Ach ja, hoe gaat dat met verwachtingen
Zeeuwse
millenniumbaby
wordt trekkerboer
Maria de Penning neemt het leven zoals het komt
vrijdag 24 december 2004
Ooit verwachtte Maria
de Penning (69) veel
van het leven. Nou ja, veel.
Huisje, boompje, beestje;
dat moest toch haalbaar
zijn. Een thuis waar moeder
op de kinderen wacht als ze
uit school kwamen,
's avonds allemaal samen
aan tafel en een trouwe,
hardwerkende vader die het
vlees snijdt, zondag en alle
andere dagen. Net zoals ze
het zelf kende. Verwachtin
gen: dat zijn de dingen die
je verwacht, op grond van
wat je kent. Maar welke ver
wachtingen worden ver
vuld, in de loop van zeven
decennia?
Maria de Penning: „Als ik
stilsta bij mijn vroege
jeugd denk ik: had dit kind wel
zoveel te verwachten?" Haar va
der, afkomstig uit Westmaas,
was een landarbeider, die zich
steeds aan een andere boer ver
huurde, Hij huwde een Oud-
Beijerlandse, net als hij Neder
duits Hervormd. Ze kregen ze
ven kinderen. Er werd weinig
gelachen in huis. Maria herin
nert zich haar moeder als een
trieste, in zichzelf gekeerde
vrouw. „Dat zal zeker te maken
hebben met het verlies van haar
drie jongste kinderen. Nog voor
dat ik werd geborep, als laatste
van de zeven, zijn die na een
ziekte overleden." Haar vader
ging om 4 uur 's ochtends de
koeien melken en was met een
beetje geluk bij het avondeten
weer terug. Het opbouwen van
vriendschappen was moeilijk.
Zo ongeveer ieder jaar verhuis
den ze naar een andere plaats,
daar waar werk was. Ondertus
sen woedde de Tweede Wereld
oorlog. „Die begon toen ik vier
was. Ik herinner het mij als een
tijd van angst, van leven van
dag tot dag."
Bruggenbouwer
Maar na de oorlog kwam de we
deropbouw en leerden de men
sen weer dromen en verwach
ten. Maria's vader kreeg een vas
te baan als bruggenbouwer en
het gezin verhuisde naar Rotter
dam. „Dat was een tamelijk
drastische verandering. Mijn
moeder kon die overgang eigen
lijk niet aan. Ze was heel bang
dat ik en mijn twee zussen in
die grote stad de verkeerde kant
uit zouden gaan. Wij mochten
vanuit het geloof zelfs niet naar
de bioscoop. Het liefste zag ze
dat we zo snel mogelijk verke
ring kregen en uit huis trouw
den."
Maria was negentien toen ze
haar ja-woord gaf en twintig
toen ze moeder werd. „Toen had
ik het dus voor elkaar, hè. Ik ver
wachtte niet anders dan dat we
altijd bij elkaar zouden blijven
en elkaar eeuwig trouw zouden
zijn. Maar hoe gaat dat: je ver
wacht dingen niet en dan gebeu
lig een glaasje meedrinken, die
kent geen grenzen. Dan is het al
les of niets. Na dat eerste cog
nacje ging hij dus weer aan de
drank. En door de drank begon
hij met andere vrouwen te rom
melen, én mij mishandelen na
tuurlijk, dat hoort in het rijtje.
De druppel die de emmer deed
overlopen was een aanklacht we
gens verkrachting van mijn zus.
Na acht jaar ben ik dus toch
maar weer gescheiden. De twee
zaken die ik intussen had, moest
ik van de hand doen, want we
waren in gemeenschap van goe
deren getrouwd. Ik verloor
flink, want ik had flink geïnves
teerd en dat geld was nog lang
niet terugverdiend."
Manager
Maria begon opnieuw, in Til
burg. Binnen de kortste keren
had ze weer een goedlopende
zaak. Ze had het in de vingers.
Zo kwam het dat de brouwerij
haar benaderde toen er een inte
rim-manager nodig was in haar
eerste bedrijf, dat in Terneuzen.
„Ik heb een jaar lang de brouwe
rij geholpen. Daarna kocht ik
weer een eigen zaak, aan de Vre
dehoflaan in Vlissingen. Ineens,
zonder een enkel voorbericht,
kreeg ik te horen dat er de vol
gende dag beslag wordt gelegd
op al mijn spullen. Bleek iets te
maken te hebben met een belas
tingschuld uit de tijd van mijn
scheiding. Midden in het hoog
seizoen zat ik in een café waar
geen tafel of stoel meer in
stond."
Maar de dag erna had ze alweer
werk. De firma Loontjens, waar
Maria altijd speelautomaten
van in het café had gehad, bood
haar een vast contract aan.
„Dat had ik nou nooit gedacht,
met mijn achtergrond, dat ik
ooit nog in een speelautomaten-
hal terecht zou komen. Net zo
min als ik ooit zelf een horecabe-
zoeker ben geweest, heb ik ooit
gegokt of gespeeld. Ik ben zes
tien jaar bij Loontjens gebleven.
Tot mijn achtenzestigste. Vorig
jaar ben ik gestopt."
In haar Vlissingse flatwoning
kijkt ze terug op een roerig le
ven. Het is rustig in de senioren
flat, te rustig vaak. „Er zijn
maar weinig mensen van mijn
leeftijd met wie het klikt. Met
mijn kinderen heb ik geen con
tact meer. Ik. ben niet eenzaam,
maar wel veel alleen."
Haar verwachtingen zijn de een
na de ander gesneuveld. Ze is
zelfs niet rijk geworden, on
danks een onmiskenbaar zake
lijk talent. Maria heeft geleerd
het leven te nemen zoals het
komt. Maar één verwachting
koestert ze, al zo lang ze zich
kan herinneren: „Na mijn dood
kom ik thuis. Daar zal ik.be
scherming vinden. Verlossing
van alles wat ik op aarde heb
moeten meemaken en alles wat
ik heb laten gebeuren. Dat hoeft
dan niet meer. Hè, hè, eindelijk
rust. Dat is voor mij de mooiste
kerstgedachte."
Ondine van der Vleuten
ren ze wel, je verwacht dingen
wel en dan gebeuren ze niet.
Mijn hardwerkende zeeman ver
anderde in een gokker. Hij ver
loor steeds zijn baan en wat hij
verdiende vergokte of verzoop
hij." Nou, dacht Maria: waar hij
het uitgeeft, kan ik het terugver
dienen. „Zo ben ik dus, hele
maal tegen mijn geloof in, ach
ter de bar terecht gekomen. Na
een paar jaar, toen ik ontdekt
had dat hij het ook nog eens met
andere vrouwen hield, zijn we
maar uit elkaar gegaan. Ik ben
daarna dertien jaar alleen ge
weest. Echt alleen, want ik heb
onze drie kinderen bij de vader
gelaten. Hij had al eens een zelf
moordpoging gedaan en dreigde
zichzelf van kant te maken als
ik de kinderen meenam. Daarbij
was ik in de heilige veronderstel
ling dat ze bij hem beter af wa
ren. Dat moet je zien in de tijd.
Het was nog niet gewoon dat ge
huwde vrouwen werkten, al he
lemaal niet in de kroeg natuur
lijk. En als ik één ding niet wil
de, was het bedelen om een uit
kering. Ik wilde dus blijven wer
ken, maar dan hadden de kinde
ren 's avonds alleen thuis geze
ten. Bij mijn ex-man hadden ze
weer iemand die over hen moe
derde, want hij had binnen twee
maanden een nieuwe vrouw.
Gek is dat, alcoholisten hebben
altijd de beste vrouwen. Opoffe
rende heilige maagden. Hij
heeft er na mij nog drie versle
ten. De kinderen zijn prima te
rechtgekomen."
Wat Maria betreft was het over
en uit met het huwelijk en moe
derschap. „Bij de geboorte van
mijn zoon is wat je noemt het
kippenhok geruïneerd. Dus
daar kon niets meer van komen.
En mannen vertrouwde ik niet
meer. Ik dacht verder nog maar
aan één ding: brood op de
plank. Blijkbaar had ik er toch
aanleg voor, want ik haalde bin
nen de kortste keren mijn papie
ren om zelfstandig te beginnen.
Met geld van de brouwerij ben
ik toen voor mezelf begonnen.
Ik had mijn eigen café in de
Scandinavische buurt in Rotter
dam en al snel een tweede in de
zelfde straat."
Cognacje
En op een goede dag zei ze toch
weer Ja! Niet-tegen een stam
gast, maar tegen een Duitser die
niet gokte, trouw was en geen
druppel dronk: kon het beter?
„Wat verwachtte ik daarvan?
Wij zouden het verder gewoon
heel gezellig hebben, misschien
nog een cafeetje opzetten en sa
men oud worden. Helaas bleek
na twee jaar dat de straat waar
in die cafés zaten, gesloopt zou
worden. We keken dus uit naar
iets anders. Op een gegeven mo
ment ontdek ik iets leuks in Ter-
neuzen. Hotel-café-restaurant
en feestzaal. Daar ging het fout
met mijn huwelijk. Op de dag
dat ik de contracten tekende
voor de koop. We kregen een
cognacje aangeboden en ik zag
het meteen, aan de manier waar
op hij dat dronk: deze man is al
coholist. Blijkt dat hij gewoon
vier jaar droog had gestaan!
Een alcoholist kan nooit gezel
foto's Ruden Riemens
Hij is de eerste Zeeuw in het nieuwe millennium. Karl Hanse uit Zierikzee
werd als eerste baby in deze provincie op 1 januari 2000 om 0.45 uur gebo
ren in het Oosterscheldeziekenhuis in Goes. Aan de vooravond van zijn vijfde
verjaardag heeft Karl een rotsvast vertrouwen in de toekomst. „Ik word trekker
boer net als mijn vader", zegt hij vol overtuiging.
„Ikke ook", roept zijn driejarige broertje Lenno dat snel komt aandribbelen om
zich nadrukkelijk in het gesprek te mengen. „En Stefan wordt ook trekker
boer", voegt hij er nog snel aan toe. Stefan is het neefje van de boerderij in Ou-
werkerk met wie de broertjes vrijwel dagelijks spelen.
„Als de jongens het echt willen, zou het prachtig zijn als het zou kunnen, maar
ik durf ze geen enkele garantie te geven", zegt Kees Hanse, vader van Karl en
Lenno. Samen met zijn broer Eric en zijn ouders vormt Kees een maatschap.
Hun agrarische onderneming behoort tot de grotere boerenbedrijven op Schou-
wen-Duiveland. Volgens Kees geeft dat echter geen waterdichte garantie voor
de toekomst. „Wie durft er in het boerenbedrijf nog voorspellingen te doen? Ik
bekijk het tegenwoordig maar van jaar tot jaar en ik zal blij zijn als ik het zelf
als boer kan volhouden." Kees Hanse wil niet klagen, maar zegt op basis van de
dramatische ontwikkelingen in de agrarische sector niet te kunnen inschatten
hoe het boerenbedrijf er over tien jaar uitziet. Die zorgen bespaart hij zijn
zoons voorlopig.
Karl demonstreert intussen met trots de werking van de mega-
kraan die hij pas geleden van Sinterklaas heeft gekregen. De speelhoek in de
woonkamer van de boerderij aan de Gouweveerseweg puilt bijna uit van de
landbouwmachines op mini-formaat. De vraag waarom 'de krant' nou een ver
haaltje over hem wil schrijven, beantwoordt hij dan ook spontaan met: „Omdat
ik allemaal nieuwe trekkers heb natuurlijk."
Dat de verslaggeefster niet goed weet hoe een voorlader werkt, kan Karl nog
wel begrijpen. Hij geeft een beeldende uitleg hoe de balen stro opgetast, ver-
Karl Hanse
voerd en vervolgens netjes in rijtjes worden neergelegd. Als ze dan echter op de
volgende machine wijst en vraagt wat dat is, raakt Karl een beetje geïrriteerd
over zoveel onwetendheid. „Wat dat is? Nou ja, een aardappelrooier natuur
lijk", en daar laat hij het dan ook bij.
Karl zit op openbare basisschool 't Stoofje in Ouwerkerk. Hij vindt het leuk op
school. Meestal speelt hij daar met Stefan, zijn neefje dus. Na schooltijd gaat
hij met regelmaat met zijn vader mee naar het land. Hij weet dan ook precies
wat het betekent om boer te zijn. „Je moet het land omploegen. Dan doe je er
zaad in en dan komt er later van alles uit. En je moet trekkers naar binnen en
naar buiten rijden."
Karl vindt het ook leuk om spelletjes op de computer te spelen of televisie te kij
ken. De Smurfen behoren tot zijn favorieten. Dat blijkt ook al uit de afbeelding
op zijn trui, waarop een van die blauwe wezentjes oproept tot 'Let's Party'. „Ja,
leuk hè?",lacht Karl. Hij kan tenslotte niet altijd met het boerenbedrijf bezig
zijn.
Ali Pankow