Remedie tegen een muizenpiesje Snoezelen helpt echt PZC De huisarts mag geen voyeur zijn Onderzoeker Spigt: het drinken van veel water kan mannenkwaal verhelpen Nieuw medicijn tegen borstkanker Nierafwijking vaak te laat ontdekt Populaire scholier presteert beter Training voor hartpatiënten Pretecho's zijn onschadelijk Junks hebben vaak ADHD Dunne dokters houden niet veel van dikkerds maandag 13 december 2004 «AANRICHT - Moeilijk pias- Lis een vervelende 'oude-man- Ibvaal'. Het kan misschien „orden bestreden door - het onlangs goed voor een be scheiden bericht in de krant - veel water te drinken. Een nade re uitleg: Een druppelend druipsteengrot- iluid op de heren-wc in de joeg. Daar hangt een oudere heer over het urinoir op wiens gelaat zich een gepijnigde blik Rekent. Meneer doet zijn uiter ste best om zijn blaas uit te wrin gen maar tevergeefs. Een mieze- ig'muizenpiesje is het resul taat. Over een half uurtje meldt hij zich voor een hernieuwde po- Rjn heel wat oudere heren jïer ooit zo krachtige Niaga- ra-waterval is gereduceerd tot een nietig Sahel-stroompje. hlaarschatting 20 tot 30 procent van de mannelijke 55-plussers heeft piasklachten. Deze heren produceren een zwakke straal if plassen de urinevoorraad slechts ten dele uit. Het afvalwa- er blijft grotendeels in de blaas achter, hetgeen tot schade aan lederen of tot een blaasontste king kan leiden. Naast medische nooddruft is er meestal sprake van groot onge mak. Soms kunnen de mannen niet ophouden. Ze lo de deur van de wc bijkans en moeten vaak dag en jht, weet Mark Spigt (Univer- ïit Maastricht, afdeling huis- feneeskunde) die recent op kwaal promoveerde, ligen durven de deur niet met hun vrouw te winke- Ze maken geen autotochtjes en leggen geen bezoekjes goener is, zo menen medici s jaar en dag, een vergro- j van de prostaat, een on- pdig verschijnsel dat zich Ij het klimmen der jaren voor liet. De anatomie van de pro- Itfformaat kastanje, geeft al- oleiding voor die veronder- ïfig, De mannenklier ligt om buis heen gewikkeld Van Niagara-waterval tot Sahel-stroompje waardoor het beeld van een uit dijende prostaat die het urineka- naal gestaag dichtknijpt fluks voor het geestesoog verschijnt. Mark Spigt heeft echter gegron de redenen om hieraan te twijfe len. „Er zijn mannen met een grote prostaat die geen pias- klachten hebben terwijl het om gekeerde ook voorkomt." Bij veel mannen wordt de pias buis daadwerkelijk door een ver grote prostaat duchtig afge- kneld, terwijl ze op de wc pro bleemloos alle sluizen kunnen openzetten. Kortom: er is voor de 'prostaathypothese' geen hard bewijs. Niettemin worden prostaatver groting en plasklachten bestre den met medicijnen, waarvan de bijwerkingen variëren van dui zeligheid tot verminderde poten tie. Volgens de jongste huisart senrichtlijnen is de invloed van medicamenten echter beperkt. Soms gaat de patiënt onder het mes, maar aan deze ingreep zit ten risico's vast. Vrouwen Tijd voor een nieuwe verkla ring. Mark Spigt heeft sterke vermoedens dat een slecht wer kende blaas ten grondslag ligt aan de piasklachten. Waarom? „Bijvoorbeeld omdat je bij vrou wen dezelfde klachten vindt." Al in 1993 toonden de Ameri kaanse onderzoekers Lepor en Machi in vakblad Urology aan dat vrouwen in ongeveer dezelf de mate klagen over plasproble- men als mannen. Het plassen heeft alles te maken met de blaasfuncties: de blaas is een grote holle spier die moet ont spannen bij het opslaan van uri ne en samenknijpen bij het plas sen. Maar wacht eens even. Spieren kun je trainen. Kun je de blaas- spier dan ook trainen? En kan dat misschien door de urine-uit- foto Marcel Antonisse/ANP scheiding fiks te verhogen? Dier- studies hebben aangetoond dat de blaas in staat is zich aan te passen aan een grotere belas ting: de piasproductie kan tot 300 procent stijgen, waarmee ook de blaasfuncties verbeteren. Hoe krijg je een grotere urinelo- zing? Door veel water te drin ken! Heel veel water! Spigt deed twee onderzoeken: een voorstudie bij 44 mannen, daarna een wetenschappelijk goed onderbouwde studie bij 141 mannen. De voorstudie wierp veelbelovende resultaten af. Proefpersonen dronken per dag liefst twee liter water extra. Na twee maanden bleek de uri- nestraal 13 procent sterker te zijn, terwijl de mannen gemid deld 25 procent meer konden uit- plassen. Geen Niagara, wel een aanzienlijke verbetering, verge lijkbaar met de werking van me dicijnen. Daarnaast had 56 pro cent van de mannen het gevoel dat hun plasklachten waren ver minderd. Helaas was het grote onderzoek minder succesvol. Een groep mannen moest 1,5 liter water extra per dag drinken, de ande re groep kreeg een nepmiddel, een medicinaal smakende si roop. Na zes maanden bleken de verschillen tamelijk klein te zijn, alhoewel de waterdrinkers qua plas toch iets beter presteer den. „Teleurstellend", zegt Spigt. Een verklaring is wellicht dat het onderzoek zich voor een deel afspeelde in de zomer van 2003. „Een extreem hete zomer, met dagen van 35 graden Cel sius. Hierdoor gingen de man nen die het nepmiddel kregen meer water drinken." Ondanks de tegenvaller blijft hij mikken op een betere blaas- functie. „We moeten ervoor zor gen dat de conditie van de blaas op peil blijft. Misschien lukt dat door de doorbloeding van de blaasspier te verbeteren. Dat kan bijvoorbeeld met aspirine. Ik denk dat de combinatie van aspirine met water een goed uit gangspunt voor vervolgonder zoek is." Spigt gaat zelf de mogelijk heil zame invloed van veel water drinken bij hoofdpijn en migrai ne onderzoeken. Bij toeval bleek dat dit bij een van de proefperso nen een gunstige uitwerking had op diens migraine. In een voorstudie onder achttien mi- grainepatiënten werd dit beeld bevestigd. „Er is eigenlijk heel weinig bekend van de positieve effecten van water. In de weten schappelijke literatuur vind je zo goed als niets. Dat heeft me wel verbaasd: we weten alles van de allerkleinste stofjes in het lichaam, maar vrijwel niets van de stof waar het lichaam voor tweederde uit bestaat. Wa ter." GPD DEN HAAG - De kans dat kanker opnieuw de kop op steekt bij vrouwen met een speciaal soort borstkanker kan met 26 procent worden verkleind als het geneesmid del anastrozol wordt gebruikt. Dit blijkt uit het interna tionale ATAC-onderzoek dat is gepubliceerd in het medi sche tijdschrift The Lancet. Aan het onderzoek namen ook Nederlandse vrouwen deel. Het gaat om vrouwen met een hormoongevoelige borstkanker. Tot nu toe werd bij de behandeling standaard een ander middel, tamoxifen, voorgeschreven. Het nieuwe middel, anastrozol, zou ook minder bijwerkingen geven. Het ATAC-onderzoek is het grootste onderzoek dat ooit naar borstkanker is gedaan. Ruim 9000 vrouwen, afkomstig uit 21 landen waaronder Nederland, hebben er aan meegewerkt. ANP UTRECHT - Ruim een op de vier kinderen bij wie in prenataal onderzoek een nierafwijking is vastgesteld, overlijdt voor of na de geboorte aan die aandoening. Dat blijkt uit een onderzoek waarop H. Damen-Elias volgen de week promoveert aan de Universiteit van Utrecht. Damen analyseerde de gegevens van vierhonderd kinde ren bij wie met echoscopie nierafwijkingen waren gevon den. Bij een kleine 70 procent die niet overleed, was het door de vroege diagnose mogelijk met de juiste behande ling de schade aan de nieren te beperken. Ómdat prenata le screening in Nederland niet standaard wordt aangebo den, worden afwijkingen aan de nieren vaak in een laat stadium ontdekt en is de schade aanzienlijk groter. ANP GRONINGEN - Populaire scholieren blijven minder vaak zitten en zakken minder vaak terug naar een lager school type. Dit geldt met name als er tussen scholieren onderling veel gepest en gescholden wordt. Hoe beter de omgangsvor men op school, des te geringer is de invloed van populair zijn op de prestaties. Deze conclusie trekt M. Lubbers (Rijksuniversiteit Groningen) uit onderzoek onder 20.000 scholieren in het middelbaar onderwijs. GPD SYDNEY - Ofschoon de meeste mensen hun kans op ziek tes als hart- en vaatziekten en diabetes kunnen verminde ren door meer lichaamsbeweging te nemen, is er een klei ne groep mensen bij wie zelfs forse training geen enkel ef fect heeft. Dit meldde C. Bouchard (Louisiana State Uni versity, Baton Rouge) tijdens een congres in Sydney. Deze mensen doen er beter aan op andere manieren, bijvoor beeld het aanpassen van eet- en rookgewoonten, hun ge zondheid te verbeteren, aldus Bouchard. GPD SYDNEY - Het maken van diverse (pret)echo's van een foetus veroorzaakt op de lange termijn geen enkele scha de. Wel hebben baby's van wie veel echo's gemaakt zijn het eerste levensjaar een kleine groeiachterstand. Deze ha len zij in een paar jaar weer in. Dit concludeert J. Newn- ham (University of Western Australia) in het medisch tijd schrift The Lancet op grond van onderzoek onder een klei ne 5000 baby's. GPD door Paul van Dijk Als huisarts ben je ge wend de intiemste vra gen aan patiënten te stellen. We vinden het de normaalste zaak van de wereld om te in formeren naar buitenechtelij ke contacten wanneer we een geslachtsziekte vermoeden. Zonder blikken of blozen vra gen wij bij plasklachten of ie mand nadruppelt. Heb je pijn bij het vrijen en is het wel nat genoeg bij het naar binnen gaan van de penis, zijn vragen die de huisarts zonder terughou dendheid stelt. Ben je bang om dood te gaan is geen onge bruikelijke vraag bij iemand die angstig is. En vermoed je eendepressie, dan is het een blunder als je vergeet te vra gen: denk je wel eens aan zelf moord. En als dat met ja wordt beant woord informeer je naar de wijze waarop men de suïcide wil uitvoeren. Laat u veel winden bij maagdarmklachten, hebt u erectiestoornissen met deze bloeddrukpillenzijn er in- continentieklachten na de be- valling, hebt u rugklachten door uw te grote borsten? Het is de gebruikelijke informa tie die de huisarts verzamelt om tot een goede diagnose of goed advies te komen. Weinig sta je als huisarts er bij stil dat de vragen een uit zonderlijk persoonlijk karak ter hebben, dat het gaat om vertrouwelijke zaken die on gebruikelijk zijn in de com municatie van alledag, bit onderzoek blijkt dat pa denten vinden dat de huis- aalles mag vragen. Dat is mooi. maar het zal duidelijk Z1jn dat het niet de bedoeling is dat de dokter vraagt hoe veel zwart geld iemand heeft. Het is een impertinente vraag. Blijkbaar is er ergens een grens wat de huisarts wel en wat hij niet mag vragen. Als iemand voor schimmelna gels komt geeft het geen pas te informeren of iemand ho moseksuele contacten heeft. Bij een jonge vrouw met ast ma, is de vraag of ze nog maagd is niet aan de orde. En bij een man met hoofdpijn is het ongepast te vragen hoe vaak hij klaarkomt. Vragen naar homoseksuele contacten is wel relevant wanneer betrokkene komt met klachten rond de anus. Vragen naar het maagd zijn is functioneel wanneer de huisarts een inwendig onder zoek overweegt. En het aan tal keren dat iemand klaar komt in een bepaalde periode kan relevante informatie zijn bij een echtpaar met een niet vervulde kinderwens. De huisarts moet er derhalve voor zorgen dat hij/zij alleen wagen stelt die bijdragen tot het oplossen van het pro bleem van de patiënt. Wan neer de vragen in dit verband geen functie hebben wordt de huisarts een voyeur. GPD Paul van Dijk is huisarts JJHECHT - Verslaafden heb- Z veel vaker ADHD dan I ^aafden. Bijna een op V1]f junks heeft last van deze °at blijkt uit onder- van het Trimbos-instituut v er ctanten van instellingen pvrniaringszorg. ADHD-pa- en tabben moeite met con centratie en zijn hyperactief en impulsief. Waarom ADHD-pa- tiënten bevattelijker zijn voor een verslaving is nog niet pre cies bekend. Wel is het zo dat ADHD-patiën- ten door hun impulsieve gedrag eerder toegeven aan risiscovol gedrag als drugsgebruik. ANP door Florence Imandt AMSTERDAM - Mensen die dementeren, maken lang niet altijd een gelukkige in druk. Wat er in hun hoofd en hart omgaat, weet niemand. Wat Julia van Weert na on derzoek in ieder geval wel weet, is dat 'snoe zelen' het welbevinden van dementerenden verhoogt. Vooral als het de hele dag door ge beurt, als geïntegreerd onderdeel van de zorg. Met een veertje over een wang strijken, harpmuziek laten horen, aan zeep laten rui ken, een knuffeldier laten aaien. Het zijn al lemaal vormen van snoezelen, want snoeze len is een manier van contact maken waar bij zintuigen worden geprikkeld op een ma nier die iemand prettig vindt. Vandaar dat snoezelen ook wel zintuigprikkeling of zin tuigactivering wordt genoemd. Snoezelen is in Nederland ontstaan in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Vrijwel al le instellingen hebben tegenwoordig snoezel- kamers: ruimten met ballenbakken, bubbel baden, lichtbakken die bij de gei-ingste aan raking van kleur veranderen en meer van dat soort dingen. De laatste tien jaar deed snoezelen (een sa mentrekking van de woorden 'snuffen' en 'doezelen') ook zijn intrede in de verpleeg huizen. Maar in de dementenzorg is snoeze len met speciale snoezelmaterialen eigenlijk te beperkt, betoogt Julia van Weert. „Snoezelen in een snoezelkamer heeft een positief effect op de stemming en het gedrag van dementerenden, maar het effect van de ze vorm van snoezelen is heel kortstondig. Als ze een paar minuten terug op de eigen kamer zijn, zakken de meesten weer terug in apathie, depressie of agressie. Zo is het idee ontstaan om snoezelen te integreren in de 24-uurszorg." Vanuit haar onderzoeksbaan bij het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) in Amsterdam begon Julia van Weert (42) vier jaar geleden aan haar proefschrift over het effect van snoeze len. Uit onderzoek in zes verpleeghuizen in vijf provincies, bleek dat snoezelen tijdens de dagelijkse verzorging positief werkt op zowel de dementerenden als hun verzorgers. Demente verpleeghuisbewoners zijn minder apathisch, minder depressief, minder agres sief en minder opstandig als op de verzor gingsmomenten wordt gesnoezeld. De ver zorgenden doen hun werk door het snoeze len met meer plezier. „Het kwam voor dat het uit bed halen, was sen, aankleden zwijgend gebeurde. Dan is er dus geen echt contact. Wat bleek als men sen tijdens de verzorging werden gestimu leerd om aan de koffie te ruiken of naar een foto te kijken of als hun hand werd vastge houden? Hun persoonlijk welbevinden kreeg een enorme opkikker." „Bij diep demente mensen moet je dat wel bevinden overigens afleiden uit hele kleine dingen", zegt Julia van Weert. „Oogcontact is soms al heel wat. Diep demente mensen zitten vaak de hele dag voor zich uit te sta- Snoezelen bevordert het welbevinden van dementerenden foto GPD ren en dan is aankijken of een lichte glim lach al iets heel positiefs." Van huis uit is Van Weert ergotherapeut. „Waar ik als er- go-therapeut hiaten in de ontwikkeling van kinderen vulde, moet je dat in de dementen- zorg juist omdraaien. Je moet je laten leiden door wat zij willen en prettig vinden. Mijn uitgangspunt is dat dementerenden ook een prettige ouwe dag verdienen, net als ieder een. Je hebt vaak de indruk: goh, wat triest. Velen vinden dement worden het ergste wat een mens kan overkomen. Medicijnen zijn er niet, maar er zijn dus wel manieren van communiceren waardoor je ook in een ver pleeghuis nog best plezierig kunt wonen." Wat moet er nog gebeuren voordat er in alle verpleegtehuizen volop wordt gesnoezeld? „Financieel niet zo heel veel", zegt de onder zoekster. Inzet „Maar de introductie van geïntegreerde zin tuigactivering vereist van het management en de leidinggevenden toch behoorlijk wat inzet. En nieuwe medewerkers moeten na tuurlijk opgeleid worden. Voor mijn onder zoek werden ruim tachtig mensen ge schoold, van wie zestig verzorgenden, maar ook activiteitenbegeleiders en andere men sen met ondersteunende functies kregen de training." De meer affectief ingestelde verzorgers heb ben het snoezelen van nature in zich en doen het als het ware vanzelf. Anderen kun nen het leren, maar hebben daar coaching van leidinggevenden bij nodig. Kost dat snoezelen niet ontzettend veel tijd? „Verzorgenden ervaren door het snoezelen tijdens de momenten van verzorging juist minder tijdsdruk.. Ze stappen af van de druk om iedereen om tien uur aangekleed te hebben. Er zijn bewoners die liever wat lan ger slapen, nou, laat die dan gewoon liggen. Bovendien, door het snoezelen komen men sen vrolijker uit bed, daar heb je de hele dag plezier van. De productiviteit van het werk wordt beter gespreid, terwijl aan het eind van de dag het werk toch allemaal af is." Een onverwacht bijeffect van de zintuigprik keling is dat er meer gepraat wordt. „Uit mijn metingen bleek dat verzorgenden de dementerenden na het snoezelen meer zelf standigheid gaven. Ze traden minder infan tiliserend op en gaven de mensen keuzemo gelijkheden. Bijvoorbeeld: wilt u vandaag deze jurk aan of deze? Of: wilt u parfum op hebben? En bij het antwoord 'nee', spoten ze ook niets op. Snoezelen leidt dus ook tot een menswaardi ger benadering. Dat lijkt heel voor de hand liggend, maar toch is het geen automatische manier van werken. "GPD door Arend van Wijngaarden GRONINGEN - Dikke dok ters hebben vaak dunne pa tiënten en slanke huisartsen hebben juist vaak zwaarlijvi ge patiënten. Dat blijkt uit onderzoek van Lielith Ubink-Veltmaat die daarop onlangs promoveerde aan de Rijksuniversiteit Gro ningen. Tijdens haar onderzoek naar de behandeling van diabe tes-patiënten in de regio Zwolle stuitte Lielith Ubink op het verband tussen het ge wicht van huisartsen en hun patiënten. „Het was niet het hoofddoel van mijn onderzoek", legt ze uit. „Maar ik denk wel dat het belangrijke informatie is waar meer onderzoek naar ge daan zou moeten worden. Het zegt iets over wat voor in vloed een huisarts kan heb ben op de leefstijl van zijn pa tiënten." Drie jaar Ubink volgde drie jaar lang een groep van 3369 suiker ziekte-patiënten en had inza ge in hun gegevens bij hun huisartsen. Een deel van hen kreeg een normale behandeling van al leen de huisarts, een ander deel werd veel intensiever ge holpen door diabetesverpleeg kundigen. De conclusie is dat die intensievere hulp inder daad zin heeft. „Op zich doet een huisarts het best goed. Maar als er een diabetesver- pleegkundige bij is die de con troles uitvoert en aan educa tie doet, gaat de gezondheid van de patiënten duidelijk vooruit." Ze bekeek of er een relatie was tussen bijvoorbeeld het rookgedrag of het gewicht van de huisarts en zijn opvat ting over rookgedrag of afval len, en of dat iets uitmaakte voor de behandeling. Daar rol de de opvallende conclusie uit dat de zwaarlijvige artsen vaak dunne patiënten hebben en andersom. Rara hoe kan dat? Minder gemotiveerd „Misschien zijn dunne dok ters minder gemotiveerd om dikke patiënten serieus te be handelen", stelt Ubink. „Er zijn wel dunne dokters die moeite hebben met de leefstijl van extreem dikke, rokende patiënten in hun praktijk. Die zijn dan mogelijk minder gemotiveerd voor de behande ling van het overgewicht." Andersom gaat het waar schijnlijk ook op. Huisartsen die zelf zwaarlij vig zijn, nemen het gewichts probleem van hun patiënten mogelijk serieuzer. „Zij beseffen dat er beleid moet komen bij zo'n patiënt. Ze motiveren ze om gezonder te gaan eten en te bewegen, ze zorgen dat er meer ondersteu ning komt van een diëtist", zegt Ubink-Veltmaat. Wat er in ieder geval uit blijkt, is dat de behandeling door de huisarts wel degelijk effect heeft op het gewicht en de leefstijl van zijn patiënten. Dat kan ook voor andere on gezonde leefgewoonten van belang zijn. Niet voor niets vindt de Gro ningse GGD-onderzoeker Jan Broer dat huisartsen vaker te gen hun patiënten moeten zeg gen dat ze moeten stoppen met roken. „Als zo maar iemand dat zegt, halen mensen hun schou ders op", weet Broer. „Maal ais hun dokter het zegt, ne men ze het serieus." Sterftepercentage Uit het onderzoek van Lielith Ubink blijkt verder dat het sterftepercentage onder diabe tes type 2-patiënten 40 pro cent hoger is dan dat onder 'gewone' mensen. Van de 3369 patiënten die zij drie jaar lang onderzocht, gingen er in die periode 323 dood. Ze heeft dat getal vergeleken met CBS-gegevens over de ge middelde stei'fte onder even oude Nederlanders. Daaruit bleek dat de sterfte onder deze groep diabetici 140 procent van het gemiddel de was. „En waarschijnlijk is dat nog te positief ingeschat, want ik heb de sterfte onder deze dia betici vergeleken met alle Ne derlanders, dus inclusief dia betici. Eigenlijk had ik het moeten vergelijken met Ne derlanders zónder diabetes, en dan was het verschil nog groter geweest." GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 9