Dingdong, hier zijn de bemoeizorgers schipbreuk PZC Tussen wal en schip De feiten zaterdag 4 december 2004 met de psychiater en zijn woonbegeleider niet ie na. Fred nodigt Kool onmiddellijk uit om plaats' men in de huiskamer. „Ik heb het nu weer redeli; der controle", zegt hij. „Het dealen is afgelopen! gebruik af en toe nog wat coke, daar word ik rus van." De man worstelt wel met financiële proble Hij heeft een schuldsaneringsregeling lopen enS rondkomen van 40 euro per week. „Ik heb tweecfl verhuurders genomen, die zorgen er ook voordat huis schoon blijft. Ik heb ook mijn pc verkocht,ti heb ik nu veel spijt van." Kool belooft dat hij zijc best zal doen om via-via een tweedehands compi op de kop te tikken en wil ook kijken of hij uitee ander potje wat geld kan krijgen voor het ontvlo van de twee honden van Fred. „Het zijn maar kit dingetjes maar in zijn situatie kunnen ze belang zijn. Er hoeft maar iets te gebeuren of hij kiestw voor de drugs", zegt Kool. Ontoereikend Aan de andere kant van de stad wacht de 54-jats Piet op het wekelijkse bezoek van Eric Kool. Ptë een magere, zwakbegaafde man, die in het huisi zijn broer woont. „Aaah jongen, bende daar wee begroet hij zijn bemoeizorger. Sinds de bemoeizorgers zich een half jaar gelede over Piet ontfermden, krijgt hij drie uur per wed mand van de thuiszorg over de vloer. Die zorgta voor dat Piet er weer redelijk toonbaar uitziet,! Kool erkent dat het volstrekt ontoereikend is. Familieleden brengen regelmatig wat eten, maai ingevallen gelaat van de man verraadt dat hij on doende eet. Terwijl de zwakbegaafde man zich verliest in# pel brieven van zijn schuldeisei's, troont Kooide slaggever mee naar boven. Voor we de half inge badkamer bereiken, zien we de slaapkamer vani een stalen ledikant, met een dun dekbedje, date zwart van het vuil is, maar ooit wit is geweest.0 en naast het bed liggen vele tientallen lege bierh ken: de bewoner heeft een alcoholprobleem, „ft lijk kan het zo niet langer. Je bent aan het ventf ren, aan het vereenzamen ook. Bovendien is diti oud, vervallen huis. Je hebt hier geen douche,® wasmachine en met die geiser is het onveilig. H! ook slecht voor je gezondheid, je longcapaciteit1 maar dertig procent, zegt de dokter. Je hebt hier enkele ventilatie, het wordt er zo niet beter op. probeert de man voorzichtig te porren voor een! gèerpartijtje in een huis voor mensen met een h verstandelijke handicap. Piet zegt toe dat hij toj een keertje kan proberen, maar brengt onmiddü een nieuw probleem onder de aandacht: „Mijng op, ik kan niet eens meer een paar vloeikes kops Hedde gij er nog een paar?" Itené vand' In de bikkelharde samenleving van tegen woordig draait niet iedereen fluitend mee. Steeds meer mensen vallen over de rand en blijven buiten bereik van de hulp verleners. De pitbulls van de bemoeizorg proberen ze weer aan boord te trekken. Ja, erkent Michel, hij is een kluizenaar in het uni versum. Ooit komt de dag dat het universum zal uitdoven en de wereld zal ophouden met draaien. Het besef drukt zwaar op hem, iedere dag weer, 'maar nu schijnt de zon en ben ik gelukkig. Het lot van het le ven is geluk.' In een buitenwijk van Den Bosch heeft Michel zijn huurwoning omgebouwd tot een universum in Madu- rodam-formaat. Aan de muren hangen manshoge kaarten van het heelal, de bank gaat schuil onder de plattegronden van Manhattan en Berlijn en midden in de tjokvolle kamer prijkt een computer waarmee hij het ronddraaien van de verschillende planeten re gistreert, alsmede de stand van de maan en de zon. Michel is vermoedelijk één van de zachtaardigste per sonen die in het universum rondhuppelen. Er schuilt geen greintje kwaad in hem en ook van bekerings drift heeft hij geen last. „Ik ga niet de straat op om te vertellen wat ik allemaal weet. Ik beleef het allemaal in mijn eentje, heel intens, vooral 's nachts. Ik ben niet eenzaam, ik heb zes miljard mensen om me heen en ik voel ze allemaal." Elke donderdagmiddag krijgt Michel bezoek van Wendy Broeren, hulpverleenster van de GGZ. Want Michel mag dan het gelukkige middelpunt zijn van zijn zelfgeschapen universum, als hij niet op tijd zijn medicijnen slikt, loopt-ie het risico om in een peilloze psychose te schieten. Michel lijdt aan schizofrenie en leeft al ruim acht jaar in zijn eigen waanwereld. Uit overtuiging drinkt hij geen koffie en thee en wei gert hij het eten van vlees. Zijn vader komt eens in de zoveel weken het sanitaire gedeelte van het univer sum schoonmaken en verder ontmoet Michel iedere zondag een groepje volgelingen van de Indiase goeroe Sai Baba. Sinds kort doet hij zelf de dagelijkse bood schappen. „Hij komt nu al wat meer onder de mensen, we hopen dat dat doorzet", zegt Wendy Broeren. „Het zou mooi zijn als we straks een dagvulling kunnen bedenken voor hem, want wat voor leven heeft zo iemand an ders?" Broeren maakt deel uit van het team van bemoeizor gers dat dagelijks door Den Bosch trekt. Samen met haar collega's probeert ze hulp te bieden aan mensen die daar zelf niet om hebben gewaagd, maar het wel nodig hebben. Staatssecretaris Ross van Volksgezondheid sprak zich eerder dit jaar uit voor méér bemoeizorg. In deze tijden van individualisering dreigen steeds meer men sen tussen wal en schip te raken. Vaak gaat het om daklozen die buiten op straat verkommeren, maar in toenemende mate betreft het ook mensen die in hun eigen huis zitten te verpieteren, zonder dat iemand het in de gaten heeft. „Er is een kleine groep mensen in onze samenleving die niet voldoet aan de modernere norm van de zelf- redzame mens", zei de staatssecretaris. Daarbij reken de ze ook af met het uitgangspunt dat mensen gemoti veerd moeten zijn voordat ze hulp kunnen krijgen. Hulpverleners moeten eerder ingrijpen: méér drang, méér dwang. Wie de deur dicht houdt, mag niet aan zijn lot worden overgelaten. Bemoeizorg is een vorm van pitbull-zorg: een kwestie van geduld, van volhou den. Soms mag je pas bij het vijfde bezoek bij iemand binnen, soms moet je eerst dertig keer door de brie venbus schreeuwen voordat de deur überhaupt open gaat. Het gebeurt weinig dat iemand blijft volharden in zijn weigering om de hulpverlener binnen te laten. In die zeldzame gevallen kan de bemoeizorger - via de burgemeester - de rechter verzoeken om iemand met dwang te laten opnemen. „Bijna alles is geoorloofd om in contact te komen met mensen", zegt hulpverleenster Wendy Broeren. „De eerste keer gaan we altijd onaangekondigd, anders verstoppen ze zich of gaan ze weg. Je probeert een vertrouwensbasis te leggen, het gaat vaak om mensen die al eerdere negatieve ervaringen hebben met de hulpverlening. Ons doel is om mensen goede hulp aan te bieden. Zodra ze een goed en stevig contact hebben met een vaste hulpverlener, laten wij ze weer los." 's Middags blijkt hoe moeilijk het kan zijn om als be moeizorger voet aan de grond te krijgen. In een rijtjes woning woont een 42-jarige alleenstaande vrouw, die onlangs aan haar heup is geopereerd en dientengevol ge niet meer naar boven kan (waar behalve haar bed ook de wasmachine staat). De vrouw zou bovendien een drankprobleem hebben. Na twee keer bellen zet een bleke, magere vrouw de deur aarzelend op een kier. Vanachter een web van spinnenrag beaamt ze dat het op dit moment niet alle maal even makkelijk is, maar hulp slaat ze resoluut af: „Dat moet ik allemaal niet aan mijn lijf hebben. Laat de huisarts maar bellen." De deur gaat weer dicht. Soms zit het tegen, soms zit het ook mee. Bemoeizor ger Eric Kool belt op goed geluk aan bij een tussenwo ning. Huurder Fred is een oude bekende van hem, een man die na een jarenlange alcohol- en drugsversla ving is afgekickt, maar nu weer terug dreigt te vallen. Kool heeft gehoord dat de man thuis aan het dealen is en weer meegezogen wordt door zijn voormalige drugsvriendjes. Bovendien komt hij zijn afspraken Steeds meer mensen raken in de knoei. Vaak gaat het om daklozen, maar in toenemende mate betreft het ook mensen die thuis verkommeren. foto Ed Oudenaarden/ANP Volgens de Gezondheidsraad zijn er in Nederland 24.000 mensen met ernstige psychiatrische problemen die geen hulp krijgen. Daarnaast is er ook een onbekend aantal alcohol- of drugsverslaafden die medische hulp nodig hebben, maar daar niet om vragen. Op deze twee groepen richt zich de bemoeizorg, waarbij in de regel de instellingen voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) het voortouw nemen. De wet bijzondere opne mingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ)-maakt het mogelijk om mensen met een psychiatrische stoor nis tegen hun wil op te nemen in een instelling. Dat kan alleen als de betrokkene een gevaar is voor zichzelf of voor zijn omgeving. Om de maatschappelijke problematiek van verloedering en overlast terug te dringen wil het kabinet het mogelijk maken dat de wet va ker kan worden toegepast.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 24