Het kantoor straalt energie uit
Europa gaat voor een hoop werk zorgen
PZC
Mensen
zeggen dat
het stinkt
5
woensdag 8 december 2004
Uitzicht op Middelburg vanaf het vlonderterras fotografie Lex de Meester
is beton gebleven. Hout is terug te
vinden op de trappen. Paarse stof is
gebruikt voor de stoelen op de pu
blieke tribune. Groen glas, inge
klemd tussen stalen stijlen, scheidt
de vergaderzaal van de trapt naai
de publieke tribune. Muren afge
werkt met leem, in plaats van spuit
werk, geven de zaal een warme uit
straling. „Wij hebben als water
schap ook aangegeven aan de archi
tect dat het een duurzaairï gebouw
moest worden. Toen ik de eerste
keer het knallend groen/gele glas
zag, schrok ik me rot. Wat moet je
daar nu mee als waterschap? Maar,
ik moet zeggen: het maakt de zaal
intiem en spannend tegelijkertijd."
De grote glazen gevel aan de zijde
van het kanaal geeft de bezoekers
het idee dat het gebouw op het wa
ter rust.
Derden
Onder de publieke tribune is een
extra tribune verstopt. Die kan
voor cursussen, lezingen of perso
neelsbijeenkomsten uitgeschoven
worden. De hele begane grond
wordt trouwens uitgebaat door een
aparte bv, die de zaal, de foyer en
het personeelsrestaurant gaat ver
huren aan derden. Zeeuwse Eilan
den hoopt dat de ruimte voor de
helft van de tijd door anderen dan
het schap wordt benut. „Naar mijn
idee ga je zo kostenbesparend en
kostenbewust om met het belasting
geld", zegt Vahlkamp.
Het waterschapskantoor is zo'n
12.000 vierkante meter groot. Het
telt slechts vijf individuele kanto
ren voor de dijkgraaf en de leden
van het managementteam. Het ove
rige personeel zit in één grote open
ruimte zonder wanden, verspreid
over de verdiepingen. „Dat was
voor de meeste mensen best span
nend. Ze waren in ons oude kantoor
in Goes gewend aan drie mensen op
één kamer. Nu kan het gebeuren
dat het afdelingshoofd naast je zit.
In Goes had je lange gangen met
daaraan kantoren. Iedereen had
zijn eigen plekje en deed zijn eigen
ding. De onderlinge communicatie
was beperkt. Nu is het onderlinge
contact veel groter."
Vahlman onderscheidt twee werk
plekken: concentratieruimtes en
spreekruimtes. De eerste is een so
ber aandoend hokje met drie blinde
muren, een bureau, een lamp en een
aansluiting voor de laptop. „Niet
het meest gezellig plekje", conclu
deert de bouwcoördinator. „Daar
ga je pas heen als je echt geconcen
treerd wilt werken." Verschillende
kleuren tapijt geven aan waar de
concentratie- en spreekkamers te
vinden zijn.
Het kantoor kent tal van milieu
vriendelijke en energiezuinige snuf
jes. De zonnecellen in het dak zijn
geïntegreerd in het glas, waardoor
ze tevens fungeren als een actieve
zonwering. De energie van de zon
wordt ook meteen omgezet in elek
triciteit. Een ander snufje, maar
niet zichtbaar voor personeel en be
zoekers, zijn de koud- en warmwa
terbronnen op honderd meter diep
te. Ook opvallend is het waterbas
sin op de derde verdieping. Regen
water afkomstig van het dak wordt
opgevangen om de toiletten mee
door te spoelen. Aan personeel, dat
's middags de van huis meegebrach
te boterhammen opeet, is ook ge
dacht. Op het vlonderterras boven
het bassin is een zitje gemaakt met
een fantastisch vergezicht over Mid
delburg en de duinen bij Dishoek.
In het hele gebouw hangen lampen,
die vanzelf aangaan als het scheme
rig wordt. Als de computer merkt
dat meer licht nodig is, branden de
lampen automatisch feller.
Laboratorium
Op de begane grond is slechts één
vleugel die geen kleurige vloerbe
dekking of muren met een lemen be
kleding heeft. Met zicht op de be
drijvigheid op de Kanaalweg is het
laboratorium van de Zeeuwse wa
terschappen gevestigd. „Elke ruim
te heeft hier zijn eigen functie",
zegt Vahlkamp. „De ruimte moet
ook die activiteiten uitstralen. Het
is een bewuste keuze geweest om
het laboratorium aan de kant van
de Kanaalweg te huisvesten. Naar
ons idee is het veel interessanter
voor het publiek om naar het labora
torium te kijken dan naar ambtena
ren, die hun werk doen. Nu zien de
mensen dat er wat gebeurt."
Het waterschapskantoor, gebouwd
voor om en nabij de vijfentwintig
miljoen euro, biedt huisvesting aan
ongeveer 350 mensen. Dat zijn niet
alleen medewerkers van Zeeuwse
Eilanden. Op de vijfde verdieping
vindt personeel van waterbe
drijf Evides en met ingang van 1 ja
nuari de provincie een werkplek.
Vahlkamp wil niet de discussie over
doen of het waterschap wel of niet
op een A-locatie zou moeten zitten.
Persoonlijk vindt hij dat zijn organi
satie ook best op een bedrijventer
rein had kunnen functioneren.
„Maar", tekent hij direct aan: „Het
waterschap is naast de gemeente
Middelburg en rijkswaterstaat wel
de derde overheidsorganisatie die
het Stationsgebied een facelift heb
ben gegeven. Ik vind dat je als over
heidsorganisatie best een bijdrage
mag leveren aan de kwaliteit van
het Middelburgse aangezicht."
Ab van der Sluis
Het mooiste plekje van het nieuwe wa
terschapskantoor aan de oever van het
Kanaal door Walcheren is tegelijkertijd het
i meest centrale plekje. Wie op de eerste ver-
dieping over de reling voorover leunt, kan
naar beneden, naar boven, naar links en
naar rechts kijken. Architect Taco Tuinhof
koos voor een grote vide van de begane grond
tot aan het glazen dak, vijfentwintig meter ho
ger. De verschillende etages springen vanuit
de vide terug.
Qua sfeer noemt bouwcoördina
tor Koert Vahlkamp de grote,
vergaderzaal van de Algemene Ver
gadering op de begane grond uniek.
Alle elementen van architect Tuin
hof en binnenhuisarchitect Nino
Graziosi zijn terug te vinden. Beton
stukje West-Brabant en de buitendijkse gron
den langs de Zuid-Hollandse kant van de Gre-
velingen erbij).
Over vijf jaar moet duidelijk zijn wat er in
het stroomgebied Schelde nodig is om aan de
eisen van de KWR te voldoen. Dat is veel,
want inmiddels is vastgesteld dat de opper
vlaktewateren in Zeeland niet op orde zijn,
vooral door vervuiling met mest, bestrijdings
middelen, zware metalen en andere verontrei
nigende stoffen. Bij de uitvoering van de
richtlijnen is voor de waterschappen een be
langrijke taak weggelegd.
Het waterschap is, veel meer dan de andere
overheden als Rijk, provincie en gemeenten,
vooral een doe-overheid. Zo werd dat des
tijds ook in de kleine polders ervaren. Het wa
terschap (bestuur en technici) stond dicht bij
de ingelanden. Door de schaalvergroting en
uitbreiding van taken, is dat verwaterd. De
komst van de waterzuivering betekende voor
de waterschappen aan de ene kant behoud,
maar aan de andere kant een verschuiving
van de belangenbehartiging.
Er is een nieuwe verandering op komst, in de
vorm van de Europese Kaderrichtlijn Water
Parallel aan de komst van de kaderrichtlijn
lopen de wereldwijde ontwikkelingen die di
rect van invloed zijn op het werk van de wa
terschappen. Belangrijkste is de klimaatver
andering door uitstoot van te veel broeikas
gassen en als gevolg daarvan een sterker stij
gende zeespiegel en meer regenval. Het bete
kent meer werk aan de zeeweringen en verbe
tering van de afvoermogelijkheden voor wa
ter (waaronder inrichting van opvanggebie-
den).
Rinus Antonisse
De kerntaken van de twee Zeeuwse water
schappen zijn de vier W's. Waterkering,
Waterkwantiteit, Waterkwaliteit en Wegen.
Zorgen voor droge voeten - de waterkering en
afwatering - was eeuwen geleden de belang
rijkste reden voor oprichting van de water
schappen. Later zijn daar de wegen bijgeko
men - op Walcheren en in
Oost-Zeeuws-Vlaanderen was daarvoor een
apart wegschap - en nog later, vanaf 1974, de
waterzuivering.
(KWR). Die verplicht de lidstaten van de Eu
ropese Unie de kwaliteit van hun wateren in
een goede toestand te brengen en te houden.
Voor het bereiken van deze milieudoelstelling
is een opdeling in stroomgebieden als uit
gangspunt gekozen. Nederland bestaat uit 17
stroomgebieden en Zeeland ligt helemaal in
het stroomgebied van de Schelde (met een
Grote open werkruimten bevorderen de onderlinge communicatie.
Klaarmeester Henk Prins
Klaarmeester Henk Prins
krijgt op de rioolwaterzuive
ringsinstallatie Willem Annapol-
der aan de zeedijk bij 's-Graven-
polder regelmatig mensen over
de vloer voor een rondleiding. En
wat blijkt? Zeven van de tien be
zoekers hebben bij het doorspoe
len van het toilet vaak geen idee
waar het rioolwater blijft.
De tijden dat het ongezuiverd de
Westerschelde in stroomde zijn
voorbij, vertelt Prins. En ook het
slib mag niet meer over het land
uitgestrooid worden omdat er
zware metalen in zitten. De Wil
lem Anna - zoals Prins zijn werk
plek noemt - zuivert het rioolwa
ter van tienduizenden huishou
dens op Zuid-Beveland. Het
wordt samen met het regenwater
opgevangen en verwerkt tot het
zo 'schoon' is dat het de Wester
schelde in kan en het slib naar de
Moerdijk kan worden afgevoerd.
„Nou ja, schoon", zegt Prins,
„het is natuurlijk geen drinkwa
ter maar het voldoet aan de ei
sen."
Een klaarmeester is een soort pro-
ces-operator, legt hij uit. „We kij
ken iedere dag hoe het water er
uit ziet, op laboratoriumschaal.
Als er te veel fosfaat, nitraat of
ammonium in zit, stellen we het
proces bij."
Wie denkt dat klaarmeester een
schoon beroep is, heeft het mis.
„Het blijft vuil werk. Je bent con
tinue met rioolwater bezig. En
gaat het mis, als er een klep los
schiet, dan zit je helemaal onder
de stront. Da's minder leuk",
zegt Prins relativerend. „Dat het
hier stinkt, vertellen mensen mij
tijdens de rondleiding. Ik ruik
het gelukkig niet meer."
Toen hij dertien jaar geleden op
de Willem Annapolder kwam
werken was hij binnen twee da
gen een week ziek. „Ik was conti
nue aan de diarree en zo is het
met al mijn collega's gegaan. Nu
zijn we er resistent voor gewor
den. Ik heb nooit meer buikloop
gehad."
Prins heeft, zo vindt hij zelf, een
enorm afwisselend beroep.
„Geen dag is hetzelfde. Regen,
warmte, droogte. Het zijn alle
maal factoren die meespelen."
Dan is er ook nog het machinale
gedeelte. De klaarmeester werkt
met pompen, compressoren, een
gasmotor; allemaal apparaten
die kapot kunnen gaan. „Het on
derhoud doen we zelf." En loopt
er een pomp vast, zoals vanmor
gen, dan fikst Prins dat ook zelf
wel even.
Het liefst vertoeft hij 'in het
veld'. „Zit ik de hele dag achter,
de pc, dan heb ik het slecht naar
mijn zin." Thuis in Kloetinge
heeft hij een computer waarmee
hij op afstand in de zuivering
kan kijken. Dat gebeurt regelma
tig. „Als je overdag iets hebt gere
pareerd, wil je 's avonds toch we
ten of het nog werkt."
Selma Osman