Komedie moet serieus zijn
Komt er zo'n scooto met zen neppe pattas
eigenlijk:
Slippers
Jespers
Groene boekje
woensdag 26 januari 2005
n de komedie Slippers
staat de relatie tussen
echtgenoten, zoals ge
woonlijk bij Alan Ayck-
bourn, op scherp. Peter Tuin
man kruipt in de huid van de
overspelige Fred. Hij speelde
vaker in een komedie van de
ze succesvolle Engelse nog le
vende toneelschrijver. „Ayck-
bourn is een meester in al
zijn eenvoud en directheid.
De man is briljant. Dat zit
vooral in de adem van zijn
dialogen", vindt de acteur.
Ook met zijn tegenspeelster
Will van Kralingen is hij ver
trouwd. „We hebben vaker sa
men gespeeld en kunnen heel
goed door één deur."
De rasechte Fries Peter Tuin
man woont al jaren in Den
Haag en komt niet vaak in Fries
land. „Er zijn nauwelijks vaste
plekken waarmee ik ben ver
groeid. Wel verblijf ik graag aan
zee. Zoals in Scheveningen.
Vroeger ging ik als kind met
mijn ouders naar de Waddenei
landen. En op Bonaire heb ik
weer zes weken lang naar de Ca
ribische zee kunnen staren. Het
klinkt gek voor een Fries maar
ik ben geen zwemmer, zeiler of
schaatser. Toch zou ik graag bo
ven het water willen wonen. In
een paalwoning. Want de zee is
nog nooit een miljoenste secon
de hetzelfde geweest."
Tuinman had het druk vorig
jaar. Een rol in Cyrano de Ber
gerac, de regie van
Blauw/Oranje bij Het Nationale
Toneel en Pozzo in Wachten op
Godot met Mini en Maxi. Geen
gebrek aan werk. Toch knagen
de onzekerheden iedere keer
weer opnieuw. „Dat gaat nooit
over. Ik vraag me steeds weer
af: is het waarachtig wat ik doe.
Hoe ouder ik word, hoe lastiger
dit is. Voorheen stond ik er
nooit bij stil. Ik speelde gewoon.
Nu word ik steeds kritischer op
mezelf. Mijn houding en manier
tjes."
Tuinman werkt voor het eerst
samen met regisseur Erik
Schneider. „Die man heeft zo
veel in zijn rugzak. Hij regis
seert vanuit zijn liefde voor ac
teurs. En weet feilloos de vinger
op de zere plek te leggen.
Midlifecrisis
Fred en Lisa, kinderloos, en al
jaren getrouwd. Tuinman her
kent de problemen van Fred.
„De midlifecrisis hè. Zijn libido
wil nog wel eens de slaapkamer
uitbrullen. Fred en Lisa commu
niceren al lang niet meer. Hij
wordt verliefd op een jonge
sprankelende dame. De meeste
mensen kennen zo'n periode in
hun leven. Ik ook. Maar ik heb
het achter de rug."
„Manipulatie is hem niet
vreemd. Het is ook een
ach-gut-figuur. Van een afstand
is het een sneue man die zichzelf
in een moeilijke positie manoeu
vreert. In zijn grootheid kan hij
heel kleinzielig reageren." Ayck-
bourn schrijft over mensen die
zich grenzeloos vervelen in
eikaars gezelschap. „De vernieti
gende vanzelfsprekendheid",
knikt Tuinman. „Dat kun je al
leen voorkomen door bewuster
te leven. Maar ik heb ook jaren
lang niet stil gestaan bij het bij
zondere. Vooral toen ik jonger
was: je zoekt en wilt alles mee
maken. Nu probeer ik vaker te
beseffen wat ik heb. En op zijn
tijd te ontspannen."
De acteur kan zich een leven
zonder acteren goed voorstellen.
„Als er geen werk meer voor me
zou zijn, dan zou ik altijd weer
iets anders vinden waar ik
vreugde en plezier aan kan bele
ven. Ik begrijp de mensen niet
die hun complete status en wel
zijn uit hun baan halen."
Tuinman realiseert zich dat de
komedie een bloedserieuze aan
pak vergt. „Je moet de manier
tjes uit de weg gaan. Anders
schoffel je jezelf onder tafel.
Dan beland je in de klucht of
het blijspel. Je moet de valkuil
omzeilen dat het karikaturen
worden. Het zijn wel karikatu
ren maar dat beseffen de perso
nages zelf niet. Fred is een type
dat net iets te hard praat en
lacht om grappen van meerde
ren. Over te hard praten en la-
chen gesproken.,, ik kan er zelf
ook wat van", lacht Tuinman op
volle kracht. „De personages
moeten waarachtig zijn. De si
tuaties worden dan als vanzelf
onbedoeld komisch. Dat zit in
een blik of gebaar. En de timing
moet perfect zijn anders werkt
het niet."
Friese humor bestaat wel dege
lijk, zegt Tuinman. „We kennen
het understatement, vergelijk
baar met de Engelse vorm. Het
Fries en het Engels hebben veel
verwantschap. Vooral die licht
ironische ondertoon." Tuinman
is getrouwd geweest, kreeg een
zoon, maar ging scheiden. Nu is
hij gelukkig met een nieuwe lief
de. Het huwelijk is volgens Alan
Ayckbourn een stoornis van de
ze tijd. „De relatie tussen Lisa
en Fred is ongetwijfeld
hartstochtelijk begonnen",
denkt Tuinman. „Maar ze heb
ben te weinig het bordje bij de
deur gezet: 'niet storen, werk in
uitvoering'. Ze kijken niet meer
naar elkaar. En ze hebben moei
te met ouder worden. Fred
denkt jong te blijven door op
avonturenpad te gaan."
Een gelukkige relatie is haal
baar, gelooft Tuinman. „Of dat
nu in de vorm van een huwelijk
is of niet. Ik geloof in de Grote
Liefde. Onder de beste weersom
standigheden en onder een goed
gesternte kan je een verbond
met iemand aangaan voor zeer
lange tijd. Zeker. Maar naarma
te een relatie langer duurt, ko
men de scheurtjes als vanzelf.
En dan zul je moeten praten."
Marion Groenewoud
Slippers met onder anderen Peter
Tuinman en Will van Kralingen:
vandaag in De Maagd Bergen op
Zoom, vrijdag in de Stadsschouw
burg Middelburg. Voorts: 23 feb. Bre
da.
De cast van Slippers (vanaf linksboven met de klok mee): Peter Tuinman, Will van Kralingen, Anniek Pheifer en Romijn Conen. foto Erwin .Olaf/GPD
heeft de tunnel onder de Wes-
.terschelde de juiste lengte.
Lang genoeg om veel te vergeten en je in te stellen op het nieuwe
land. Minder last van dat verrekte Zeeuwse licht. Helaas was er pas
in Sluis koffie, waar parkeren tot 11 uur immers gratis is.
Op naar Brugge waar het jammer genoeg regende. Zo werd het toch
Oostende. Daar is sinds een week of wat een tentoonstelling van Flo-
ris Jespers. In het Provinciaal Museum voor Moderne Kunst. Een
voormalig warenhuis. Bij de entree hangt het leven van Jespers aan'
de wand: 1889 tot 1965, Antwerpenaar. Nam deel aan allerlei kunst
stromingen. Leerde als jonge man die andere Antwerpenaar ken
nen: de dichter Paul van Ostayen. Met Floris en zijn broer, de beeld
houwer Oscar Jespers, en anderen vormt de jonge dichter, den Pol,
een groep. Ze ontmoeten elkaar in en om de Antwerpse Meir, in de
Wintergarten bijvoorbeeld. Behalve beeldend kunstenaar was Jes
pers musicus: hij speelde cello. Dat gaf soelaas want van zijn kunst
kon hij niet leven, 's Avonds trad hij op in dansgelegenheden, music
halls, concertzalen en plaatsen van vertier.
De vroege werken van Jespers in Oostende sluiten aan bij de tradi
tie. In het eerste zaaltje beneden hangt een mooi landschap dat het
bij de schilders van de Lathemse school niet slecht zou doen. Dan
zijn er doeken die uit het atelier van Rik Wouters zouden kunnen
komen. Zo is er een portret van een vrouw: rooie vegen, een oplich
tend gezicht in enkele lijnen geschetst, een ruimte van suggesties.
Jespers experimenteert. De hele modernistische wereld van rond de
Eerste Wereldoorlog zit in hem: futurisme, kubisme en nog wat is-
me's. In sommige schilderijen nadert hij de abstractie. De Vlaamse
Picasso werd hij wel genoemd. Zijn werk heeft iets kameleontisch.
Paul van Ostaijen verdedigt de
kunst die Jespers nastreeft en
de nieuwe kunststromingen vat
hij samen met de term expressio
nisme. Het is bij Jespers dan
ook aanvankelijk: vrije expres
sie, vernietiging van de klassie
ke vormen. Het beeld lijkt ver
splinterd. Felle kleurencontras-
ten, en een compositie vol bewe
ging. Na de jaren twintig wendt
Jespers zich weer in andere richtingen. Er is invloed van Campen-
donk, en soms Permeke, er is inspiratie door Chagall en Frits van
den Berghe, en Ensor. Hoe sprankelend soms een portret of een scè
ne is, hoe mooi en kleurrijk, zelden pakt Jespers je. Te veel van alles
wellicht. Geleidelijk wordt zijn werk decoratiever en zelfs naïever.
Na zijn zestigste jaar bezoekt Jespers een paar keer Belgisch-Kon-
go. Het levert merkwaardige schilderijen op: veel bos en bomen en
donkere mensen. Vooral tussen de bomen.
In een afgelegen hoekje van het museum wordt een documentaire
vertoond. Men had Jespers drie jaar moeten opsluiten, zegt een
oude vriend via de projector, dan zou hij zijn eigen hebben ontdekt.
In die film vertelt de weduwe Jespers ook over de jaren twintig in
Antwerpen. Beelden vol nostalgie, hoe pover het geheel ook is. Toch
is de hoofdpersoon van de film niet Jespers, maar de dichter van
Mare groet 's morgens de dingen. In simpele woorden met veel pau
zes vertelt Madame Jespers hoe Van Ostaijens gedicht ontstaan is.
Bij haar thuis: gewoon onze zoon Mare, ging des zomers uit zijn
bed, gewoon door de kamer. Dag vis, dag visserke vis. En den Pol
heeft dat zo opgeschreven.
Op de Oostendse boulevard is het een komen en gaan. Veel rip-
je-rapje. Bij het Casino wordt alle verkeer afgeleid. Dan maar naar
Knokke. De regen is intussen overgewaaid. Het strand is leeg. Aan
de overkant van de plas gaat de zon onder. Eigenlijk wel mooi, zo'n
klassieke vorm van impressionisme.
Lo van Driel
vertaald
Carlos Fuentes: De stoel met de
Adelaar - Als in Mexico de presi
dent overlijdt, begint er een wa
re strijd tussen zijn mogelijke
opvolgers. Alleen, buiten Mexi
co gebeuren ook dingen en die
zullen hun invloed hebben. De
Amerikanen bezetten Colombia
en om het kritische Mexico als
buurland rustig te houden, laat
de Amerikaanse presidente Con-
doleezza Rice het Mexicaanse
telefoonverkeer lam leggen. Het
gevolg is een wederopstanding
van de kunst van het brieven
schrijven tussen de intriganten
die strijden om de Stoel met de
Adelaar, de 'zitplaats in de acht
baan die we de Mexicaanse Re
publiek noemen'. Uit die brief
wisseling heeft Fuentes de ro
man samengesteld.
Vertaling Arie van der Wal. Uit
geverij Meulenhoff/ M., 352
pag., 20,-.
Santa Montefiori: Valentina's
laatste reis - Alba Arbuckle's
woonboot, die aan de oever van
de Theems is afgemeerd, is ver
noemd naar haar moeder Valen-
tina. Als ze een portret van haar
moeder vindt, geschilderd door
haar vader, raakt ze meer en
meer geïntrigeerd door deze
haar onbekende vrouw, die haar
vader ontmoette toen deze tij
dens de Tweede Wereldoorlog
als marineofficier in Italië was.
Alba reist af naar een dorpje in
de buurt van Napels waar haar
oma en oom een trattoria run
nen. Ze sluit haar nichtje in
haar hart en ontrafelt stukje bij
beetje het geheim van haar moe
der.
Vertaling Erica van Rijsewijk.
Uitgeverij De Boekerij, 336
pag., 18,95.
Bohumil Hrabal: Harlekijntjes
miljoenen - De Tsjechische
schrijver Hrabal (1914-1997)
laat in Harlekijntjes miljoenen
zijn oude moeder aan het
woord, die in het bejaardente
huis waar ze samen met haar
man Francin, voormalig be
drijfsleider van een bierbrouwe
rij, haar laatste jaren slijt. Ze
denkt terug aan de idyllische ja
ren op de brouwerij, waaraan
door de komst van het commu
nisme in 1948 een einde kwam.
Francin, nu een verrader van de
arbeidersklasse genoemd, wordt
ontslagen en ze moeten hun
dienstwoning verlaten. Francin
raakt vanaf dat moment geobse
deerd door het wereldnieuws,
dat hij ieder uur volgt. Hrabal
geldt als een van de grootste
schrijvers van Midden-Europa.
Vertaling Kees Mercks. Uitgeve
rij Prometheus, 224 pag.,
€19,90.
Jet Groene Boekje wordt ven-ijkt met Suri-
linaams-Nederlandse woorden. Geen gevangenis,
aar een cellenhuis. Onkruid heet voortaan wiet en
bouwer een kapmes. Plet Groene Boekje, de offi
ce woordenlijst van de Nederlandse taal, krijgt er
''jaar zo'n honderd Surinaams-Nederlandse woor-
pij. Vóor de één een overbodige uitbreiding, voor
Sander een verrijking van de Nederlandse taal.
aar hoe denken Surinamers er zelf eigenlijk over?
'an we straks voor 'doekoe' naar de bank?
®nt er zo'n scooto met zen neppe pattas, dat ik hier
alzo hard mag boeken en dat ik hem doekoe moet
Sen.„' Gesprek op straat, ergens in de grote steden?
gewoon een conversatie tussen twee bejaarde
anke dames in de nieuwste reclamecampagne van
uwe Egberts. De echte voertaal in de Nederlandse
(aardenhuizen zal anders klinken, maar het inne
nde reclamefilmpje van de koffiefabrikant zegt
niets over de inburgering van bijvoorbeeld het Su
danis in de Nederlandse taal.
i°°k ouderen het al over 'doekoe' hebben, kunnen
nciële instanties niet achter blijven. Zoals het Groe-
%kje, de officiële woordenlijst van de Nederland-
W, Het Vlaamse woord 'goesting' staat erin ver-
p voetbaltermen als 'eentweetje' en 'mandekker'
s Maar hoe zit het dan met 'doekoe', hét Surinaam-
Wo°rd voor geld? Of 'mattie', dat vriend betekent?
ainaams-Nederlandse woorden ontbreken, maar
f komt binnenkort verandering in. De voormalige
«wie van Nederland is eind 2003 toegetreden tot
taalunie, de organisatie die de Nederlandse taal
'ïe'e manieren ondersteunt. Daarmee is een aanzet
$ven om het Surinaams-Nederlands te verweven
•'öe officiële Nederlandse taal. De Taalunie en het
Instituut Nederlands Lexicon bepalen dit jaar welke
woorden onze taal gaan verrijken.
„Dat had al veel eerder gemoeten", vindt cabaretière
en logopediste Jetty Mathurin, die sinds haar 23ste in
Nederland woont. „Meer dan driehonderd jaar spre
ken wij in Suriname Nederlands. Vaak beter dan de
Nederlanders zelf. Het is meer dan vanzelfsprekend
dat er Surinaamse woorden in het Groene Boekje ko
men. Ik ga nu geen hoeraatje roepen."
Eisen
Een woord komt overigens niet zomaar in het Groene
Boekje. Het Instituut Nederlands Lexicon (INL) stelt
heel wat eisen voor het zover is. Zo kijkt het INL
naar de mate waarin een woord wordt gebruikt. Ook
zijn de bronnen van belang. Als alleen Surinaamse
jongeren het hebben over 'doekoe' maakt het woord
weinig kans om te worden opgenomen in de woorden
lijst. Websites en kranten zijn voor het INL daarom
het beste onderzoeksmiddel.
Voor de Surinaams-Nederlandse woorden geldt de
zelfde selectieprocedure. Linda Vaessen van Taalu
nie: „In Suriname gaan momenteel vier taaldeskundi
gen vijfhonderd woorden stuk voor stuk na om te kij
ken of ze geschikt zijn. Want niet alleen het gebruik
in Nederland is van belang, ook in Suriname moeten
de woorden frequent voorkomen."
Het woord 'doekoe' is volgens zanger Alwin Burke
van de Rotterdamse band Re-Play een kanshebber.
„Turken, Marokkanen, Nederlanders, noem maar op,
ze zeggen 't allemaal. Maar er zijn nog zoveel andere
woorden die ik steeds vaker hoor. Als ze opgenomen
worden in het Groene Boekje is dat alleen maar toe te
juichen. Het is een verrijking. Een taal moet een af
spiegeling zijn van de maatschappij. Onze multicultu
rele samenleving verandert voortdurend. Onze taal
doet dat dus ook."
Niet iedereen vindt de nieuwe woordenlijst vanzelf
sprekend. De 24-jarige dj Jermaine die Surinaamse
ouders heeft maar zelf nog nooit in Suriname is ge
weest, twijfelt: „Hoewel het een erkenning is voor Su
riname, zie ik het Surinaams toch als een dialect. Bij
mijn ouders mocht ik vroeger alleen Nederlands pra
ten. Een enkele keer, als we ruzie hadden, kwam er
wel eens een woord Surinaams voorbij. Tegen andere
volwassenen praatte ik ook nooit Surinaams. Het
werd gezien als onbeschoft. Daarom vind ik het
vreemd dat Surinaamse woorden wel in het boekje ko
men te staan."
Maar er is een verschil tussen Surinaams en Suri
naams-Nederlands. De woorden die in de lijst wor
den opgenomen, zijn stuk voor stuk Surinaams-Ne
derlands. Deze officiële taal van Suriname bevat ge
bruikelijke Nedei'landse woorden, woorden die van
het Nederlands zijn afgeleid of Nederlandse woorden
die hier nauwelijks nog worden gebruikt. Het Sranan-
tongo is voor de meeste Nederlanders onverstaanbaar
én wordt niet in Suriname erkend. Het is slechts een
omgangstaal.
Jetty Mathurin: „Er is een duidelijk onderscheid tus
sen de twee talen. Het Sranantongo dat ook wel Ne
ger-Engels wordt genoemd, is voor een 'tata', een wit
te Nederlander, niet te verstaan. Als ik vroeger thuis
Sranantongo sprak, moest ik inderdaad mijn mond
gaan spoelen. In Suriname wordt het gezien als een
onbeschaafde taal. Maar met Surinaams-Nederlands
was en is niets verkeerd."
Hoewel dj Jermaine slechts twijfelt, vindt zwarte za
kenvrouw van het jaar, Sandra van Plouwelingen, de
nieuwe woordenlijst niet nodig. De Rotterdamse on
derneemster verhuisde op haar achtste van Suriname
naar Nederland. „Waarom moeten er woorden wor
den geïntroduceerd als we die in Nederland zelf niet
gebruiken? Nederland is naar mijn mening de maat
staf van de Nederlandse taal. De Surinaams-Neder
landse woorden zijn niet van deze tijd. Het is nog
maar de vraag of Nederlanders en Vlamingen ze gaan
gebruiken. Ik denk dat het veel leuker is om een apar
te lijst te maken, geen officiële, waarop alle multicul
turele woorden staan vermeld. Dus ook Turkse en Ma
rokkaanse woorden. Want waarom per se de Suri
naamse? In Zuid-Afrika wordt ook een vorm van Ne
derlands gesproken, dan zouden we die ook in het
Groene Boekje moeten opnemen. Zo kun je bezig blij
ven." Schrijver van het boek De Koningin Van Para
maribo, Clark Accord, gebruikt zowel in zijn columns
voor het Parool als in zijn boek veel Surinaams-Ne
derlandse woorden. De 44-jarige auteur woonde de
eerste helft van zijn leven in Suriname. In tegenstel
ling tot Sandra van HouWelingen kan het voor Ac
cord niet genoeg zijn. „Door deze woorden te gebrui
ken, kun je je juist veel beter uitdrukken", legt hij
uit. „Waarom wel klakkeloos Engels of Frans overne
men als onze eigen taal heel erg rijk is? Suri
naams-Nederlandse woorden voegen echt iets toe.
Neem nu 'pinaren'. Dat ken je in Nederland niet. Het
betekent 'het moeilijk hebben'. Drie woorden om het
zelfde uit te leggen. Surinamers en Vlamingen gebrui
ken vaker dan Nederlanders één woord om iets te zeg
gen. Maar het zou hélemaal geweldig zijn als we ook
spreekwoorden uit het Surinaams-Nederlands gaan
overnemen. Heb je wel eens gehoord van 'Een jongen
heeft het voor haar gezet'? Nee? Gezet hebben bete
kent iemand op zijn plaats zetten. Maar de betekenis
hangt van veel meer af. Intonatie, klemtoon en ritme
zijn van groot belang. Zo kan deze zin ook betekenen
dat een jongen haar geneukt heeft. Toch wel een ver
schil."
Gudu
Mathurin ziet het liefst een Sranantongs woord terug
in het Groene Boekje. „Het lieve woord 'gudu'. Schat-
je betekent het. Maar je kunt het op verschillende ma
nieren gebruiken. Als je een klein kind terecht wilt
wijzen kan je op een harde toon zeggen 'Gudu!' Op
dat moment geef je aan dat je zijn gedrag afkeurt en,
niet zijn persoon. Verder moet ik echt nadenken om
een goed woord te bedenken. Ik ben zo ingeburgerd
dat ik sommige woorden niet meer herken. Bij het
woord 'wiet' dat ook geselecteerd is voor de lijst,!
denk ik aan het spul uit de koffieshop. Maar het is ge-;
woon onkruid. Nu hoor ik het mijn oma opeens weer
zeggen „Ik ga het wiet wegkappen met de houwer."
Lisette Verhagen.