zc Natuur gaat zonder problemen over de grens Ook in de zeevaart is China in opkomst Schelpen vertellen verrassende verhalen Zoom-Kalmthoutse Heide dinsdag 28 december 2004 Het is het enige grens overschrijdende natio nale park van Nederland: De Zoom-Kalmthoutse Hei de. Het begint waar het open en vlakke zeekleige bied van Zeeland vrij abrupt overgaat in de hoge Brabantse Wal, ook de Zoom genoemd. Alleen de polders oostelijk van de Schelde-Rijnverbinding zit ten er nog tussen. Van de bijna 3800 hectare ligt 55 procent in Vlaanderen (ge meenten Kalmthout en Es sen) en 45 procent in Neder land (gemeente Woens- drecht). Op korte afstand van het zilte Zeeuwse land schap waan je je in een an dere wereld. Niet gehinderd door de rijks grens glijden de voor Zeeuwse begrippen zo vervreem dende landschappen naadloos in elkaar over. Van de markante Brabantse Wal en het bosrijke Nederlandse deel, in het Kalmt- houtse heidegebied met stuifzan den. Her en der glinsteren ven nen en duiken kleinschalige landbouwgronden op. Overal zand, veel zand, ooit aange voerd tijdens de laatste Ijstijd. De wind zorgde voor een meters hoog duinenlandschap. Het gebied is altijd beïnvloed door menselijke activiteiten. Plaggen van de heide, ontgin ning voor de landbouw, turfwin- ning in de veenmoerassen, zand winning ten behoeve van Ant werpse bouwdriften, aanplant van naaldbomen, recreatie - en nog het een en ander. Zo ver dween een groot deel van de ken merkende stuifduinen: ze zijn afgegraven en wat overbleef is meestal bebost. Wat nog rest, zo als de Kriekelareduinen, Kraaienberg en Hazenduinen, is de moeite van een flinke wande ling waard. Pijpenstro Bij dit bijzondere landschap ho ren bijzondere planten en die ren. Korstmossen, kevers, graaf- wespen en -bijen in het zand. De heivlinder, de 's nachts op in secten jagende nachtzwaluw, de roodborsttapuit en boomleeuwe rik. Struikhei op droge plekken, dophei op natte. Vlaktes vol pij penstro (ofwel bunt). De levend- barende hagedis, de kleine knaagdieren etende gladde slang. Sponzig veenmos in en rond vennen, waarin de schitte rende geoorde fuut een broed- plek vindt. In de bossen de be schermde rode bosmier, de ree en de vos. De in Zeeland woonachtige grenspark-coördinator Marten Wiersma wijst met genoegen op het onlangs verschenen boek, waarin alle bijzonderheden van het gebied door heidekenner Pled wig Lauriks en natuurfoto graaf Mare Sloootmaekers uit de doeken worden gedaan. Het wijst de mensen op de dikwijls onbekende waarden van het toch wat verloren liggende grensgebied. Compromis Om verdere teloorgang van die waarden tegen te gaan, is het grenspark in 1999 officieel opge richt. De naam was een compro mis: een stukje Nederland (De Zoom) en een stukje Vlaanderen (Kalmthoutse Heide). Wiersma maakt duidelijk dat er heel wat bedreigingen zijn. Zo als de luchtvervuiling (van Ant werpse industrie, de veehoude rij en het verkeer) die de voedsel- arme heide en vennen aantast. Er is ook de verdroging, gevolg van fikse drinkwaterwinning, drainage en verdamping door de bomen. Niet te vergeten de gro te recreatiedruk, vooral dagbe- zoek uit het Antwerpse. Het landschap mag zich van de rijksgrens weinig aantrekken, met de wetten en regels ligt dat anders. Voorbeeld: er wordt be De groeve Boudewijn in Ossendrecht met wisselende afzettingen van klei en zand. illustraties uit besproken boek Als je in Nederland een pro bleem hebt, zijn er partijen die hun stellingen hebben betrok ken. In Vlaanderen is dat ook zo. Zet je de partijen van weers zijden van de grens bij elkaar, dan kun je iets in gang zetten wat jarenlang vast heeft geze ten. Een politiesirene klinkt in Vlaanderen anders dan in Neder land. Dat kun je oplossen." Er is tien jaar over gedaan om een beheer- en inrichtingsplan te maken. Wiersma: „Nu zeggen zelfs de grootste sceptici dat er toch winst in zit. Je moet wel succesjes maken, want dat zorgt voor meer successen. Zo kunnen we op korte termijn landbouw- percelen uitkopen, waardoor de waterkwaliteit in een gebied aanzienlijk verbetert. Er is een systeem voor natuuronderzoek gekomen en de verdrogingspro- blemen zijn in kaart gebracht en duidelijk is wie er aan de lat staan om die op te lossen." Inmiddels dient de noodzaak zich aan om de grenzen van het grenspark te verruimen. Binnen het huidige gebied kan de re creatiedruk - vooral in het Vlaamse deel groot - niet afdoen de aangepakt worden. Wiersma is voorstander van uitbreiding, richting Scheldepolders en snel weg A4/A12, Bergen op Zoom- Antwerpen. Dan ontstaat er een nationaal park waar uiteinde lijk ook de zeearend zich thuis kan voelen. Rinus Antonisse Hedwig Lauriks (tekst) en Mare Slootmaekers (foto's): Grens park De Zoom-Kalmthoutse Heide - Uitgave Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide, Es sen, 11,50. graasd met schapen, geiten en runderen. Die mogen niet over en weer de grens passeren. Vlaamse schapen moeten in ei gen land blijven, Nederlandse geiten dito. „Het is heel ingewik keld", verzucht Wiersma. „Ik hoop dat we op den duur wel met grensoverschrijdende kud den kunnen werken." Ander voorbeeld: de waterwin ning. Voor het Nederlandse wa terleidingbedrijf Evides (dat in Ossendrecht en Huijbergen wa ter voor Zeeland wint) gelden andere regels dan voor het Vlaamse Pidpa, dat bij Essen water onttrekt. Samen goed voor 22 kubieke meter grondwa ter per jaar. Over tien jaar moet dat gestopt zijn, vertelt Wiers ma. Gekeken wordt naar infil tratie van water (dat nu vanaf de Brabantse Wal de Schelde in loopt) en de coördinator pro beert de Antwerpse industrie om te laten schakelen op opper vlaktewater in plaats van kost baar grondwater. „Onze taak is de partijen om tafel te krijgen." Politiesirene Optimist Wiersma vindt dat de verschillen in wetten niet altijd een belemmering hoeven te zijn. „Soms is het zelfs stimulerend. Via het project Coastwatch van stichting De Noordzee is dit jaar 5,5 kilometer Zeeuw se kust onderzocht op aanwezig heid van afval. Gemiddeld wer den er 67 stuks zwerfvuil op 500 meter kust gevonden. Ter verge lijking: het landelijk gemiddel de bedroeg 180 stuks per 500 me ter. Zeeland steekt erg gunstig af. In totaal werd 75,5 kilometer kust onderzocht. Coördinator Ike Span van Coast watch tekent erbij aan dat in Zeeland alleen langs de boorden van de Oosterschelde onderzoek is gedaan en niet op de stukken strand die direct grenzen aan de Noordzee. Hier wordt in het al gemeen meer afval aangetroffen dan langs de zeearmen. In 2004 werden op de Noordzeestranden gemiddeld 211 stukken zwerf vuil gevonden. Deze recente cijfers van stich ting De Noordzee dienen slechts als voorbeeld om aan te geven er in de kuststrook veel aanspoelt. Niet alleen door toedoen van de mens, ook door tussenkomst van de natuur. Plet bekendste zijn de schelpen. Wie heeft wande lend over het strand nooit eens één of meer schelpen opgeraapt? Voor sommige mensen is het ver zamelen van schelpen een serieu ze bezigheid. In feite zijn schelpen ook min of meer afval. Ze zijn het uitwendi ge kalkskelet van schelp- of weekdieren, leert de nieuwe veldgids Schelpen van Rykel de Bruyne, uitgegeven door de KNNV, vereniging voor veldbio- logie. Degenen die wel eens wat meer willen weten over schelpen, kun nen met deze gids prima uit de voeten. Alle zeeschelpen die langs de kusten van Nederland, België en het Deense en Duitse waddengebied (met inbegrip van Helgoland) bekend zijn, worden er in behandeld. Van 252 soorten zijn foto's opgeno men. Het betekent dat niet alleen de bekende, grotere schelpen aan de orde komen, ook veel kleine re, en soorten die met drijvende voorwerpen als wier, hout, kurk en plastic op de stranden van de zuidoostelijke Noordzeekust be landen. De gids bevat ook infor matie over de kustgebieden en weekdieren in het algemeen. Voor wie van het schelpen verza melen een hobby wil maken, staan er gegevens in over het ver zamelen zelf, het op naam bren gen, prepareren en opbergen van schelpen. In de gids ligt de nadruk niet op levende schelpdieren (ofwel weekdieren), maar op hun leven loze omhulsel, de schelpen. Ver reweg de meeste langs de kust aanspoelende schelpen zijn leeg, hun oorspronkelijke bewoners reeds lang overleden, stelt De Bruyne. Het neemt niet weg dat de kalkskeletten zich aandienen in een grote variatie in vorm, af meting en kleur. Vandaar de in teresse ervoor en dat kan van het menselijk en organisch aan spoelsel niet gezegd worden. Weekdieren hebben een voor keur voor warme zeegebieden, met koraalriffen en rotskusten. Toch leven in de koude en ondie pe Noordzee enkele honderden soorten. In de gids zijn de niet-schelpdragende weekdie ren niet meegenomen (op enkele bekende na). Van de fossiele soorten wordt een beperkt deel behandeld. Fossielen uit oudere bodemlagen, die voornamelijk langs de Zeeuwse kusten aan spoelen (zoals op de Kaloot en in West-Zeeuws-Vlaanderen), zijn buiten beschouwing gela ten. Weekdieren Aan weekdieren zijn er tenmin ste 80.000 soorten bekend; het is de op één na soortenrijkste groep op aarde. De kleinste heb ben een schelpdiergrootte van minder dan een halve millime ter. De grootste soort, een schelploze inktvis, is ruim 20.000 maal groter dan de klein ste huisjesslak. Bij de weekdie ren met een uitwendig skelet groeit de schelp met het beest mee. De meeste soorten zijn vrij wel nooit op het strand te vin den, ze leven in dieper water en worden alleen waargenomen door duikers of opgevist door visserboten en onderzoekssche pen. In de slikken voor de Zeeuwse zeeweringen komen wel levende weekdieren voor. Kokkel, nonne tje, platte slijkgaper en strand- gaper graven zich in. Oblie hoorntje en wadslakje zitten op en in de bovenste sliklaag. Op de schorren kunnen muizenoor tjes en Gray's kustslak voorko men, evenals enkele soorten naaldslakken. In brakwater be vinden zich brakwateralikruik, brakwaterkokkel en brakwater hoorn. Op de kunstmatige rots kusten (paalhoofden, dijk- glooiinge) zitten verschillende soorten alikruiken, mosselsoor ten, schaalhorens, Japanse oes ters en purperslakken. Op het strand bij Ouddorp spoe len veel kleine en fx-agiele soor ten aan, zoals schepje en sabel schede. Verse, dubbele messche des spoelen vooral langs de Bel gische kust (Kolcsijde, de Panne) aan; elders betreft het fossiele mesheften. De Grevelingen is een bekende vindplaats van fuik horens en korfschelpjes. Onder stenen of schelpen op het Zeeuw se slik zijn keverslakken aanwe zig. Interessant zijn ook oester putten. Met oesterbroed en an der materiaal worden regelma tig bijzondere soorten aange voerd. Er zijn diverse voorbeel den bekend uit de omgeving van Yerseke, zoals keverslakken en asgrauwe tolhorens. Rinus Antonisse Rykel de Bruyne: Veldgids Schelpen - KNNV Uitgeverij Utrecht, 24,95. foto uit besproken boek Er komt wat voorbij varen op de Westerschelde. Vijf tigduizend zeeschepen per jaar, op weg naar Antwer pen, Gent, Terneuzen. De Westerschelde is één van de grootste loodsgebieden ter wereld. Nederlandse en Vlaamse loodsen zorgen voor een veilige afwikke ling van al die scheepvaart. In deze rubriek wordt weke lijks bericht over het reilen en zeilen van de loods- dienst. In de wachtruimte van de Vlaamse loodskotter met: het geluksgetal zeven is het aange naam verpozen. De Nederlandse loods Kees Glerum haalt de laat ste editie van National Geograp hic tevoorschijn en probeert te lezen, maar daar komt het nau welijks van. Loodsen en praten, het schijnt bij elkaar te horen. Glerum en zijn collega Kees Scholt zitten al jaren bij het Ne derlands Loodswezen. Ze weten nog van 'vroeger', uit de tijd dat het bedrijf nog in overheidshan den was, vóór 1988. Glerum moet drie uur wachten op zijn schip. Dat is erg lang, vindt hij, maar vroeger, ja vroeger. „Toen konden ze ons op de loodskotter vierentwintig uur vasthouden tot er een schip kwam." Dat is er niet meer bij. „Tegenwoordig wordt er veel meer getenderd, gaan we met de loodstender naar de loodskotter als er sche pen in aantocht zijn of met de loodstender terug naar Vlissin- gen, als er weinig inkomende vaart is. Dat scheelt enorm in wachttijd." Een Vlaamse loods is de eerste gelukkige. Maurice, de kleine, vriendelijke bediende, komt hem waarschuwen. Het gesprek gaat verder, over het tekort aan zeevarenden. „Ook in de zee vaart is China in opkomst", weet Glerum. „Alleen in Shang hai zijn twee zeevaartscholen, de éne met zesduizend leerlin gen en de andere met achtdui zend. En de Chinezen zijn nu al Filipijnse zeelui aan het verdrin gen, omdat ze goedkoper zijn." Hoe aangenaam het binnen ook is, even een luchtje scheppen kan geen kwaad. Het is rond de Vlaamse loodskotter aardedon ker. Met de mist valt het mee. De Alabama, een met kolen gela den bulkcarrier voor de Kaloot- haven in Vlissingen, waarvoor Scholt op de rol staat, kan ko men. 's Ochtends is het schip al voor de Vlaamse kust gearri veerd, maar net te laat. Op slag van stil hoogwater moeten zee schepen met de lengte en de diepgang van de Alabama - 225 meter lang; 13,6 meter diep - het havengebied van Vlissin- gen-Oost binnenvaren, anders staat er te veel stroming. De Alabama was niet veel meer dan een kwartier te laat, maar het luistert nauw. Scholt heeft op de computer thuis een gede tailleerd reisschema gemaakt, op de minuut nauwkeurig. Zo moet de bulkcarrier exact 19.41 uur bij de Vlaamse loodskotter zijn om de Nederlandse zee- loods aan boord te nemen. De afstand tot Vlissingen-Oost van af dat punt, bij de Wandelaar, heeft Scholt ook precies weerge geven: 37,3 mijl oftewel 67,1 ki lometer. En zo heeft hij dit voor het hele traject uitgewerkt. Het schema is een mooie handlei ding, maar de praktijk, ja de praktijk, die kan altijd anders zijn. Stroming, wind, mist, het weer blijft onvoorspelbaar, en hoe een schip zich gedraagt, weet een loods nooit van te vo ren. Scholt heeft een speciale op leiding gevolgd om diepsteken de schepen te mogen loodsen naar en van de Kaloothaven in Vlissingen-Oost, zoals die ook bestaat voor de grote container schepen met bestemming Ant werpen. Hij is simtra-loods; sim- tra staat voor 'simulator-trai ning'. Hij moet eens in de drie jaar terug naar Wageningen, naar het Maritiem Onderzoeks instituut Nederland, kortweg Marin. De hele vaarweg vanaf de Vlaamse kust tot in de Ka loothaven is daar vastgelegd in een radarsimulator. Het is oefe nen op het droge voor het echte werk op het water. De driejaar lijkse opfriscursus duurt een week, twee dagen voor het zee traject en drie dagen voor het ri viertraject. De Alabama is nog 'een kleintje', in loodsenjargon liefkozend 'baby Kaloot' ge noemd. „Je hebt er ook van meer dan driehonderd meter lang die zeventien meter diep steken", vertelt Scholt. „Dat zijn de echte Kaloot-schepen." Het moment is daar. Hij wordt geroepen. Harmen van der Werf Stuifduinen worden zowel in België als in Nederland wettelijk beschermd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 29