Ik leefde mijn eigen voorstelling 1't Ook protestanten steken graag een kaarsje aan 25 Jozef van den Berg, kluizenaar Terugkeer van de biecht en andere rituelen zaterdag 11 december 2004 Hij was een beroemd pop penspeler en stond in de theaters met voorstellingen als Moeke en de Dwaas, De Pleis terplaats, De Ontmoeting. Jo zef van den Berg (55 inmiddels) brak in 1991 plotseling zijn car rière af, bekeerde zich tot God en ging als kluizenaar in een hutje wonen. Hij leeft 'van de geef' en wordt op straat nog al tijd herkend. „De mensen zijn heel aardig voor me." Jozef van den Berg: „Het leven dat ik nu leef, heeft z'n begin gehad in het theater. Ik heb zonder dat ik het f wist voorstellingen gemaakt over mijn v eigen leven. Het was een kralensnoer f| van belevenissen, ervaringen, van een mens op weg, nog niet thuis. Die zoek tocht heeft geleid tot een echte ont moeting. Op wonderlijke wijze kwam God op mijn weg. En toen begon een andere periode van mijn theater. Ik speelde niet langer mijn voorstelling, ik ging haar leven." „Met vroeger ben ik niet meer zo be zig. Het is lang geleden en ik heb het verhaal al zo vele malen verteld. Niet dat ik dat moe ben, hoor. Maar ik vraag me af of de mensen niet meer hebben aan hoe het nu is. Hoe ik pro beer deze Ontmoeting te leven, we tend dat God zelf er de schrijver van „We leven in een tijd waarin we ons afvragen: gaat dit nog wel goed? Ik wil niet doemdenken maar ik zie wel dat we onze grootste wijsheid nodig hebben om het onontkoombare onheil af te wenden. En dat kan alleen maar door ons weer op Christus te richten. Hij heeft ons alle vrijheid geschonken. Als wij die misbruiken en ons van hem afwenden, kan dat ernstige gevol gen hebben. Soms ben ik daar wel somber over. Het kan haast niet an ders dan verschrikkelijk misgaan, denk ik dan. Natuurrampen, epidemie ën, kijk naar wat er op 11 september gebeurde. En de verschrikkelijke ge beurtenissen pas in Amsterdam en daarna in het land. Misschien voorbo den, waarschuwingen." „Af en toe heb ik een krant, zo pro beer ik toch bij te houden wat er in de wereld gebeurt. En ik praat met men sen, ze komen vaak even langs. Ze zijn goed voor me, daar ben ik dankbaar voor. Ik leef van de geef en bezit meer dan ik nodig heb. God heeft het goed met mij voor." In zijn jeugdiger jaren was Jozef van den Berg een begenadigd poppenspeler. foto GPD Ziekste patiënt „Toen, eerst in 1989 in Antwerpen, kon ik het niet meer. Mijn voorstelling had mij zelf, de schrijver en de acteur, in haar greep genomen. Ik moest stop pen en dat heb ik het publiek uitge legd." "Kort daarvoor was mijn broer ern stig ziek geworden. Hij was dokter en zei: 'Ik ben de ziekste patiënt van mijn eigen praktijk en ik ga dood.' Daar heb ik het erg moeilijk mee ge had. Druk als ik was met mijn theater kreeg ik het gevoel dat ik tekort schoot." „Ik heb toen een stuk gemaakt over de redding waarop wordt gewacht en die maar niet komt. Eigenlijk een vervolg op Samuel Becketts Wachten op Go- dot. Daarin wachten twee mannen op iemand die niet komt. Ik was daar erg mee bezig en zei op een gegeven mo ment: 'Genoeg gewacht'! Zo heette ook het stuk dat ik toen heb geschre ven. In dat stuk zit een jongeman, de hoofdpersoon van mijn theater, in ca fé De Strohalm. En daar komt een wonderlijk heer, een schrijver. Hij wil dat de jongeman de hoofdrol speelt in een stuk dat hij heeft geschreven. De schrijver wil niet vertellen hoe het stuk gaat. Uiteindelijk heeft God zelf zich met dit stuk aan mij geopen baard. En Hij heeft mij gevraagd: waarom zie je steeds niet dat Ik niet Jozef van den Berg foto Do Visser/GPD komen kan omdat Ik er al ben. Jouw eigen stuk heeft Mij laten vinden." „Mijn laatste publieke optreden was in de schouwburg in Cuijk. Daar was het allemaal begonnen, mijn aller eerste voorstelling als jongetje van tien was daar ook, de cirkel was rond. Ik ben geboren in Beers en woonde lang in Cuijk. Die laatste voorstelling op 21 juni 1991 kon ik niet spelen. Dat heb ik de mensen in de zaal ook uitge legd. Daarna ben ik naar huis gegaan, heb een paar spullen in mijn speelkof- fer gestopt en ben de dijk op gelopen, de koffer achter mij aan. Net als de dwaas in een eerder stuk van mij, Moe ke en de Dwaas. Ik liep naar Neerij nen, zoals God aanwees. Eerst woon de ik twee jaar in een fietsenhok van de gemeente, totdat ik daar van de burgemeester weg moest. Gelukkig bood een vriendelijke familie even ver derop me een plekje in de tuin aan, on der de kweepeer. Daar heb ik mijn hutje gebouwd, bijna zoals op het to neel bij De Pleisterplaats." „Mijn dagen vul ik met bidden, lezen, en denken. Ook werk ik geregeld in de tuin. Tussendoor schrijf ik. Een ver slag van de reis, de stilstaande reis, die ik maak. Voor wie? Voor God. En misschien tegelijk voor degene die het ooit wil lezen. Maar dat alles is in Gods hand. Want ik zelf ben niet meer de regisseur over wat er gebeurt in mijn leven." „Mijn kinderen zie ik af en toe wel, ze komen me hier opzoeken. Daar ben ik erg dankbaar voor. Mijn oudste doch ter is trouwens zelf actief als theater regisseuse en doet prachtige dingen. Dat vind ik heel bijzonder. Ja, ik voel me gelukkig, heel gelukkig. Al is dat woord eigenlijk niet toerei kend voor het grote wonder dat mij is overkomen." Flip Versteegh ('echten wint aan populariteit onder pro testanten. Dominee Annemieke Kelder Bdiaconaal centrum De Bakkerij in Lei- ökijktmet lichte afgunst naar andere ^'katholieke gebruiken. Ze pleit voor "terugkeer van niet alleen de biecht, usroök van beelden, kaarsen, een kruisje 'eet voorhoofd, wierook en zelfs een ri te! voor duiveluitdrijving. biecht lijkt voor velen - ook katholieken K"hopeloos gedateerd ritueel: een gefluis de bekentenis aan een schim achter een juten hekwerk, zeven weesgegroetjes en te is weer vergeven en vergeven. Hoewel ■echt in onbruik raakt in de Rooms-Ka- |eke kerk, wint die juist aan populari- P]protestanten. |rrituelen rond het opbiechten an zon- zijn niet minder dan 34 pagina's inge- ■n het nieuwe 'Dienstboek' van de atantsekerk in Nederland (PKN), dat jdecember verschijnt. Het dienstboek handleiding voor de kerkdienst) ve aan biecht ook ruimte voor °Plegging, paaskaarsen en knielstoe- auemaal katholieke fenomenen. Kelder, dominee bij diaconaal "■rum De Bakkerij, juicht dat toe. Er is Jnaar' zegb ze, de honger naar rituelen tin!"11maar naar massale rouw- dbnn!an c'e afgelopen jaren. Predikant FJdWeegink uit Katwijk aan Zee heeft |jge bedenkingen. „In de protestantse wst nu een sterke hang naar rituali- iW /astoor zet allerlei sacramentele a:111 e verkoop en de dominee haalt meen, Maar wii rvrn+pc+smton ironnpi allang zoiets als de biecht. Schuldbelijdenis en genade klinken al door in beginwoorden van de zondagse eredienst en in de preek. Kerkgangers knappen flink op van wat aan vrijspraak gebeurt tijdens de kerkgang zelf. En dan de gesprekken op huisbezoek: daar wordt veel afgebiecht. Het is niet mis, wat we daar te horen krij gen. Waarom zouden we dan kiezen voor een systeem dat in de RK-kerk is vastgelo pen? En daarbij: de protestantse biecht is in het nieuwe Dienstboek met zoveel voorwaar den omgeven, dat een gewone ziel in nood er nooit aan toe zal komen. Laat de protes tanten toch hun kracht in de uitleg van het bijbelwoord blijven zoeken, daar ligt hun identiteit." Kelder is niet bang voor een 'verroomsing' van de protestantse kerk. Ze kijkt zelfs met lichte jaloezie naar de rituelen van de katho lieken. Die bespelen alle zintuigen van de gelovigen. Waarbij het instrumentarium van de protestanten, 'die alles altijd alleen maar met het woord doen', schraal afsteekt. Dominee Annemieke Kelder: „Een kruisje op het voorhoofd met zalf of wijwater is een krachtig ritueel dat wij protestanten niet meer in huis hebben." foto Hielco Kuipers/GPD Maar wij protestanten kennen „Mensen hebben steeds meer behoefte om gebeurtenissen uit het leven kwijt te kun nen, liefst vergezeld van echt ritueel om het af te ronden. Je kan niet zomaar tijdens een gesprek zeggen: oké, u heeft dit nu opge biecht, veel succes verder. Als je een ritueel hebt, kun je een kapel opzoeken, een stilte centrum, een kerkhof, een plek in de na tuur, of juist midden in de stad. Om een voorbeeld te noemen: je stelt een brief op met wat van het hart af moet, je steekt een kaars aan en verbrandt de brief. Dat vraagt om een bijbehorende formuliertekst, om aan te geven dat de zaak nu 'bij God' ligt." De biecht-protestantse-stijl is niet zonder valkuilen, erkent ze. „Waar ik erg bang voor ben, is de schijn dat daarmee het ver haal klaar is. Het opbiechten bij een predi kant kan ook een alibi zijn om niet met het gebeurde naar de gekwetste, de benadeelde te stappen. Het is niet serieus te nemen dat je je verhaal vertelt en er met een bepaalde hoeveelheid gebedjes vanaf komt. Boven dien: de dominee kan nóóit vergeving schen ken, dat kan alleen degene die is benadeeld, als de dader berouw heeft getoond." Protes tantse predikanten missen de rituelen van de rooms-katholieken. Kelder: „Als je eens wist hoeveel protestanten mij beschroomd komen vertellen dat ze op vakantie in een zuidelijk land een kaarsje hebben aangesto ken. Ik zeg dan: doe dat alsjeblieft hier ook: de Hartebrugkerk is altijd open! Website Protestanten experimenteren al veel langer met roomse gebruiken zoals de biecht. Do minee Van der Veen uit het Groningse Mus sel onderhoudt al jarenlang een website waarop mensen bij hem te biecht kunnen gaan. Rome verbiedt overigens digitaal biechten. Van der Veen reist met een biechtcamper door het land. Onlangs bracht hij een boek je uit met de honderd meest schokkende be kentenissen. Ook om de kerk 'te prikkelen', zei hij. Maar een advocaat dreigt hem al met juridische stappen omdat hij het ambts geheim schendt. Kelder kijkt niet alleen naar de biecht als een gebruik dat herwaardering behoeft. Pro testanten hebben in hun afkeer van tierelan tijnen te veel zintuigen uitgeschakeld. „Het is prachtig om een kerkgebouw binnen te stappen doortrokken van wierook. Geur doet ook iets met je religieuze ervaring. We zijn heel beschroomd geworden voor aanra king, bang als we zijn voor ongewenste inti miteiten. Maar een kruisje op het voorhoofd met zalf of wijwater is een krachtig ritueel dat wij protestanten niet meer in huis heb ben." Datzelfde geldt voor exorcisme, het uitdrij ven van demonen en duivels. De RK-kerk heeft - ook in Nederland - nog altijd be roepsexorcisten in dienst. De gebeden en ri tuelen voor het uitbannen van de Boze zijn nooit opgedoekt. Ook dat gereedschap mis sen de protestanten, zegt Kelder. Er is vraag naar: „Natuurlijk kan je iemand die met het winti-geloof is opgevoed en stemmen hoort, als psychiatrisch geval behandelen. Maar die persoon heeft het gevoel dat hij een ge vecht met de duivel voert. Hij heeft er be hoefte aan om af en toe binnen te vallen en van de dominee te horen dat het gevecht nog steeds goed gaat. Als dat eenmaal vast zit in iemands hoofd, dan moet je ook een ritueel hebben om te bevestigen: wij gaan nu die duivelse krachten in jou bestrijden. Ook daarin zouden we wel wat minder pro testants mogen zijn. Er is niets onbijbels of onchristelijks aan. De RK-kerk heeft er niet het alleenrecht op, het zijn oeroude ritue len." Silvan Schoonhoven

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 25