Boomgaard
wereld apart
Dieren zijn gewoon lui
PZC
PZC
10
vrijdag 19 november 2004
WimvanDree 66Ï1
Op de grens Groede -Schoondij-
ke woont Wim van Dree. Wim
zit in Schoondijke op school, in
groep 8 van de P.C. basisschool
De Wegwijzer.
„Mijn favoriete landschap?
Daar moet ik even over naden
ken. Ik heb er eigenlijk twee.
Een oude dijk met veel gras en
schapen zie ik graag. Ook is er
bij onze boerderij een heel mooi
stuk land naast een vaart. Dat
vind ik allebei even mooie land
schappen."
„Ik ben vaak buiten in de na
tuur en help graag mee op het
land. Wij telen vlas en kweken
Echium (Slangekruid)Vlas
wordt met speciale machines be
handeld. Dorsen doen we met
een vlastrekker. Het vlas ligt
dan een paar weken op het land.
Daarna wordt het gekeerd en
een paar weken later, als het
vlas droog is, komt de vlaspers
die er grote rollen van maakt.
Dan wordt het verkocht om er
linnen van te maken. Ik ben in
een vlasfabriek geweest om dat
te bekijken." „Echium zaaien
we eerst in. De plant wordt zo'n
90 centimeter hoog en krijgt ro
ze en blauwe bloemen. Na de
bloei, als het bruin wordt., komt
een combine het zaad dorsen.
Van dit zaad maken ze olie voor
medicijnen."
„Als ik mijn droomlandschap
voorstel, dan zie ik een grote
boerderij voor me met riviertjes
om op te roeien en kleine wei
tjes voor schapen en paarden.
We hebben thuis ook poezen en
een Shetlander. De poezen leg
gen wel eens muizen bij de ach
terdeur neer. De Shetlander ver
jaagt meestal alle katten die in
de wei durven lopen. Hij rent er
achteraan en met z'n achterhoe
ven schraapt hij over de grond
om ze bang te maken.
Joke Sanderse
Je voelt je er beschut, maar niet opgesloten. Het is een soort
brug tussen de donkerte van het bos en het licht van de
open polder. De fruitboomgaard is een wereld apart. Een we
reld vol dierenleven.
Op het eerste gezicht is het
niet meer dan een lap
grond met keurig in het gelid
staande rijen laagstam fruitbo
men, van de buitenwereld afge
schermd met een windsingel.
Het is veel meer, blijkt uit de uit
leg van fruitteler J. van den Ber
ge uit Nieuwerkerk. Zijn tien
hectare boomgaard is, zegt hij,
een gebied met een enorme
bio-diversiteit.
In de boomgaard van Van den
Berge is het een en al leven.
Vooral bij vogels is de boom
gaard in trek. Gevleugelde insec
teneters komen er graag, Krams
vogels overwinteren er en eten
van het fruit dat van de bomen
gevallen is en niet meer geoogst
wordt.
Roodborst en heggemus zijn
eveneens vaste klant, net als me
rels, lijsters en koperwieken.
Van den Berge: „In mijn boom
gaard zijn meer soorten vogels
dan in de Boswachterij Wester-
schouwen." De fruitteler houdt
het leven in de boomgaard zorg
vuldig in stand. Dieren spelen
een belangrijke rol bij het ge
zond houden van de fruitbomen.
Luizen zijn ongewenst en die
worden opgegeten door lieve
heersbeestjes en oorwurmen.
Muizen zijn evenmin welkom en
daar maken de torenvalken
jacht op. Roofmijt zorgt dat
spint geen kans krijgt en zo zijn
er nog veel meer voorbeelden te
geven.
Luizen
Honderd procent biologisch wer
ken is erg moeilijk volgens Van
den Berge. Het kan gebeuren
dat - om maar iets te noemen -
de lieveheersbeestjes de luizen
niet kunnen bedwingen. Dan zit
er in de visie van Van den Berge
niets anders op dan spuiten. Se
lectief spuiten wel te verstaan.
De luis moet wel dood, maar het
lieveheersbeestje niet.
Waar het om gaat in een boom
gaard is het continu zoeken
naar een natuurlijk evenwicht.
Dat houdt ziektes weg en de
fruitbomen gezond.
Om het evenwicht te behouden
is meer nodig dan alleen selec
tief spuiten. Van den Berge
heeft in zijn boomgaard bijvoor
beeld nestkasten gemaakt voor
torenvalken. De beste grond
voor fruitteelt is zavelgrond,
grond bestaande uit klei met 60
tot 80 procent zand. Deze
'grondmix' houdt vocht vast,
maar voert het wel op tijd af.
Zware kleigrond leent zich, stelt
Van den Berge, niet voor fruit
teelt. Vocht wordt te lang vastge
houden waardoor bomen 'ver
drinken'.
Onkruidvrij hoeft een boom
gaard niet te zijn. Redelijk
schoon is schoon genoeg. Van
den Berge: „Je moet het in de
hand houden, want als het te
gek wordt haalt het onkruid te
veel voedsel bij de fruitbomen
weg."
Lage prijs
Grootste bedreiging van de fruit
teelt is - afgezien van de volgens
Van den Berge structureel te la
ge prijs die de producent voor
zijn product krijgt - hagel en
nachtvorst. Nachtvorst in de
bloeiperiode is funest. Berege
nen met zoet water kan vorst-
schade voorkomen, alleen is
zoet water lang niet overal voor
handen. Van den Berge: „Op
Schouwen-Duiveland sta je als
fruitteler in Duiveland bij ge
brek aan zoet water machteloos
tegenover schade door nacht
vorst."
Het landschap is grotendeels ge
vormd door de boeren. Van den
Berge: „Natuurlijk landschap
vind je op Schouwen-Duiveland
eigenijk alleen in de Kop van
Schouwen, voor de rest is het fei
telijk allemaal door de mens ge
vormd. Cultuurlandschap dus.
In Zeeland ligt voor wat betreft
de boomgaarden de nadruk op
de Zak van Zuid-Beveland en
de gemeente Kapelle. Ook in
Zeeuws-Vlaanderen en op Tho-
len en Schouwen-Duiveland
zijn boomgaarden te vinden. Op
Schouwen-Duiveland is het
fruitteeltgebied verschoven van
de Kop van Schouwen naar Dui
veland. De vroegere fruitteeltbe-
drijven zijn in Westerschouwen
grotendeels omgevormd tot cam
pings.
Piet Kleemans
Lieveheersbeestjes
illustratie Adri Karman
15
vrijdag 19 november 2004
Er is iets vreemds aan de
hand met de natuur in de
stad, in het dorp. Binnen de be
bouwde kom leven ontelbaar
veel dieren en planten. De rijk
dom aan soorten is enorm. Des
ondanks wordt er heel wisse
lend aangekeken tegen de na
tuur in de stad.
Aan de ene kant ontkennen
fanatieke groenen dat er
binnen de bebouwde kom ook
maar iets natuurlijks te vinden
is. Aan de andere kant van dat
spectrum staan de stedelingen
die schrikken zodra ze een muis
je zien, zodra een wesp afkomt
op hun beschuitje met aard
beienjam.
De algemene natuurbeleving is
in de loop van honderd jaar
sterk van karakter veranderd,
schrijft Wim Timmerman in zijn
boek 'Natuur en de Stad'. Tot
het begin van de vorige eeuw
schilderden schrijvers als Her
man Gorter en Konstantin
Paustovski met letters in lyri
sche termen de natuur. Natuur
vorser Jac. P. Thijsse combineer
de volgens hem even lyrische be
schrijvingen met illustraties in
de vorm van tekeningen en fo
to's. Jacques Cousteau heeft ten
behoeve van de televisie films
gemaakt, waarmee de natuur
vanaf de jaren zeventig een on
gekende populariteit verwierf.
Gorter, Paustovski, Thijsse en
Cousteau keken naar de natuur
met hun rug naar de stad. In
hun beschrijvingen, schilderijen
en films is geen stad te zien. Het
komt volgens Timmerman een
voudig niet bij ze op. De stad
staat namelijk voor al het
kwaad, voor rook, stof, viezig
heid, lawaai en ellende; de na
tuur voor het goede, het zuivere,
stille en schone.
Dat beeld is echter aan het kan
telen. Zeeuwse natuurorganisa
ties als bijvoorbeeld 't Duumpje
en de Steltkluut organiseren na
tuurwandelingen door de be
bouwde kom en staan dan uitge
breid stil bij de vele varens en
mossen die in de stad groeien.
Egels, muizen, konijnen, vogels
en vlinders komen massaal in de
steden voor. Vooral dieren met
vleugels doen het goed binnen
de bebouwde kom. Uit de zesde
nationale tuinvogeltelling, dit
jaar gehouden, blijkt dat er nu
meer koolmezen dan huismus
sen in de tuinen worden gezien.
De koolmees stond bij de eerste
telling in 1991 nog op plaats
vier.
Turkse tortel
Op de derde plaats staat de
kauw. Deze vogel heeft het rots
gebergte verruild voor de steni
ge bebouwde kom. Hij wordt ge
volgd door spreeuw, merel, pim
pelmees, vink, kokmeeuw, hout
duif en op tien de turkse tortel.
Mensen doen van alles om vo
gels naar hun tuin te lokken.
Soms tevergeefs, soms met groot
succes, weet de Hulster bioloog
en publicist George Sponselee
maar al te goed. Een vlierbes of
een andere vruchtendrager
staat volgens hem garant voor
succes. Er zijn echter ook dieren
die mensen liever niet in hun
tuin zien. Bijvoorbeeld de mol.
En hij weet zeker dat zijn buren
niet zo blij zijn met de stapel
snoeihout achter in zijn tuin.
Daar scharrelen vele muizen
rond, onder ander de spits- en
bosmuis. En onder wat stenen
zijn v
inclt hij dat fascine-
-
ge kwamen. Volgens Sponselee
kiezen dieren voor een verblijf
in de stad als blijkt dat ze daar
voedsel, warmte en veiligheid
vinden. „Dieren zijn gewoon
praktisch en ook lui." Als een
reiger zijn honger op een makke
lijke manier kan stillen door vij
vers leeg te vissen, dan doet hij
dat. Ethische of morele bezwa
ren kent zo'n dier niet. Een rei
ger wil gewoon met zo min mo
gelijk energieverlies zijn maag
vullen.
Bioloog Ton Denters, schrijver
van het pas verschenen 'Stads
planten; veldgids voor de stad',
stelt dat onze steden een verras
send gevarieerde wilde flora her
bergen. In de ruim tien jaar dat
hij steden op wilde planten on
derzocht, ontdekte hij onder an
dere dat er planten zijn die ge
heel aan het stadsmilieu zijn ge
bonden, dus daarbuiten niet
voorkomen. Zo groeit volgens
hem de steenkruidkers op plaat
sen waar honden worden uitge
laten, wortelt de mediterrane vij
genboom op zonnige muren en
staat het straatliefdegras talrijk
in tippelzones.
Hij spoorde in de Nederlandse
steden dertig nieuwe planten
soorten op. Dat wil zeggen:
nieuw in Nederland en afkom
stig uit het buitenland. Net als
mensen komen volgens hem
nieuwe planten als toeristen en
immigranten naar Nederland.
Sommige soorten blijven tijde
lijk, andere ve
foto Ruden
Riemens
Angela Kriekaard
Angela Kriekaard woont in
's-Gravenpolder. Ze houdt van
landschappen met wat bomen
erin, maar ook veel water. Zij
vindt de Yerseke Moer het leuk
ste gebied wat ze kent. En daar
staan toch helemaal geen bo
men? Nee, geeft Angela onmid
dellijk toe, maar al die slootjes
die erdoor lopen vind ik zo
mooi. Omdat er allemaal wei
land is, heeft het gebied ook een
mooie kleur, of het nu in de zo
mer is als er allemaal bloemen
bloeien, of het frisse groen van
de lente, vindt ze.
In de winter geniet Angela van
al de grote sloten waar soms
heel veel eenden op zitten. Tege
lijk zie je in de weilanden alle
maal ganzen en soms is het ge
woon een herrie omdat er zoveel
vogels tegelijk geluid maken.
Angela komt niet heel vaak in
de Yerseke Moer, want het ligt
niet direct naast de deur. Maar
soms gaat ze er met haar moe
der, broers en zusje op de fiets
naar toe. Ze is ook een paar
keer op excursie mee geweest en
zo helemaal dwars door de wei
landen lopen, dat vindt Angela
helemaal geweldig.
Chiel Jacobusse