, met talrijke doden en verminkten gevolg. Als zijn oude vriend Holly Mar 's, die in Amerika de kost verdient met schrijven van drie- iversromannetjes, hem ontmoet bij het zenrad in het Prater, maakt Lime zijn he mde toespeling op Italië aan het begin 'de zestiende eeuw: barre tijden stimule- vindingrijkheid en genialiteit. Lime ft ernaar. zijn zelfs statistische aanwijzingen voor. Het menselijk genie stelt de Amerikaanse liticoloog Charles Murray vast dat vol 's zijn rekenmodel oorlog bevorderlijk is ffde opkomst van opmerkelijke kunste- arsen wetenschappers. Het doet denken "de volkswijsheid dat artistiekelingen siets groots verrichten als ze honger en wede lijden. 'tuurlijk zijn er ook grote talenten in vre- 'tijd in gezapige landen tot ontplooiing 'omen, zoals de Nederlandse natuurwe- 'schappers die rond de vorige eeuwwisse- geen reeks Nobelprijzen wonnen, en niet vergeten Albert Einstein, die zijn baan- 'kende relativiteitstheorieën en de theo- over het foto-akoestisch effect die hem Nobelprijs zou opleveren, bedacht en pu reerde in het land van de koekoeksklok, [ray zelf vertrouwt het verband tussen kg en creativiteit ook niet helemaal. Mo- ']k hangt oorlog samen met andere facto- die van invloed zijn op creatieve en geni- Mogelijk zadelt zijn complete model hem op met een vals verband. Kortom, het menselijk genie vereist op zich zelf de nodige genialiteit om het hoe en waarom bloot te leggen. Hij slaagt daar maar ten dele in, zoals zal blijken. In de jaren tachtig baarde Murray in de Ver enigde Staten opzien met zijn boek Losing Ground, waarin hij betoogde dat het sociale programma van president Lyndon Johnson uit cle jaren zestig veel armen blijvend af hankelijk had gemaakt van de overheid. De meeste ophef veroorzaakte elf jaar geleden het boek The Bell Curve, dat hij samen met psychologiehoogleraar Richard Herrnstein schreef. Erfelijk Met behulp van statistische modellen lieten zij daarin zien dat intelligentie voor veertig tot tachtig procent erfelijk is. Zij toonden aan dat er verband is tussen intelligentie, werkloosheid en criminaliteit, en dat het ge middelde intelligentiepeil van het zwarte be volkingsdeel in de VS aanmerkelijk lager ligt dan dat van de Amerikaanse blanken. Zij concludeerden dat dit waarschijnlijk ook een gevolg was van erfelijke factoren. Over de laatste conclusie stak een storm van verontwaardiging op. De New York Times bestempelde Murray als Amerika's gevaarlijkste conservatief. Overi gens kwam de felste kritiek van mensen die het vuistdikke boek niet gelezen hadden. Vergeleken hiermee is Murray's jongste boek - alweer een dikke pil - minder aan stootgevend. Hoewel? Zijn conclusie dat de geniale toppers uit de wereldgeschiedenis vrijwel uitsluitend blanke Europese man nen van eeuwen geleden zijn, levert hem on getwijfeld het verwijt op dat hij zowel wou wen als niet-Europeanen niet naar waarde schat. In Het menselijk genie verweert hij zich bij voorbaat tegen deze kritiek door alle moge lijke berekeningen en herschikkingen op zijn verzameling toonaangevende geleerden en kunstenaars toe te passen, en er ook nog bestanden aan Chinezen, Japanners en In diërs in op te nemen. De uitkomst verandert er niet door: (Hij nam zelfs een bijlage over statistiek in het boek op, om ook niet-statis- tici van zijn gelijk te kunnen overtuigen.) Albert Einstein Nogal wiedes, zullen zijn critici over het re sultaat zeggen. Murray baseert zijn wereld wijde verzameling van bijna vierduizend ar tistieke en wetenschappelijke toppers - van wie 98 procent mannen - op het aantal ma len dat ze genoemd worden in toonaange vende naslagwerken en encyclopedieën. Die zijn op hun beurt het product van blanke Europese mannen. Toch is hiermee niet gezegd dat zijn boek op een cirkelredenering berust. Hij laat overtui gend zien dat de maatschappelijke en cultu foto ANP rele omstandigheden in de grote Europese steden vanaf de Renaissance tot in de negen tiende eeuw bij uitstek bevorderlijk waren voor de ontplooiing van getalenteerde kun stenaars en wetenschappers. In de praktijk waren dat bijna altijd mannen. Ze waren, vertelt Khalid Kasem (26 jaar, geboren in NIeuwegein, student rechten aan de Universiteit van Amsterdam) in Nieuwegein het eerste Marokkaanse gezin. „Mijn va der, in Marokko douanier, kwam naar Nederland om te werken in de zeepfa briek. Ik herinner mij mijn jeugd als heerlijk.We woonden in een galerijflat waar bij iedereen altijd de deuren openstonden. Mijn moeder en de buur vrouw communiceerden aanvankelijk met handen en voeten. In het begin is mijn moeder diep ongelukkig geweest, maar met die buurvrouw was ze erg blij. We werden daar opgenomen in de buurt. Wij waren hoogstens een beetje exotisch, met andere kleren, ander eten, andere feestdagen, maar we vier den wel kerst met de buurvrouw. Het was een fantastische tijd. Als ik oude buren spreek, zijn die contacten heel warm. Dat is een schril contrast met nu. Met de tolerantie die ik toen heb geproefd, zo sta ik nu in het leven." Zijn moeder overleed in 1987. Zijn va der remigreerde vijf jaar geleden. Zijn moeder had, net als die andere moe ders, in huis een centrale rol. „Moeder is grotendeels met de kinderen bezig. Die is ook verantwoordelijk voor de ongelijkheid tussen mannen en wou wen. Zij zorgt ervoor dat alles klaar staat. Jongens hoeven niet te helpen in het huishouden. Mijn Nederlandse vrienden moesten helpen met afrui men. Daar hing een lijst aan de koel kastdeur met afwasbeurten. Dat mijn vriendje moest afwassen, vond ik erg grappig." Vaders, zegt Khalid, verkeerden

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 27