- Modern past beter bij
een stad als Vlissingen
Wethouder Kees de Keijzer leverde een topprestatie
zaterdag 20 november 2004 W23
De binnenplaats werd bij de verbouwing overdekt. foto Ruben Oreel
Na meer dan twee jaar
lawaai, stofwolken en
zand gaat het Vlissingse
stadhuis deze week officieel
open. Eindelijk, verzuchten
de meeste omwonenden.
Maar eigenlijk was het ook
best spannend om elke dag
iets te zien veranderen. „Ik
zat aan het raam gekluis
terd; dan maar met dopjes
in mijn oren."
De binnenplaats vóór de renovatie
Vanuit Zorgcentrum Schelde-
hof hebben bewoners vrij
zicht op het nieuwe stadhuis.
Tenminste, als je aan de voor
kant woont. En dat doet Jannie
Broodman- Meulmeester. „Pas
zeven maanden, hoor. In de oor
log ben ik naar Middelburg ge
vlucht en dit jaar ben ik terugge
komen. Beter gezegd: thuisgeko
men. Een rumoerige thuis
komst, dat wel, maar er valt al
licht iets te beleven. Zo zag ik
dat juist de fonteinen werden ge
test. Met dat was
sende water en de zandkleurige
tegelvloer doet het stadhuis me
aan de zee denken."
Mevrouw Broodman (88) haalt
zich het heel oude stadhuis
gemakkelijk voor de geest.
„Somberheid troef. Maar die
gotische bogen, wat waren die
mooi! Op 17 november 1939
trad ik daar in het huwelijk. Bij
de C&A in Rotterdam kocht ik
voor 4 gulden 95 een
blauw-satijnen jurk, met
pofmouwen. Toen ik dan
eindelijk de trap opliep, met
mijn man Antonie aan de arm,
bleef ik achter een trede
hangen. Op de mooiste dag van
mijn leven brak mijn hak af.
Met één ontblote voet ben ik
naar de balie gerend voor een
tube lijm."
Bruidjes
Marta Ten Hoopen, van een
verdieping lager, wijst naar de
vlakke brug voor de ingang.
„Zelfs aan onze rollators is
gedacht. Wat zal het mooi zijn,
als de bomen zijn geplant en de
bankjes staan opgesteld."
De 94-jarige zou het gemeente
huis graag van binnen willen
bekijken, maar komt door haar
benauwdheid nog nauwelijks
buiten. „Zeker niet met die
stofwolken. Veel mensen klagen
's morgens bij de koffie over het
lawaai. Als ik dichtbij het raam
wil zitten, stop ik gewoon
dopjes in mijn oren. Anders kan
ik de bruidjes niet zien."
Aan de andere kant van het
Stadhuisplein huist meneer Luo
in zijn snackbar, die de
toepasselijke naam 't Stadhuis
draagt. Zijn 9-jarige dochtertje
springt al gauw naar voren.
„Papa is te druk met de
frituur." Dus geeft Connie haar
mening wel over het stadhuis.
Zij heeft het gebouw immers
ook al van binnen gezien. „Als
je binnenloopt, lijkt het een
balzaal. Het is een grote ruimte
en de lampen hangen omlaag.
En op de banken kun je om en
om zitten. Zoiets had ik nog
nooit gezien."
Haar vader is tussen de
hamburgers door ook te spreken
over het stadhuis. En niet alleen
omdat de bouwvakkers op
vrijdag massaal patat komen
eten. „Een modern stadhuis
past beter bij een stad als
Vlissingen."
Weggegooid geld
Een kwartslag verder, om het
stadhuis heen, spelen
gepensioneerde Vlissingers hun
dagelijkse potje biljart. Het
geluid van botsende
biljartballen verandert al gauw
in hevig gemopper, zodra het
woord stadhuis valt.
„Kapitaalvernietiging! Het is
een schande voor de stad!En
dan heeft Karei Hoogerheide
het niet over stofwolken of
verkeershinder. „Al die
miljoenen voor het
comfortabele zitje van de
ambtenaren. Waarom besteden
ze dat geld niet aan de mindere
man?"
De 85-jarige heeft zelfs werk
gemaakt van zijn woede. „Ik
heb de wethouders
aangesproken op hun egoïsme.
Waar zijn jullie mee bezig,
vroeg ik ze. Maar dan word je
overspoeld met jargon over
ruimte en comfort."
Achter in de zaal klinkt hard
gelach om Hoogerheide, die
driftig zijn keu schoonmaakt.
„Karei, let op je hart", roept
Dirk Verwaart, die een stuk
gematigder spreekt over het
stadhuis. „Het is absoluut
prachtig geworden. Alleen al
die zonneklepjes aan de
voorkant, die trekken tenminste
aandacht. En dat hoort bij een
stadhuis."
Charme
De fervente biljarter kan er de
hele dag van genieten, zo vanuit
zijn appartement in de Hageflat
aan de Paul Krugerstraat.
„Nou ja, genieten? Niet toen de
voorgevel werd gerenoveerd.
Dat was net in de zomer. De
oostenwind blies alle stof ons
balkon op en het was een lawaai
van jewelste als bouwvakkers
stukken gevel naar beneden
gooiden. Mijn vrouw en ik zijn
elke dag op de fiets
weggevlucht."
Toch is Verwaart (74) gelukkig
met het resultaat. „Een maand
terug ben ik stiekem naar
binnen geslopen, toen ik aan de
achterkant een deur zag
openstaan. Nooit gedacht dat
het zo sprekend zou worden. Nu
besef je pas hoe weinig charme
het oude stadhuis had."
Maar kom niet aan
Hoogerheides trots. Weinig
charme? „Dat oude stadhuis
had veel meer gezelligheid! De
entree was veel intiemer dan
deze lichtbak."
Hilariteit alom. En dan gebeurt
er iets bijzonders: de oude man
zwicht. „Toegegeven, misschien
straalt dit stadhuis meer allure
uit voor onze stad Vlissingen."
Heel misschien dan.
Wendy van den Hurk
huis. „Kees heeft een topprestatie geleverd
met dit stadhuis. Hij was het stadhuis. Hij
durfde veel en kon met verve beslissingen ver
dedigen", stelt Steutel. Over geldkwesties bo
gen de projectmanagers zich met enige regel
maat. „Kostenbeheersing is buitengewoon
moeilijk bij verbouwingen van dit kaliber. We
zijn binnen het budget gebleven. Op een gege
ven moment, na inderdaad een paar bijstellin
gen, hebben we een budget van circa 21 mil
joen euro afgesproken. Vanaf dat moment is
gezegd: tot hier en niet verder. Daaraan heb
ben we ons gehouden."
Raadsleden mompelen 'in de wandelgangen'
dat het budget is overschreden. „Ik weet echt
niet waar ze dat idee vandaan halen. Binnen
kort volgt de politieke verantwoording", stelt
Afman.
Belofte
Wethouder Leny Poppe-de Looff heeft de poli
tieke taak van De Keijzer overgenomen. „Ze
kwam pas nog naar me toe en vroeg of ze niet
voor verrassingen zou komen te staan. Popu
lair gezegd kwam dat neer op: het stadhuis zal
toch niet mijn kop kosten." Afman: „Belofte
maakt schuld. Ik had aan Kees (de Keijzer) be
loofd dat we op de centen zouden passen."
Maar met het grootste gemak zouden er miljoe
nen euro's meer weggevloeid zijn in het stad
huis. „Wytze Patijn wilde duurdere bureau
stoelen. Maar deze zijn ook goed en mooi. Hij
wilde ook een lichtornament plaatsen in de to
ren van het stadhuis. Dat zou prachtig zijn.
Dat moet ik toegeven", merkt Steutel op. „Het
Nico Afman en Kees Steutel vormden het
actiecentrum tijdens de verbouwing van
het Vlissingse stadhuis. Opmerkingen en wen
sen van architect, aannemer of omwonende
kwamen bij het duo terecht. De ambtenaren
waren het 'projectbureau van de gemeente
Vlissingen'. Steutel vat het proces van de reno
vatie in een zin samen: „Het is een verbou
wing geweest waarin esthetiek en functionali
teit harmonieus samengingen."
Harmonieus? Afman lacht hem toe. Dat bete
kent niet dat er niet regelmatig geknokt is tus
sen de verantwoordelijke architect Wytze Pa
tijn van KuiperCompagnons, de twee project
managers en de stuurgroep 'Stadhuis' van de
gemeente Vlissingen. Patijn denkt aan schoon
heid waarvoor veel mag wijken. „En wij probe
ren naar zowel doelmatigheid als esthetiek te
kijken."
De tegelkeuze voor het stadhuis was bijvoor
beeld niet eenvoudig. „Tegels moeten ook ge
makkelijk schoongemaakt worden. Dat heb
ben we van de tegels in de Walstraat geleerd.
Daar blijven we schoonmaken. En de tegels
mogen ook niet te glad zijn."
Pas over de vierde testtegel was iedereen tevre
den. „Dezelfde tegel ligt in een park in
Utrecht. Daar ben ik naar toe gegaan, om te
kijken of de tegels bestand zijn tegen intensief
gebruik."
Voor complexe zaken werd er overlegd met de
stuurgroep. In de stuurgroep zat ook Kees de
Keijzer, de wethouder die onlangs is overle
den en die verantwoordelijk was voor het stad
Nico Afman (links) en Kees Steutel
is ook logisch dat de architect voor mooi gaat.
Maar verfraaiingen kosten geld, veel geld. We
hebben van het ornament afgezien. Voorlopig,
want misschien kunnen we daar vijf of tien
jaar later anders over denken." Afman en Steu
tel reisden stad en land af om ideeën voor het
stadhuis te krijgen en om niet de fouten te ma
ken, die elders gemaakt zijn. Ze gingen naar
Leiden, waar het stadhuis net als in Vlissingen
een overkapte binnenplaats heeft. „Het is een
mooi gebouw, maar we kwamen er in de zo
mer en zagen overal parasols staan op de bin
nenplaats, omdat ze last hadden van de zon.
Dat is niet praktisch."
Ze reden naar Den Haag, waar ze onder ande
re het gebouw van het ministerie van Verkeer
en Waterschap bezochten. Het statige gebouw
is net als het Vlissingse stadhuis een ontwerp
van architect Roosenburg. „De buitenkant
was mooi opgeknapt, maar van binnen was
een zware logheid blijven bestaan. Dat was
een teleurstelling."
Want een van de belangrijkste opdrachten
was dat het Vlissingse stadhuis door de renova
tie aan lichtheid moest winnen. „Transparan
tie en toegankelijkheid waren de kernwoorden
van de verbouwing. Het stadhuis van voor de
verbouwing intimideerde de bezoeker. Daar
werd je stil en braaf van. Je voelde je een nede
rige mier. Het was de bedoeling om drempels
weg te halen en licht binnen te laten komen."
Het stadhuis was hun laatste project voor de
gemeente. „Kees (de Keijzer) had aan mij ge
vraagd of ik dit project nog wilde begeleiden.
Ik heb mijn afscheid bij de gemeente daarom
uitgesteld. Want wie kan Kees iets weigeren?
Ik kon dat in elk geval niet", zegt Steutel, die
in december stopt. Afman werkt nog een jaar
tje door. „Dan kan ik de kinderziektes en de
vervolgopdrachten voor het stadhuis nog in de
gaten houden."
Edith Ramakers